Kyocera FS-3640MFP Bruksanvisning

Kyocera Skrivare FS-3640MFP

Läs nedan 📖 manual på svenska för Kyocera FS-3640MFP (179 sidor) i kategorin Skrivare. Denna guide var användbar för 19 personer och betygsatt med 3.8 stjärnor i genomsnitt av 10 användare

Sida 1/179
GEBRUIKERSHANDLEIDING
FS-3540MFP
FS-3640MFP
Inleiding
Hartelijk dank voor het aanschaffen van de FS-3540MFP/FS-3640MFP.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te
voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Wij raden u aan vervangartikelen van ons eigen merk te gebruiken. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade ten gevolge
van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat.
Een in de afbeelding weergegeven etiket garandeert dat de verbruiksartikelen van ons eigen merk zijn.
Meegeleverde handleidingen
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg ze wanneer nodig.
Dvd (Product Library)
Quick Installation Guide Beschrijft de procedures voor het installeren van het apparaat, veelgebruikte
bedieningshandelingen, routineonderhoud en het oplossen van problemen.
Safety Guide Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen bij het installeren en het gebruik
van het apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Safety Guide (FS-3540MFP/FS-
3640MFP)
Beschrijft de installatieruimte voor het apparaat, de waarschuwingen en andere
informatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Gebruikershandleiding (deze
handleiding)
Beschrijft het plaatsen van papier, de basishandelingen voor kopiëren, afdrukken en
scannen en het oplossen van problemen.
Gebruikershandleiding voor de fax Beschrijft de faxfuncties.
Card Authentication Kit (B) Operation
Guide
Beschrijft de verificatie bij het apparaat bij gebruik van de ID-kaart.
KYOCERA COMMAND CENTER
Operation Guide
Beschrijft hoe vanaf een computer via een webbrowser verbinding wordt gemaakt met
het apparaat om instellingen te controleren en te wijzigen.
Printer Driver Operation Guide Beschrijft het installeren van het printerstuurprogramma en het gebruik van de
printerfuncties.
Network FAX Driver Operation Guide Beschrijft het installeren en het gebruik van het netwerkfaxstuurprogramma om de
netwerkfaxfuncties te gebruiken.
KM-NET for Direct Printing Operation
Guide
Beschrijft het afdrukken van PDF-bestanden zonder Adobe Acrobat of Reader op te
starten.
KMnet Viewer User Guide Beschrijft het controleren van het netwerkprintsysteem met KNnet Viewer.
PRESCRIBE Commands Technical
Reference
Geeft uitleg over de beschrijvingstaal van het apparaat (PRESCRIBE-commando's).
PRESCRIBE Commands Command
Reference
Beschrijft de functies en de bediening van PRESCRIBE-commando's voor elk
emulatietype.
i
Inhoud
1 Inleiding ...................................................................................................1-1
Mededeling ........................................................................................................................... 1-2
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding ............................................................ 1-2
Omgeving ................................................................................................................... 1-3
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik .......................................................................... 1-3
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen .............................................. 1-5
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie ............................................................. 1-6
Wettelijke kennisgevingen .......................................................................................... 1-6
Energiebesparingsfunctie ........................................................................................... 1-9
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie ................................................................ 1-9
Gerecycled papier ...................................................................................................... 1-9
Energy Star-programma (ENERGY STAR®) ............................................................. 1-9
Over deze gebruikershandleiding ....................................................................................... 1-10
Vormgevingselementen in deze handleiding ........................................................... 1-10
Originelen en papierformaten ................................................................................... 1-12
2 Voorbereiding voor het gebruik .............................................................2-1
Onderdeelnamen .................................................................................................................. 2-2
Apparaat ..................................................................................................................... 2-2
Bedieningspaneel ....................................................................................................... 2-5
Aanraakscherm .......................................................................................................... 2-6
Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden ........................................................ 2-7
Aansluitvoorbeeld ....................................................................................................... 2-7
De vereiste kabels voorbereiden ................................................................................ 2-8
Kabels aansluiten ................................................................................................................. 2-9
LAN-kabel aansluiten ................................................................................................. 2-9
USB-kabel aansluiten ............................................................................................... 2-10
Netvoedingskabel aansluiten ................................................................................... 2-10
Aan- en uitzetten ................................................................................................................ 2-11
Aanzetten ................................................................................................................. 2-11
Uitzetten ................................................................................................................... 2-11
Software installeren ............................................................................................................ 2-13
Installeren van het printerstuurprogramma .............................................................. 2-13
TWAIN-stuurprogramma instellen ............................................................................ 2-17
WIA-stuurprogramma instellen ................................................................................. 2-18
Energiebesparende functie ................................................................................................ 2-19
Slaapstand en automatische slaapstand ................................................................. 2-19
Apparaatinstallatie-wizard .................................................................................................. 2-20
COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) ................................................................. 2-21
E-mail verzenden ..................................................................................................... 2-22
3 Algemene bediening ...............................................................................3-1
Papier plaatsen .................................................................................................................... 3-2
Voordat u het papier plaatst ....................................................................................... 3-2
Papier in de cassettes plaatsen ................................................................................. 3-3
Papier in de multifunctionele lade plaatsen ................................................................ 3-8
Originelen plaatsen ............................................................................................................ 3-13
Originelen op de glasplaat plaatsen ......................................................................... 3-13
Originelen in de documenttoevoer plaatsen ............................................................. 3-14
Serienummer van het apparaat controleren ....................................................................... 3-16
Teller controleren ............................................................................................................... 3-17
Aanmelden/afmelden ......................................................................................................... 3-18
Aanmelden ............................................................................................................... 3-18
Afmelden .................................................................................................................. 3-19
ii
Favorieten .......................................................................................................................... 3-20
Favorieten registreren .............................................................................................. 3-20
Favorieten bewerken en verwijderen ....................................................................... 3-24
Gebruik van favorieten ............................................................................................. 3-26
Wizard Snel installeren ....................................................................................................... 3-28
Hulpscherm ........................................................................................................................ 3-30
Taken annuleren ................................................................................................................ 3-31
Gebruik van de verschillende functies ................................................................................ 3-32
Algemene functies .................................................................................................... 3-33
Duplex ...................................................................................................................... 3-34
Papierselectie ........................................................................................................... 3-36
Sorteren ................................................................................................................... 3-37
Dichtheid .................................................................................................................. 3-38
Scanresolutie ........................................................................................................... 3-39
Origineelbeeld .......................................................................................................... 3-40
Zoomen .................................................................................................................... 3-41
Bestandsindeling ...................................................................................................... 3-42
4 Kopiëren ...................................................................................................4-1
Basisbediening ..................................................................................................................... 4-2
Kopieerfuncties ..................................................................................................................... 4-4
Zoomen ...................................................................................................................... 4-5
Duplex ........................................................................................................................ 4-7
5 Afdrukken ................................................................................................5-1
Afdrukken vanuit een toepassing ......................................................................................... 5-2
6 Verzenden ................................................................................................6-1
Basisbediening ..................................................................................................................... 6-2
Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc ..................................... 6-5
Controleren wat moet worden opgegeven als [Hostnaam] ........................................ 6-5
Controleren wat moet worden opgegeven als [Aanmeldingsgebruikersnaam] .......... 6-6
Een gedeelde map aanmaken ................................................................................... 6-7
Het [Pad] controleren ............................................................................................... 6-10
Windows Firewall configureren (voor Windows 7) ................................................... 6-11
De bestemming opgeven ................................................................................................... 6-15
Kiezen uit het adresboek .......................................................................................... 6-15
Kiezen via snelkiestoets ........................................................................................... 6-17
Een nieuw e-mailadres invoeren .............................................................................. 6-18
Een nieuwe pc-map opgeven ................................................................................... 6-19
Bestemmingen controleren en bewerken ................................................................. 6-22
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) ................. 6-23
Scannen met TWAIN .......................................................................................................... 6-24
7 Problemen oplossen ...............................................................................7-1
Vervangen van de tonercontainer ........................................................................................ 7-2
Vervangen van de tonerafvalbak .......................................................................................... 7-4
Vervangen van de onderhoudskit (MK-370) ......................................................................... 7-6
Reinigen ............................................................................................................................... 7-7
Glasplaat .................................................................................................................... 7-7
Documenttoevoer ....................................................................................................... 7-7
Apparaat ..................................................................................................................... 7-8
Storingen oplossen ............................................................................................................. 7-10
Reageren op foutmeldingen ............................................................................................... 7-14
Papierstoringen oplossen ................................................................................................... 7-24
Plaats van de papierstoring ...................................................................................... 7-24
iii
Multifunctionele lade ................................................................................................ 7-25
Cassette ................................................................................................................... 7-25
Duplexeenheid ......................................................................................................... 7-26
Binnenin het apparaat .............................................................................................. 7-27
Achtereenheid .......................................................................................................... 7-28
Documenttoevoer ..................................................................................................... 7-28
8 Appendix ..................................................................................................8-1
Optionele apparatuur ............................................................................................................ 8-2
Overzicht optionele apparatuur .................................................................................. 8-2
Optionele functie ........................................................................................................ 8-2
Invoeren van karakters ......................................................................................................... 8-4
Invoerscherm ............................................................................................................. 8-4
Papier ................................................................................................................................... 8-5
Basisspecificaties papier ............................................................................................ 8-6
Geschikt papier kiezen ............................................................................................... 8-6
Speciaal papier .......................................................................................................... 8-9
Specificaties ....................................................................................................................... 8-13
Apparaat ................................................................................................................... 8-13
Printer ....................................................................................................................... 8-15
Scanner .................................................................................................................... 8-15
Documenttoevoer ..................................................................................................... 8-16
Milieuspecificaties .................................................................................................... 8-16
Index ...............................................................................................................................Index-1
iv
1-2
Inleiding > Mededeling
Mededeling
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten
veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook
bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan
of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot
ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u
zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot
lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
Symbolen
Het symbool U geeft aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten
worden binnenin het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke
informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Het symbool z geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervanging te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen
in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen betaling).
OPMERKING
Originele documenten di goed gekopieerd worden omdat e heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet
dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt.
1-3
Inleiding > Mededeling
Omgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80%
Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Wij adviseren het apparaat te gebruiken bij een
temperatuur van: circa 16 tot 27 °C of minder, en een vochtigheid van: circa 36 tot 65%. Vermijd bovendien de volgende
plaatsen als installatieplaats voor het apparaat.
Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer niet bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na
de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het kopiëren komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen
gezondheidsrisico. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er
een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een geschikte omgeving voor
kopieerwerk moet goed geventileerd zijn.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen
VOORZICHTIG
De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer en de tonerafvalbak buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer of de tonerafvalbak wordt gemorst, moet u inademing of inname van toner
voorkomen, evenals contact met de ogen en de huid.
Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende
hoest contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te
verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een
arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u uw huid met water en zeep.
De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden opengemaakt of vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonercontainers en tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke
schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF)
lade, leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
1-4
Inleiding > Mededeling
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat
hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van
het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC/EN 60825-1:2007.
Voorzichtig: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die
toegankelijk is voor de gebruiker.
Het onderstaande etiket bevindt zich aan de linkerkant van het apparaat.
1-5
Inleiding > Mededeling
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen
Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de
houder van het auteursrecht.
Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet
uit. Maak niet bewust een kopie/scan van voorwerpen die niet gekopieerd/gescand mogen worden.
• Papiergeld
• Bankbiljetten
• Waardepapieren
• Stempels
• Paspoorten
• Certificaten
Plaatselijke wetten en bepalingen kunnen mogelijk het kopiëren/scannen van ander materiaal dan hierboven is vermeld
verbieden of beperken.
1-7
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
“This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit.
(http://www.openssl.org/)”
4. The names “OpenSSL Toolkit” and “OpenSSL Project” must not be used to endorse or promote products derived
from this software without prior written permission.
For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called “OpenSSL” nor may “OpenSSL” appear in their names without
prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: “This product includes software
developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)”
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT “AS IS” AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON
ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so
as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The
following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the
SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the
holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the
package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
“This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)
The word ‘cryptographic’ can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you
must include an acknowledgement: “This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)”
1-8
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG “AS IS” AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE,
DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e.
this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
Monotype Imaging License Agreement
1Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as
well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and
versions of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or
personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of
this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the
fonts on more than three printers, you need to acquire a multiuser license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights
are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary
information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access
to and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You
agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License
may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not
remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you
shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular
purpose and merchantability, are excluded.
8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is
repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential
damages, or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written
consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data
and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and
conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No
change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.
1-9
Inleiding > Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie
Energiebesparingsfunctie
Het apparaat is voorzien van een energiebesparende functie om automatisch in de slaapstand te schakelen voor een
minimaal energieverbruik als een bepaalde tijd verstreken is sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Slaapstand
Het apparaat schakelt de slaapstand automatisch in wanneer er 1 minuut is verstreken sinds het apparaat voor het
laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de slaapstand wordt geactiveerd,
kan worden verlengd. Raadpleeg Slaapstand en automatische slaapstand op pagina 2-19 voor meer informatie.
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie
Dit apparaat beschikt over dubbelzijdig kopiëren als standaardfunctie. Als u bijvoorbeeld twee enkelzijdige originelen als
dubbelzijdige kopie op één vel papier kopieert, kunt u de gebruikte hoeveelheid papier beperken. Raadpleeg Duplex op
pagina 4-7 voor meer informatie.
Gerecycled papier
Dit apparaat ondersteunt het gebruik van gerecycled papier om de belasting voor het milieu te verminderen. Uw
verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Energy Star-programma (ENERGY STAR®)
Wij hebben als bedrijf dat deelneemt aan het ENERGY STAR-programma vastgesteld dat dit apparaat
het ENERGY STAR-label mag voeren.
1-10
Inleiding > Over deze gebruikershandleiding
Over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken.
Vormgevingselementen in deze handleiding
De volgende vormgevingselementen worden gebruikt, afhankelijk van het soort beschrijving.
Hoofdstuk Inhoud
1Inleiding Bevat informatie over bedieningsvoorzorgsmaatregelen, handelsmerken en deze
handleiding.
2Voorbereiding voor het gebruik Geeft informatie over onderdeelnamen, aansluitkabels en het installeren en
configureren van het apparaat.
3Algemene bediening Geeft uitleg over de basisbediening van het apparaat, waaronder het plaatsen van
papier en originelen en het aan- en afmelden.
4Kopiëren Beschrijft de functies die u kunt gebruiken bij kopiëren.
5Afdrukken Geeft informatie over de functies die beschikbaar zijn als het apparaat als printer wordt
gebruikt.
6Verzenden Beschrijft de functies die u kunt gebruiken bij het verzenden van originelen.
7Problemen oplossen Legt uit hoe u dient te handelen bij foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer de toner op is
of bij problemen zoals vastgelopen papier.
8Appendix Geeft uitleg over het invoeren van karakters en een overzicht van de
apparaatspecificaties.
Introduceert de handige optionele apparatuur die voor dit apparaat beschikbaar is.
Geeft informatie over mediatypes en papierformaten. Bevat ook een terminologielijst.
Vormgevingselement Beschrijving Voorbeeld
Vet Geeft de toetsen op het bedieningspaneel of een computerscherm
aan.
Druk op de Start-toets.
[Normaal] Geeft de toetsen op het aanraakscherm aan. Druk op [OK].
Cursief Geeft een bericht op het aanraakscherm weer. Gereed voor kopiëren wordt
weergegeven.
Wordt gebruikt om belangrijke woorden en zinnen of verwijzingen
naar extra informatie te benadrukken.
Raadpleeg Slaapstand en
automatische slaapstand op
pagina 2-19 voor meer
informatie.
OPMERKING Geeft extra informatie of handelingen ter referentie aan. OPMERKING
BELANGRIJK Geeft verplichte of verboden items aan om problemen te
voorkomen. BELANGRIJK
VOORZICHTIG Geeft aan wat u moet doen om lichamelijk letsel of
apparaatbeschadiging te voorkomen en hoe u hiermee moet
omgaan. VOORZICHTIG
1-11
Inleiding > Over deze gebruikershandleiding
De taaksoorten waarvoor een functie kan worden ingesteld, worden weergegeven door pictogrammen.
In deze handleiding worden de stappen waarbij toetsen op het aanraakscherm worden gebruikt met rood omlijnd.
Voorbeeld: Selecteer [Zoomen].
Bedieningsprocedures die uit een serie handelingen via het bedieningspaneel en/of aanraakscherm bestaan, worden
als volgt genummerd:
Voorbeeld: Selecteer [Functies] en vervolgens [EcoPrint].
Picto-
gram
Beschrijving Picto-
gram
Beschrijving
De functie kan worden ingesteld tijdens het
kopiëren van een document.
Deze functie kan worden ingesteld tijdens het
afdrukken vanaf het USB-geheugen.
De functie kan worden ingesteld tijdens het
verzenden van een document.
Deze functie kan worden ingesteld tijdens het
opslaan van een bestand in het USB-geheugen.
Kopiëren
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
Scherm Kopiëren
GB0001_01
Print
vanaf USB
Scherm Afdrukken
Gereed voor afdrukken vanuit box.
Afdrukken Kopieën
Papier-
selectie
Sorteer Duplex
A4
Functies
10:10
Annuleren
Aan 1-zijdig
GB0097_00
Verzenden
Scherm Verzenden
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0055_00
Scannen
naar USB
Scherm Bestand opslaan
Gereed voor opslaan in box.
Bestand opslaan
Bestands-
formaat
Duplex Scan-
resolutie
Dichtheid Best.naam
invoeren
Normaal 0
PDF 1-zijdig 300x300dpi
doc
Functies
10:10
Annuleren
GB0096_00
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0001_01
Gereed voor kopiëren.
Functies
Origineel formaat
Sluiten
10:10
Afdr.richting origineel
1/3
toev./bew
Sneltoets
Originele afbeelding
Tekst+foto
EcoPrint
Uit
A4
Bovenrand links
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0002_00
2
1
GB0001_01
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
1-12
Inleiding > Over deze gebruikershandleiding
Originelen en papierformaten
In dit gedeelte wordt de in deze handleiding gebruikte notatie uitgelegd, wanneer naar origineelformaten of
papierformaten wordt verwezen.
Pictogrammen op het aanraakscherm
De plaatsingsrichting van de originelen en het papier wordt op het aanraakscherm aangegeven met de volgende pictogrammen.
Originelen Papier
Horizontale richting Verticale richting
2-1
2 Voorbereiding voor
het gebruik
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Onderdeelnamen ............................................................................................................................................... 2-2
Apparaat .................................................................................................................................................. 2-2
Bedieningspaneel .................................................................................................................................... 2-5
Aanraakscherm ........................................................................................................................................ 2-6
Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden ...................................................................................... 2-7
Aansluitvoorbeeld .................................................................................................................................... 2-7
De vereiste kabels voorbereiden ............................................................................................................. 2-8
Kabels aansluiten ............................................................................................................................................... 2-9
LAN-kabel aansluiten ............................................................................................................................... 2-9
USB-kabel aansluiten ............................................................................................................................ 2-10
Netvoedingskabel aansluiten ................................................................................................................. 2-10
Aan- en uitzetten ............................................................................................................................................... 2-11
Aanzetten ................................................................................................................................................ 2-11
Uitzetten .................................................................................................................................................. 2-11
Software installeren .......................................................................................................................................... 2-13
Installeren van het printerstuurprogramma ............................................................................................ 2-13
TWAIN-stuurprogramma instellen .......................................................................................................... 2-17
WIA-stuurprogramma instellen .............................................................................................................. 2-18
Energiebesparende functie .............................................................................................................................. 2-19
Slaapstand en automatische slaapstand ............................................................................................... 2-19
Apparaatinstallatie-wizard ................................................................................................................................ 2-20
COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) .............................................................................................. 2-21
E-mail verzenden ................................................................................................................................... 2-22
2-2
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen
Onderdeelnamen
Apparaat
1Glasplaat
2Sleufglas
3Bedieningspaneel
4Bovenklep
5Voorklep
6USB-geheugenslot
7Papiermeter
8Tonercontainerontgrendeling
9Tonercontainer
10 Ontwikkelaar
11 Voorklep duplexeenheid
2
3
4
5
1
8
9
10
11
6
7
2-3
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen
12 Documenttoevoer
13 Binnenlade
14 Papierlengtegeleider
15 Papierbreedtegeleiders
16 Instelmechanisme voor papierbreedte
17 Papierformaatknop
18 Cassette 1
19 Papierbreedtegeleiders
20 Multifunctionele lade (MF-lade)
21 Verlengstuk van de multifunctionele lade
22 Handgrepen
23 Achtereenheid
24 Fuserklep
25 Envelopschakelaar
21
15
18
12
13
14
20
19
22
17
16
19
23
25
25
24
2-4
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen
26 Klep documenttoevoer
27 Breedtegeleiders voor originelen
28 Origineleninvoer
29 Originelenuitvoer
30 Originelenstopper
31 Handgreep voor openen/sluiten documenttoevoer
32 Optionele interface-aansluiting
33 USB-poort
34 Netwerkinterface-aansluiting/indicators
35 LINE-connector*
36 TEL-connector*
37 Achterklep
38 Hoofdschakelaar
39 Netsnoeraansluiting
40 Handgrepen
41 Linkerklep
42 Tonerafvalbak
* Enkel bij apparaten waarop de faxfunctie gnstalleerd is.
26 27 28
29
30
31
35
40
36
34
33 38
37 39
32
4241
2-5
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen
Bedieningspaneel
Aanraakscherm. Geeft de
toetsen weer voor het
configureren van de
apparaatinstellingen.
Verwerken: Knippert tijdens het afdrukken of
verzenden.
Geheugen: Knippert als het apparaat het faxgeheugen
of het USB-geheugen (algemeen gebruik) gebruikt.
Opgelet: Brandt of knippert wanneer een fout optreedt
en een taak wordt afgebroken.
Geeft het scherm Systeemmenu/Tellers
weer.
Geeft het scherm
Status/Taak annuleren
weer.
Geeft het scherm
Kopiëren weer.
Geeft het scherm
Favorieten weer.
Als een applicatie in
gebruik is, wordt het
scherm van de
applicatie weergegeven.
Geeft het scherm
Verzenden weer.
Geeft het scherm
Documentbox weer.
Geeft het scherm FAX
weer.
Beëindigt (meldt af) op het
scherm Beheer.
Zet het apparaat in de
slaapstand. Schakelt de
slaapstand uit.
Brandt als het apparaat
ingeschakeld is.
Cijfertoetsen.
Om cijfers en
symbolen in te voeren.
Wist ingevoerde cijfers en
karakters.
Resets de
standaardinstellingen.
Specificeert geregistreerde
informatie zoals
adresnummers en gebruiker-
ID's op nummer.
Annuleert of onderbreekt
de lopende afdruktaak.
Bevestigt de cijfers ingevoerd
met de cijfertoetsen en
bevestigt het scherm tijdens
het instellen van functies.
Werkt net als de [OK]-toets op
het scherm.
Start het kopiëren en
scannen en het
verwerken van
instellingen.
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
2-6
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen
Aanraakscherm
Gereed voor kopiëren.
Functies
Origineel formaat
Sluiten
10:10
Afdr.richting origineel
1/3
toev./bew
Sneltoets
Originele afbeelding
Tekst+foto
EcoPrint
Uit
A4
Bovenrand links
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
FavorietenSneltoets 1 Sneltoets 2
A4
Geeft de status van het apparaat
weer alsook de relevante
bedieningsberichten.
Geeft de beschikbare functies
weer.
Configureert de geavanceerde
functies.
Geeft de tijd en het aantal kopieën
weer.
Geeft de sneltoetsen weer.
GB0001_04GB0002_00
Geeft de status van het apparaat
weer alsook de relevante
bedieningsberichten.
Geeft de beschikbare functies en
instellingen weer.
Terug naar het vorige scherm.
Scrolt naar boven en naar beneden
als een lijst met waarden niet in zijn
geheel kan worden weergegeven
op één scherm.
Registreert functies als een
sneltoets.
Geeft de favorieten weer.
2-7
Voorbereiding voor het gebruik > Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden
Verbindingsmethode bepalen en kabels
voorbereiden
Controleer de methode om het inden en zorg dat u deapparaat met een pc of een netwerk te verb noodzakelijke kabels
bij de hand hebt voor uw omgeving.
Aansluitvoorbeeld
Bepaal de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden aan de hand van onderstaande
afbeelding.
Verbinden van een scanner via een netwerkkabel (1000BASE-T, 100BASE-TX of 10BASE-T) met uw pc-netwerk.
Pc van de beheerder
COMMAND CENTER
Netwerkinstellingen,
Standaardinstellingen
scanner, Registratie
gebruiker en bestemming
Afdrukken
Netwerkfaxen
Faxen
Multifunctional
USB
Netwerk
Netwerk
Faxen
Netwerk
Netwerk
Netwerk
Netwerk
Netwerk/USB
E-mailverzending
Verzendt de beeldgegevens van
gescande originelen naar de
gewenste ontvanger als een
bestandsbijlage bij een e-
mailbericht.
X 6-18
SMB-verzending
Slaat het gescande beeld als een
gegevensbestand op uw pc op.
X 6-19
FTP-verzending
Verzendt het gescande beeld als
een gegevensbestand op de FTP-
server.
X 6-19
TWAIN-scannen
WIA-scannen
TWAIN en WIA zijn
gestandaardiseerde interfaces voor
communicatie tussen
softwaretoepassingen en
beeldopnameapparatuur.
* Enkel bij apparaten waarop de faxfunctie
geïnstalleerd is.
2-8
Voorbereiding voor het gebruik > Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden
De vereiste kabels voorbereiden
Leg de benodigde kabels klaar afhankelijk van de gebruikte interface.
Verbindingsomgeving Functie Benodigde kabel
Sluit een LAN-kabel aan op het
apparaat.
• Printer
Scanner (E-mailverzending/SMB-verzending/
FTP-verzending)
Scanner (TWAIN/WIA)
LAN (10Base-T, 100Base-TX of
1000BASE-T Shielded)
Sluit een USB-kabel aan op het
apparaat.
• Printer
Scanner (WIA)
Met USB 2.0 compatibele kabel
(ondersteuning van Hi-Speed USB,
max. 5 m, afgeschermd)
2-9
Voorbereiding voor het gebruik > Kabels aansluiten
Kabels aansluiten
LAN-kabel aansluiten
Er kan een netwerkkabel worden aangesloten op het apparaat en het apparaat kan worden gebruikt als netwerkprinter
of netwerkscanner.
Schakel uit.
Sluit het apparaat aan.
1Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkinterface, die zich op de rechterzijde van het
apparaat bevindt.
2Sluit het andere eind van de kabel aan op de hub.
Installeer het apparaat.
Configureer de netwerkinstellingen.
Raadpleeg Apparaatinstallatie-wizard op pagina 2-20 voor meer informatie.
Controleer of de lampjes uit zijn.
2-10
Voorbereiding voor het gebruik > Kabels aansluiten
USB-kabel aansluiten
Het apparaat kan worden aangesloten via een USB-kabel en worden gebruikt als printer of scanner in een opstelling
waar geen netwerk aanwezig is.
Schakel uit.
Sluit het apparaat aan.
1Sluit de USB-kabel aan op de daarvoor bestemde aansluiting, die zich op de rechterzijde
van het apparaat bevindt.
2Sluit het andere eind van de kabel aan op de pc.
Netvoedingskabel aansluiten
Sluit het ene eind van de bijgeleverde netvoedingskabel aan op het apparaat en steek het
andere eind in een stopcontact.
BELANGRIJK
Gebruik uitsluitend de netvoedingskabel die bij het apparaat wordt geleverd.
Controleer of de lampjes uit zijn.
2-11
Voorbereiding voor het gebruik > Aan- en uitzetten
Aan- en uitzetten
Aanzetten
Als het aan/uit-lampje brandt... (vanuit slaapstand)
Druk op de Power-toets.
Als het aan/uit-lampje niet brandt...
Zet de hoofdschakelaar aan.
Uitzetten
Uitzetten zonder de hoofdschakelaar (slaapstand)
Druk op de Power-toets. De verlichting van de Power-toets gaat uit en het aan/uit-lampje
brandt.
BELANGRIJK
Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u deze niet meteen weer
inschakelen. Wacht minstens 5 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer
inschakelt.
Aan/uit-lampje
Aan/uit-lampje
2-12
Voorbereiding voor het gebruik > Aan- en uitzetten
Uitzetten met de hoofdschakelaar
Wij wijzen u erop dat het apparaat, als het is uitgeschakeld, niet automatisch afdrukgegevens
van computers of faxen kan ontvangen.
Druk op de Power-toets.
Controleer of de verlichting van de Power-toets uit is en of het aan/uit-lampje brandt.
Schakel de hoofdschakelaar uit.
Wanneer het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt
OPMERKING
Als het lampje Verwerken of Geheugen brandt, dan is het apparaat bezig. Het uitschakelen
van de hoofdschakelaar terwijl het apparaat bezig is, kan storingen veroorzaken.
VOORZICHTIG
Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet
het dan uit met de hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt
(bijvoorbeeld tijdens de vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit
het stopcontact. Als op het apparaat de faxfunctie geïnstalleerd is en u zet het
apparaat uit met de hoofdschakelaar, dan is het verzenden en ontvangen van faxen
uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor
papier om het tegen vocht te beschermen.
Controleer of de lampjes uit zijn.
2-13
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren
Software installeren
Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde Product Library-dvd als u de printerfunctie van dit
apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of netwerkfaxverzending wilt gebruiken op uw pc.
Installeren van het printerstuurprogramma
Controleer of het apparaat aangesloten is op het stopcontact en de pc voor u het printerstuurprogramma vanaf de dvd
installeert.
Installeren van het printerstuurprogramma in Windows
Als u het apparaat aansluit op een Windows-pc, volg dan de volgende stappen om het printerstuurprogramma te
installeren. In het voorbeeld wordt het aansluiten van uw apparaat op een Windows 7-pc beschreven.
U kunt kiezen tussen Snel of Aangepast om de software te installeren. De Snelle modus detecteert automatisch de
aangesloten apparaten en installeert de benodigde software. Gebruik de Aangepaste modus als u de printerpoort op wilt
geven en de te installeren software wilt selecteren. Zie voor meer informatie Custom Installation in de Printer Driver
Operation Guide op de dvd.
Plaats de dvd.
Geef het scherm weer.
OPMERKING
Het installeren in Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Plug and Play is uitgeschakeld wanneer dit apparaat in de slaapstand staat. Schakel het apparaat uit de slaapstand
voordat u verdergaat. Raadpleeg Slaapstand en automatische slaapstand op pagina 2-19.
De faxfuncties kunnen enkel worden gebruikt bij apparaten met faxmogelijkheden.
Het WIA-stuurprogramma kan niet worden geïnstalleerd in Windows XP.
OPMERKING
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, selecteert u Annuleren.
Als het Autorun-venster verschijnt, selecteert u Run Setup.exe.
Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, drukt u op Toestaan.
Klik op Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de Gebruiksrechtovereenkomst.
2
13
2-14
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren
Installeer met behulp van de Snelle modus.
1Selecteer het printsysteem dat moet worden geïnstalleerd.
2Geef een eigen naam aan het printsysteem als het printsysteem aangesloten is via een
netwerk.
3Start de installatie.
Beëindig de installatie.
Hiermee is de installatieprocedure van het printerstuurprogramma voltooid. Volg indien nodig
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten.
U kunt het WIA-stuurprogramma installeren met behulp van de Aangepaste modus als het
apparaat en de computer verbonden zijn via een netwerk.
OPMERKING
Het apparaat kan enkel worden gedetecteerd als het is ingeschakeld. Als de computer het
apparaat niet kan detecteren, controleer dan of het aangesloten is op de computer via een
netwerk of USB-kabel en of het ingeschakeld is en klik vervolgens op Opnieuw laden.
Als het Windows-beveiligingsvenster verschijnt, klik dan op Dit stuurprogramma toch
installeren.
12
3
1
2
2-15
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren
Het TWAIN-stuurprogramma kan worden geïnstalleerd als het apparaat en de computer
verbonden zijn via een netwerk.
Als u het TWAIN-stuurprogramma of WIA-stuurprogramma installeert, ga dan verder met het
configureren van het TWAIN-stuurprogramma (2-17) of WIA-stuurprogramma (2-18).
Installeren van het printerstuurprogramma op een Macintosh
Het apparaat kan als printer worden gebruikt door een Macintosh-computer.
Plaats de dvd.
Dubbelklik op de dvd-icoon.
Geef het scherm weer.
Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only, OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher afhankelijk
van uw Mac OS-versie.
Installeer het printerstuurprogramma.
Installeer het printerstuurprogramma volgens de instructies van de installatiesoftware.
OPMERKING
Als u afdrukt vanaf een Macintosh-computer, stel de emulatie van het apparaat dan in opKPDL” of “KPDL(Auto)”.
Raadpleeg voor meer informatie over de configuratiemethode de Engelse gebruikershandleiding.
Als u verbindt via Bonjour, schakel Bonjour dan in in de netwerkinstellingen van het apparaat. Raadpleeg voor meer
informatie de Engelse gebruikershandleiding.
Geef in het scherm Identiteitscontrole de naam en het wachtwoord op die werden gebruikt om in te loggen op het
besturingssysteem.
De AppleTalk-icoon verschijnt niet bij Mac OS X 10.6.
Dubbelklik
Dubbelklik
1
2
2-16
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren
Hiermee is de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Geef vervolgens de printinstellingen op. Bij een IP- of AppleTalk-aansluiting, moeten de
onderstaande instellingen worden gebruikt. Bij een USB-aansluiting, wordt het apparaat
automatisch herkend en verbonden.
Configureer de printer.
1Geef het venster weer.
2Klik op het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-
verbinding en voer dan het IP-adres en de printernaam in.
3Selecteer de beschikbare opties voor het apparaat en klik op Ga door.
4Het geselecteerde apparaat is toegevoegd.
1
2
1
2
4
3
1
2
2-17
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren
TWAIN-stuurprogramma instellen
Registreer dit apparaat bij het TWAIN-stuurprogramma.
Geef het scherm weer.
1Selecteer Start van de Windows-interface, Alle programma's, Kyocera en vervolgens
TWAIN Driver Setting.
2Klik op Toevoegen.
Configureer het TWAIN-stuurprogramma.
Voltooi het registreren.
OPMERKING
Wanneer u het IP-adres van het apparaat niet kent, neemt u contact op met de beheerder.
OPMERKING
Klik op Verwijderen om het toegevoegde apparaat te verwijderen. Klik op Bewerken om de
namen te wijzigen.
Voer de apparaatnaam in.
Selecteer dit apparaat uit de lijst.
Voer het IP-adres en de hostnaam van het apparaat in.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer is
ingeschakeld, vink dan het vakje naast
Verificatie aan en voer de
aanmeldingsgebruikersnaam (maximaal 64
karakters) en het wachtwoord (maximaal 64
karakters) in.
Als taakaccounting is ingeschakeld, vink dan
het vakje naast Account-id aan en voer de
account-id bestaande uit acht cijfers in.
3
2
1
5
6
Als SSL wordt gebruikt, vink dan het vakje naast SSL aan.
4
2-18
Voorbereiding voor het gebruik > Software installeren
WIA-stuurprogramma instellen
Registreer dit apparaat bij het WIA-stuurprogramma. De instructies zijn gebaseerd op de gebruikersinterface zoals in
Windows 7.
Geef het scherm weer.
1Klik op de Windows Start-knop en geef Scanner op bij Zoeken naar programma's en
bestanden. Klik op Scanners en camera's weergeven in de zoeklijst.
2Selecteer dezelfde apparaatnaam als bij WIA-stuurprogramma's en druk op
Eigenschappen.
Configureer het WIA-stuurprogramma.
OPMERKING
Het volgende hoeft niet te worden geregistreerd als het apparaat beschikt over een IP-adres of hostnaam door u
opgegeven bij de installatie van het WIA-stuurprogramma.
OPMERKING
Voer het scanneradres in als het apparaat en de computer verbonden zijn via een netwerk.
12
Voer de apparaatnaam in.
1
2
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer is ingeschakeld, vink dan het
vakje naast Verificatie aan en voer de aanmeldingsgebruikersnaam
(maximaal 64 karakters) en het wachtwoord (maximaal 64 karakters) in.
Als taakaccounting is ingeschakeld, vink dan het vakje naast Account-
id aan en voer de account-id bestaande uit acht cijfers in.
4
5
3
A
ls SSL wordt gebruikt, vink
dan het vakje naast SSL
aan.
2-19
Voorbereiding voor het gebruik > Energiebesparende functie
Energiebesparende functie
Slaapstand en automatische slaapstand
Wanneer u de slaapstand wilt activeren, drukt u op de Power-toets. Het aanraakscherm en
alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik tot een minimum te
beperken. Enkel het aan/uit-lampje blijft branden. Deze stand heet de slaapstand.
Als er afdrukgegevens worden ontvangen tijdens de slaapstand, dan begint het
bedieningspaneel te branden en start het afdrukken.
Wanneer op het apparaat de faxfunctie geïnstalleerd is, worden ontvangen gegevens
afgedrukt terwijl het bedieningspaneel onverlicht blijft.
Om verder te gaan met bedienen, drukt u op de Power-toets. Het apparaat is binnen 15
seconden gebruiksklaar.
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan
reageren.
Automatische slaapstand
De automatische slaapmodus schakelt het apparaat automatisch naar slaapmodus als het
een vooraf ingestelde tijd niet actief is geweest. De ingestelde standaardtijd bedraagt 1
minuut.
Raadpleeg voor meer informatie over het configureren van de instellingen de Engelse
gebruikershandleiding.
2-20
Voorbereiding voor het gebruik > Apparaatinstallatie-wizard
Apparaatinstallatie-wizard
De Apparaatinstallatie-wizard wordt opgestart als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld na de installatie.
Volg de instructies op het scherm om de onderstaande instellingen te configureren:
Raadpleeg voor meer details over de instellingen de hulpinformatie die wordt weergegeven op het
aanraakscherm. Om wijzigen door te voeren na deze initiële configuratie, raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding.
Datum/tijd-instellingen Tijdzone
Zomertijd
Datum
Tijd
Netwerkinstellingen Verkrijg IP-adres
IP-adres
Subnetmasker
Standaardgateway
Installatie apparaat
10:10
Deze wizard helpt u bij het installeren
van uw apparaat.
Om verder te gaan, druk op
[Volgende >].
< Terug Volgend >
1. Datum/tijd
2. Netwerk
Systeemmenu/teller.
GB0889_00
2-21
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail)
COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail)
Het COMMAND CENTER is een hulpmiddel dat wordt gebruikt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van
het apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, netwerkafdrukken, e-mailverzending en geavanceerde
netwerkfuncties.
Geef het scherm weer.
1Start uw internetbrowser.
2Voer het IP-adres van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
Bijvoorbeeld http://192.168.48.21/
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het COMMAND CENTER weer,
evenals hun huidige status.
Configureer de functie.
Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. De waarden moeten voor
elke categorie afzonderlijk worden ingesteld.
Als beperkingen zijn ingesteld voor het COMMAND CENTER, dan moet u een wachtwoord
invoeren om andere pagina's dan de startpagina te openen. Het standaardwachtwoord is
“admin00”. Het wachtwoord kan worden gewijzigd.
Raadpleeg voor meer informatie de KYOCERA COMMAND CENTER Operation Guide.
OPMERKING
Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding voor de fax voor meer informatie over de faxfunctie.
De faxfuncties zijn enkel beschikbaar bij apparaten waarop de faxfunctie geïnstalleerd is.
2-22
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail)
E-mail verzenden
Het opgeven van de SMTP-instellingen maakt het mogelijk afbeeldingen die op dit apparaat zijn opgeslagen te
verzenden als e-mailbijlagen.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol
gebruikt.
Controleer het volgende voordat u afbeeldingen op dit apparaat verzendt als e-mailbijlagen:
De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver. Een
permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
SMTP-instellingen: Gebruik het COMMAND CENTER om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te
registreren.
Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Geef het scherm weer.
Configureer de functie.
Voer in elk veld de juiste instellingen in.
Instelling Beschrijving
SMTP-protocol Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet
worden ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken.
SMTP-poortnummer Stel het SMTP-poortnummer in of gebruik de standaard SMTP-poort 25.
SMTP-servernaam Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het
IP-adres van de SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn.
Als u de naam invoert, moet ook een DNS-serveradres worden
geconfigureerd. Het DNS-serveradres kan worden ingevoerd onder TCP/
IP Algemeen.
Time-out SMTP-server Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
Verificatieprotocol Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt
POP voor SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt
Microsoft Exchange 2000.
Verifiëren als Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een
andere account kiezen.
1
2 3
2-23
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail)
Klik op [Verzenden].
Aanmeldings-
gebruikersnaam
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de
aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-
verificatie. De aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters
lang zijn.
Aanmeldingswachtwoord Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het
wachtwoord dat u hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord
voor aanmelding mag maximaal 64 karakters lang zijn.
POP voor SMTP-timeout Stel de wachttijd voor time-out in seconden in wanneer u POP voor
SMTP als verificatieprotocol geselecteerd heeft.
Testen Hiermee test u of de SMTP-verbinding met succes tot stand kan worden
gebracht.
Groottebeperking e-mail Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in
kilobytes. Als de waarde 0 is, dan is geen maximumgrootte ingesteld.
Adres afzender Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het
apparaat, bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een
antwoord of een afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd
in plaats van naar het apparaat. Het adres van de afzender moet correct
worden ingevoerd voor SMTP-verificatie. Het adres van de afzender mag
maximaal 128 karakters lang zijn.
Handtekening Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt
weergegeven aan het einde van het e-mailbericht. Deze wordt vaak
gebruikt om het apparaat verder te identificeren. De handtekening mag
maximaal 512 karakters lang zijn.
Domeinbeperking Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd.
De domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn. U kunt ook e-
mailadressen opgeven.
Instelling Beschrijving
2-24
Voorbereiding voor het gebruik > COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail)
3-1
3 Algemene bediening
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Papier plaatsen .................................................................................................................................................. 3-2
Voordat u het papier plaatst ..................................................................................................................... 3-2
Papier in de cassettes plaatsen ............................................................................................................... 3-3
Papier in de multifunctionele lade plaatsen ............................................................................................. 3-8
Originelen plaatsen .......................................................................................................................................... 3-13
Originelen op de glasplaat plaatsen ....................................................................................................... 3-13
Originelen in de documenttoevoer plaatsen .......................................................................................... 3-14
Serienummer van het apparaat controleren ..................................................................................................... 3-16
Teller controleren ............................................................................................................................................. 3-17
Aanmelden/afmelden ....................................................................................................................................... 3-18
Favorieten ........................................................................................................................................................ 3-20
Favorieten registreren ............................................................................................................................ 3-20
Favorieten bewerken en verwijderen ..................................................................................................... 3-24
Gebruik van favorieten ........................................................................................................................... 3-26
Wizard Snel installeren .................................................................................................................................... 3-28
Hulpscherm ...................................................................................................................................................... 3-30
Taken annuleren .............................................................................................................................................. 3-31
Gebruik van de verschillende functies ............................................................................................................. 3-32
Duplex .................................................................................................................................................... 3-34
Papierselectie ........................................................................................................................................ 3-36
Sorteren ................................................................................................................................................. 3-37
Dichtheid ................................................................................................................................................ 3-38
Scanresolutie ......................................................................................................................................... 3-39
Origineelbeeld ........................................................................................................................................ 3-40
Zoomen .................................................................................................................................................. 3-41
Bestandsindeling .................................................................................................................................... 3-42
3-2
Algemene bediening > Papier plaatsen
Papier plaatsen
In de standaardopstelling kan er in de cassette en de multifunctionele lade papier worden geplaatst. Daarnaast is ook
een optionele papierinvoer verkrijgbaar (zie Optionele apparatuur op pagina 8-2).
Voordat u het papier plaatst
Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de
onderstaande stappen.
1Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst.
2Houd beide uiteinden van de stapel vast en trek eraan terwijl u de hele stapel doet omhoog
waaieren.
3Beweeg uw rechter- en linkerhand beurtelings omhoog om een opening te creëren en lucht
tussen het papier te brengen.
4Lijn ten slotte het papier uit op een vlakke tafel.
Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst. Gekruld
of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Stel geopend papier niet bloot aan hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, aangezien
vocht kopieerproblemen kan veroorzaken. Sluit na het plaatsen van het papier in de
multifunctionele lade of in een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor
papier af.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen
vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen.
BELANGRIJK
Als u op gebruikt papier (papier dat al voor kopiëren is gebruikt) kopieert, gebruikt u
geen papier dat met nietjes of een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het
apparaat beschadigen of een slechte beeldkwaliteit veroorzaken.
OPMERKING
Als afdrukken omkrullen, draait u de stapel papier in de cassette om.
Raadpleeg Papier op pagina 8-5 als u speciaal papier gebruikt zoals briefhoofden, papier
met perforaties of voorgedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam.
3-3
Algemene bediening > Papier plaatsen
Papier in de cassettes plaatsen
De standaardcassette is geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier. In de standaardcassette
past tot 500 vel normaal papier (80 g/m²).
De volgende papierformaten worden ondersteund: A4, A5, A6, B5, Legal, Letter, overige (Folio, Oficio II, Executive,
Statement, 16K en Envelope C5).
Stel het cassetteformaat in.
1
OPMERKING
Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag. (Dergelijk papier kan papierstoringen of
andere defecten veroorzaken.)
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u altijd
het mediatype opgeven. (Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding) De cassettes zijn geschikt voor papier van
maximaal 120 g/m².
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 120 g/m² in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan 120 g/
m² de multifunctionele lade.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit de
cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen.
De formaten Statement en A6 kunnen enkel in cassette 1 worden gebruikt.
BELANGRIJK
Let erop dat de cassette bij het uittrekken uit het apparaat ondersteund wordt en niet valt.
3-4
Algemene bediening > Papier plaatsen
2
Stel het cassetteformaat in overeenkomstig het formaat van het papier dat erin wordt
geplaatst. De papierformaten staan op de cassette vermeld.
OPMERKING
Als u papier wilt gebruiken dat langer is dan A4, trek dan het verlengstuk van de
papiercassette uit door de vergrendelingen één voor één in te drukken en stel ze in op het
gewenste papierformaat.
3-5
Algemene bediening > Papier plaatsen
2Stel de papierformaatknop in op het formaat van het papier.
BELANGRIJK
Om een papierformaat te gebruiken dat niet op de formaatknop voorkomt, zet u de
formaatknop op "Other". Het papierformaat moet ook worden ingesteld via het
bedieningspaneel. Raadpleeg Wizard Snel installeren op pagina 3-28 voor meer
informatie.
3-6
Algemene bediening > Papier plaatsen
3Plaats papier.
1
BELANGRIJK
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden.
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
Plaats niet meer papier dan tot aan de maximummarkeringen op de
papierbreedtegeleiders.
In de cassette passen tot 500 vellen A4- of kleiner normaal papier (80 g/m 2).
Wanneer u het papier plaatst, houdt u de kant van de sluiting opwaarts gericht.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het papierformaat worden
aangepast. Wanneer u het papier plaatst zonder deze geleiders aan te passen, kan het
papier schuin worden ingevoerd met papierstoringen tot gevolg.
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het papier geklemd zitten.
Als er nog ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het papier aan.
3-7
Algemene bediening > Papier plaatsen
2
Rechts vooraan op de papiercassette bevindt zich een papiermetertje dat aangeeft hoeveel
papier er nog is. Als het papier op is, dan gaat het streepje naar beneden tot aan het niveau
(leeg).
3-8
Algemene bediening > Papier plaatsen
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
In de multifunctionele lade passen tot 100 vellen of kleiner normaal papier (80 g/m²).$฀
De multifunctionele lade is geschikt voor papierformaten van A4 tot A6 en van Legal tot Statement en 16K. Let erop dat
u de multifunctionele lade gebruikt als u op speciaal papier afdrukt.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
Normaal papier (80 g/m²), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat A4 of kleiner: 100 vel
Hagaki: 1 vel
OHP-folies: 1 vel
Enveloppen: 5 vel
1Stel het formaat van de multifunctionele lade in.
1
2
BELANGRIJK
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u
altijd het mediatype opgeven. (Raadpleeg Wizard Snel installeren op pagina 3-28.)
OPMERKING
Wanneer u papier met een aangepast formaat plaatst, geeft u het papierformaat op zoals beschreven in de Engelse
gebruikershandleiding.
Als u speciaal papier gebruikt zoals overheads, selecteer dan het mediatype zoals beschreven in de Engelse
gebruikershandleiding.
3-9
Algemene bediening > Papier plaatsen
2Plaats papier.
Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan.
3Geef het papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade op.
Raadpleeg Wizard Snel installeren op pagina 3-28.
BELANGRIJK
Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik.
Plaats niet zoveel papier dat het boven het driehoekje op de breedtegeleider uit komt.
Als het papier duidelijk in één richting opkrult, bijvoorbeeld als het papier reeds aan
één kant bedrukt is, probeer het papier dan in de tegenovergestelde richting in te
voeren zodat de krul verdwijnt. Afgedrukte pagina's komen dan weer effen uit het
apparaat.
×
3-10
Algemene bediening > Papier plaatsen
Enveloppen plaatsen
Er kunnen 5 enveloppen in de multifunctionele lade geplaatst worden.
De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt.
Druk, om enveloppen af te drukken, op de envelopschakelaar in de achtereenheid om de
envelopstand te kiezen.
1Open de achterklep.
Geschikte envelop Formaat
Hagaki: 148 × 100 (mm)
Oufuku Hagaki 148 × 200 (mm)
Youkei 2 162 × 114 (mm)
Youkei 4 235 × 105 (mm)
Monarch 3 7/8" × 7 1/2"
Envelope #10 (Commercial #10) 4 1/8" × 9 1/2"
Envelope DL 110 × 220 (mm)
Envelope C5 162 × 229 (mm)
Executive 7-1/4" × 10-1/2"
Envelope #9 (Commercial #9) 3-7/8" × 8-7/8"
Envelop #6 (Commercial #6 3/4) 3-5/8" × 6-1/2"
ISO B5 176 × 250 (mm)
3-11
Algemene bediening > Papier plaatsen
Druk op de envelopschakelaars (groen).
Druk op de twee envelopschakelaars (groen) om de papierinvoermethode te wijzigen in de
envelopstand.
Sluit de achterklep.
VOORZICHTIG
De fusereenheid binnenin de printer is heet. Raak deze niet met uw handen aan
want dit kan brandwonden veroorzaken.
OPMERKING
Als u op normaal papier afdrukt, druk dan nogmaals op de twee envelopschakelaars (groen)
om de papierinvoermethode te wijzigen in de stand voor normaal papier.
3-12
Algemene bediening > Papier plaatsen
Wanneer u enveloppen of kaarten in de multifunctionele lade plaatst
Plaats de envelop met de te bedrukken zijde naar boven.
BELANGRIJK
Gebruik ongevouwen antwoordkaarten (Oufukuhagaki).
Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort
envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde
richting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort
zoals beschreven in de Engelse gebruikershandleiding.
Sluit de flap.
Enveloppen
liggend
Enveloppen
staand
Karton
(Hagaki)
Antwoordkaarten
(Oufuku Hagaki)
3-13
Algemene bediening > Originelen plaatsen
Originelen plaatsen
Originelen op de glasplaat plaatsen
Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen.
Open de originelenklep of de documenttoevoer en plaats het origineel.
OPMERKING
Zorg voor u de documenttoevoer opent, dat er geen originelen in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn
achtergebleven. Originelen die in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn achtergebleven, kunnen op de grond
vallen wanneer de documenttoevoer wordt geopend.
Er kunnen schaduwen ontstaan aan de randen en in het midden van opengevouwen originelen.
VOORZICHTIG
Laat de documenttoevoer niet openstaan, want dan bestaat er gevaar voor
lichamelijk letsel.
BELANGRIJK
Duw de originelenklep bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk kan ervoor
zorgen dat de glasplaat breekt.
Als u boeken of tijdschriften op het apparaat plaatst, doe dit dan met de
documenttoevoer of de originelenklep open.
Lijn ze strak uit tegen de
aanduidingsplaten voor het
origineelformaat met de
linkerachterhoek als
referentiepunt.
Plaats de te scannen
zijde met het beeld
omlaag.
3-14
Algemene bediening > Originelen plaatsen
Originelen in de documenttoevoer plaatsen
De documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen
worden gescand.
Originelen ondersteund door de documenttoevoer
Originelen niet ondersteund door de documenttoevoer
Zachte originelen zoals vinylvellen
Transparanten zoals OHP-folies
• Carbonpapier
Originelen met erg gladde oppervlakken
Originelen met plakband of lijm
Natte originelen
Originelen met niet goed opgedroogde correctievloeistof
Originelen met een onregelmatige vorm (niet rechthoekig)
Originelen met uitsparingen
Gekreukt papier
Originelen met vouwen (Strijk de vouwen glad voor plaatsing. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
Originelen met paperclips of nietjes (Verwijder paperclips of nietjes en strijk eventuele golvingen, plooien of kreuken
glad. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
Zo plaatst u originelen
1Stel het formaat van de origineleninvoer in.
?
Gewicht 50 tot 120 g/m² (duplex: 50 tot 110 g/m²)
Formaat Maximaal A4 tot minimaal A5
Maximaal Legal tot minimaal Statement
Capaciteit Normaal papier (80 g/m²), gekleurd papier, gerecycled papier, hogekwaliteitspapier: 50 vel
Normaal papier (110 g/m²): 36 vel
Dik papier (120 g/m²): 33 vel
Kunstdrukpapier: 1 vel
BELANGRIJK
Zorg ervoor, voor u originelen plaatst, dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Op
de originelenuitvoer achtergebleven originelen kunnen de nieuwe originelen doen vastlopen.
3-15
Algemene bediening > Originelen plaatsen
2Plaats de originelen.
?
Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif
de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveauaanduiding uitkomen. Als u dit
niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring (zie afbeelding).
Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten. Als er nog
ruimte is, past u de breedtegeleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een
papierstoring.
Originelen die voorgeboord of geperforeerd zijn, plaatst u zo dat de gaten of perforaties als
laatste (en niet als eerste) worden gescand.
3-16
Algemene bediening > Serienummer van het apparaat controleren
Serienummer van het apparaat controleren
Het serienummer van het apparaat staat gedrukt op de plek aangegeven in de afbeelding.
OPMERKING
U heeft het serienummer van het apparaat nodig als u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Controleer
het nummer voor u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.
9.5 5.1
XXXXXXXXX XXXXXXXXX
3-17
Algemene bediening > Teller controleren
Teller controleren
Controleer het aantal afgedrukte en gescande pagina's.
1Geef het scherm weer.
2Controleer de teller.
Selecteer de taak die u wilt controleren.
[Afgedrukte pagina's]
Scroll door het scherm heen om het aantal pagina's te controleren. Door op [Tellen per
papierformaat] en vervolgens op [Zwart-wit] te drukken, kunt u het aantal pagina's per
papierformaat controleren.
[Gescande pagina's]
Systeemmenu/teller.
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
10:10
Taal
Rapport
Tellers
1/5
GB0054_00
1
2
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Afgedrukte pagina's
10:10
Systeemmenu/teller.
Gescande pagina's
< Terug
1/1
Tellers
GB0584_00
Tellers - Afgedrukte pagina's
10:10Systeemmenu/teller.
Printer(Totaal)
Kopie/Print.(Total)
Kopie (totaal)
1/2
Afsluiten
111
FAX
222
333
111
GB0585_00
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar
beneden te scrollen.
Tellers - Gescande pagina's
706
10:10Systeemmenu/teller.
FAX
Overige
Totaal
Kopiëren
15
11
1/1
Afsluiten
732
GB0589_00
3-18
Algemene bediening > Aanmelden/afmelden
Aanmelden/afmelden
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan moeten de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord
worden ingevoerd om het apparaat te gebruiken.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor de standaardaanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord.
Aanmelden
Normale aanmelding
1Voer de aanmeldingsgebruikersnaam in.
Als dit scherm wordt weergegeven tijdens de bediening, druk dan op [Toetsenbord] om de
aanmeldingsgebruikersnaam in te voeren. De naam kan ook worden ingevoerd met behulp
van de cijfertoetsen.
Raadpleeg Invoeren van karakters op pagina 8-4 voor meer informatie over het invoeren van
karakters.
2Voer het aanmeldingswachtwoord in.
Druk op [Password] om het aanmeldingswachtwoord in te voeren.
OPMERKING
Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Meld u zich in dit
geval aan met de toegangsrechten van de beheerder en wijzig uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord.
10:10
Toetsenbord
Aanmeldingswachtwoord
Toetsenbord
Login gebruikersnaam
LoginMenu
Voer gebruikersnaam en wachtwoord in.
1
GB0723_00
GB0057_00
2
2
1
3
GB0057_00
GB0057_01
3-19
Algemene bediening > Aanmelden/afmelden
3Meld aan.
Snelle aanmelding
Als dit scherm verschijnt tijdens de bediening, selecteer dan een gebruiker en meld aan.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
Afmelden
U kunt zich afmelden bij het apparaat door op de Afmelden-toets te drukken. Het invoerscherm voor de
gebruikersnaam en het wachtwoord verschijnt opnieuw.
Gebruikers worden automatisch afgemeld in de volgende situaties:
Als het apparaat in de slaapstand wordt geschakeld door op de Power-toets te drukken.
Als de automatische slaapstandfunctie wordt geactiveerd.
Als de automatische bedieningspaneel-reset wordt geactiveerd.
OPMERKING
Als Netwerkverificatie geselecteerd is als gebruikersverificatiemethode, dan kan zowel
Lokaal als Netwerk geselecteerd worden als verificatiebestemming.
OPMERKING
Als een gebruikerswachtwoord vereist is, dan wordt een invoerscherm weergegeven.
10:10
Toetsenbord
Aanmeldingswachtwoord
Toetsenbord
Login gebruikersnaam
LoginMenu
4000
****
Voer gebruikersnaam en wachtwoord in.
GB0723_01
10:10
Menu
Selecteer gebruiker om in te loggen.
A
geen
geen
B
geen
geen
C
geen
geen
1/3
01
04
07
02
05
08
03
06
09
GB0023_00
3-20
Algemene bediening > Favorieten
Favorieten
Vaak gebruikte functies kunnen worden geregistreerd als favorieten, zodat ze makkelijk opgeroepen kunnen worden.
De volgende functies zijn voorgeregistreerd op dit apparaat. U kunt deze functies wissen evenals nieuwe functies
registreren.
Kopie van ID-kaart
Papierbesparende kopie
Scannen naar pc (Adresinvoer)
Scannen naar pc (Adresboek)
Scannen naar e-mail (Adresinvoer)
Scannen naar e-mail (Adresboek)
Favorieten registreren
Als u een favoriet registreert, kunt u kiezen tussen twee manieren om deze op te roepen:
Wizard-mode: Geregistreerde instellingen worden in volgorde opgeroepen en geconfigureerd telkens als u er één
controleert of wijzigt.
Programma-mode: Instellingen worden direct opgeroepen als u op de toets drukt waaronder ze geregistreerd zijn.
1Configureer de functie.
Als u favorieten registreert in de programma-mode, configureer dan de kopieerfunctie,
verzendfunctie, faxfunctie*, de bestemming of een andere instelling die geregistreerd moet
worden.
* Enkel bij apparaten waarop de faxfunctie geïnstalleerd is.
OPMERKING
Er kunnen tot 20 instellingen als favorieten worden geregistreerd.
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0001_01
3-21
Algemene bediening > Favorieten
2Geef het scherm weer.
3Selecteer het taaktype.
Als u de wizard-mode selecteert
Selecteer de functie. Aangevinkte items worden door de wizard weergegeven.
OPMERKING
Druk op [Toepassing] om het scherm Toepassing weer te geven. U kunt toepassingen
installeren waarmee u uw dagelijkse taken efficiënter kunt uitvoeren. Raadpleeg voor meer
informatie de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
Als het taaktype Kopiëren is, dan wordt de bestemmingsoproepmethode niet weergegeven.
Favorieten
Menu
10:10
1/1
Selecteer de functies.
ID Card Copy Paper Saving Copy Scan to PC(Addre
ss Entry)
Scan to PC(Addre
ss Book)
Scan to E-mail(A
ddress Entry)
Scan to E-mail(A
ddress Book)
Toepassing
2
GB0056_00
1
Menu
Toevoegen
10:10
Sluiten
Bewerken
Verwijderen
1/1
3
GB0779_00
Favorieten
Menu
10:10
1/1
Selecteer de functies.
ID Card Copy Paper Saving Copy Scan to PC(Addre
ss Entry)
Scan to PC(Addre
ss Book)
Scan to E-mail(A
ddress Entry)
Scan to E-mail(A
ddress Book)
Toepassing
GB0056_00
Voeg toe - Taaktype
10:10Selecteer de taaksoort.
Verzend-
FAX
Kopiëren
Annuleren
1/1
Volgend >
Voeg toe - Functietype
10:10Selecteer hoe u de functie wilt oproepen.
Wizard
Programma
< TerugAnnuleren
1/1
Volgend >
GB0763_00
GB0764_00
12
Toevoegen - Functies
10:10
Bestandsindeling
Annuleren
1/6
Volgend >< Terug
Origineel formaat
Afdr.richting origineel
PDF
A4
Bovenrand links
Duplex 1-zijdig
Voeg toe - Bestemming recall-methode
10:10
Adresboek
Annuleren
1/2
Volgend >< Terug
Extern adresboek
Snelkiestoets
Voer adres in (E-mail)
GB0767_00
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
GB0769_00
2 4
1 3
3-22
Algemene bediening > Favorieten
4Voer een naam in.
Raadpleeg Invoeren van karakters op pagina 8-4 voor meer informatie over het invoeren van
karakters.
5Controleer de instellingen.
Controleer de instellingen en voeg informatie toe of wijzig deze naar behoefte.
[Naam]
[Nummer]
[Machtiging]
Stelt de machtigingen voor favorieten in om te bepalen hoe ze worden gedeeld met andere
gebruikers.
GB0057_80
1
2
Toevoegen - Bevestiging
Taak versturen - E-mail
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Taaktype
Nummer
Eigenaar
Naam
Multi-versturen
Admin
< Terug
1/2
Opslaan
Auto
GB0766_00
GB0057_81
2
3
1
Toevoegen - Bevestiging
Taak versturen - E-mail
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Taaktype
Nummer
Eigenaar
Naam
Multi-versturen
Admin
< Terug
1/2
Opslaan
Auto
GB0760_00
Nummer
10:10
(00 - 20)
Annuleren OK
3
GB0766_00
1
2
Machtiging
10:10
Gedeeld
Persoonlijk
Annuleren
1/1
OK
GB0305_00
Toevoegen - Bevestiging
Persoonlijk
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Bestemming
Functies
Functietype
Machtiging
Adresboek
Wizard
< Terug
2/2
Opslaan
2
GB0766_02
1
2
3-23
Algemene bediening > Favorieten
[Bestemming]
Als het taaktype [Verzenden] of [Fax] is, selecteer dan de bestemmingsoproepmethode.
[Functies]
Als u de wizard-mode selecteert, vink de functie dan aan en voer de vereiste wijzigingen door.
[Functietype]
6Registreer de favoriet.
Bestemming
10:10
Adresboek
1/2
OKAnnuleren
Extern adresboek
Snelkiestoets
Voer adres in (E-mail)
Toevoegen - Bevestiging
Persoonlijk
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Bestemming
Functies
Functietype
Machtiging
Adresboek
Wizard
< Terug
2/2
Opslaan
2
GB0771_00
GB0766_02
1
2
Functie
10:10
Bestandsindeling
Annuleren
1/6
OK
Origineel formaat
Afdr.richting origineel
Duplex
PDF
1-zijdig
A4
Bovenrand links
GB0773_00
Toevoegen - Bevestiging
Persoonlijk
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Bestemming
Functies
Functietype
Machtiging
Adresboek
Wizard
< Terug
2/2
Opslaan
2
GB0766_02
1
2
3
Functietype
10:10
Wizard
Programma
< Terug
1/1
OK
GB0775_00
Toevoegen - Bevestiging
Persoonlijk
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Bestemming
Functies
Functietype
Machtiging
Adresboek
Wizard
< Terug
2/2
Opslaan
2
GB0766_02
12
Toevoegen - Bevestiging
Taak versturen - E-mail
10:10
Annuleren
Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
Taaktype
Nummer
Eigenaar
Naam
Multi-versturen
Admin
< Terug
1/2
Opslaan
Auto
GB0766_00
3-24
Algemene bediening > Favorieten
Favorieten bewerken en verwijderen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de naam en machtiging van een geregistreerde favoriet bewerkt en hoe u
favorieten verwijdert.
1Geef het scherm weer.
2Bewerk of verwijder een favoriet.
Om een favoriet te bewerken
1Selecteer de favoriet die u wilt bewerken.
2Bewerk de favoriet.
[Naam]
[Nummer]
Favorieten
Menu
10:10
1/1
Selecteer de functies.
ID Card Copy Paper Saving Copy Scan to PC(Addre
ss Entry)
Scan to PC(Addre
ss Book)
Scan to E-mail(A
ddress Entry)
Scan to E-mail(A
ddress Book)
Toepassing
2
GB0056_00
1
Bewerken
10:10
Volgend >Annuleren
1/2
01 Taak versturen - E-mail
15 ID Card Copy
16 Paper Saving Copy
17 Scan to PC(Address Entry)
Menu
Toevoegen
10:10
Sluiten
Bewerken
Verwijderen
1/1
GB0779_00
1
GB0780_00
2
Favorites:E-mail TX
10:10
Annuleren
Taaktype
Nummer
Eigenaar
Naam
Multi-versturen
01
< Terug
1/2
Opslaan
Admin
Taak versturen - E-mail
GB0781_00
GB0057_82
2
3
1
Favorites:E-mail TX
10:10
Annuleren
Taaktype
Nummer
Eigenaar
Naam
Multi-versturen
01
< Terug
1/2
Opslaan
Admin
Taak versturen - E-mail
GB0760_01
Nummer
10:10
(00 - 20)
Annuleren OK
GB0781_00
1
3
2
3-25
Algemene bediening > Favorieten
[Machtiging]
Stelt de machtigingen voor favorieten in om te bepalen hoe ze worden gedeeld met andere
gebruikers.
3Registreer de favoriet.
Om te verwijderen
Selecteer de favoriet die u wilt verwijderen.
Favorites:E-mail TX
Gedeeld
10:10
Annuleren
Functies
Functietype
Machtiging
< Terug
2/2
Opslaan
2
Wizard
AdresboekBestemming
Machtiging
10:10
Gedeeld
Persoonlijk
Annuleren
1/1
OK
GB0305_00
GB0781_02
1
2
GB0781_02
Favorites:E-mail TX
10:10
Annuleren
Taaktype
Nummer
Eigenaar
Naam
Multi-versturen
01
< Terug
1/2
Opslaan
Admin
Taak versturen - E-mail
GB0781_00
1
2
10:10
VerwijderAnnuleren
1/2
01 Taak versturen - E-mail
15 ID Card Copy
16 Paper Saving Copy
17 Scan to PC(Address Entry)
Verwijderen
Menu
Toevoegen
10:10
Sluiten
Bewerken
Verwijderen
1/1
GB0779_00
1
GB0782_00
2
3
3-26
Algemene bediening > Favorieten
Gebruik van favorieten
Roep de instellingen van een favoriet op.
1Geef het scherm weer.
2Selecteer een favoriet.
Als u de wizard-mode gebruikt
1De geregistreerde schermen worden om de beurt weergegeven. Stel de gewenste
instellingen in.
2Bevestig de instellingen en start de taak.
OPMERKING
Druk om de instellingen te bewerken op [<Terug] en voer de gewenste wijzigingen uit.
GB0056_00
Favorieten
Menu
10:10
1/1
Selecteer de functies.
ID Card Copy Paper Saving Copy Scan to PC(Addre
ss Entry)
Scan to PC(Addre
ss Book)
Scan to E-mail(A
ddress Entry)
Scan to E-mail(A
ddress Book)
Toepassing
Stel Combineren in.
Combineer
Uit 2 in 1 4 in 1
Overige
10:10
Volgend >Annuleren
Dichtheid
10:10Stel de dichtheid in.
Lichter
< Terug
Normaal
-3
Donkerder
-2 -1 0
Volgend >Annuleren
+1 +2 +3
GB0008_99
GB0016_99
GB0057_99
GB0820_00
Bevestiging
1Copies
10:10
Annuleren
Papierselectie
Zoomen
Dichtheid
Exemplaren
Auto
100%
< Terug
1/6
Start
Druk op [Start] om te beginnen met kopiëren.
Normaal 0
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar
beneden te scrollen.
3-27
Algemene bediening > Favorieten
Als u de programma-mode gebruikt
Selecteer een favoriet om de geregistreerde instellingen op te roepen.
Druk op de Start-toets om de taak te starten.
3-28
Algemene bediening > Wizard Snel installeren
Wizard Snel installeren
Voer de volgende basisinstellingen uit volgens de instructies van de wizard:
1Geef het scherm weer.
2Selecteer een functie.
Papierconfiguratie Stelt het papierformaat en het mediatype in voor de papiercassettes en de multifunctionele lade.
1. Cassette 1 Cassette 1 - Papierformaat*, Cassette 1 - Mediatype
* Deze functie wordt weergegeven als de formaatknop op de cassette ingesteld is op 'Other'.
2. Cassette 2**
** Deze functie wordt enkel weergegeven als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is.
Cassette 2 - Papierformaat*, Cassette 2 - Mediatype
3. Cassette 3** Cassette 3 - Papierformaat*, Cassette 3 - Mediatype
4. Cassette 4** Cassette 4 - Papierformaat*, Cassette 4 - Mediatype
5. Multifunctionele lade Multifunctionele lade - Papierformaat, Multifunctionele lade - Mediatype
Energiebesparings-
configuratie
Stelt de slaapstand in.
1. Slaapstand Slaapstand - Timer voor slaapstand
Faxconfiguratie***
*** Enkel bij apparaten waarop de faxfunctie geïnstalleerd is.
Stelt de basisfaxinstellingen in.
1. Bel-/Ontvangstmode Bel-/Ontvangstmode - Belmode
Bel-/Ontvangstmode - Ontvangstmode
Bel-/Ontvangstmode - Auto (DRD)****
**** Auto (DRD) is beschikbaar in bepaalde landen.
2. Lokale faxinfo Lokale faxinfo - Interne naam fax
Lokale faxinfo - Lokaal faxnummer
Lokale faxinfo - Lokale fax-ID
Lokale faxinfo - Printpositie
3. Geluidsvolume Luidsprekervolume, Monitorvolume
4. Belsignalen Normaal, Antwoordapparaat, FAX/TEL-schakelaar*****
*****Voor FAX/TEL-schakelaar is deze wijziging mogelijk in bepaalde landen.
5. Opnieuw bellen Opnieuw bellen - Aantal keer opnieuw bellen
Systeemmenu/teller.
Systeemmenu
Versnelde installatie-wizard
10:10
Taal
Rapport
Tellers
1/5
1
2
GB0054_00
FAX setup
10:10
Systeemmenu/teller.
Papier setup
< Terug
1/1
Energiebesparing setup
Versnelde installatie-wizard
GB0840_00
3-29
Algemene bediening > Wizard Snel installeren
Configureer de functie.
Start de wizard. Volg de instructies op het scherm om de instellingen te configureren.
OPMERKING
Als u problemen ondervindt bij het configureren van de instellingen, raadpleeg dan
Hulpscherm op pagina 3-30.
[Afsluiten] Sluit de wizard af. De tot nu toe geconfigureerde instellingen worden
toegepast.
[<< Vorige] Terug naar het vorige item.
[Overslaan >>] Vooruit naar het volgende item zonder het huidige item in te stellen.
[Volgende >] Naar het volgende scherm.
[< Terug] Terug naar het vorige scherm.
[Voltooien] Registreer de instellingen en sluit de wizard af.
FAX setup
10:10
De wizard helpt u bij de basisinstellingen
voor het gebruik van de fax.
Afsluiten Volgend >
1. Bellen/RX modus
2. Lokale FAX info
3. Geluidsvolume
4. Belsignalen
5. Opnieuw bellen
Systeemmenu/teller.
GB0841_00
Lokale FAX info
10:10
Stel de kies- en ontvangstmode in.
Afsluiten Volgend >
1. Bellen/RX modus
2. Lokale FAX info
3. Geluidsvolume
4. Belsignalen
5. Opnieuw bellen
Systeemmenu/teller.
Overslaan
>>
GB0842_00
3-30
Algemene bediening > Hulpscherm
Hulpscherm
Als u problemen ondervindt bij het bedienen van het apparaat, dan kunt u de bediening nakijken via het aanraakscherm.
Als [?] (hulp) wordt weergegeven op het aanraakscherm, dan kunt u erop drukken om het hulpscherm te openen.
Hoe leest u het scherm
Gereed voor kopiëren.
Papier- selectie
Auto A4 A4
A4 A4
10:10
Annuleren OK
Normaal Normaal
Normaal Normaal
A4
Normaal
GB0004_00
Papier- selectie
10:10
Gereed voor kopiëren.
Selecteer de cassette of de multifunctionele lade met het
gewenste papierformaat.
Auto: Het geschikte papierformaat wordt automatisch
geselecteerd.
Cassette 1: Het papier in cassette 1 wordt geselecteerd.
Cassette 2: Het papier in cassette 2 wordt geselecteerd.
Cassette 3: Het papier in cassette 3 wordt geselecteerd.
Cassette 4: Het papier in cassette 4 wordt geselecteerd.
MF-lade: Het papier in de multifunctionele lade wordt
geselecteerd.
1/2
Hulponderwerpen
Geeft informatie weer over
het bedienen van de
functies en het apparaat.
Sluit het hulpscherm en
keert terug naar het
oorspronkelijke scherm.
Scrolt naar boven en naar
beneden als de hulptekst
niet in zijn geheel kan
worden weergegeven op
één scherm.
GH0001_00
3-31
Algemene bediening > Taken annuleren
Taken annuleren
Annuleer een lopende afdruk- of verzendtaak.
Druk op de Stop-toets.
Annuleer een taak.
Als een scantaak bezig is
Annuleren… wordt weergegeven en de lopende taak wordt geannuleerd.
Als een afdruktaak bezig is of in de wacht staat
Selecteer de taak die u wilt annuleren en druk op [Verwijderen annuleren].
Een afdruktaak vanaf de computer annuleren
Om een lopende afdruktaak te annuleren met behulp van het printerstuurprogramma voor de printer start met
afdrukken, handelt u als volgt:
1Dubbelklik op het printerpictogram ( ) in de taakbalk rechts onderin het Windows-
bureaublad om een dialoogvenster voor de printer te openen.
2Klik op het bestand waarvan u het afdrukken wilt annuleren en selecteer Annuleren in het
menu Document.
OPMERKING
De huidige afdruktaak wordt tijdelijk onderbroken. Gaat verder zonder de taken die worden
verzonden tijdelijk te onderbreken.
U kunt ook lopende taken of taken die in de wacht staan annuleren na het controleren van
hun status. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.
10:10Annuleren...
Gescande pagina's
Annuleren
Job No.:0001 Job Name:doc00000120101010101010
GB0222_01
Taak annuleren
10:10Opdracht wordt geannuleerd.
doc0000952010092810...
Verwijderen
annuleren
SluitenMenu
2/30
1/1
0095
Afdruktaken
onderbreken
1
2
GB0717_00
3
Geeft details weer voor elk van de taken.
3-32
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Gebruik van de verschillende functies
In dit gedeelte worden de standaardfuncties beschreven die geconfigureerd kunnen worden voor kopiëren, voor
verzenden en voor de documentbox.
Geef het scherm weer.
Druk op de toets van een bepaalde functie.
Als u een USB-geheugen gebruikt, steek het dan in de USB-
geheugensleuf.
Druk op [Ja] in het weergegeven scherm.
Als u afdrukt vanaf het USB-geheugen, selecteer dan het af te drukken
bestand en druk op [Afdrukken].
Als u een document opslaat in het USB-geheugen, selecteer dan de
map waarin het bestand moet worden opgeslagen en druk op [Menu]
en vervolgens op [Bestand opslaan].
Selecteer de functies.
Selecteer de te gebruiken functies.
Druk op [Functies] om alle functies weer te geven.
Raadpleeg Algemene functies op pagina 3-33.
OPMERKING
Als het aanraakscherm uitgeschakeld is, druk dan op de Power-toets
en wacht tot het apparaat opgewarmd is.
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0001_01
3-35
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Selecteer het type origineel.
[2-zijdig]
[Overige]
1
2Selecteer het type origineel.
Om 2-zijdige originelen te gebruiken is de documenttoevoer vereist.
3Selecteer de richting van het origineel.
Duplex
1-zijdig 2-zijdig Overige
10:10
Annuleren OK
Gereed voor verzenden.
GB0013_00GB0013_00
Duplex
1-zijdig 2-zijdig Overige
10:10
Annuleren OK
Gereed voor verzenden.
Duplex - Duplex
10:10Gereed voor verzenden.
Tweezijdig (binding L/R)
Tweezijdig (binding B)
1-zijdig
Annuleren
1/1
OK
Duplex - Overige
Duplex
10:10
Annuleren < Terug
1/1
OK
1-zijdig
Gereed voor verzenden.
GB0014_00
GB0011_00
2
1
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Duplex - Afdr.richting origineel
10:10
Bovenrand links
Bovenrand boven
Annuleren
1/1
OK
Gereed voor verzenden.
GB0015_00
Duplex - Overige
Duplex
10:10
Annuleren
Afdr.richting origineel
< Terug
1/1
OK
Tweezijdig (binding L/R)
Bovenrand links
Gereed voor verzenden.
GB0014_01
2
1
3-36
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Papierselectie
Selecteer de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-32 voor het weergeven van
het scherm.
2Druk op [Papierselectie].
Selecteer de papierbron.
Als [Auto] is geselecteerd, dan wordt automatisch het papier gekozen dat overeenkomt met
het formaat van het origineel.
[2] (Cassette 2), [3] (Cassette 3) en [4] (Cassette 4) worden weergegeven als de optionele
papierinvoer is geïnstalleerd. [M] geeft de multifunctionele lade aan.
OPMERKING
Geef van tevoren het formaat en de soort op van het papier dat in de cassette is geplaatst (raadpleeg Wizard Snel
installeren op pagina 3-28).
Kopiëren
Print
vanaf USB
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0001_01
Gereed voor kopiëren.
Papier- selectie
Auto A4 A4
A4 A4
10:10
Annuleren OK
Normaal Normaal
Normaal Normaal
A4
Normaal
GB0004_00
3-37
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Sorteren
Sorteer de uitvoer per pagina.
Samenvoegen
Meerdere originelen worden gescand en volledige sets met kopieën worden op
paginanummer afgeleverd.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-32 voor het weergeven van
het scherm.
2Druk op [Sorteer].
Selecteer de functie.
Kopiëren
Print
vanaf USB
GB0001_01
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0021_00
Gereed voor kopiëren.
Sorteren
Uit Aan
10:10
Annuleren OK
3-38
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Dichtheid
Stel de dichtheid in op één van de 7 niveaus.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-32 voor het weergeven van
het scherm.
2
Stel de dichtheid in.
Druk op [-3] tot [+3] (Lichter - Donkerder) om de dichtheid in te stellen.
Kopiëren
Verzenden
Scannen
naar USB
Gereed voor opslaan in box.
Bestand opslaan
Bestands-
formaat
Duplex Scan-
resolutie
Dichtheid Best.naam
invoeren
Normaal 0
PDF 1-zijdig 300x300dpi
doc
Functies
10:10
Annuleren
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
Kopiëren Scannen naar USB
GB0001_01
GB0096_00
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
V
erzenden
GB0055_00
GB0081_01
Functies
Sluiten
10:10
Verzendformaat
300x300dpi
Uit
Bestanden scheiden
Scanresolutie 2/6
Zelfde als origineel
toev./bew
Sneltoets
Gereed voor verzenden.
Dichtheid
Normaal 0
2
1
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Dichtheid
10:10Gereed voor kopiëren.
Lichter
Annuleren
Normaal
-3
Donkerder
-2 -1 0+1 +2 +3
OK
GB0008_00
3-39
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Scanresolutie
Selecteer de dichtheid van de scanresolutie.
De beschikbare resoluties zijn [200 × 100dpi], [200 × 200dpi Fine], [200 × 400dpi Super], [300 × 300dpi], [400 × 400dpi
Ultra] of [600 × 600dpi].
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-32 voor het weergeven van
het scherm.
2
Selecteer de resolutie.
OPMERKING
Hoe hoger het getal, hoe beter de beeldresolutie. Een betere resolutie betekent echter ook grotere bestanden en
langere verzendtijden.
Verzenden
Scannen
naar USB
Functies
Sluiten
10:10
Verzendformaat
300x300dpi
Uit
Bestanden scheiden
Scanresolutie 2/6
Zelfde als origineel
toev./bew
Sneltoets
Gereed voor verzenden.
Dichtheid
Normaal 0
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0055_00
GB0081_01
2
1
Verzenden
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Gereed voor opslaan in box.
Bestand opslaan
Bestands-
formaat
Duplex Scan-
resolutie
Dichtheid Best.naam
invoeren
Normaal 0
PDF 1-zijdig 300x300dpi
doc
Functies
10:10
Annuleren
Scannen naar USB
GB0096_00
Scanresolutie
600x600dpi 400x400dpi Ultra 300x300dpi
200x400dpi Super 200x200dpi fijn
10:10
Annuleren OK
200x100dpi normaal
Gereed voor verzenden.
GB0085_00
3-40
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Origineelbeeld
Selecteer het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-32 voor het weergeven van
het scherm.
2Druk op [Functies] en vervolgens op [Origineelbeeld].
Selecteer de beeldkwaliteit.
Tekst+foto Meest geschikt voor originelen met zowel tekst als foto's.
Foto Meest geschikt voor foto's.
Tekst Voor een scherpe weergave van tekst in potlood en fijne lijnen.
Grafiek/kaart*
* Deze functie wordt weergegeven bij kopiëren.
Meest geschikt voor grafieken en kaarten.
Printeruitvoer* Meest geschikt voor documenten die oorspronkelijk op dit apparaat zijn afgedrukt.
Tekst (voor OCR)**
** Deze functie wordt weergegeven als de kleurstand [Auto (K (bij verzenden of opslaan).leur/Z-W)] of [Zwart-wit] is
Voor documenten die worden gelezen met optische tekenherkenning.
Kopiëren
Verzenden
Scannen
naar USB
Gereed voor kopiëren.
Functies
Origineel formaat
Sluiten
10:10
Afdr.richting origineel
1/3
toev./bew
Sneltoets
Originele afbeelding
Tekst+foto
EcoPrint
Uit
A4
Bovenrand links
Gereed voor kopiëren.
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
Zoomen Dichtheid
Duplex Combineer Sorteer
1-zijdig>>1-zijdig
100% Normaal 0
AanUit
Functies
10:10
Favorieten
A4
GB0001_01
GB0002_00
1
2
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Originele afbeelding
Tekst+foto Foto Tekst
Tekst (voor OCR)
10:10
Annuleren OK
Gereed voor verzenden.Gereed voor kopiëren.
Originele afbeelding
Tekst+foto Foto Tekst
Afbeelding/kaart
10:10
Annuleren OK
Printeruitvoer
GB0037_01
Kopiëren Verzenden/Scannen naar USB
GB0037_02
3-42
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Bestandsindeling
Geef de bestandsindeling van het beeld op. U kunt bovendien ook het beeldkwaliteitsniveau
instellen.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-32 voor het weergeven van
het scherm.
2
PDF Opslaan of verzenden als PDF-bestand. U kunt de PDF/A-versie opgeven.
TIFF Opslaan of verzenden als TIFF-bestand.
JPEG Opslaan of verzenden als JPEG-bestand. Elke pagina wordt apart opgeslagen.
XPS Opslaan of verzenden als XPS-bestand.
Overige Bestandsindeling Kies uit PDF, TIFF, JPEG en XPS.
Beeldkwaliteit Stel de beeldkwaliteit in van [1] tot [5] (Lage kwaliteit - Hoge kwaliteit).
PDF/A*
* Deze instelling wordt weergegeven als [PDF] geselecteerd is als bestandsindeling.
Stel PDF/A in als [PDF/A-1a] of [PDF/A-1b].
Verzenden
Scannen
naar USB
A4
Bovenrand links
Gereed voor verzenden.
Functies
Bestandsindeling
PDF
Sluiten
10:10
Origineel formaat
Afdr.richting origineel
1/6
toev./bew
Sneltoets
Duplex
1-zijdig
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0055_00
GB0081_00
1
2
Verzenden
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
Gereed voor opslaan in box.
Bestand opslaan
Bestands-
formaat
Duplex Scan-
resolutie
Dichtheid Best.naam
invoeren
Normaal 0
PDF 1-zijdig 300x300dpi
doc
Functies
10:10
Annuleren
Scannen naar USB
GB0096_00
3-43
Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Selecteer de bestandsindeling.
[PDF], [TIFF], [JPEG] of [XPS]
[Overige]
1
2Selecteer de bestandsindeling.
3Stel de beeldkwaliteit in.
4Stel PDF/A in.
Bestandsindeling
PDF TIFF JPEG
XPS Overige
10:10
Annuleren Volgend >
Gereed voor verzenden.
GB0082_00GB0082_00
Bestandsindeling
PDF TIFF JPEG
XPS Overige
10:10
Annuleren Volgend >
Gereed voor verzenden.
Bestandsindeling - Bestandsindeling
PDF
10:10
TIFF
JPEG
XPS
1/1
OK
OKAnnuleren
Gereed voor verzenden.
Bestandsindeling - Overige
Bestandsindeling
10:10
Annuleren
Gereed voor verzenden.
Beeldkwaliteit
PDF/A
< Terug
1/1
OK
PDF
1
Uit
GB0698_00
GB0145_00
2
1
Bestandsindeling - Beeldkwaliteit
10:10
Lage kwaliteit
Annuleren
1
Hoge kwaliteit
2345
OK
Gereed voor verzenden.
GB0698_00
GB0083_00
Bestandsindeling - Overige
Bestandsindeling
10:10
Annuleren
Gereed voor verzenden.
Beeldkwaliteit
PDF/A
< Terug
1/1
OK
PDF
1
Uit
1
2
10:10
PDF/A-1a
PDF/A-1b
Uit
Annuleren
1/1
OK
Bestandsindeling - PDF/A
Gereed voor verzenden.
GB0698_00
GB0699_00
Bestandsindeling - Overige
Bestandsindeling
10:10
Annuleren
Gereed voor verzenden.
Beeldkwaliteit
PDF/A
< Terug
1/1
OK
PDF
1
Uit
1
2
5-2
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing
Afdrukken vanuit een toepassing
Dit hoofdstuk geeft de basisinstructies voor het afdrukken van documenten. De instructies zijn gebaseerd op de
gebruikersinterface zoals in Windows 7.
U kunt documenten die zijn aangemaakt op uw computer afdrukken nadat u het printerstuurprogramma op de
bijgeleverde dvd (Product Library) heeft geïnstalleerd.
Raadpleeg Software installeren op pagina 2-13.
Voor meer informatie over het configureren van de geavanceerde printerinstellingen en het afdrukken van documenten,
raadpleeg de Printer Driver Operation Guide op de dvd.
1Geef het venster weer.
Klik op Bestand en selecteer Afdrukken in de toepassing.
2Configureer de printer.
1Selecteer de printer.
2Klik op de knop Eigenschappen.
1
2
5-3
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing
3Selecteer het tabblad Basis.
4Klik op de knop Paginagrootten om het papierformaat te selecteren.
Om op speciale papiersoorten zoals gerecycled papier af te drukken, klikt u op het menu
Afdrukmateriaaltype en selecteert u het mediatype.
5Klik op Bron en selecteer de papierbron.
6Selecteer de papierrichting – – om deze af te stemmen op de richting Staand of Liggend
van het document. Als u Gedraaid selecteert, wordt het document afgedrukt nadat het
180° is gedraaid.
7Klik op de knop OK om naar het dialoogvenster Afdrukken terug te keren.
OPMERKING
Als u Automatisch kiest, wordt het papier automatisch aangevoerd uit de papierbron met
het papier van het optimale formaat en type.
Om op speciale papiersoorten zoals enveloppen of etiketten af te drukken, plaatst u ze in de
multifunctionele lade en selecteert u MF Lade.
3
6
7
4
5
5-4
Afdrukken > Afdrukken vanuit een toepassing
3Start het afdrukken.
Klik op de OK-knop.
Afdrukken aan halve snelheid
Als u afdrukt op papier met een glad oppervlak of op dik papier, stel dan de afdruksnelheid in via het
printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer details de Printer Driver Operation Guide.
Hulp bij het printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma beschikt over een hulpfunctie. Voor meer informatie over de afdrukinstellingen, het
weergeven van het venster met instellingen van het printerstuurprogramma en het weergeven van de hulpfunctie, kunt u
één van de hieronder uitgelegde methodes gebruiken.
Klik op de knop ? in de rechterbovenhoek van het venster en klik vervolgens op het item
waar u meer over wilt weten.
Klik op het item waar u meer op uw toetsenbord.over wilt weten druk op de toets [F1]
OPMERKING
Klik op de tabbladen in het venster met afdrukinstellingen en stel de afdrukinstellingen naar
wens in. Raadpleeg voor meer informatie de Printer Driver Operation Guide.
1
2
6-1
6 Verzenden
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Basisbediening ................................................................................................................................................... 6-2
Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc .................................................................. 6-5
Controleren wat moet worden opgegeven als [Hostnaam] ...................................................................... 6-5
Controleren wat moet worden opgegeven als [Aanmeldingsgebruikersnaam] ........................................ 6-6
Een gedeelde map aanmaken ................................................................................................................. 6-7
Het [Pad] controleren ............................................................................................................................. 6-10
Windows Firewall configureren (voor Windows 7) .................................................................................. 6-11
De bestemming opgeven ................................................................................................................................. 6-15
Kiezen uit het adresboek ....................................................................................................................... 6-15
Kiezen via snelkiestoets ......................................................................................................................... 6-17
Een nieuw e-mailadres invoeren ........................................................................................................... 6-18
Een nieuwe pc-map opgeven ................................................................................................................ 6-19
Bestemmingen controleren en bewerken .............................................................................................. 6-22
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) ............................................... 6-23
Scannen met TWAIN ....................................................................................................................................... 6-24
6-2
Verzenden > Basisbediening
Basisbediening
Dit apparaat kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden
met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in
het netwerk.
Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver om een e-mail te
kunnen verzenden. Er wordt aanbevolen een lokaal netwerk (LAN) te gebruiken om problemen met de verzendsnelheid
en de beveiliging te verhelpen.
Controleer het volgende om de verzendfunctie te gebruiken:
Programmeer de instellingen, waaronder ook de e-mailinstelling op het apparaat.
Gebruik het COMMAND CENTER (de interne HTML-internetpagina) om het IP-adres en de hostnaam van de SMTP-
server en de ontvanger te registreren.
Registreer de bestemming in het adresboek of onder een snelkiestoets.
Maak een gedeelde map aan op de bestemmingscomputer, als een map (SMB/FTP) is geselecteerd als
bestemming.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de instellingen van de gedeelde doelmap.
Basishandelingen voor verzenden
Verzenden als e-mail
Verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een e-mailbericht. (pagina 6-18)
Naar map verzenden (SMB)
Slaat een gescand origineelbeeld op in een gedeelde map van eender welke pc. (pagina 6-19)
Verzenden naar map (FTP)
Slaat een gescand origineelbeeld op in een map van een FTP-server. (pagina 6-19)
Beeldgegevens scannen met TWAIN/WIA
Scant het document met behulp van een TWAIN- of WIA-compatibel programma. (pagina 6-24)
OPMERKING
Verschillende verzendopties kunnen gecombineerd worden opgegeven. Raadpleeg Verzenden naar verschillende
soorten bestemmingen (Multi-versturen) op pagina 6-23.
Deze functie kan enkel worden gebruikt bij apparaten met faxmogelijkheden. Voor meer informatie over deze functie,
raadpleeg de Gebruikershandleiding voor de fax.
6-3
Verzenden > Basisbediening
1Druk op de toets Verzenden.
2Plaats de originelen.
Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 3-13 voor meer informatie.
3Geef de bestemming op.
Selecteer de bestemming waar een beeld heen moet worden gestuurd.
Raadpleeg De bestemming opgeven op pagina 6-15 voor meer
informatie.
4Selecteer de functies.
Druk op [Functies] om alle verzendfuncties weer te geven.
Raadpleeg voor meer informatie de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
Als het aanraakscherm uitgeschakeld is, druk dan op de toets
Spaarstand of Power en wacht tot het apparaat opgewarmd is.
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0055_00
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0055_00
6-5
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
Voorbereiding voor het verzenden van een
document naar een pc
Controleer de informatie die op het apparaat ingesteld moet worden en maak een map aan om het document in te
ontvangen op uw computer. In de hierna volgende uitleg worden schermen van Windows 7 gebruikt. De details van de
schermen verschillen met andere Windows-versies.
Controleren wat moet worden opgegeven als [Hostnaam]
Controleer de naam van de bestemmingscomputer.
1Geef het venster weer.
Selecteer in het menu Starten Computer en vervolgens Systeemeigenschappen.
In Windows XP, klikt u met de rechtermuisknop op Deze computer en selecteert u
Eigenschappen. Het dialoogvenster Systeemeigenschappen wordt nu weergegeven. Klik
op het tabblad Computernaam in het venster dat verschijnt.
2Controleer de computernaam.
Controleer de computernaam in het venster dat verschijnt.
Als er een werkgroep is
Alle karakters van de "Volledige computernaam" moeten worden ingevoerd bij [Hostnaam].
(Bijvoorbeeld: PC4050)
Als er een domein is
De karakters links van het eerste punt (.) in de "Volledige computernaam" moeten worden
ingevoerd bij [Hostnaam]. (Bijvoorbeeld: pc4050)
Na het controleren van de computernaam, klikt u op (Sluiten) om het scherm
Systeemeigenschappen af te sluiten.
In Windows XP klikt u na het controleren van de computernaam op de knop Annuleren om
het scherm Systeemeigenschappen af te sluiten.
OPMERKING
Meld u aan bij Windows met beheerdersrechten.
6-6
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
Controleren wat moet worden opgegeven als
[Aanmeldingsgebruikersnaam]
Controleer de domeinnaam en gebruikersnaam om aan te melden bij Windows.
1Geef het venster weer.
Selecteer in het menu Starten Alle programma's (of Programma's), Bureau-accessoires
en vervolgens Opdrachtprompt.
Het scherm Opdrachtprompt verschijnt.
2Controleer de domeinnaam en de gebruikersnaam.
Voer in het scherm Opdrachtprompt "net config workstation" in en druk op [Enter].
Schermvoorbeeld: gebruikersnaam "james.smith" en domeinnaam "ABCDNET"
6-7
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
Een gedeelde map aanmaken
Maak een gedeelde map aan voor het ontvangen van het document op de bestemmingscomputer.
1Maak een map aan.
1Maak een map aan op de lokale schijf (C).
Maak bijvoorbeeld een map aan met de naam "scannerdata" op de lokale schijf (C).
2Klik met de rechtermuisknop op de map scannerdata en klik op en Delen met
Geavanceerd delen. Klik op Geavanceerd delen.
In Windows XP klikt u met de rechtermuisknop op de map "scannerdata" en selecteert u
Delen en beveiliging... (of Delen).
OPMERKING
Als er een werkgroep is in de Systeemeigenschappen, configureer dan de onderstaande instellingen om de
maptoegang te beperken tot een bepaalde gebruiker of groep.
1Selecteer in het menu Starten Configuratiescherm, Vormgeving en Persoonlijke
instellingen en vervolgens Mapopties.
In Windows XP klikt u op en selecteert u Deze computer Mapopties bij Extra.
2
Verwijder het vinkje bij Wizard Delen gebruiken (aanbevolen) bij Geavanceerde
instellingen.
In Windows XP, klikt u op het tabblad Weergave en verwijdert u het vinkje bij Eenvoudig
delen van bestanden gebruiken (aanbevolen) bij Geavanceerde instellingen.
1
2
3
6-8
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
2Configureer de instellingen voor machtigingen.
1
In Windows XP selecteert u Deze map delen en klikt u vervolgens op de knop Machtigingen.
2
3
Voer de gebruikersnaam in in het tekstveld.
Klik op de knop [Locaties] en selecteer de gewenste locatie. Om een zoekgebied te
selecteren, klikt u op een locatie om deze te selecteren. Als u lid bent van een domein, dan
wordt uw huidige domein als standaardzoekgebied gebruikt.
1
2
13
2
6-9
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
4
Selecteer de opgegeven gebruiker en selecteer de machtigingen Wijzigen en Lezen.
In Windows XP gaat u naar stap 6.
5Klik op de knop om het scherm af te sluiten.OK in het scherm Geavanceerd delen
6
In Windows XP klikt u op het tabblad Beveiliging en klikt u vervolgens op de knop Bewerken.
7Ga op dezelfde manier verder als in stap 3 om een gebruiker toe te voegen aan Namen
van groepen of gebruikers.
8
Selecteer de opgegeven gebruiker en selecteer de machtigingen Wijzigen en Lezen en
uitvoeren.
OPMERKING
"Iedereen" machtigt iedereen in het netwerk om te delen. Voor een betere beveiliging
adviseren wij u Iedereen te selecteren en het vinkje bij de machtiging Lezen te verwijderen.
1
2
3
1
2
1
2
3
6-10
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
Het [Pad] controleren
Controleer de delingsnaam van de gedeelde map die de bestemming wordt van het document.
1Geef het venster weer.
1Voer "\\pc4050" in bij "Programma's en bestanden zoeken" in het menu Starten.
Klik in Windows XP op Zoeken in het Start-menu, selecteer Alle bestanden en mappen en
zoek de bestemmingscomputer waar het bestand heen gestuurd zal worden.
Klik bij de Zoekassistent op Computers of personen en vervolgens op Willekeurige
computer in het netwerk.
Voer in het tekstveld "Computernaam:" de naam in van de computer die u heeft gecontroleerd
(pc4050) en klik vervolgens op Zoeken.
2Klik op "\\pc4050\scannerdata" bij de zoekresultaten die verschijnen.
In Windows XP dubbelklikt u op de computer ("pc4050") bij de zoekresultaten die verschijnen.
2Controleer de map die verschijnt.
Controleer de adresbalk. De derde en volgende tekenreeksen (X moeten ingevoerd worden
voor het pad.
Dubbelklik in Windows XP op de map scannerdata en controleer de adresbalk. De tekenreeks
rechts van de derde backslash (\) moet ingevoerd worden bij Pad.
(Bijvoorbeeld: scannerdata)
OPMERKING
U kunt ook een submap in de gedeelde map opgeven als de locatie waar de gegevens heen
moeten worden gestuurd. In dit geval moet "delingsnaam\naam van de map in de gedeelde
map" ingevoerd worden voor het Pad. In het bovenstaande voorbeeldscherm is
"scannerdata\projectA" het Pad.
6-11
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
Windows Firewall configureren (voor Windows 7)
Sta delen van bestanden en printers toe en stel de poort in gebruikt voor SMB-verzending.
1Controleer de bestands- en printerdeling.
1Selecteer via het menu Start het Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik op
Een programma via Windows Firewall toestaan.
2
Vink het vakje Bestands- en printerdeling aan.
2Voeg een poort toe.
1Selecteer in het menu Starten Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en Status
van firewall controleren.
OPMERKING
Meld u aan bij Windows met beheerdersrechten.
OPMERKING
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop
Doorgaan.
1
1
2
3
6-12
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
2
3
4
5
1
2
6-13
Verzenden > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
6
Selecteer Specifieke lokale poorten en voer "139" in.
7
8
Zorg ervoor dat alle vakjes aangevinkt zijn.
2
3
1
1
2
1
2
6-16
Verzenden > De bestemming opgeven
Bestemming zoeken
U kunt een bestemming opgeven in de vorm van een adresnummer door op de toets
Snelkiesnummer zoeken te drukken.
U kunt ook op [Menu] drukken voor meer gedetailleerd zoeken.
Beperken: Geavanceerd zoeken volgens type geregistreerde bestemming (e-mail, map (SMB/
FTP), fax of groep).
Zoeken(Naam) en Zoeken(Nr.): Zoeken op bestemmingsnaam of adresnummer.
Sorteren(Naam) en Sorteren(Nr.): Sorteren van de lijst op bestemmingsnaam of
adresnummer.
3Accepteer de bestemmingen.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd. Raadpleeg Bestemmingen
controleren en bewerken op pagina 6-22.
OPMERKING
U kunt meerdere bestemmingen kiezen.
Om een selectie te annuleren drukt u op het betreffende selectievakje om het vinkje te
verwijderen.
GB0426_00
Adresboek (alle)
10:10
002
123456
< Terug OKAnnulerenMenu
123456
123456
123456
123456
1/1
003
004
001
123@456789.co...
12345.com
11111.com
Gereed voor verzenden.
Geeft details weer voor elk van de bestemmingen.
Zoeken op bestemmingsnaam.
Geavanceerd zoeken volgens type geregistreerde
bestemming (e-mail, map (SMB/FTP), fax of groep).
Adresboek (alle)
10:10
002
123456
< Terug OKAnnulerenMenu
123456
123456
123456
123456
1/1
003
004
001
123@456789.co...
12345.com
11111.com
Gereed voor verzenden.
Menu
Beperken
10:10
Sluiten
Zoek (naam)
Zoeken (nr.)
Sorteren (naam)
1/2
GB0396_00
GB0426_00
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar beneden te scrollen.
GB0426_00
Adresboek (alle)
10:10
002
123456
< Terug OKAnnulerenMenu
123456
123456
123456
123456
1/1
003
004
001
123@456789.co...
12345.com
11111.com
Gereed voor verzenden.
6-17
Verzenden > De bestemming opgeven
Kiezen via snelkiestoets
Selecteer de bestemming via de snelkiestoetsen.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Basisbediening op pagina 6-2 voor het weergeven van het scherm.
2
Selecteer de bestemming.
Druk op de snelkiestoets waaronder de bestemming geregistreerd is. Er kunnen meerdere
snelkiestoetsen worden geselecteerd.
U kunt een snelkiestoets opgeven met een cijfer door op de toets Snelkiesnummer zoeken
te drukken.
Accepteer de bestemming.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd. Raadpleeg Bestemmingen
controleren en bewerken op pagina 6-22.
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie over het toevoegen van snelkiestoetsen de Engelse gebruikershandleiding.
GB0055_00
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0095_00
Snelkiestoets
10:10Gereed voor verzenden.
Geen
Geen
Geen
123456
Annuleren
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
1/9
OK
001
004
007
010 011
008
005
002
012
009
006
003 Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of naar
beneden te scrollen.
GB0095_00
Snelkiestoets
10:10Gereed voor verzenden.
Geen
Geen
Geen
123456
Annuleren
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
1/9
OK
001
004
007
010 011
008
005
002
012
009
006
003
6-18
Verzenden > De bestemming opgeven
Een nieuw e-mailadres invoeren
Voer het gewenste e-mailadres in.
1Geef het scherm weer.
1Raadpleeg Basisbediening op pagina 6-2 voor het weergeven van het scherm.
2
2Voer het e-mailadres van de bestemming in.
Er kunnen tot 128 karakters worden ingevoerd.
Raadpleeg Invoeren van karakters op pagina 8-4 voor meer informatie over het invoeren van
karakters.
Om meerdere bestemmingen in te voeren, drukt u op [Volgende bestemming] en voert u de
volgende bestemming in. U kunt tot 100 e-mailadressen opgeven.
U kunt het opgegeven e-mailadres in het Adresboek registreren door op [Menu] en vervolgens
op [Toevoegen aan adresboek] te drukken. U kunt ook de gegevens van een eerder
geregistreerde bestemming vervangen.
3Accepteer de bestemmingen.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd. Raadpleeg Bestemmingen
controleren en bewerken op pagina 6-22.
OPMERKING
Open het COMMAND CENTER van tevoren en voer de instellingen in voor het versturen van een e-mail. Raadpleeg
COMMAND CENTER (instellingen voor e-mail) op pagina 2-21 voor meer informatie.
GB0055_00
Verzend- Bestem:
Kies opnieuw Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Gereed voor verzenden.
GB0057_07GB0057_07
6-20
Verzenden > De bestemming opgeven
Voor verzenden naar map (FTP)
Raadpleeg Invoeren van karakters op pagina 8-4 voor meer informatie over het invoeren van
karakters.
Bevestig de gegevens.
Controleer de gegevens. Wijzig zo nodig de gegevens door op het betreffende item te
drukken.
Als u een computer of serverpoortnummer als bestemming opgeeft, druk dan op [Poort] en
voer het poortnummer in. U kunt een getal van 1 tot 65.535 invoeren van maximaal 5 cijfers.
Aanmeldingsgebruikers-
naam
Gebruikersnaam voor toegang tot de pc.
Domeinnaam/Gebruikersnaam
Bijvoorbeeld abcdnet\james.smith
Gebruikersnaam@Domeinnaam
Bijvoorbeeld james.smith@abcdnet
Max. 64 karakters
Aanmeldingswachtwoord Wachtwoord voor toegang tot de pc Max. 64 karakters
Item In te voeren gegevens Max. aantal
karakters
Hostnaam Hostnaam of IP-adres van de FTP-server Max. 64 karakters
Pad Pad naar de ontvangstmap.
Bijvoorbeeld, \User\ScanData.
Anders worden de gegevens in de basismap
opgeslagen.
Max. 128 karakters
Aanmeldingsgebruikers-
naam
Aanmeldingsgebruikersnaam bij FTP-server Max. 64 karakters
Aanmeldingswachtwoord Aanmeldingswachtwoord bij FTP-server Max. 64 karakters
Item In te voeren gegevens Max. aantal
karakters
GB0128_00
Map - Bevestiging
abc
10:10
Annuleren
Gereed voor verzenden.
Pad
Poort
Login gebruik.naam
Hostnaam
abc
139
< Terug
1/2
OK
abc
Menu
Gebruik [ ] of [ ] om naar boven of
naar beneden te scrollen.
6-21
Verzenden > De bestemming opgeven
Bevestig de verbindingsstatus.
Verbonden. verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is
gebracht. Als Kan geen verbinding maken. verschijnt, controleer dan de ingevoerde
gegevens.
Om meerdere bestemmingen in te voeren, drukt u op [Volgende bestemming] en voert u de
volgende bestemming in. U kunt een combinatie van in het totaal maximaal 5 FTP- en SMB-
doelmappen opgeven.
U kunt het opgegeven gegevens in het Adresboek registreren door op [Menu] en vervolgens
op [Toevoegen aan adresboek] te drukken.
Accepteer de bestemmingen.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd. Raadpleeg Bestemmingen
controleren en bewerken op pagina 6-22.
Menu
Verbindingtesten
10:10
Sluiten
Volgende bestemming
Toevoegen aan adresboek
1/1
Map - Bevestiging
abc
10:10
Annuleren
Gereed voor verzenden.
Pad
Poort
Login gebruik.naam
Hostnaam
abc
139
< Terug
1/2
OK
abc
Menu
GB0128_00
GB0020_00
2
1
GB0128_00
Map - Bevestiging
abc
10:10
Annuleren
Gereed voor verzenden.
Pad
Poort
Login gebruik.naam
Hostnaam
abc
139
< Terug
1/2
OK
abc
Menu
6-22
Verzenden > De bestemming opgeven
Bestemmingen controleren en bewerken
Controleer en bewerk een geselecteerde bestemming.
Geef het scherm weer.
1Raadpleeg De bestemming opgeven op pagina 6-15 voor het weergeven van de
bestemming.
2
Controleer en bewerk de bestemming.
GB0055_02
Gereed voor verzenden.
Verzend- Bestem:
BBB bbb@abc.com Check
E-mail
Snelkiestoets Adresboek Extern adresboek
FAXMap
Functies
10:10
1/2
Favorieten
Check
10:10Gereed voor verzenden.
BBB
AAA
Menu
1/1
Afsluiten
bbb@abc.com
abcdefg
Verwijderen van de geselecteerde
bestemming.
Toevoegen van een nieuwe bestemming.
Geeft details weer voor elk van de bestemmingen. Nieuwe e-
mailadressen en pc-mappen kunnen worden bewerkt als ze zijn
opgegeven.
GB0105_00
Naar boven en naar beneden scrollen als
een lijst met bestemmingen niet in zijn
geheel kan worden weergegeven op één
scherm.
6-23
Verzenden > De bestemming opgeven
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-
versturen)
U kunt verschillende soorten bestemmingen zoals e-mailadressen, mappen (SMB of FTP) en faxnummers* met elkaar
combineren. Dit wordt Multi-versturen genoemd. Dit is handig als u met één bedieningshandeling naar verschillende
soorten bestemmingen wilt verzenden (e-mailadressen, mappen enzovoort).
* De faxfuncties kunnen enkel worden gebruikt bij apparaten met faxmogelijkheden.
Aantal verzenditems
E-mail: max. 100
Mappen (SMP, FTP): max. 5 SMB en FTP
Fax: max. 100
U kunt ook, afhankelijk van de instellingen, tegelijkertijd verzenden en afdrukken.
De procedures zijn net dezelfde als die bij het opgeven van de bestemmingen voor de verschillende verzendingstypes.
Ga verder om het e-mailadres of het pad van de map op te geven zodat ze in de lijst met bestemmingen verschijnen.
Druk op de toets Start om de verzending naar alle bestemmingen tegelijkertijd te starten.
OPMERKING
Als een van de bestemmingen een fax is, dan worden naar alle bestemmingen de beelden in zwart-wit verstuurd.
6-24
Verzenden > Scannen met TWAIN
Scannen met TWAIN
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een origineel scant met TWAIN.
De procedure voor scannen met de TWAIN-driver wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. De WIA-driver wordt
op dezelfde manier gebruikt.
Geef het venster weer.
1Activeer de TWAIN-compatibele applicatie.
2Selecteer het apparaat dat de applicatie gebruikt en geef het TWAIN-dialoogvenster weer.
Configureer de functie.
Selecteer de scaninstellingen in het TWAIN-dialoogvenster dat verschijnt.
De instellingen die in het TWAIN-dialoogvenster voorkomen, zijn de volgende.
OPMERKING
Raadpleeg voor het selecteren van het apparaat de Gebruikershandleiding of de Help-
functie van de betreffende softwareapplicatie.
Item Details
Original
Configurations
Original Size Selecteer het scanformaat van het origineel.
Original
Orientation
Geef het soort binding op.
Send
Configurations
Duplex Setting Geef op of het origineel één- of tweezijdig is.
Image Quality
Settings
Color Settings Selecteer de kleurmodus.
Resolution Selecteer de resolutie.
Image Quality Selecteer de beeldkwaliteit die geschikt is voor het soort
origineel.
Image
Adjustment
Density Selecteer de belichting.
Selecteer de knop Auto om de belichting automatisch in
te stellen overeenkomstig het origineel.
6-25
Verzenden > Scannen met TWAIN
Plaats de originelen.
Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 3-13 voor meer informatie.
Scan de originelen.
Klik op de toets Scannen. De documentgegevens worden gescand.
Configuration Dit wordt gebruikt om de huidige instellingen te
controleren en vaakgebruikte instellingen op te slaan. Als
u op de knop Configuration klikt, dan verschijnt een
instellingenvenster met Details, Add current
configuration en Delete selected configuration.
Details Hier kunt u de huidige instellingen controleren.
Add current
configuration
Hier kunt u de huidige instellingen opslaan met een naam
en opmerkingen.
Delete selected
configuration
Hier kunt u opgeslagen instellingen verwijderen.
Item Details
6-26
Verzenden > Scannen met TWAIN
7-1
7 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
Vervangen van de tonercontainer ...................................................................................................................... 7-2
Vervangen van de tonerafvalbak ....................................................................................................................... 7-4
Vervangen van de onderhoudskit (MK-370) ...................................................................................................... 7-6
Reinigen ............................................................................................................................................................. 7-7
Glasplaat .................................................................................................................................................. 7-7
Documenttoevoer .................................................................................................................................... 7-7
Apparaat .................................................................................................................................................. 7-8
Storingen oplossen .......................................................................................................................................... 7-10
Reageren op foutmeldingen ............................................................................................................................. 7-14
Papierstoringen oplossen ................................................................................................................................ 7-24
Plaats van de papierstoring ................................................................................................................... 7-24
Multifunctionele lade .............................................................................................................................. 7-25
Cassette ................................................................................................................................................. 7-25
Duplexeenheid ....................................................................................................................................... 7-26
Binnenin het apparaat ............................................................................................................................ 7-27
Achtereenheid ........................................................................................................................................ 7-28
Documenttoevoer .................................................................................................................................. 7-28
7-2
Problemen oplossen > Vervangen van de tonercontainer
Vervangen van de tonercontainer
Wanneer op het aanraakscherm De toner is leeg verschijnt, dan moet de toner vervangen worden.
Verwijder de oude tonercontainer.
1
2
3
Leg een nieuwe tonercontainer klaar.
1
VOORZICHTIG
De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden
veroorzaken.
7-5
Problemen oplossen > Vervangen van de tonerafvalbak
2
Als de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de interne onderdelen te
reinigen. Voor instructies, raadpleeg Reinigen op pagina 7-7.
OPMERKING
Lever de volle tonerafvalbak bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd conform de betreffende voorschriften.
7-6
Problemen oplossen > Vervangen van de onderhoudskit (MK-370)
Vervangen van de onderhoudskit (MK-370)
Als het afdrukresultaat begint te verschuiven of als de originelen niet ingevoerd worden, dan moeten bepaalde
onderdelen vervangen worden. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger en schaf de onderhoudskit aan.
Volg de onderstaande procedure voor het vervangen van de onderhoudskit.
Verwijder de papiertransferrol.
1
2
Verwijder het scheidingsplaatje.
Houd de ( 2) haakjes weergegeven in de afbee[lding ingedrukt en til het scheidingsplaatje
omhoog en haal het uit.
Plaats een nieuwe papiertransferrol en een nieuw scheidingsplaatje.
Haal de nieuwe papiertransferrol en het nieuwe scheidingsplaatje uit de onderhoudskit en volg
de stappen voor het verwijderen in omgekeerde volgorde om deze te installeren.
7-7
Problemen oplossen > Reinigen
Reinigen
Reinig het apparaat regelmatig om een optimaal resultaat te garanderen.
Glasplaat
Veeg de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een zachte doek
bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel.
Documenttoevoer
Als bij het gebruik van de documenttoevoer zwarte strepen of vuil op de kopieën verschijnen,
veeg dan het sleufglas met de bijgeleverde doek schoon.
Veeg het sleufglas schoon.
VOORZICHTIG
Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
OPMERKING
Gebruik geen organische oplosmiddelen of andere sterke chemicaliën.
OPMERKING
Veeg het sleufglas schoon met de bijgeleverde droge doek. Gebruik geen water, zeep of
oplosmiddel om schoon te maken.
7-8
Problemen oplossen > Reinigen
Veeg de witte geleider schoon.
Apparaat
Om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden, moet de binnenkant van het apparaat gereinigd worden telkens als
de toner of de tonerafvalbak vervangen wordt.
Veeg de registratierol schoon.
1
Til de ontwikkelaar met de tonercontainer uit het apparaat.
2
Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de (metalen) registratierol af te vegen.
7-9
Problemen oplossen > Reinigen
3
Veeg de ventilatieopeningen schoon.
1
Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de ventilatieopeningen af te vegen.
2
Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de ventilatieopening aan de rechterkant van
het apparaat af te vegen.
7-10
Problemen oplossen > Storingen oplossen
Storingen oplossen
In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen.
Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de
aangegeven pagina’s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Referentie-
pagina
Een van de toepassingen wil
niet starten.
Is de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset te kort?
Stel de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset in op 30
seconden of langer.
Het aanraakscherm werkt
niet wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Zit de stekker van het apparaat in het
stopcontact?
Stop de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
2-10
Er worden geen kopieën
gemaakt wanneer ik op Start
druk.
Staat er een bericht op het
aanraakscherm?
Bepaal de gepaste reactie op het
bericht en voer de bijbehorende actie
uit.
7-14
Staat het apparaat in de slaapstand? Druk op de Power-toets om de
slaapstand uit te schakelen. Het
apparaat is binnen 15 seconden klaar
om te kopiëren.
2-19
Afdrukken lukt niet. Zit de stekker van het apparaat in het
stopcontact?
Stop de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
2-10
Staat het apparaat aan? Zet de hoofdschakelaar aan. 2-11
Zijn de printerkabel en netwerkkabel
aangesloten?
Sluit de juiste printerkabel en
netwerkkabel goed aan.
2-9
Stond het apparaat aan voor de
printerkabel werd aangesloten?
Zet het apparaat aan nadat u de
printerkabel heeft aangesloten.
2-9
Is de afdruktaak onderbroken? Hervat het afdrukken.
Er worden blanco vellen
papier uitgevoerd.
Zijn de originelen goed geplaatst? Wanneer u de originelen op de
glasplaat legt, plaats ze dan met de
beeldzijde omlaag en lijn ze uit tegen
de aanduidingsplaten voor het
origineelformaat.
3-13
Als u de originelen in de
documenttoevoer plaatst, plaats ze
dan met de beeldzijde omhoog.
3-15
Controleer of de applicatiesoftware
correct gebruikt wordt.
Er treden vaak
papierstoringen op.
Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier op de juiste manier. 3-2
Is de papiersoort geschikt? Is het
papier in goede staat?
Haal het papier uit, draai het om en
plaats het opnieuw.
3-2
Is het papier gekruld, gevouwen of
gekreukt?
Vervang het papier. 3-2
Zitten er losse stukjes papier of zit er
vastgelopen papier in het apparaat?
Verwijder alle vastgelopen vellen en
stukjes papier.
7-24
De afdrukken zijn gekreukt of
opgekruld.
Is het papier vochtig? Vervang het papier. 3-2
Documenten worden slecht
afgedrukt.
Zijn de applicatiesoftware-instellingen
op de pc correct ingesteld?
Controleer of de instellingen van het
printerstuurprogramma en de
softwaretoepassing correct zijn.

Produktspecifikationer

Varumärke: Kyocera
Kategori: Skrivare
Modell: FS-3640MFP

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med Kyocera FS-3640MFP ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig