Pinnacle Pinnacle Studio 17 Ultimate Bruksanvisning
Pinnacle
Programvara
Pinnacle Studio 17 Ultimate
Läs gratis den bruksanvisning för Pinnacle Pinnacle Studio 17 Ultimate (414 sidor) i kategorin Programvara. Guiden har ansetts hjälpsam av 8 personer och har ett genomsnittsbetyg på 4.4 stjärnor baserat på 4.5 recensioner. Har du en fråga om Pinnacle Pinnacle Studio 17 Ultimate eller vill du ställa frågor till andra användare av produkten? Ställ en fråga
Sida 1/414
Pinnacle Studio
Versie 17
Inclusief Pinnacle Studio Plus
en Pinnacle Studio Ultimate
Uw leven in films
ii Pinnacle Studio
Copyright © 2013 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Respecteer de rechten van artiesten en makers. Inhoud zoals muziek, foto's,
video en beelden van beroemdheden zijn in veel landen wettelijk beschermd. U
mag de inhoud van andere mensen niet gebruiken tenzij u de rechten of de
toestemming van de eigenaar hebt.
Dit product of onderdelen daarvan zijn beschermd in de Verenigde Staten door
één of meer van de volgende Amerikaanse patenten: 5,495,291; 6,469,711;
6,532,043; 6,901,211; 7,124,366; 7,165,219; 7,286,132; 7,301,092 en
7,500,176; en in Europa door één of meer van de volgende Europese patenten:
0695094 en 0916136. Andere patenten zijn aangevraagd.
Mpegable DS 2.2 ©2004 Dicas Digital Image Coding GmbH. Gedeelten
van dit product zijn gemaakt met LEADTOOLS ©1991-2006, LEAD
Technologies, Inc. Alle rechten voorbehouden. MPEG Layer II-audio
van QDesign Corp. Dit product is gedeeltelijk gebaseerd op het werk
van de Independent JPEG Group.
Geen enkel deel van deze handleiding mag worden gekopieerd, gedistribueerd,
doorgegeven, overgenomen, opgeslagen in een databasesysteem, of vertaald in
een menselijke of computertaal, in welke vorm of met welke middelen dan
ook, elektronisch, mechanisch, magnetisch, handmatig of anders, zonder
de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Corel Corporation.
Corel Corporation
4400 Bohannon Drive
Menlo Park, CA 94025, USA
Inhoudsopgave iii
Inhoudsopgave
VOORDAT U BEGINT VIII
Afkortingen en conventies viii
Help en online-help x
HOOFDSTUK 1: PINNACLE STUDIO GEBRUIKEN 1
De Bibliotheek 4
De Film-editor en de Schijf-editor 6
De media-editors 8
De Player 9
Pinnacle Studio-projecten 10
HOOFDSTUK 2: DE BIBLIOTHEEK 11
De bibliotheek begrijpen 14
Locatietabs 16
De onderdelenstructuur 17
Collecties 20
Onderdelen in de bibliotheek beheren 22
De Browser 25
Thumbnails en details 26
Optionele indicators en knoppen 30
Voorbeeldweergave in de bibliotheek 33
De bibliotheek gebruiken 37
Kiezen wat er wordt weergegeven 38
Tags 41
Media corrigeren 44
Video-scènedetectie 45
SmartSlide en SmartMovie 47
SmartSlide 48
SmartMovie 50
iv Pinnacle Studio
HOOFDSTUK 3: DE FILM-EDITOR 54
De projecttijdlijn 58
Basisbeginselen van de tijdlijn 58
De tijdlijnwerkbalk 64
De spoorkop op de tijdlijn 72
Audiofuncties van de tijdlijn 74
Films bewerken 74
Clips aan de tijdlijn toevoegen 76
Titel-editor, Scorefitter, voice-over 80
Clips verwijderen 81
Clipbewerkingen 81
Het klembord gebruiken 94
Snelheid 95
Films binnen films 97
Overgangen 98
Clipeffecten 105
Contextmenu’s van clips 106
HOOFDSTUK 4: MEDIA BEWERKEN: CORRECTIES 109
Overzicht mediabewerkingen 111
Foto's corrigeren 117
Fotobewerkingsgereedschappen 117
Fotocorrecties 118
Videocorrecties 125
Videogereedschappen 126
Videocorrecties 130
Audio corrigeren 133
HOOFDSTUK 5: MEDIA BEWERKEN: EFFECTEN 134
Effecten in de media-editors 136
Effecten op de tijdlijn 140
Het venster Instellingen 142
Werken met keyframes 145
Video- en foto-effecten 148
Werken met tussenmontages 153
Pan en Zoom 154

x Pinnacle Studio
Klikken met de muis
Is een klik met de muis vereist, dan is dit standaard een klik met de
linkermuisknop, tenzij anders vermeld, of wanneer de klik een
contextmenu opent:
Klik met de rechtermuisknop en selecteer Titel-editor. (Ofwel
“Selecteer Titel-editor in het contextmenu.”)
Toetsnamen
Toetsnamen worden gespeld met een hoofdletter en zijn
onderstreept. Een plusteken wijst op een toetsencombinatie.
Bijvoorbeeld:
Druk op Ctrl+A om alle clips op de tijdlijn te selecteren.
Raadpleeg Bijlage D: Toetsencombinaties voor een uitgebreide tabel
met beschikbare combinaties.
Online handleiding en Tool Tips
Help is direct beschikbaar terwijl u in Pinnacle studio werkt, zowel
in de handleiding en knopinfo.
Gebruiksaanwijzing:
Klik op Help -> Handleiding
Tool tips: Om te weten wat een knop in Studio doet, pauzeren
muisaanwijzer eroverheen. Een 'tooltip' opduikt om de functie van
het besturingselement uit te leggen.

Hoofdstuk 1: Pinnacle Studio gebruiken 1
HOOFDSTUK 1:
Pinnacle Studio gebruiken
Voor een eenvoudig overzicht van de procedure voor het maken van
digitale films, hoeft u niet verder te kijken dan de centrale groep tabs
in het hoofdvenster van Pinnacle Studio. Dezelfde stappen zijn van
toepassing op elk type productie, van een eenvoudige diavoorstelling
die tussen elk frame oplost tot een 3D-extravaganza met zorgvuldig
georganiseerde clips en effecten.
De hoofdwerkbalk van Pinnacle Studio biedt een overzicht van de
procedure voor het maken van films.
De Importer
Importeren, links, is een voorbereidende stap. Hierbij gaat om
procedures zoals het ‘opnemen’ van video van uw analoge of DV-
camcorder, het invoeren van foto’s vanaf een digitale camera en het
kopiëren van mediabestanden naar uw lokale harde schijf vanaf een
netwerklocatie.
De Pinnacle Studio Importer biedt gereedschappen voor deze taken,
evenals de functie Snapshot om frames van videobestanden vast te
leggen en het stop-motion-gereedschap om video's frame voor frame
op te bouwen. Zie hoofdstuk 10: De Importer voor details.

2 Pinnacle Studio
Hoofdbedieningselementen in het
gereedschap Snapshot van de Importer.
Importopdrachten in het bestandsmenu: Wanneer u Importeren
kiest in het bestandsmenu, heeft dit hetzelfde effect als wanneer u op
de tab Importeren klikt: de Importer wordt geopend. Het menu biedt
nog drie andere importopties. Bij elke van deze opties wordt er een
Windows-dialoogvenster geopend voor het importeren van
bestanden van een harde schijf of andere lokale opslag.
•Met Vorige Pinnacle Studio-projecten importeren kunt u
filmprojecten laden die in eerdere versies van Studio zijn
gemaakt.
•Met Projecten uit Studio voor iPad-app importeren importeert u
geëxporteerde projecten uit Studio’s app voor de iPad.
•Met Snelle import kunt u gewone mediabestanden, zoals foto's
video's, audio en projecten, selecteren om te importeren.
De Exporter
Het andere uiterste van films maken is Exporteren. Als u bij deze
stap bent aangekomen, hebt u het moeilijkste gedeelte van het werk
achter de rug. De creatieve energie die u voor het maken van de film

Hoofdstuk 1: Pinnacle Studio gebruiken 3
hebt gebruikt, heeft geleid tot een productie waarbij nu nog slechts
één ingrediënt ontbreekt – een publiek.
Voorbereiding op het maken van een videobestand in de Exporter.
De Pinnacle Studio Exporter helpt u de laatste horde te nemen met
gereedschappen om uw film naar het publiek te brengen. Maak een
digitaal filmbestand in het gewenste bestandstype, brand een DVD
of upload de film rechtstreeks naar de cloud, zoals YouTube en
Vimeo, or uw eigen cloud-gebaseerde opslaggebied in Box.
Net zoals de Importer verschijnt de Exporter in een afzonderlijk
venster; als het werk is voltooid, keert u weer terug naar het
hoofdvenster. Raadpleeg Hoofdstuk 11: De Exporter voor meer
informatie.
De centrale tabs
Op de drie centrale tabs, Bibliotheek, Film en Schijf, vindt het
meeste werk in Pinnacle Studio plaats. De eerste van deze tabs wordt
geopend in de hoofdweergave van de bibliotheek, waar uw
mediacollecties beheert.
De andere tabs openen de twee project-editors; de ene voor digitale
films en de andere voor schijfprojecten, digitale films die zijn
uitgebreid met interactiviteit in de vorm van DVD-menu’s.

4 Pinnacle Studio
De Bibliotheek
De bibliotheek is een gereedschap voor het catalogiseren en beheren
van alle bestandsgebaseerde bronnen – of onderdelen of items – die
u tijdens de authoring kunt gebruiken. Vrijwel alle materialen van
uw film – videomateriaal, muziek en audiobestanden, en veel
speciale bronnen zoals overgangen en effecten – zijn oorspronkelijk
items in de bibliotheek. Veel bibliotheekitems worden in Pinnacle
Studio meegeleverd en kunnen royaltyvrij worden gebruikt. Dit zijn
bijvoorbeeld professioneel ontworpen titels, DVD-menu's en
Montages in zowel 2D als steroscopisch 3D.
De bibliotheek gebruikt geanalyseerde mappen voor het automatisch
bijhouden van de veranderende inhoud van mediabestanden op uw
systeem. Geef op de pagina met geanalyseerde mappen van het
controlepaneel in Pinnacle Studio de namen van uw
mediadirectory’s, met name de directory’s die u regelmatig bijwerkt.
Vanaf dat moment scant de bibliotheek deze directory’s regelmatig
om te controleren of er veranderingen zijn; indien nodig, wordt de
bibliotheek bijgewerkt. Zie “Geanalyseerde mappen” op pagina 322
voor details.
De hoofdweergave van de bibliotheek bestaat uit
navigatieknoppen voor het doorzoeken van de catalogusstructuur
(links) en een browser voor het bekijken en selecteren van
onderdelen (rechts).

Hoofdstuk 1: Pinnacle Studio gebruiken 5
Hoofdweergave: Als u op de tab Bibliotheek klikt, neemt de
bibliotheek het hoofdvenster over. Deze ‘hoofdweergave’ biedt een
ruime toegang tot een aantal gereedschappen voor catalogiseren en
zoeken, bijvoorbeeld voor het categoriseren van items aan de hand
van beoordelingen en tags en voor het maken van
gebruikersgedefinieerde itemcollecties.
Compacte weergave: De ‘compacte weergave’ van de bibliotheek
brengt vrijwel de gehele functionaliteit van de hoofdweergave in een
paneel dat in bepaalde andere vensters is opgenomen, zoals de Film-
editor en de Schijf-editor. Het hoofddoel van de compacte weergave
is het invoeren van de onderdelen in een film- of een schijfproject
door ze vanuit de bibliotheek te slepen.
Player: Tot de beschikbare gereedschappen in de bibliotheek
behoort ook de Player, een viewer voor alle mediatypes die in het
programma worden gebruikt. Bij gebruik in de hoofdweergave van
de bibliotheek wordt de player in een apart venster geopend.
Wanneer de compacte bibliotheek wordt gebruikt, verschijnt er een
ingebouwde versie van de player in hetzelfde venster. Zie “De
Player” op pagina 9 voor meer informatie.
Voorbeeldweergave van een video-item in de bibliotheek in het
aanpasbare Player-venster, met volledige transportknoppen zoals
een shuttlewiel. U kunt verder werken in het hoofdvenster terwijl
de player is geopend.

6 Pinnacle Studio
Voor een uitgebreide toelichting van de bibliotheek en de
gebruikstoepassingen ervan, raadpleegt u Hoofdstuk 2: De
Bibliotheek.
De volgende stap
De volgende stap, als u bekend met de bibliotheek en indien nodig
wijzigingen hebt aangebracht aan de standaardinstellingen, is het
beginnen met het maken van een film. Er zijn twee goede manieren
om dit te doen.
De gebruikelijke manier: Als u gedetailleerde controle wilt over
het gebruik van media-items in uw productie, dan begint u normaal
gesproken met een geheel nieuw film- of schijfproject in één van de
twee project-editors. Deze worden hieronder beschreven.
De gemakkelijkste manier: Voor supersnelle resultaten biedt de
bibliotheek ook een andere manier. Klik op de gereedschappen
SmartSlide of SmartMovie onder aan de hoofdweergave van de
bibliotheek om een extra rij knoppen en instellingen te openen.
Hiermee kunt u diverse visuele media-items selecteren als basis van
het project, muziek voor een soundtrack kiezen en een paar andere
aanpassingen verrichten. Vervolgens neemt de software het over en
wordt automatisch een volledig Pinnacle Studio-project gegenereerd
met de gekozen media en opties. U kunt het project direct exporten
of het handmatig verder bewerken. Zie voor details “SmartSlide” op
pagina 48 en “SmartMovie” op pagina 50.
De Film-editor en de Schijf-editor
Zodra u alle materialen hebt verzameld en naar wens hebt
georganiseerd in de bibliotheek, is het tijd om te gaan werken aan
een video of een diashow. Als u specifiek aan een schijfproductie
werkt, dan kunt u direct aan de slag in de Schijf-editor; deze editor is
vergelijkbaar met de Film-editor, maar beschikt over extra
gereedschappen voor het maken en instellen van DVD-menu’s. De
Schijf-editor wordt beschreven in Hoofdstuk 9: Schijfprojecten.

Hoofdstuk 1: Pinnacle Studio gebruiken 7
Als u niet van plan bent een schijf te maken, u het nog niet zeker
weet of wanneer een schijf één van meerdere uitvoermedia vormt,
dan is de Film-editor de juiste plek om te beginnen. Zodra uw film is
voltooid, kunt u deze exporteren naar de Schijf-editor en de menu’s
toevoegen.
De Film-editor en de Schijf-editor bestaan naast elkaar, maar
afgezien van de zojuist vermelde exportfunctie, werken ze niet
samen. Desgewenst kunt u een gewoon filmproject en schijfproject
tegelijkertijd laden en op ieder moment tussen beide projecten
overschakelen.
In zowel de Film-editor en de Schijf-editor bezet een multitrack-
tijdlijn het onderste gedeelte van het venster. De meeste van de
‘clips’ op de tijdlijn komen uit de bibliotheek; een paar types,
zoals automatische achtergrondmuziek, worden met speciale
gereedschappen gegenereerd.
Beide project-editors bevatten ingebouwde versies van de
bibliotheek en de player, naast de tijdlijnweergave. Om een project
te bouwen, sleept u items van de compacte bibliotheek naar de
tijdlijnsporen of het Storyboard van de projecteditor, waar ze ‘clips’
worden genoemd. Zowel de Film-editor als de Schijf-editor kan
worden gebruikt met stereoscopisch 3D- en 2D-materiaal.
Met de knop voorbeeldtype boven de player kunt overschakelen
tussen de weergave van het huidige bibliotheekitem (‘bron’) en de
huidige tijdlijnclip. In de Schijf-editor kunt u met een aanvullend
voorbeeldtype (‘menu’) de player als een editor gebruiken voor het
koppelen van schijfmenu’s aan punten op de tijdlijn.
Tijdlijnbewerkingen, een centrale activiteit bij project-authoring,
wordt in detail toegelicht in Hoofdstuk 3: De Film-editor.

8 Pinnacle Studio
De media-editors
Vaak hebt u extra vensters nodig om met bepaalde soorten media te
werken. U kunt een editorvenster voor het desbetreffende item of
clip openen door op het item/de clip te dubbelklikken.
Correcties vanuit de bibliotheek: De editors voor de standaard
mediatypes video, foto en audio zijn met name belangrijk. Bij starten
vanuit de bibliotheek (door te dubbelklikken op een item) bieden
deze editors een reeks correctiegereedschappen voor het mediatype.
Deze gereedschappen kunnen direct op bibliotheekitems worden
toegepast om cameratrillingen uit video te verwijderen, ongewenst
materiaal uit een foto te knippen of audioruis te onderdrukken, om
een paar voorbeelden te geven.
Wanneer er een correctie op een bibliotheekitem wordt toegepast,
wordt het mediabestand niet aangepast. De correctieparameters
worden opgeslagen in de bibliotheekdatabase. Ze kunnen altijd naar
wens worden aangepast of verwijderd. De correcties die u in de
bibliotheek maakt, blijven aan het item verbonden als u het aan uw
tijdlijn toevoegt als clip.
Correcties vanuit de tijdlijn: Als u een van de standaard media-
editors opent door te dubbelklikken op een tijdlijnclip, zijn de
correctiegereedschappen weer beschikbaar; in deze context gelden
ze echter alleen voor de clip in het project, niet voor het
achterliggende bibliotheekitem.
Overgangen en effecten: Bij inschakelen via de projecttijdlijn
bieden de media-editors ook een brede reeks uitbreidingen voor alle
drie de mediatypes in de groepen Overgang in, Overgang uit en
Effecten.
Met overgangen kunt u precies opgeven waar de ene clip in de
volgende overgaat, van een nauwelijks waarneembare, vloeiende
overgang tot een flits waarmee het publiek wordt wakker geschud.
De effecten variëren van praktisch (helderheid en contrast) tot
theatraal (fractalenvuur). Effecten kunnen worden geanimeerd met

Hoofdstuk 1: Pinnacle Studio gebruiken 9
keyframed parameters, van heel eenvoudig tot zeer complex, zodat er
talloze manieren zijn om uw producties interessant te maken.
Sommige effecten zijn speciaal ontworpen voor 3D-materiaal, en u
kunt zelfs een 3D-look geven aan 2D-materiaal (met S3D-
dieptecontrole).
Pan en zoom: De Foto-editor biedt nog een eigen gereedschap, pan
en zoom. Net zoals de zojuist besproken effecten kan pan en zoom
worden geanimeerd met keyframes om elke gewenste combinatie
van gesimuleerde “pan en zoom” camerabewegingen te maken
binnen de grenzen van één foto.
De correctiegereedschappen, en de media-editors in het algemeen,
vormen het onderwerp van Hoofdstuk 4: Media bewerken:
Correcties. De effecten, en het gereedschap pan en zoom, worden
beschreven in Hoofdstuk 5: Media bewerken: Effecten.
De Player
De player is een voorvertoningsvenster waarin u bibliotheekmedia
kunt bekijken, uw filmproject kunt afspelen, aan schijfmenu’s kunt
werken en nog veel meer. In elk venster of context waarin de player
wordt gebruikt, biedt de player enigszins afwijkende
bedieningselementen.
Voor een introductie op de player en de basisbediening raadpleegt u
“Voorbeeldweergave in de bibliotheek” op pagina 33. De
verschillende weergavemodi voor stereoscopisch 3D komen aan bod
op pagina 36. Voor het gebruik van de player in de modus
bijknippen op de tijdlijn raadpleegt u “Clipbewerkingen” op pagina
81. Voor informatie over het gebruik van de player bij montage zie
“De Montage-editor” op pagina 169. Voor gebruik van de player bij
het bewerken van schijfmenu’s zie “Voorbeelden bekijken van
schijfmenu’s” op pagina 244.

10 Pinnacle Studio
Pinnacle Studio-projecten
U maakt films en schijven in Pinnacle Studio op basis van de
projecten die u samenstelt op de tijdlijn van de Film- of Schijf-
editor.
Om Studio-projecten te beheren moet u bijhouden wat er op uw
tijdlijn komt te staan en welke editing-beslissingen u neemt op het
gebied van trimmen, effecten toevoegen en nog veel meer. Veel van
deze informatie wordt opgeslagen in het projectbestand in de
indeling axp (Studio-film).
Om ruimte op uw vaste schijf vrij te houden wanneer u met grote
bestanden werkt, bevat het project niet de media-items in uw film.
Hiervoor wordt alleen de locatie in de bibliotheek opgeslagen.
Het axp-projectbestand is de standaardindeling voor de
menuopdrachten Bestand Openen, Bestand Opslaan en Bestand
Opslaan als. Mogelijk is dit de enige indeling die u ooit nodig zult
hebben.
Soms is het echter handig om alle resources voor een project bij
elkaar te hebben in een enkele, overzichtelijke eenheid, om ze
eenvoudig te kunnen archiveren, overdragen of uploaden. Hiervoor
is er een alternatief bestandsformaat: axx (Studio-projectpakket). Dit
bevat in één bestand al het materiaal van uw project, inclusief
media-items. Noodgedwongen zijn bestanden in deze indeling
aanzienlijk veel groter dan standaardprojectbestanden.
Hoewel een project niet rechtstreeks kan worden bewerkt in de
pakketindeling, kunt u een projectpakket wel openen met Bestand
Openen door axx te selecteren in het vak met bestandsextensies.
Studio pakt het project naadloos uit, maakt een nieuwe
bibliotheekvermelding voor de uitgepakte versie en opent het
project.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 11
HOOFDSTUK 2:
De Bibliotheek
De bibliotheek van Pinnacle Studio, of gewoon ‘de bibliotheek’, is
een catalogus- en beheergereedschap voor alle bestandsgebaseerde
bronnen die u bij authoring kunt gebruiken. Het doel van de
bibliotheek is dat u de videosegmenten, foto’s, sound bites,
overgangseffecten, titels en andere ‘onderdelen’ (zoals ze vaak
worden genoemd) voor uw films zo snel en eenvoudig mogelijk kunt
kiezen en gebruiken.
De mediabibliotheek in Pinnacle Studio met een map grafische
afbeeldingen.
Het classificatieschema van de bibliotheek lijkt op dat van een
systeembrowser voor bestanden. De systeembrowser groepeert
bestanden aan de hand van fysieke opslaglocaties zoals harde

12 Pinnacle Studio
schijven, terwijl de bibliotheek onderdelen groepeert op basis van
hun type – video, foto enzovoort. In andere opzichten is het concept
met de boomstructuur voor toegang tot subgroepen van onderdelen
vrijwel identiek en zal het meteen bekend voor u zijn.
Naast audio-, foto- en videobestanden in standaardtypen bevat de
bibliotheek ook speciale hulpmedia zoals titels en schijfmenu’s. U
vindt deze, samen met overgangen, filters en andere effecten, in de
hoofdcategorie Creatieve elementen.
De bibliotheek kan eenvoudig grote mediacollecties beheren die
tegenwoordig ook vaak op thuissystemen worden gebruikt. Al deze
tientallen mediabestandstypen die u in Pinnacle Studio kunt
gebruiken, kunnen binnen deze geïntegreerde interface worden
doorzocht, georganiseerd en bekeken.
De onderdelen worden als pictogrammen of als tekstrecords
weergeven in uitvouwbare mappen in de browser van de bibliotheek.
De mappen corresponderen met echte directory’s in het
bestandssysteem van uw computer of met virtuele groeperingen op
basis van kwalificaties, bestandstype, maakdatum of lidmaatschap
van een gebruikersgedefinieerde Collectie.
Onderdelen aan een project toevoegen
De bibliotheek heeft twee weergavevormen in Pinnacle Studio. De
hoofdweergave neemt het programmavenster over als u op de tab
Bibliotheek klikt. De volledige bruikbare ruimte wordt ingenomen
om zoveel mogelijk informatie weer te geven.
U opent de hoofdweergave van de bibliotheek door op de tab
Bibliotheek boven aan het programmavenster van Pinnacle Studio
te klikken.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 13
De compacte weergave van de bibliotheek is een paneel, ofwel
gedocked (zoals in de Film- en Schijf-projecteditors) of zwevend
(zoals in de Titel-editor). De compacte weergave heeft dezelfde
volledige functionaliteit van de bibliotheek. Het hoofddoel is het
plaatsen van onderdelen uit de bibliotheek in een film- of
schijfproject door middel van slepen.
De huidige set tabs in de bibliotheek, en de inhoud van browser, zijn
in alle weergaven van de bibliotheek beschikbaar. Als u bijvoorbeeld
een bepaalde map of schijfmenu in de hoofdweergave bekijkt, dan is
dezelfde map open in de compacte weergave als u overschakelt naar
de Film-editor.
Mediabestanden corrigeren
Wat betreft de technische kwaliteit zijn niet alle mediabestanden
gelijkwaardig. Soms komt u de perfecte foto, clip of geluidseffect
tegen. Vaker moet de foto echter worden bijgeknipt, is de video
schokkerig of begint het geluid met een ergerlijke ruis. Met de
gereedschappen voor mediacorrectie van Pinnacle Studio kunt u
deze en andere fouten repareren door correctiefilters toe te passen op
een probleemclip nadat u deze op de tijdlijn van uw project hebt
geplaatst.
Het is echter vaak een nog betere oplossing om de correctie op het
bibliotheekbestand zelf toe te passen, voordat u het aan een project
toevoegt. Op deze manier begint een productie met de gecorrigeerde
versie, en niet met het onbevredigende origineel. Dergelijke
correcties kunnen snel worden gemaakt door media-editors vanuit de
bibliotheek te openen. Het bestand achter de gecorrigeerde media
wordt niet aangepast: in plaats hiervan worden de
correctieparameters opgeslagen in de bibliotheekdatabase en
opnieuw toegepast wanneer het item wordt weergegeven of gebruikt.
Directe voldoening: SmartSlide en SmartMovie
Naast de genoemde kernfuncties biedt de bibliotheek een aantal
gereedschappen voor het automatisch bouwen van een compleet op
14 Pinnacle Studio
basis van de mediabronnen die u bepaalt. Selecteer een aantal foto’s
of videosequenties, voer een paar instellingen in en begin. U kunt het
project dat Studio genereert zonder verdere aanpassingen uitvoeren
of naar wens aanpassen met handmatige bewerkingen.
DE BIBLIOTHEEK BEGRIJPEN
Met de Bibliotheek van Studio kunt u alle media en andere
onderdelen voor gebruik in uw producties beheren en efficiënt
gebruiken.
Wat bevat de bibliotheek precies?
De volledige reeks onderdelen voor uw projecten wordt samengevat
door de vier hoofdtakken van de onderdelenstructuur. Elke tak is
weer onderverdeeld in gespecialiseerde subsecties.
Alle media bevat de standaardmediabestanden op uw systeem in de
subsecties Foto’s, Video en Audio. Er wordt een groot aantal
bestandstypen ondersteund. Het doel van de vierde subsectie,
Ontbrekende media, wordt hieronder beschreven.
De tak Projecten van de onderdelenstructuur bevat uw eigen film- en
schijfprojecten in Pinnacle Studio. U kunt een project direct vanuit
de bibliotheek openen en beginnen met de bewerkingen, of u kunt
het aan de tijdlijn van een ander project toevoegen om als een
gewone clip te fungeren.
Collecties zijn aangepaste groeperingen van bibliotheekmedia. Hoe
meer tijd u besteedt aan mediabeheer, hoe vaker u de collecties zult
gebruiken. Ze kunnen dienst doen als tijdelijke opslagplaatsen
tijdens het werk, of voor het classificeren en apart zetten van media
voor later gebruik. Collecties kunnen automatisch worden
gegenereerd, maar de meeste worden door de gebruiker
gedefinieerd. Hiërarchisch georganiseerde collecties worden

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 15
eveneens ondersteund. De bovenste collecties in de hiërarchie
worden gebruikt als subsecties van de tak Collecties.
De tak Creatieve elementen wordt
geopend afgebeeld in de illustratie rechts,
en toont de subsecties. Elke subsectie is
een speciaal effect (Effecten en
Overgangen) of een speciaal mediatype.
Pinnacle Studio biedt collecties van alle
zeven types die klaar voor gebruik en
royaltyvrij zijn.
Opslag van onderdelen in de bibliotheek
Alle onderdelen in de bibliotheek – clips, geluiden, overgangen
enzovoort – corresponderen met een bestand in de lokale opslag van
uw computersysteem. De bibliotheek ‘bezit’ deze bestanden niet en
past ze nooit aan tenzij u dit specifiek aangeeft. In plaats hiervan
houdt de bibliotheek de namen, locaties en eigenschappen bij in een
interne database. De opgeslagen informatie bevat ook tags en
kwalificaties die u aan bepaalde items hebt toegewezen, plus de
parameters van eventuele correctiefilters die u hebt toegepast.
De database
De bestanden van de bibliotheekdatabase worden opgeslagen in een
map met toegang voor één gebruiker (en dus geen gedeelde
toegangsrechten) in Microsoft Windows. Als Pinnacle Studio op uw
computer door meerdere gebruikers met individuele
aanmeldingsgegevens wordt gebruikt, dan wordt er voor iedere
gebruiker een afzonderlijke bibliotheek gemaakt.
Ontbrekende media
Bewerkingen zoals het toevoegen, verwijderen en hernoemen van
onderdelen in de bibliotheek zijn databasebewerkingen zonder effect
op het mediabestand zelf. Als u een onderdeel uit de bibliotheek
verwijdert, kunt u met een optie in het dialoogvenster ter bevestiging

16 Pinnacle Studio
een stap verder gaan en het bestand verwijderen, maar deze optie is
standaard uitgeschakeld – u moet deze handeling specifiek activeren.
Ook bij het verwijderen of verplaatsen van een
bestand in Windows Verkenner of een andere
toepassing buiten Pinnacle Studio, blijft de
databaserecord van het bestand bestaan. Aangezien
de bibliotheek niet echt toegang tot het bestand kan
krijgen, wordt er een foutsymbool weergegeven bij de vermelding
van het bestand. Als het bestand nog bestaat, maar is verplaatst naar
een andere map of een ander apparaat, moet het opnieuw aan de
bibliotheek worden gekoppeld. Dubbelklik op het item om een
standaard dialoogvenster voor het openen van bestanden te openen
waarin u de nieuwe locatie van het bestand kunt aangeven.
Controleer af en toe of er ontbrekende media in de bibliotheek zijn
in de speciale subsectie All media Ontbrekende media van de
onderdelenstructuur. De boomstructuur met de onderdelen wordt
hieronder beschreven (pagina 17).
Locatietabs
Bij het bewerken van een videoproject moet u de diverse media en
andere onderdelen coördineren waarover u beschikt. Waarschijnlijk
kijkt u tijdens het werk regelmatig in diverse delen van de
bibliotheek die relevant voor het project zijn. Ongetwijfeld verandert
u ook af en toe de weergave- en filteropties, afhankelijk van het
materiaal dat u bekijkt.
Net zoals een webbrowser met een rij tabs waarmee moeiteloos
tussen diverse geopende websites kunt overschakelen, kunt u in de
bibliotheek tijdens het werk locatietabs maken en configureren. De
tabs bieden directe toegang tot de diverse locaties waar u momenteel
werkt.
Om de locatie van de huidige tab in te stellen, klikt u op een naam in
de onderdelenstructuur. Wijzigingen die u maakt in weergave- en
filteropties terwijl de tab actief is, blijven behouden.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 17
Hier bieden drie tabs toegang tot media die door verschillende
onderdelen van een schijfproject worden vereist. De
muisaanwijzer staat op de plek om een nieuwe tab te maken. Om
een tab te sluiten, klikt u op de x rechts van het tabopschrift.
De onderdelenstructuur
Alle onderdelen in de bibliotheek zijn georganiseerd in een
mapstructuur die u bekend zal voorkomen uit hulpmiddelen voor
bestandssystemen zoals Windows Verkenner. Als u een locatie
selecteert u in de onderdelenstructuur, verschijnt de mapnaam op het
opschrift van de actieve locatietab, en de inhoud wordt weergegeven
in de aangrenzende browser.
In de hoofdbibliotheek, zoals hier te zien, beslaat de
onderdelenstructuur het linkerpaneel van het werkgebied. In de
compacte weergave van de bibliotheek, die wordt gebruikt door
de gereedschappen voor project- en mediabewerking van
Pinnacle Studio, wordt de onderdelenstructuur echter
weergegeven als een vervolgkeuzelijst op de actieve tab.

18 Pinnacle Studio
De vier ‘hoofdtakken’ van de onderdelenstructuur worden hierboven
toegelicht (pagina 14).
Het menu Groeperen op
De kopregel van de tak Alle media
biedt een klein vervolgkeuzemenu
met opties voor de groeperingen
binnen elke subsectie van de tak.
Als u groepeert Op Map (standaard),
dan correspondeert de mapstructuur met feitelijke directory’s op uw
harde schijf, flash-station of ander bestandsapparaat. Sommige
standaardmappen zijn standaard aanwezig; u kunt andere mappen
naar wens toevoegen met het systeem voor geanalyseerde mappen.
Groeperen Op Map is te zien in de afbeelding van de
hoofdbibliotheek hierboven.
Als u een andere groepering gebruikt, Op Kwalificatie, Op Datum of
Op Bestandstype, worden dezelfde bestanden weergeven binnen de
subsecties als bij de groepering Op Map. In plaats van ze te
classificeren aan de hand van de bestandsmappen waar ze staan
opgeslagen, groepeert de onderdelenstructuur in ‘virtuele mappen’
op basis van de gekozen eigenschap.
Bij groeperen Op Kwalificatie worden de subsecties bijvoorbeeld in
zes virtuele mappen verdeeld. Vijf van deze secties tonen
mediabestanden waar u sterkwalificaties hebt gegeven; de zesde is
voor items die u nog niet hebt beoordeeld. Zie “De Browser” (pagina
25) voor meer informatie over bestandskwalificaties en de
toepassingen ervan.
In de bovenstaande afbeelding is de subsectie Foto’s van de tak Alle
media te zien, gegroepeerd op bestandstype. De virtuele mappen
hebben namen zoals bmp, gif en jpg – één virtuele map voor iedere
herkende bestandsextensie van de mediabestanden van de subsectie.
Onder groeperen Op Datum vertegenwoordigen de mappen het jaar
waarin het bestand is gemaakt; hierbinnen zijn de bestanden
gegroepeerd op maand.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 19
De hoofdbibliotheek met groepering Op Datum geselecteerd in de
tak Alle media van de onderdelenstructuur. De onderste mappen
in de structuur worden weergegeven in de browser (rechts). Deze
‘virtuele’ mappen vertegenwoordigen alle foto’s waarvan de
bestandsdata binnen een bepaalde maand vallen.
Groeperen in andere subsecties
De takken Projecten en Creatieve elementen van de
onderdelenstructuur bieden tevens het menu groeperen op, zodat de
takken in verschillende groeperingsmodi vertegenwoordigd kunnen
zijn. De menuopdrachten zijn gelijk aan de hierboven beschreven
opdrachten voor de tak Alle media, behalve dat de optie Op
bestandstype niet nodig is en niet verschijnt.
De knop Collectie toevoegen
De tak Collecties heeft geen
menu Groeperen op. Met
deze knop op de kopregel
van de tak kunt u een nieuwe
collectie maken zoals
hieronder beschreven bij
“Collectiebewerkingen”.

20 Pinnacle Studio
Collecties
Vanuit het perspectief van de bibliotheek is een Collectie gewoon
een willekeurig groepering onderdelen – een set bibliotheekitems
zonder organisatieprincipe. U hebt mogelijk een goede reden voor
het samenvoegen van bepaalde bestanden in een bepaalde collectie,
maar de bibliotheek kent deze reden niet. Binnen een collectie
kunnen alle onderdelen worden gecombineerd.
Een speciale collectie, met de naam Laatste import, wordt
automatisch bijgewerkt na iedere importbewerking om de
toegevoegde media weer te geven. U kunt direct na importeren naar
deze collectie gaan en met het nieuwe materiaal werken.
Een andere automatisch gegenereerde collectie is Laatste Smart-
creatie, waarin de media wordt opgeslagen die u hebt geselecteerd
voor u meest recente SmartSlide- of SmartMovie-productie.
Collectiebewerkingen
Om een nieuwe collectie te maken, klikt u op het pictogram in de
kopregel van de tak Collecties en voert u een naam in het tekstvak
in. Voltooi het proces door op Enter te drukken. U kunt ook Aan
collectie toevoegen Nieuwe collectie maken in het contextmenu
van een item kiezen.
Collecties beheren: Het contextmenu van elke collectie biedt
opdrachten voor het hernoemen en verwijderen van de collectie, en
een opdracht voor het maken van een subcollectie met de huidige
collectie als de ‘hoofdmap’.
Slepen en neerzetten: Collecties kunnen in de onderdelenstructuur
worden georganiseerd met de muis. Een gesleepte collectie wordt
een subcollectie wanneer hij onder een andere wordt geplaatst.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 21
Verzamelde onderdelen weergeven
Klik op de naam van een collectie om deze weer te geven in de
Browser.
Er is een belangrijk verschil tussen de browserweergave van
collecties en de browserweergave van alle andere categorieën: de
media-items in subcollecties worden visueel samengevoegd met de
onderdelen in de geselecteerde collectie, maar niet in subgroepen
geplaatst.
Met een speciale functie van de browser maakt het echter
eenvoudiger om overzicht over de onderdelen te houden bij het
bekijken van collecties, zelfs als u geen robotachtig systematisch
persoon bent: als u met de muisaanwijzer over een vermeld item
gaat, worden de bijbehorende collecties gemarkeerd in de
onderdelenstructuur.
Bewerkingen van verzamelde onderdelen
Deze bewerkingen kunnen worden uitgevoerd via het contextmenu
van ieder collectie-item. Om een groep items te bewerken, selecteert
u ze eerst met de muis (desgewenst met Ctrl-klik en Shift-klik voor
meervoudige selecties) of door een kader rond de items te slepen.
Klik vervolgens met de rechtermuisknop in de selectie om het
contextmenu te openen.
Aan collectie toevoegen: Kies een doelcollectie in het submenu Aan
collectie toevoegen om het geselecteerde item of items toe te voegen.
U kunt de selectie ook naar de doelcollectie slepen.
Uit collectie verwijderen: De opdracht Verwijderen verwijdert het
item (of items) uit de collectie. Zoals gebruikelijk bij de bibliotheek
worden de onderliggende media-items niet beïnvloed; als een video
of ander item uit een collectie in de bibliotheek wordt verwijderd,
wordt het niet uit andere bilbiotheekcollecties verwijderd.

22 Pinnacle Studio
Onderdelen in de bibliotheek beheren
Media en andere onderdelen komen op diverse manieren in de
bibliotheek terecht. De originele inhoud van de tak Creatieve
elementen van de bibliotheek wordt bijvoorbeeld tegelijk met
Pinnacle Studio geïnstalleerd.
De bibliotheek detecteert automatisch onderdelen op uw systeem
door regelmatig te zoeken in de standaard medialocaties van
Windows. Deze worden bij de installatie van Pinnacle Studio
ingesteld als geanalyseerde mappen. Mediabestanden op deze
locaties worden automatisch aan de bibliotheek toegevoegd. U kunt
uw eigen geanalyseerde mappen toevoegen (zie hieronder); deze
worden ook automatisch bijgewerkt.
Ten slotte kunt u media handmatig importeren via diverse methodes
(zie “Importeren” hieronder).
Geanalyseerde mappen
Geanalyseerde mappen zijn directory’s op uw computer die door
Pinnacle Studio worden gecontroleerd. Als u mediabestanden zoals
videoclips aan een geanalyseerde map toevoegt, of aan een van de
submappen ervan, worden deze automatisch aan de bibliotheek
toegevoegd. Het bijwerken vindt telkens plaats wanneer het
programma wordt gestart en tijdens het gebruik van het programma.
Geanalyseerde mappen worden ingesteld op de pagina
Geanalyseerde mappen van het dialoogvenster Instellingen. Bij elke
map die u toevoegt, kunt u aangeven of er één bepaald ondersteund
mediatype wordt gedetecteerd, of allemaal. Zie hoofdstuk 12:
Instellingen voor meer informatie.)
Importeren
Als u een grote hoeveelheid of verscheidenheid aan media wilt
importeren, of wilt importeren van analoge media zoals VHS-tape,
klikt u op de knop Importeren bovenaan het programmavenster om
de Importer te openen. Zie hoofdstuk 10: De Importer voor alle
informatie.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 23
Snelle import
De knop Snelle import linksboven in de
bibliotheek opent een bestandsdialoogvenster van
Windows voor het snel importeren van bestanden
van een harde schijf of andere lokale opslag.
Er worden nieuwe mappen in de bijbehorende mediacategorieën
(foto's, video, audio en projecten) gemaakt voor de gespecificeerde
mappen. De geïmporteerde items worden tevens opgenomen in de
collectie Laatste import. (Collecties zijn eerder in dit hoofdstuk
toegelicht, op pagina 20.)
Direct importeren via slepen en neerzetten
U kunt items in één stap selecteren en importeren door ze van
Windows Verkenner of het bureaublad naar de browser te slepen. De
nieuwe items worden direct weergegeven in de collectie ‘Laatste
import’, die indien nodig direct wordt gemaakt.
Rechtstreeks vanuit de bibliotheek exporteren
Elk foto-, video-, audiobestand of project in de hoofdbibliotheek kan
rechtstreeks worden geëxporteerd 'zoals het is' naar een cloud-
gebaseerde opslagservice of schijf met behulp van de
contextmenuopdrachten die hieronder worden beschreven. Voor
andere exportopties gebruikt u de Exporter door het onderdeel te
selecteren en op de tab Export boven aan het venster te klikken. Zie
hoofdstuk 11: De Exporter voor volledige informatie.
Als u een bibliotheekonderdeel op schijf wilt opslaan, selecteert u
Schijf branden in het contextmenu. U kunt ervoor kiezen om alleen
het bestand te branden of een schijfbeeld, als u dat gemaakt hebt. Als
u meerdere onderdelen hebt geselecteerd en dan Schijf branden
selecteert, worden alle onderdelen weergegeven in het
dialoogvenster Bestanden op schijf branden. U kunt meer
onderdelen toevoegen door op het pictogram Bestand te klikken en
te bladeren. U kunt ook weer bestanden uit de lijst verwijderen
voordat u begint met branden.

24 Pinnacle Studio
Meerdere foto's geselecteerd voor export naar een online
opslaglocatie in de cloud via Box.com.
Gebruikt u een online opslagprovider om een of meerdere
bibliotheekonderdelen op te slaan, open dan het contextmenu kies
Uploaden naar, en klik op Box. Er wordt nu een dialoogvenster
geopend waarin u een account kunt aanmaken of u kunt aanmelden.
Door de uploadbewerking verandert er niets aan uw bestanden. Ze
worden gewoon gekopieerd naar uw persoonlijke opslaglocatie op
Box.com.
Items uit de bibliotheek verwijderen
Om een item of een selectie met meerdere items uit de bibliotheek te
verwijderen, kiest u Selectie verwijderen in het contextmenu of drukt
u op Delete. Er verschijnt een dialoogvenster ter bevestiging met de
lijst met mediabestanden die uit de bibliotheekdatabase worden
verwijderd. Standaard worden de mediabestanden niet beïnvloed,
maar u hebt ook de mogelijkheid om het bestand zowel uit de
bibliotheek als van uw harde schijf te verwijderen. Wees hier
voorzichtig mee, want deze opdracht werkt voor alle soorten
bibliotheekitems, inclusief uw Pinnacle Studio-projecten als deze
zijn geselecteerd.

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 25
Wanneer alle bestanden in een map zijn verwijderd, verbergt de
bibliotheek de map.
U kunt een map met de gehele inhoud ook uit de bibliotheek
verwijderen bij het verwijderen van de map uit de lijst geanalyseerde
mappen. Dit gebeurt echter niet automatisch, en u wordt gevraagd of
u de huidige onderdelen in de bibliotheek wilt behouden maar het
analyseren van de locatie wilt stopzetten.
De Browser
Dit is het gedeelte waar de bibliotheek de mediaonderdelen toont –
de video’s, foto’s, audio, projecten, collecties en ‘creatieve
elementen’ die beschikbaar zijn voor gebruik in uw film- en
schijfprojecten. De items worden als een lijst tekstrecords of als een
reeks pictogrammen weergegeven. Voor visuele mediatypes worden
thumbnail-afbeeldingen gebruikt als pictogrammen; voor andere
types worden grafische symbolen gebruikt.
De bibliotheek zou niet erg nuttig zijn als de browser alle media
tegelijk weergeeft. Daarom zijn er diverse functies waarmee u items
die niet relevant zijn, kunt verbergen. Zie “Kiezen wat er wordt
weergegeven” hieronder voor details.
De browserweergave aanpassen
Onderaan in de bibliotheek staan enkele functies waarmee u de
weergave van onderdelen in de browser kunt aanpassen.
Met de knop Info, die alleen beschikbaar is in de
hoofdweergave van de bibliotheek, wordt een deelvenster
onder aan het browservenster weergegeven met details
over het huidige onderdeel, zoals bijschrift, bestandsnaam,
kwalificatie en eventueel gekoppelde tags en opmerkingen. Deze
informatie kwan worden bewerkt en voor sommige onderdelen kunt
u het correctiegereedschap openen via het tandwielpictogram
linksboven in het deelvenster.

26 Pinnacle Studio
De knop Scèneweergave is alleen van toepassing op video-
onderdelen. Zolang deze knop actief is, vertegenwoordigen
onderdelen in de browser de individuele scènes in een
bepaalde video, en niet zoals gebruikelijk het hele onderdeel. Zie
“Voorbeeldweergave in de bibliotheek” op pagina 33 voor meer
informatie.
In de hoofdbibliotheek staan deze en de volgende twee knoppen
rechts tussen de infoknop en de zoomschuifregelaar. In de compacte
bibliotheek staan deze drie knoppen aan de linkerkant.
Met de knop Thumbnailweergave worden onderdelen
weergegeven als thumbnails in plaats van tekstregels. In
de vervolgkeuzelijst die bij deze knop hoort, selecteert u
welke gegevens en instellingen naast de thumbnails in de browser
worden weergegeven.
Met de knop Detailweergave schakelt u over naar de
alternatieve weergavemodus, waarin elk onderdeel wordt
weergegeven als tekst. Gebruik de vervolgkeuzelijst bij
deze knop om te selecteren welke tekstvelden u wilt weergeven.
Met de zoomschuifregelaar kunt u
inzoomen op de thumbnails voor meer
details, of uitzoomen voor beter overzicht. De schuifregelaar bevindt
zich altijd aan het rechteruiteinde van de balk onderaan.
Thumbnails en details
Elk onderdeel wordt in de bibliotheekbrowser in één van twee
formaten weergegeven, afhankelijk van de geselecteerde weergave.
Omdat de pictogrammen van de weergave Thumbnails en de
tekstrecords van de weergave Details dezelfde items
vertegenwoordigen, delen ze bepaalde functies. Het contextmenu
voor onderdelen is bijvoorbeeld hetzelfde, ongeacht welk
weergavetype er wordt gebruikt.
En standaard mediaonderdelen (video, foto en audio), plus
Geluidseffecten in de tak Creatieve elementen, openen de

Hoofdstuk 2: De Bibliotheek 27
desbetreffende media-editor voor correcties als u erop dubbelklikt,
ongeacht het weergavetype. Het correctiegereedschap is ook
beschikbaar wanneer een media-editor wordt geopend vanaf de
tijdlijn, maar wanneer ze worden gebruikt voor een
bibliotheekonderdeel worden ze meegenomen naar een toekomstig
project dat dit onderdeel bevat. Zie “Media corrigeren” op pagina 44
voor meer informatie.
Details
In de detailweergave wordt elk item weergegeven als een regel in
een lijst met tekstrecords. In de thumbnailweergave verschijnt het
onderdeel als een thumbnail-afbeelding (voor visuele mediatypes) of
een grafisch pictogram.
Om in de browser over te schakelen naar de
detailweergave, klikt u op het pictogram op de knop
Detailweergave onderaan de bibliotheek. Met de pijl naast
de knop opent u een paneel met beschikbare kolommen die u kunt
kiezen voor uw tekstrecords (de kolom Bijschrift is altijd aanwezig).
Schakel de selectievakjes in voor de kolommen die u wilt
weergeven. U kunt kiezen uit Bestandsgrootte, Bestandtype, Datum,
Tags, Kwalificatie en Duur.
In de detailweergave wordt elk item weergegeven als een
tekstrecord op één regel. Met een vervolgkeuzelijst naast de knop
Detailweergave kunt u aangeven welke kolommen u wilt laten
weergeven. In de afbeelding zijn ‘dieren’ en ‘landschap’ de
namen van de mappen in de tak Alle media van de bibliotheek.

88 Pinnacle Studio
frames is een volledige samenstelling van alle tijdlijnsporen. U kunt
de weergave in- of uitschakelen met de knop solo in de
rechteronderhoek van de Knip-editor. Als de solomodus is
uitgeschakeld, worden knippunten in hun tijdlijncontext in het
voorbeeld weergeven.
De Knip-editor wordt geopend in dubbele voorbeeldmodus.
Als u naar enkelvoudige voorbeeldmodus wilt
overschakelen, klikt u op de knop voorbeeldmodus in de
rechterbovenhoek van het voorbeeldgedeelte.
De knipmodus afsluiten: U kunt de knipmodus sluiten door op de
knop knipmodus te klikken.
Bewerkingsmodi
De huidige bewerkingsmodus –
smart, overschrijven of invoegen –
bepaalt hoe het knippen van invloed
is op andere clips op de tijdlijn.
Selecteer de modus in de
vervolgkeuzelijst geheel rechts op
de tijdlijnwerkbalk.
Modus Invoegen: Clips rechts naast een geknipte clip en op
hetzelfde spoor gaan naar links of rechts om ruimte te maken voor
de nieuwe lengte van de clip. De synchronisatie met andere sporen
raakt mogelijk verloren, maar er worden geen clips overschreven.
Modus Overschrijven: Alleen de clips die u knipt, en eventuele
aangrenzende clips die ze overschrijven, worden in deze modus
gewijzigd. De synchronisatie van de sporen wordt niet
beïnvloed.Smart-modus:
Smart-modus: Tijdens het knippen is de smart-modus gelijk aan de
modus Invoegen.
Het begin van een clip knippen
U begint met het knippen van het begin van een clip (het punt
'markering in') door op de linkerrand van de clip te klikken terwijl de

Hoofdstuk 3: De Film-editor 89
knipaanwijzer zichtbaar is. Nu u een knippunt hebt bepaald, kunt u
frames aan het begin van de clip toevoegen of verwijderen.
Voor knippen op de clip sleept u het knippunt naar links of rechts.
Voor knippen op de player gebruikt u de knipknoppen om één of
tien frames naar voren of achteren te knippen. Klik op de knop
weergave in loop voor een herhalende weergave van het
knipgedeelte.
De positie van het afspeelpunt ten op zichte van het knippunt helpt
onderscheid te maken tussen de markering in van een clip (links)
en de markering uit van de vorige clip (rechts).
Het einde van de clip knippen
Voor het knippen van het einde van de clip (het punt 'markering uit')
opent u een knippunt door op de rechterrand van een clip te klikken
wanneer de muisaanwijzer verandert in een pijl die naar rechts wijst.
U kunt nu frames toevoegen of verwijderen aan het einde van uw
clip.
U kunt weer direct op de clip knippen door het knippunt te slepen, of
op de Player knippen in de modus knippen.
Gaten knippen
Op de projecttijdlijn kunt u niet alleen de clips knippen, maar ook de
gaten tussen de clips. Het knippen van gaten klinkt misschien niet zo
heel nuttig, maar het is echt handig. Een voorbeeldje. Een
voorbeeldje: de gemakkelijkste manier om ruimte op één
tijdlijnspoor in te voegen of te verwijderen, is om de rechterrand van
een gat te knippen. Alle clips rechts van het gat worden hierbij als
een blok verplaatst.

90 Pinnacle Studio
Als u een knippunt op elk spoor wilt openen om de synchronisatie te
behouden tijdens het knippen, kunt u er vaak voor kiezen de duur
van een gat in plaats van de duur van een clip te hanteren. (Onthoud
de regel: er is één knippunt op elk spoor vereist om de
synchronisatie te behouden.)
Het knippen van een gat, aan het begin of het einde, verloopt op
precies dezelfde wijze als hierboven beschreven voor een clip.
Twee geselecteerde gaten en een markering-uit voor audio zijn
geselecteerd voor knippen. Omdat er op elk spoor één knippunt is
gemaakt, blijft de gehele productie gesynchroniseerd bij het
knippen.
Beide knippen
Bij deze bewerking worden twee naast elkaar gelegen clips (of een
clip en ernaast gelegen gat) tegelijk geknipt. Frames die aan het item
aan de linkerkant worden toegevoegd, worden verwijderd van het
item aan de rechterkant, en vice versa, zolang er ruimte en materiaal
beschikbaar zijn. U verplaatst alleen het knippunt waar de items
samenkomen. Een toepassing voor deze techniek is het aanpassen
van visuele cuts aan de maat van een muzieksoundtrack.
Om te beginnen, klikt u aan het einde van clip aan de linkerkant om
het eerste knippunt te openen; Ctrl-klik vervolgens aan het begin van
de clip aan de rechterkant om de tweede te openen.
Bij plaatsing op de aangrenzende knippunten die u zojuist hebt
geopend, krijgt de muisaanwijzer de vorm van een horizontale

Hoofdstuk 3: De Film-editor 91
tweekoppige pijl. Sleep naar links of rechts om de clipgrens te
verplaatsen of gebruik de Player in de modus knippen.
Beide knippen: er zijn aangrenzende uit- en in-knippunten
geselecteerd Wanneer u de knippunten versleept, heeft dit invloed
op de timing van de hand-off van de uitgaande clip naar de
binnenkomende clip, maar wordt de tijdlijn niet verstoord.
Glijdend knippen
Om het beginframe van een clip binnen het bronmateriaal te
wijzigen, maar de duur ongewijzigd te laten, opent u één knippunt
aan het begin van een clip en een andere aan het einde van ofwel
dezelfde clip of een latere clip op het tijdlijnspoor.
Sleep de knippunten horizontaal of gebruik de knipknoppen van de
player om de positie van de clip binnen de bron aan te passen.
Glijdend knippen: Wanneer u de in- en uit-knippunten van een
clip selecteert en de clip versleept, worden de in- en uit-punten ten
opzichte van het oorspronkelijke materiaal gewijzigd, maar blijft
de begintijd of duur van de tijdlijn hetzelfde.

92 Pinnacle Studio
Schuivend knippen
Schuivend knippen is een uitgebreide versie van de hierboven
beschreven techniek beide knippen. In dit geval kunt u knippunten
aan het einde van een clip en het begin van een andere clip later op
de tijdlijn openen. In plaats van één clipgrens langs de tijdlijn te
schuiven, zoals bij beide knippen, verschuift u twee clips samen.
Alle clips tussen de twee knippunten worden op een nieuwe positie
eerder of later op de tijdlijn geplaatst.
Schuivend knippen: er is een uit-knippunt geopend op de eerste clip,
en een in-punt op de derde.
Schuivend knippen: Er is een uit-punt geopend om te knippen op
de eerste clip, en een in-punt op de derde clip. Wanneer u een van
beide punten versleept, wordt de middelste clip (of meerdere clips,
indien aanwezig) langs het spoor verschoven, terwijl andere clips
blijven staan.
Knippunten controleren
Bij het knippen met meerdere knippunten is het nuttig om de
voorbeeldweergave over te schakelen van de ene kniplocatie naar de
andere om te controleren of beide correct zijn ingesteld. Door een
knippunt te selecteren voor controle, wordt het een bron voor audio
en video tijdens de voorbeeldweergave.
Controle is ingeschakeld wanneer u een knippunt maakt. Wanneer u
achtereenvolgens meerdere knippunten maakt, kunt u elk knippunt
tot in detail instellen. Ctrl-klik op een bestaand knippunt om het te

Hoofdstuk 3: De Film-editor 93
selecteren voor controle. Terwijl de modus knippen actief is kunt u
via Tab of Shift+Tab door de geopende punten lopen.
Nadat u Ctrl-klik hebt uitgevoerd om een knippunt te controleren,
kunt u knippen beheren met de pijltjestoetsen Links en Rechts. Knip
één frame met de toetsen niet verschoven, voeg de Shift-toets toe om
in stappen van 10 frames te knippen.
Verplaatsen en kopiëren
Om een selectie van één of meerdere clips te verplaatsen, plaatst u
de muisaanwijzer op een geselecteerde clip en wacht u tot de
aanwijzer verandert in een handsymbool. Sleep de clip hierna naar
de gewenste positie.
U kunt het verplaatsen zien als een proces van twee stappen.
Allereerst wordt de selectie verwijderd op de huidige tijdlijn
volgends de regels van de huidige bewerkingsmodus. Vervolgens
wordt de selectie naar de gewenste eindpositie verplaatst. Hier wordt
de selectie van links naar rechts per spoor ingevoegd. De relatieve
positie van alle geselecteerde clips op alle sporen blijft behouden.
Het verplaatsen van een ‘verspreide selectie’ (een selectie waarbij
sommige clips per spoor worden geselecteerd en andere clips in
dezelfde regio niet) is mogelijk, maar kan verwarrend zijn tenzij dit
in de modus overschrijven wordt uitgevoerd. Het verplaatsen van
losse clips of een complete tijdlijnselectie is eenvoudiger en is indien
mogelijk altijd te prefereren.
Houd Alt ingedrukt tijdens het verplaatsen van clips om over te
schakelen tussen de modi invoegen en overschrijven. De standaard
smart-bewerking is hetzelfde als invoegen, aangezien het meest
frequente gebruik van horizontale verplaatsingen het opnieuw
rangschikken van de afspeelvolgorde is.
Clips kopiëren: Houd Ctrl ingedrukt bij het verplaatsen van een
selectie clips om de clips te kopiëren in plaats van te verplaatsen.

94 Pinnacle Studio
Het klembord gebruiken
Hoewel sleepbewerkingen iets meer mogelijkheden bieden bij het
behandelen van clips, ondersteunt de tijdlijn de standaard
klembordbewerkingen knippen, kopiëren en plakken met de bekende
toetsencombinaties. Het klembord is tevens de enige methode voor
het verplaatsen en kopiëren van overgangen en effecten tussen clips.
Vanuit de bibliotheek
Na het selecteren van één of meerdere clips in de bibliotheek
selecteert u Kopiëren in het contextmenu van de selectie of drukt u
op Ctrl+C om de selectie op het klembord te plaatsen. (Knippen, de
andere bekende opdracht voor het toevoegen van inhoud aan het
klembord, is niet beschikbaar in de bibliotheek.)
Zet op de tijdlijn de afspeelpositie op het punt waar u wilt plakken
en selecteer het gewenste spoor door op de kop ervan te klikken.
Druk nu op Ctrl+V om de clips in te voegen van het klembord op het
spoor, vanaf de afspeelkop.
Als u Plakken selecteert in het contextmenu van de tijdlijn in plaats
van op Ctrl+V te drukken, worden de clips geplakt op de plaats van
de muisaanwijzer op het standaardspoor en niet bij de afspeelkop.
U kunt de plakbewerking net zo vaak herhalen met dezelfde set clips
als u wilt.
Vanuit de tijdlijn
Selecteer één of meer clips op de tijdlijn en klik dan op Kopiëren of
Knippen in het contextmenu van de selectie, of druk op Ctrl+C
(kopiëren) of Ctrl+X (knippen). Beide opdrachten voegen de clips
aan het klembord toe; Knippen verwijdert de originele clips uit het
project, terwijl Kopiëren ze behoudt.

Hoofdstuk 3: De Film-editor 95
Plak de inhoud van het klembord op de tijdlijn zoals hierboven
wordt beschreven. De clips plakken op dezelfde sporen waar ze
oorspronkelijk stonden, met dezelfde horizontale tussenruimte.
Anders dan bij slepen en neerzetten ondersteunt het klembord het
verplaatsen van clips tussen sporen niet.
Effecten op het klembord
Clips waaraan effecten zijn toegevoegd, hebben een magenta lijn
langs de bovenrand. Klik met de rechtermuisknop op de clip en
vervolgens op de lijn om het contextmenu Effecten te openen. Hier
vindt u de opdrachten Alles knippen en Alles kopiëren voor het
overzetten of delen van een set effecten tussen clips. Selecteer één of
meerdere doelclips en druk op Ctrl+V of klik op Plakken in het
contextmenu van de tijdlijn.
De stapel effecten wordt geplakt op alle geselecteerde clips. De
doelclips behouden effecten die ze mogelijk al bevatten. De geplakte
effecten worden boven op de bestaande effecten geplaatst.
Overgangen op het klembord
Klik met de rechtermuisknop in het overganggedeelte in de
bovenhoek bij het begin- of einde van een clip om toegang te krijgen
tot het contextmenu Overgang. Selecteer Knippen of Kopiëren om
de overgang op het klembord te plaatsen.
Net zoals effecten kunnen overgangen worden geplakt op één of
meer doelclips, maar een bestaande overgang van dit type (begin of
einde) die wordt geplakt, wordt overschreven. Het plakken mislukt
als de duur van de overgang op het klembord langer is dan de
doelclip.
Snelheid
Het venster Instelling Snelheid wordt geopend via Snelheid
Toevoegen of Snelheid Bewerken in het contextmenu van een

96 Pinnacle Studio
video- of audioclip op de tijdlijn. U kunt de instellingen aanpassen
om iedere mate van slow motion of fast motion binnen een breed
bereik te produceren. Een clip waarop Instelling Snelheid is
toegepast, wordt gemarkeerd met een gele onderbroken lijn.
Het venster Instelling Snelheid
De feitelijke afspeelsnelheid van uw project blijft altijd gelijk. Deze
snelheid wordt permanent ingesteld door Frames per seconde in uw
projectinstellingen. Om slow motion te bereiken, worden er nieuwe
frames geïnterpoleerd tussen de originele frames; voor fast motion
worden sommige bronframes onderdrukt.
De opties in het dialoogvenster zijn verdeeld in diverse groepen.
Constant
Selecteer de afspeelsnelheid van de clip als een waarde van 10 tot
500 procent in verhouding tot het originele materiaal. Alles onder
100 procent is slow motion.
Anker: Wanneer Constant is geselecteerd, wordt de clip op de
tijdlijn verankerd met een aangegeven frame tijdens
knipbewerkingen. U kunt het eerste of laatste frame van de clip, of
het frame bij de huidige positie van de afspeelkop, als het anker
definiëren. Dit kan nuttig zijn voor het coördineren van actie tussen

102 Pinnacle Studio
Wanneer een fade-in een fade-out volgt, wordt het resultaat een
‘fade door zwart’ genoemd. De linkerclip vervaagt geheel en
vervolgens komt de rechterclip volledig in beeld. Het is niet nodig
om een gat van een frame tussen de clips te laten.
Rimpelende overgangen
De opdracht voor een rimpelende overgang is vooral nuttig voor het
maken van snelle diashows van een reeks stilstaande afbeeldingen,
of een video van een reeks korte clips. Een dergelijke presentatie is
interessanter als u een overgang toevoegt tussen twee clips. Dat is
snel en gemakkelijk als u een rimpelende overgang gebruikt.
Begin met een reeks clips op de tijdljin en voeg vervolgens het
gewenste type overgang toe aan een van de clips. Selecteer alle clips
in de reeks, open het contextmenu op de clip met de overgang, en
kies de opdracht voor een rimpelende overgang. Hiermee past u de
originele overgang toe op de geselecteerde clips. Als de originele
clip zowel een Overgang in als een Overgang uit heeft, kunt u een
van de twee kiezen om overal toe te passen.
Alle geselecteerde clips die al een overgang bevatten of te kort zijn
voor de nieuwe overgang, worden niet gewijzigd.
Meerdere overgangen verwijderen
Als u overgangen uit meerdere clips tegelijk wilt verwijderen,
selecteert u de clips, klikt u met de rechtermuisknop op één ervan en
kiest u Overgangen verwijderen in het contextmenu. Alle
overgangen, zowel in als uit, worden verwijderd uit de geselecteerde
clips.
Een overgang vervangen
Selecteer de gewenste overgang en sleep deze naar een bestaande
overgang. Hierdoor wordt de overgangsanimatie vervangen, terwijl
het originele type (in of out) en de duur behouden blijven.

Hoofdstuk 3: De Film-editor 103
Of u kunt Vervangen door kiezen in het contextmenu van de
overgang of het contextmenu van de clip. U kunt dan kiezen uit
verschillende overgangen.
Overgangen aanpassen
De duur van overgangen kan worden aangepast, net zoals die van
clips. Let op de aanpassingsaanwijzer wanneer de muis in de buurt
van de verticale kant van de overgangrechthoek wordt geplaatst.
Gebruik dit om de duur van uw overgang te wijzigen.
Zoals gebruikelijk maken fade-outovergangen gebruik van de
invoegmodus tijdens het aanpassen, terwijl fade-in wordt uitgevoerd
in de overschrijfmodus. Houd Alt ingedrukt tijdens het aanpassen
om deze werking om te keren.
U kunt een overgang aanpassen zodat de duur nul is, waardoor u de
overgang feitelijk verwijdert. U kunt ook Overgang Verwijderen
kiezen in het contextmenu van de overgang. Opnieuw wordt de
rimpelen-modus gebruikt voor fade-out, en overschrijven voor fade-
in; de toets Alt is beschikbaar om de standaardinstelling om te keren.
Als u de duur van een overgang numeriek wilt instellen, klikt u op
het duurveld dat verschijnt wanneer de muisaanwijzer boven de
overgangrechthoek staat. (Zoom in op de tijdlijn om de
schermbreedte van de overgangsvouw te vergroten als het veld niet
verschijnt.) Klik op dit veld voor directe bewerking, zodat u de duur
via het toetsenbord kunt invoeren.
Contextmenu van overgang
Zoeken in Bibliotheek: Hiermee opent u de bibliotheekbrowser op
de map die de overgang bevat.
Bewerken: Via deze opdracht verschijnt er een venster, de
basisovergang-editor, waarin de duur van de overgang kan worden
ingesteld.

104 Pinnacle Studio
Basisovergang-editor
Als de overgang een aangepaste editor voor het configureren van
speciale eigenschappen biedt, dan biedt de knop Bewerken in de
basisovergang-editor toegang.
Er is een selectievakje Omkeren beschikbaar bij sommige
overgangen voor het omkeren van de overganganimatie.
Kopiëren: Met deze opdracht wordt de overgang op het klembord
geplaatst samen het type (fade-in, fade-out) en de duur. Deze
eigenschappen blijven behouden voor de overgang bij het plakken.
Het is daarom niet mogelijk om een fade-in als een fade-out of vice
versa te plakken.
Als u de overgang op een bepaalde clip wilt plakken, selecteert u
Plakken in het contextmenu. Om de overgang op alle geselecteerde
clips te plakken, selecteert u Plakken in het contextmenu van een
leeg gedeelte op de tijdlijn of van een geselecteerde clip; u kunt ook
gewoon op Ctrl+V drukken.
Rimpel: Deze opdracht verschijnt als er meerdere clips zijn
geselecteerd. Zie 'Rimpelende overgangen' bovenaan.
Verwijderen: Met deze opdracht wordt een overgang verwijderd.
Fade-in overgangen worden zonder meer verwijderd. Het
verwijderen van een fade-out overgang zorgt ervoor dat de clips aan
de rechterkant verder naar rechts worden verschoven voor de duur
van de overgang. Hierdoor kunnen er synchronisatieproblemen met
andere sporen ontstaan.

Hoofdstuk 3: De Film-editor 105
Het submenu Vervangen door in het contextmenu van een
overgang geeft een handige selectie van standaard, recent
gebruikte en vijfsterrenovergangen weer in een pop-up. Deze pop-
up wordt ook weergegeven wanneer overgangen worden
toegevoegd of vervangen via het contextmenu van een clip.
Vervangen door: Een selectie overgangen wordt aangeboden: twee
standaardoplossingen, de zes recentst gebruikte overgangen, en alle
overgangen met een beoordeling van 5 sterren.
Clipeffecten
Clipeffecten (ook wel filters of video-effecten genoemd) werken op
één clip tegelijk. Er zijn allerlei soorten effecten en de toepassingen
variëren sterk. Met keyframing kunnen effectparameters willekeurig
worden gevarieerd binnen de clip.
Om een bepaald effect op een clip toe te passen, zoekt u het in het
gedeelte Effecten van de bibliotheek en sleept u het naar de
gewenste clip; u kunt ook op de clip dubbelklikken en het effect
selecteren op het tabblad Effecten van de media-editor van de clip.
Er kunnen meervoudige effecten op een clip worden toegepast met
een van deze methodes (of beide). Standaard worden meervoudige
effecten verwerkt voor weergave in de volgorde waarin ze zijn
toegevoegd.
Op de tijdlijn wordt de bovenrand van elke clip waarop een effect is
toegepast in magenta weergegeven. De clipeffect-indicator heeft een
eigen contextmenu, met de klembordopdrachten voor knippen en

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 111
Met de correctiegroep Verbeteren in de Video-editor werken
Tijdlijnclips corrigeren
Wanneer u een clip uit de Film-editor of de Schijfeditor in een van
de media-editors hebt geopend, kunt u deze met de gereedschappen
uit de correctiereeks op de gewenste manier wijzigen zonder dat dit
invloed heeft op de bibliotheekitems of andere clips. Dergelijke
wijzigingen op de clip gaan deel uitmaken van het project.
Als u de correcties uit een clip op de tijdlijn wilt verwijderen,
selecteert u de contextmenuopdracht Effecteneditor openen en kiest
u het gereedschap Correcties (Media-editor). De instellingspanelen
geven met markeringen aan welke instellingen er zijn gewijzigd. Zo
is het mogelijk om de correcties te zoeken en opnieuw in te stellen.
Ga voor informatie over het gebruik van een bepaalde media-editor
naar “Foto's corrigeren” op pagina 117; “Video corrigeren” op
pagina 125; of “Audio corrigeren” op pagina 133.
Overzicht mediabewerkingen
U kunt de media-editors op een aantal manieren openen om de
beschikbare gereedschappen te kiezen uit zowel de bibliotheek als de
projecttijdlijn.

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 115
Weergave voor en na: De knop verschijnt alleen voor
fotomedia. Ga voor meer informatie naar “Voor en na” op
pagina 118.
Volledig scherm: Wanneer deze knop actief is, wordt de
voorbeeldafbeelding geschaald aan de grootte van de
huidige monitor en worden andere gereedschappen uit de
weergave verwijderd. U sluit de modus voor volledig scherm door
op Esc te drukken of door de knop Sluiten (X) te gebruiken
rechtsboven in het venster. In de weergave Volledig scherm ziet u
een klein overlaypaneel met transportknoppen.
Voorbeeld weergeven van zoomopties: Met Passend
venster past u de grootte van het voorbeeld aan, zodat de
hoogte en breedte van de afbeelding de beschikbare
ruimte niet overschrijdt, zelfs niet wanneer alle gereedschappen zijn
geopend. Instellen op Echte grootte geeft de afbeelding weer in de
oorspronkelijke grootte van de bron.
Zoomen: De schuifbalk uiterst rechts op de werkbalk geeft een
doorlopende schaal van de voorbeeldafbeelding.
Het voorbeeld in het venster verplaatsen
De voorbeeldafbeelding kan met de muis naar een willekeurige
locatie in het werkgebied worden gesleept. Dit is handig om de
afbeelding te scannen wanneer u hierop inzoomt. De golfvisualisatie
in de Audio Editor kan echter niet worden gesleept.
Informatie en bijschriften
Met de knop Info links onder aan elke media-editor opent u een
venster met informatie over het huidige bestand.
Met het veld Onderschrift dat alleen beschikbaar is wanneer u de
media-editor vanuit de bibliotheek opent, kunt u het huidige item een
nieuwe naam geven.

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 117
met de muis. Wanneer u dubbelklikt, wordt de standaardwaarde
hersteld.
Parametersets vergelijken: Rechts van het veld verschijnt er een
gemarkeerde (oranje) punt wanneer de waarde van een
standaardinstelling wordt gewijzigd. Wanneer u daarna op de punt
klikt, kunt u tussen de standaardwaarde en de meest recente niet-
standaardwaarde schakelen. De punt rechts van de naam van het
effect of de correctie schakelt tussen de standaard en eigen waarden
van alle parameters.
Gekoppelde parameters: Sommige parameters worden
geconfigureerd om te worden gewijzigd in lock-step. Dit wordt
aangeduid door de aanwezigheid van een vergrendelingsymbool.
Klik op het symbool om de koppeling in- of uit te schakelen.
FOTO'S CORRIGEREN
Ga voor informatie over het openen van de Foto-editor om
correctiegereedschappen te openen samen met de algemene functies
van de media-editors, naar “Overzicht mediabewerkingen” op
pagina 111.
Fotobewerkingsgereedschappen
Deze gereedschappen bevinden zich op de onderste balk van de
Foto-editor. Ze zijn alleen beschikbaar voor foto's en andere
grafische afbeeldingen die uit de bibliotheek zijn geladen. Bij
afbeeldingen die vanuit de tijdlijn zijn geopend, hebt u hiertoe geen
toegang.

118 Pinnacle Studio
Beeldrotatie
Links onder het beeldvoorbeeld bevinden zich
twee pictogrammen van draaiende pijlen. Klik op
de pictogrammen om een bibliotheekafbeelding
rechtsom of linksom te roteren met stappen van 90 graden.
Rotatie is in de Foto-editor alleen beschikbaar wanneer er een foto
wordt geopend vanuit de bibliotheek. Clips die vanuit de
projectentijdlijn worden geopend, kunnen worden gedraaid met het
2D Editor-effect.
Voor en na
Bij het bewerken van foto's kunt u het origineel direct
vergelijken met de gecorrigeerde versie. De drie
beschikbare weergaven kunnen worden geopend met het
pijltje rechts van de knop.
Foto splitsen: Het onderste deel van het voorbeeld geeft de
correcties weer. U kunt de verticale positie van de scheidingslijn
aanpassen door het middelste gedeelte van de lijn omhoog of omlaag
te slepen met de muis. Het is ook mogelijk om de foto diagonaal te
splitsen door de lijn aan een van de uiteinden op te nemen en te
draaien.
Fotodelen naast elkaar: Het rechterdeel geeft de correcties weer.
Fotodelen boven en onder: Het onderste beeld geeft de correcties
weer.
Fotocorrecties
De vijf beschikbare correcties in de Foto-editor zijn Verbeteren,
Aanpassingen, Bijsnijden, Rechtmaken en Rode ogen. De eerste twee
kunt u bedienen in panelen die worden geopend in de

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 119
rechterbovenhoek van de Foto-editor; de andere drie worden
interactief bediende in de voorvertoning.
Verbeteren
Deze correctie opent het CPU-paneel in de foto-editor met tools voor
het oplossen van problemen met kleur en verlichting. De tools
kunnen ook creatief worden gebruikt om aangepaste looks of
stylistische effecten te bereiken die het originele materiaal niet alleen
herstellen, maar ook verbeteren. Deze worden voorgesteld in de
hieronder beschreven groepen.
Automatisch
Met de twee speciale tools in deze groep past u het beeld
automatisch aan na een analyse van het helderheidsspectrum. U kunt
als u dat wilt de toolinstelling handmatig verder aanpassen.
Witbalans: Wanneer u het vakje Witbalans inschakelt, wordt een
kleurtemperatuurinstelling voor het beeld berekend, en de schuifbalk
voor de temperatuur wordt weergegeven. Gebruik de schuifbalk om
de instelling interactief aan te passen terwijl u de voorvertoning
weergeeft.
Niveaus: Als u dit vakje inschakelt, wordt automatische aanpassing
van de verlichting geactiveerd en een set met drie bedieningsopties
geopend. De eerste is Optimalisatie, een vervolgkeuzelijst waarin u
het algemene gedrag van de tool kunt instellen door 'Contrast' (alleen
optimalisatie voor contract) of 'Volledig' (algemene optimalisatie
van verlichting) te kiezen.
De schuifregelaars voor helderheid en levendigheid kunnen op
waarden van -10 tot +10 worden ingesteld. Als u deze instelt op nul
wordt de standaard gekozen waarde niet gewijzigd. Helderheid geeft
een algemene verhoging of verlaging van de helderheid en wordt
over het hele beeld toegepast. Levendigheid is voornamelijk
ontworpen om te gebruiken op beelden met mensen en is
vergelijkbaar met de bediening Verzadiging, maar voorkomt het
onnatuurlijke uiterlijke kenmerk van oververzadigde huidtonen.

120 Pinnacle Studio
Basis
Met deze functies kunt u de algemene verlichtingseigenschappen
van uw beeld aanpassen.
Helderheid: Hiermee kunt u de algemene helderheid aanpassen. De
lichte en donkere gebieden van het beeld worden gelijkmatig
beïnvloed. Gebruik de tool Selectieve Helderheid voor om de
helderheid fijner af te stemmen (zie hieronder).
Contrast: Met deze knop vergroot u het verschil tussen de lichte en
donkerdere gebieden van een foto. Door het contrast te vergroten
kunt u een saaie foto levendiger maken, hoewel het risico bestaat dat
gebieden die al erg licht of donker zijn, minder scherp worden.
Temperatuur: De knop Kleurtemperatuur verandert de
kleurcompositie van een afbeelding en geeft deze een 'warmere' of
'koudere' uitstraling. Binnenverlichting, zoals gloeilampen of
kaarslicht, wordt als warm ervaren, terwijl daglicht, met name
schaduw, als koud wordt ervaren. Wanneer u de temperatuurknop
gebruikt, verandert u voornamelijk de geel- en blauwwaarden in een
foto en worden de groen- en magentawaarden weinig beïnvloed.
Verzadiging: Met deze knop regelt u de kleurintensiteit van een
foto. Wanneer u de waarde verhoogt, verfraait u de kleuren
waardoor ze levendiger of zelfs fel worden. Verlaagt u de waarde,
dan haalt u de kleur uit de foto totdat er alleen grijstinten
overblijven. Voor een fijnere controle van verzadiging kunt u
Selectieve verzadiging gebruiken. Een bijbehorende aanpassen is
Levendigheid en wordt vaak gebruikt voor portretten omdat hiermee
huidtonen worden behouden.
Helderheid: Wanneer u helderheid verhoogt, wordt het contract in
de middentonen vergroot, waardoor randen in een beeld worden
verscherpt. Een kleine verhoging van de helderheid kan het
algemene uiterlijk van een beeld verbeteren.
Nevel: Als u Nevel verhoogt, wordt het beeld lichter doordat het
dynamische bereik opwaarts wordt gecomprimeerd. Wat
oorspronkelijk zwart was, wordt grijs; lichtere tonen worden ook
helderder, maar in afnemende mate. Dit zorgt voor een gelijkmatig

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 121
verlichtend en verzachten effect. Het omgekeerde resultaat,
donkerder en gedetailleerder, wordt bereikt door voor Nevel
negatieve waarden in te stellen. Hiermee wordt de helderheid van het
beeld verlaagd, waardoor de meest verlichte gebieden en
middentonen worden verscherpt door een neerwaartse uitbreiding
van het dynamische bereik.
Witbalans
Als de witte of grijze gebieden van een beeld een lichte tint of kleur
bevatten, kunt u met de functies in deze groep een natuurlijk uiterlijk
herstellen.
Selectie grijsschaal: Activeer de selectiefunctie en klik daarna op
een witte of grijze positie in de foto (de minst kleurige). De
witbalans van het beeld wordt automatisch aangepast zodat de
ongewenste tint wordt verwijderd.
Kleurcirkel: Blader in het kleurenveld door het controlepunt verder
van het centrum te verplaatsen totdat een natuurlijk uiterlijk wordt
bereikt.
Selectieve helderheid
Er zijn vijf aparte helderheidsinstellingen waarmee u de
helderheiddelen van een foto kunt bewerken zonder dat er andere
delen worden beïnvloed:
Zwart: Deze schuifregelaar heeft alleen invloed op de donkerste
gebieden in de foto. Bewerk de zwart- en wittinten pas op het laatst
voor een optimaal resultaat.
Vullicht: Wanneer u deze schuifregelaar verhoogt, kunt u meer
detail produceren in de schaduwgebieden (geen zwarte) van een foto
met volledig contrast.
MidRange: De zone die door deze schuifregelaar wordt beïnvloed,
omvat het gehele middenbereik van de belichting.

122 Pinnacle Studio
Highlights: Deze schuifregelaar beïnvloedt de heldere gebieden van
het beeld. Deze kan worden gebruikt om gebieden te verzachten die
zijn overbelicht door flitslicht, weerkaatsingen of fel zonlicht.
Wittinten: Deze schuifregelaar is van invloed op de delen van de
afbeelding die “wit” moeten zijn. Net als zwart moet u dit
gereedschap als laatste gebruiken.
Selectieve verzadiging
De standaard verzadigingscorrectie verhoogt de kleurverzadiging
door het hele spectrum. Met Selectieve verzadiging verhoogt of
verlaagt u de primaire en secundaire kleuren afzonderlijk. Als blauw
bijvoorbeeld te sterk lijkt, kunt u dit aanpassen terwijl de andere
kleuren hun intensiteit behouden.
Aanpassingen
Tijdens het importeren detecteert Studio bepaalde parameters
automatisch, maar verschillende factoren kunnen zorgen voor een
verkeerde identificatie. Met Aanpassingen kunnen alle
basiseigenschappen van het beeld indien nodig worden gewijzigd.
Alfa
Uw foto heeft mogelijk een alfakanaal, een 8-bits grijsschaalvlak dat
het transparantieniveau van elke pixel in uw foto bepaalt. Als u het
alfakanaal wilt verwijderen, kiest u de optie Alfa negeren.
Interlacing
Als de interlacingopties in het beeld verkeerd werden
geïdentificeerd tijdens het importeren, gebruikt u dit
vervolgkeuzemenu om de correcte instelling te kiezen.

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 123
Stereoscopisch 3D
Als de indeling van een 3D-afbeeldingsbestand verkeerd is
geïdentificeerd tijdens het importeren, kunt u met deze
vervolgkeuzelijst de correcte stereoscopische lay-out instellen.
Bijsnijden
Gebruik dit gereedschap om een specifiek gedeelte in een foto te
benadrukken of om ongewenste onderdelen te verwijderen.
Een foto bijsnijden.
Grensvak (frame bijsnijden): Wanneer u het bijsnijdgereedschap
selecteert, verschijnt er een grensvak met verstelbare grootte over de
foto. Sleep de randen en hoeken van het frame om de afbeelding bij
te snijden of sleep het midden van het grensvak na het bijsnijden om
de positie aan te passen.
H/B-verhouding: U kunt de vervolgkeuzelijst van de knop H/B-
verhouding op de regelbalk gebruiken om ervoor te zorgen dat de
bijsnijdrechthoek het gewenste standaardformaat behoudt tijdens het
bijsnijden. De hoogte/breedteverhoudingen standaard (4:3) en
breedbeeld (16:9) worden ondersteund.
Voorbeeld: Deze functie geeft de geselecteerde uitsnijding zonder
de rest van het beeld weer. Druk op Esc of klik op de foto om terug
te keren naar de bewerkingsweergave.
Wissen, Annuleren en Toepassen: Met Wissen stelt u het grensvak
opnieuw in op de originele afmetingen; met Annuleren beëindigt u

124 Pinnacle Studio
de functie en verwijdert u de aangebrachte wijzigingen; met
Toepassen slaat u het gewijzigde beeld op zonder de editor te
verlaten.
Rechtmaken
Hiermee kunt u een afbeelding die elementen bevat niet helemaal
horizontaal of verticaal zijn, rechtmaken. Behalve als u de
afbeelding hebt bijgesneden, wordt de grootte hiervan dynamisch
gewijzigd om te voorkomen dat de hoeken visueel worden
afgesneden terwijl u de afbeelding roteert. Bij een bijgesneden
afbeelding wordt de grootte niet aangepast zolang er voldoende
materiaal overblijft om de lege hoeken te vullen.
Gereed om een afbeelding recht te maken (met vizieren).
Op de werkbalk onder het voorbeeld bevinden zich meerdere
functies met betrekking tot Rechtmaken.
Hulplijnopties: Met de twee knoppen uiterst links op de werkbalk
stelt u de modus in voor de lijnen die op het voorbeeld worden
geplaatst als hulpmiddel voor het rechtmaken. Als u de ene knop
selecteert, wordt de andere gedeselecteerd. Met de knop Vizieren
(uiterst links) worden twee gekruiste lijnen toegevoegd die over de
hele afbeelding met de muis kunnen worden versleept, die dienen als
referentie voor de werkelijke verticale en horizontale uitlijning. De
knop Raster creëert een vast, herhalend rasterpatroon over de hele
afbeelding.
Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 125
Hoek instellen: U kun de rotatiegraad instellen door de schuifknop
op de werkbalk onder de afbeelding te gebruiken, of door de
linkermuisknop ingedrukt te houden terwijl u over de afbeelding
sleept. Rotaties tot 20 graden in beide richtingen worden
ondersteund.
Wissen, Annuleren en Toepassen: Met Wissen herstelt u de
originele staat van de afbeelding; met Annuleren beëindigt u de
functie en verwijdert u de aangebrachte wijzigingen; met Toepassen
slaat u het gewijzigde beeld op zonder de editor te verlaten.
Rode ogen
Dit gereedschap corrigeert het rode-ogeneffect dat vaak optreedt bij
fotograferen met flitser wanneer de blik van het onderwerp gericht is
op de camera. Markeer het gedeelte rond de rode ogen met de muis.
U hoeft niet extreem nauwkeurig te werk te gaan, maar u kunt
experimenteren met het ietsjes aanpassen van het gedeelte als u
ontevreden bent met de correctie.
Wissen, Annuleren en Toepassen: Met Wissen herstelt u de
originele staat van de afbeelding; met Annuleren beëindigt u de
functie en verwijdert u de aangebrachte wijzigingen; met Toepassen
slaat u het gewijzigde beeld op zonder de editor te verlaten.
VIDEOCORRECTIES
Ga voor informatie over het openen van de Video-editor om
correctiegereedschappen te openen samen met de algemene functies
van de media-editors, naar 'Overzicht mediabewerkingen' op pagina
111.
Evenals de andere media-editors heeft de Video-editor een
voorbeelddisplay in het midden en een gedeelte aan de rechterkant
voor correctie- en effectinstellingen. Als de video een audiospoor
heeft, verschijnen er ook zwevende panelen voor audiobeheer. Deze

126 Pinnacle Studio
bevinden zich oorspronkelijk linksboven, maar u kunt ze naar
nieuwe dokposities aan beide zijden van het venster verplaatsen.
Video-/audioschakelaar
Als er een audiospoor is, verschijnt
linksboven aan het scherm een tab
om over te schakelen naar de Audio-
editor. Ga voor informatie over de beschikbare knoppen wanneer de
tab Audio tab wordt geselecteerd naar 'Audio-editor' op pagina 211.
Golfvorm-display
Dit zwevende paneel toont een gedeelte van de
audiovolumegrafiek over de lengte van de
video. Het gedeelte van de golfvorm dat wordt
getoond, is gecentreerd rond de huidige
afspeelpositie.
Wanneer u overschakelt naar de Audio-editor, ziet u een
videovoorbeeld op dezelfde locatie op het scherm. Zie 'De Audio-
editor' op pagina 211.
Videogereedschappen
Deze gereedschappen bevinden zich op de tijdlijnwerkbalk onder het
voorbeeldgedeelte van de Video-editor. Meteen onder de
gereedschappen staat een tijdliniaal met een scrubber waarmee u
door de video kunt gaan. Links bevinden zich de markering-knoppen
die worden beschreven op pagina 128.
De overige knoppen zijn bestemd voor het weergeven van een
voorbeeld en het trimmen van de media. De meeste knoppen staan
ook in de Audio-editor. Tenzij anders aangegeven gelden de
beschrijvingen voor beide editors. (Zie 'De Audio-editor' op pagina
211 voor meer informatie.)

128 Pinnacle Studio
De positie numeriek instellen: Klik op het tijdcodeveld rechts voor
de positie en voer een positie in “hh:mm:ss.xxx”-indeling in.
Wanneer u op Enter drukt, springt de afspeellijn naar de opgegeven
locatie als die positie in de clip aanwezig is. Druk op Esc om de
wijziging ongedaan te maken en de invoermodus af te sluiten.
Items trimmen: Voor bibliotheekitems kunt u met de oranje
handvatten aan beide uiteinden van de tijdliniaal uw eigen ingangs-
en uitgangspunten voor het afspelen kiezen. Hiermee worden de
eindpunten van de clip vastgelegd wanneer het item in een project
wordt gebruikt.
Liniaal: De tijdliniaal geeft een schaal weer waarvan de gradaties
afhangen van de huidige zoomfactor. Als u op een willekeurige
plaats op deze liniaal klikt, springt de afspeelpositie (zie hieronder)
naar deze positie.
Afspeelkop: Deze rode lijn, met zijn handvat de scrubber, loopt
synchroon met het beeld dat momenteel wordt weergegeven (voor
video) en ook met de rode lijn die wordt weergegeven op het
golfvorm-display (voor audio). U kunt de lijn naar wens positioneren
door op de scrubber te klikken en deze te slepen of door binnen de
golfvorm te slepen.
Schuifbalk en zoomen: Door de dubbele lijnen aan het einde van de
schuifbalk naar rechts en links te slepen, kunt u het zoomniveau van
het display wijzigen. Wanneer de schuifbalk kleiner wordt, kan deze
in zijn geheel naar achteren of naar voren worden verplaatst, zodat u
kunt inzoomen op de golfvorm van een clip of extra nauwkeurig
kunt scrubben. Dubbelklik op de schuifbalk om deze weer over de
volle breedte van de clip uit te breiden. U kunt ook in- en uitzoomen
door in het liniaalgedeelte naar links en naar rechts te slepen.
Markeringen
Markeringen zijn visuele referentiepunten die op de tijdliniaal
kunnen worden ingesteld om scènewijzigingen of andere
bewerkingen aan te geven.
Markeringen instellen en verplaatsen: Positioneer de afspeellijn
op de locatie waar de markering moet worden ingesteld. Klik op de

Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 129
knop markering in/uitschakelen links van de werkbalk of druk op M.
Er kan slechts één markering per frame worden ingesteld.
Het Markeringspaneel
Een markering verplaatsen: Ctrl-klik en sleep naar links of rechts.
De markering verwijderen: Klik op de markering om de
afspeelkop naar die positie te verplaatsen en druk daarna op M of
klik op de knop markering in/uitschakelen.
U kunt markeringen ook verwijderen met behulp van de lijst in het
Markeringspaneel, die wordt geopend wanneer u dubbelklikt op een
markering op de liniaal, of op de pijl omlaag naast de knop
markering in/uitschakelen.
Het Markeringspaneel toont de markeringen die zijn ingesteld in de
media die momenteel worden weergegeven in oplopende volgorde
met kleurcode, naam en positie. De meeste van de beschikbare
opdrachten zijn van toepassing op de momenteel geselecteerde
markering. Een uitzondering hierop vormt de knop Alle markeringen
verwijderen onder aan het paneel.
Wanneer u op een markering in de lijst klikt, selecteert u deze voor
bewerking. Tegelijkertijd springt de afspeelkop naar de positie van
de markering.
Naam bewerken: In het veld naam kunt u indien gewenst een
onderscheidende naam voor de momenteel geselecteerde markering
invoeren. De pijlen naar links en rechts naast de naam bieden een
andere manier om door de lijst te gaan.

130 Pinnacle Studio
Positie: Hier kunt u de positie van een markering rechtstreeks als
tijdcode bewerken.
Kleur markering: Stel de kleur van de huidige markering (en
daarna gecreëerde markeringen) in door op een van de beschikbare
kleurknoppen te klikken.
Prullenbak: Met het prullenbakpictogram op elke rij van de lijst van
markeringen kunt u markeringen een voor een verwijderen.
Videocorrecties
De correctiegereedschappen in de Video-editor zijn Verbeteren,
Snapshot en Stabiliseren.
Verbeteren
De correcties Verbeteren voor video zijn dezelfde als voor foto’s en
andere afbeeldingen. Zie 'Foto's verbeteren' op pagina 119.
Aanpassingen
Tijdens het importeren detecteert Studio bepaalde parameters
automatisch, maar verschillende factoren kunnen zorgen voor een
verkeerde identificatie. Met Aanpassingen kunnen alle
basiseigenschappen van het beeld indien nodig worden gewijzigd.
Alfa
Als uw video een Alfa-kanaal heeft en u wilt het verwijderen, kiest u
de optie Alfa negeren.
H-/B-verhouding
Als de H-/B-verhouding van een video-item niet goed wordt herkend
bij het importeren, of de frameverhoudingen moeten om een andere
reden handmatig worden gewijzigd, gebruikt u dit
vervolgkeuzemenu om de gewenste instelling te selecteren. Met de

132 Pinnacle Studio
Selectieframe en hoogte/breedteverhouding: De afmetingen van
het frame voor het selecteren van een beelduitsnede kunnen worden
aangepast door de zijkanten en hoeken van het frame vast te pakken
of binnen het voorbeeld worden versleept door het frame in het
midden vast te pakken.
Voorbeeld: Voorbeeld toont het geselecteerde bijgesneden beeld
zonder de snapshotgereedschappen. Druk op Esc of klik eenmaal op
het beeld om de gereedschappen weer weer te geven.
Toepassen: Met deze opdracht wordt het bijgesneden beeld als
JPEG-bestand geëxporteerd en wordt de snapshotbewerkingsmodus
in het voorbeeld uitgeschakeld. Snapshots worden in de bibliotheek
opgeslagen onder Mijn foto’s Afbeeldingen. U kunt het nieuwe
item vinden door terug te gaan naar de bibliotheek en te klikken op
de knop toegevoegd item zoeken, die tijdelijk wordt weergegeven op
de balk onder aan de bibliotheek. Het nieuwe mediabestand wordt
gemaakt in:
[Geregistreerde gebruiker]\Mijn documenten\Mijn
foto’s\Afbeeldingen
Wissen en Annuleren: Met Wissen wordt de originele instelling van
het selectieframe hersteld (hele afbeelding) en met Annuleren wordt
het bewerken van de snapshot afgesloten zonder dat nieuwe media
worden gecreëerd.
Stabiliseren
Net zoals bij de elektronische stabilisatie in digitale camcorders
minimaliseert dit gereedschap de trillingen die door
camerabewegingen worden veroorzaakt. Bij gebruik van dit effect
worden de buitenranden van het beeld verwijderd en wordt een
variërend deel van de afbeelding ongeveer 20 procent vergroot om
het frame te vullen.
Nadat Stabiliseren is toegepast, moet de video worden gerenderd om
een goed voorbeeld te kunnen weergeven. In plaats van de knop
Afspelen op de werkbalk te gebruiken klikt u op de knop Renderen
en afspelen in het venster Stabiliseren om een voorbeeld weer te
geven.
Hoofdstuk 4: Media bewerken: Correcties 133
AUDIO CORRIGEREN
De Audio-editor kan zowel voor alleen-audio media zoals wav-
bestanden als voor video met een opgenomen (“origineel” of
“synchroon”) audiospoor worden gebruikt.
Ga voor informatie over het openen van de Audio-editor om
correctiegereedschappen te openen samen met de algemene functies
van de media-editors, naar 'Overzicht mediabewerkingen' op pagina
111.
Voor een overzicht van informatie met betrekking tot audio gaat u
naar Hoofdstuk 8: Geluid en muziek, pagina 209. Informatie over
met name de Audio-editor wordt gegeven vanaf pagina 211. Zie
“Audiocorrecties” op pagina 216 voor beschrijvingen van de
afzonderlijke correctiegereedschappen.

134 Pinnacle Studio
HOOFDSTUK 5:
Media bewerken: Effecten
Pinnacle Studio beschikt over drie media-editors: één voor video's,
één voor foto's en één voor audio. In “Overzicht mediabewerkingen”
op pagina 111 kunt u lezen hoe u deze gebruikt.
Met visuele effecten in de Foto-editor werken. Bovenaan staan
een aantal effectgroepen. Het voorbeeld in het midden geeft de
foto weer met de effecten; rechts vindt u de parameters waarmee
u ze kunt aanpassen. Onderaan staan de transportknoppen en een
tijdlijn die de animatie van de effecten met keyframing
ondersteunen.
Eén van de hoofdfuncties van de drie media-editors is het bieden van
toepasbare add-ons in drie reeksen:Tussenmontages, Correcties en
Effecten, evenals de gespecialiseerde functie Pan en zoom in de

136 Pinnacle Studio
worden aangepast om het gewenste resultaat te bereiken. Wanneer u
de juiste combinatie hebt gevonden, kunt u de reeks effecten opslaan
als een speciaal type item: een effectcompositie. Met
effectcomposities kunt u ook complexe manipulaties op uw media
eenvoudig uitvoeren.
U kunt effectcomposities maken in de media-editor (met de knop
opslaan boven aan het instellingenpaneel Effecten) of op de tijdlijn
(via de opdracht Effect
Opslaan als FX-compositie in het
contextmenu).
Naast de zeven andere groepen onder de reeks Effecten wordt een
groep met de naam Mijn FX-composities (rechts) weergegeven
zodra composities aan de bibliotheek worden toegevoegd.
Ze worden opgeslagen in de sectie Effecten van de bibliotheek onder
Mijn FX-composities en kunnen op dezelfde wijze als gewone
effecten worden gebruikt.
Pan en Zoom
De Foto-editor beschikt nog over een derde tabblad, Pan en Zoom,
om samen met Correcties en Effecten te gebruiken. Het gereedschap
Pan en Zoom is een veelzijdig hulpmiddel waarmee u onder andere
beweging en dramatiek aan een willekeurige hoge-resolutiefoto kunt
toevoegen. Zie “Pan en Zoom” op pagina 154 voor meer informatie.
Effecten in de media-editors
Net als andere bronnen voor uw project worden de effecten
opgeslagen in de bibliotheek. U vindt ze in de itemstructuur onder
Effecten in de sectie Creatieve elementen. Net als met andere soorten
bibliotheekbronnen kunt u alle standaardfuncties gebruiken, zoals

Hoofdstuk 5: Media bewerken: Effecten 137
collecties, kwalificaties en tags, om de vele beschikbare effecten te
organiseren.
Met slepen en neerzetten kunt u een effect uit de bibliotheek direct
op een clip op de projecttijdlijn toepassen. Clips waaraan een effect
is toegepast, zijn herkenbaar aan hun felgekleurde bovenranden.
Wanneer u op een tijdlijnclip dubbelklikt, wordt automatisch de
media-editor geopend met het tabblad Effecten op de voorgrond. Er
zijn tot 8 groepen met effecten beschikbaar, afhankelijk van de
versie van Pinnacle Studio die u gebruikt. Klik op de naam van de
groep om te zien welke effecten deze bevat.
De effectengroep Camera is geopend in de Foto-editor. De
muisaanwijzer is op de thumbnail van het effect Inverteren (links)
geplaatst, waardoor het direct in het voorbeeld wordt
doorgevoerd.
De thumbnailpictogrammen voor de effecten in de huidige
geselecteerde groep worden weergegeven in een lade over de
volledige breedte boven aan de werkruimte. Wanneer u met de
muisaanwijzer op de pictogrammen van visuele effecten gaat staan,
kunt u in het voorbeeld het resultaat zien van dit effect op de foto.
Nadat u uw keuze hebt gemaakt, klikt u op de thumbnail van het
effect om het toe te passen.

138 Pinnacle Studio
Een effect aanpassen
Wanneer u via een van de bovenstaande methodes een effect op een
clip hebt toegepast, kunt u de media-editor op elk willekeurig
moment nogmaals openen om de instellingen van het effect te
wijzigen. Dubbelklik op de clip op de tijdlijn of selecteer Effect-
editor openen als u het effect wilt aanpassen. Zie “Het venster
Instellingen” op pagina 142 voor meer informatie.
Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de
tijdlijn. Wanneer u de wijzigingen wilt annuleren en terugkeren naar
de tijdlijn, klikt u op Annuleren.
Effectcomposities maken
U kunt de reeks effecten die door een clip
wordt gebruikt, evenals de instellingen
opslaan als een Effectcompositie door op
de knop Opslaan te klikken in de
rechterbovenhoek van het venster
Instellingen. Voer een naam voor uw
compositie in het weergegeven
dialoogvenster in, en schakel
selectievakjes uit voor effecten die u niet
wilt gebruiken. Zie “Het venster Instellingen” op pagina 142 voor
meer informatie.
Overschakelen naar een andere clip
Met de navigator, een schematische weergave van uw project die
soms wordt weergegeven in het gebied net boven de balk onder aan
het editorvenster, kunt u van de ene clip naar de andere
overschakelen zonder een media-editor te verlaten.
Klik op het pictogram van een kompasroos rechts onder
in het venster om de navigator weer te geven of te
verbergen.

Hoofdstuk 5: Media bewerken: Effecten 139
Elke clip in het project wordt in de navigator aangeduid met een
gekleurde balk. De indeling van de balken op een horizontale tijdsas
met verticaal geplaatste sporen komt exact overeen met de tijdlijn.
De balk van de clip die nu wordt bewerkt, is oranje gemarkeerd.
De muis is boven de kompasroosknop geplaatst om het venster
Navigator erboven uit te schakelen, waarin de projectclips door
horizontale balken worden voorgesteld.
Als u op een van de andere balken klikt, worden alle wijzigingen die
u op de huidige clip hebt toegepast, automatisch opgeslagen. De clip
van de balk waarop u hebt geklikt, wordt dan geladen. Als de nieuwe
clip van een ander mediatype is, wordt er automatisch naar de juiste
editor overgeschakeld.
Solomodus
Soms is het handig om tijdens het bewerken van een
effect de andere tijdlijnlagen te zien (de lagen boven en
onder de huidige laag met de clip waaraan u werkt). In
andere gevallen kunt u een moeilijke bewerking vereenvoudigen
door het andere spoor uit te schakelen.
U start en stopt de Solomodus met de knop Solo en het bijbehorende
vervolgkeuzemenu rechtsonder in de media-editor. Er zijn drie
configuraties mogelijk:
•Uit: Met deze knop kunt u de Solomodus door eenmaal te klikken
uitschakelen. Alle lagen van de tijdlijn worden dan in het
voorbeeld opgenomen. Soms wordt de huidige laag verborgen
door een bovenliggende laag op de tijdlijn.

140 Pinnacle Studio
•Media en tracks onder weergeven: Onder deze optie worden de
huidige laag en alle onderliggende lagen weergegeven, maar de
clips op de lagen boven de huidige laag blijven verborgen.
•Alleen media weergeven: Met deze optie wordt in het voorbeeld
alleen de laag weergegeven waaraan u momenteel werkt.
Voorbeelden van effecten
In de sectie Creatieve elementen van de bibliotheek kunt u direct op
de pictogrammen in de thumbnailweergave of in het aparte player-
venster van elk effect een voorbeeld weergeven. Deze voorbeelden
geven u een idee over het resultaat van het effect, maar zijn slechts
het topje van de ijsberg gezien de mogelijkheden indien u effecten
aanpast, keyframing toepast en meerdere effecten combineert.
Zoals eerder is aangegeven, kunt u een voorbeeld van het effect op
uw eigen media bekijken zonder deze werkelijk toe te passen.
Hiervoor plaatst u de cursor gewoon boven het effectpictogram in de
media-editor van een tijdlijnclip. Wilt u het effect dan toepassen, dan
hoeft u alleen maar op de thumbnail te klikken.
Effecten op de tijdlijn
Wanneer u wilt nagaan of er op een tijdlijnclip effecten zijn
toegepast, moet u kijken of de clip aan de bovenkant een
magentakleurige streep heeft. Zowel de clipeffectindicator als de clip
zelf bieden handige contextmenuopdrachten voor effectbeheer.
De clipeffectindicator bestaat uit een contrasterende streep aan
de bovenkant van een clip waarop een effect is toegepast.

142 Pinnacle Studio
Zoeken in Bibliotheek: Open de pagina van de bibliotheekbrowser
die een bepaald effect bevat, met de thumbnail al geselecteerd.
Real-time vs. gerenderd
Wanneer u effecten aan een clip toevoegt, moet Pinnacle Studio
meer computerbewerkingen uitvoeren om u een vloeiend voorbeeld
te bieden. Afhankelijk van de hardware van uw computer kan het
renderproces voor een clip gemakkelijk meer verwerkingstijd
vereisen dan in real time kan worden gerealiseerd, dus terwijl het
voorbeeld wordt uitgevoerd.
In dit geval is 'prerendering' vereist voordat de clip een acceptabel
weergaveniveau bereikt. De voortgang van het renderen wordt op de
tijdliniaal met gele (“nog te renderen”) en groene (“wordt nu
gerenderd”) markeringen aangegeven. De markeringen verdwijnen
zodra het prerenderen is voltooid.
Opties voor het renderen stelt u op de pagina Voorbeeld van het
Pinnacle Studio-configuratiescherm in. (Zie “Voorbeeld” op pagina
325).
Als effecten niet vloeiend worden afgespeeld, kunt u de waarde van
de Optimalisatiedrempel verhogen. Hiermee wordt de duur van het
prerenderen verhoogd, terwijl de kwaliteit van het voorbeeld wordt
verbeterd. Als het renderen daarentegen te veel tijd in beslag neemt,
kunt u de waarde van de Optimalisatiedrempel verlagen, of het
renderen helemaal uitschakelen door de waarde op nul te zetten. De
indeling, grootte en framefrequentie die voor het project zijn
geselecteerd, kunnen de weergave en rendertijd ook beïnvloeden. U
kunt deze wijzigen in Tijdlijn-instellingen. Zie “Tijdlijn-
instellingen” op pagina 65.
Het venster Instellingen
Het venster Instellingen biedt een lijst van de effecten die aan de
huidige clip zijn toegewezen (waarvan de naam bovenaan wordt
weergegeven). Zo kunt u de instellingen voor controle en bewerking

Hoofdstuk 5: Media bewerken: Effecten 153
Werken met tussenmontages
Het tabblad Overgang in links naast Correcties en Effecten, en het
tabblad Overgang uit aan de rechterkant, bieden toegang tot alle
tussenmontages in de bibliotheek, gegroepeerd zoals u ze aantreft.
Sommige tussenmontages hebben instellingen voor eigenschappen
zoals omgekeerde richting, kleur en zachtheid die niet op de tijdlijn
kunnen worden bewerkt. De media-editors hebben ook
transportknoppen en een tijdliniaal zodat u een voorbeeld van de
tussenmontage kunt bekijken en de duur kunt aanpassen.
Kies een tussenmontage in de media-editor. Dezelfde
tussenmontages en knoppen zijn van toepassing op overgangen in
en uit.
Wanneer u een overgang boven aan het
venster hebt gekozen, wordt het venster
Instellingen rechts naast de media-editor
geopend. Selecteer een voorinstelling in de
vervolgkeuzelijst, als u een geschikte
voorinstelling kunt vinden, of bewerk de
parameters van de overgang rechtstreeks
met de bijbehorende knoppen. Wanneer u

156 Pinnacle Studio
Modus Statisch
In de modus Statisch verschijnt er een grijs selectiekader met ronde
besturingspunten op de afbeelding. U kunt dit kader vergroten,
verkleinen en verplaatsen, maar niet de verhouding (hoogte/breedte)
ervan wijzigen. Een klein zwevend voorbeeldvenster geeft de huidig
gedefinieerde selectie weer.
Het zoomen en de positie kan ook numeriek worden geregeld door
schuifregelaars te gebruiken in het paneel Attributen. Dubbelklik op
de schuifregelaars om de waarden opnieuw in te stellen of klik
eenmaal om een numerieke waarde in te voeren.
Pan en Zoom
Modus Geanimeerd
Wanneer de modus Geanimeerd is ingesteld, wordt de afbeelding
automatisch geanalyseerd en wordt er automatisch een eerste
afmeting en positie voor de start en het einde ingesteld. Bij de start
van de gegenereerde animatie is er lichtelijk ingezoomd op het
onderwerp van de afbeelding, waarna er wordt uitgezoomd tot de
volledig beschikbare grootte. Als de afbeelding een andere
hoogte/breedteverhouding heeft dan het videoframe, wordt er
voldoende zoom toegepast om lege gebieden te voorkomen.
Ter ondersteuning van de extra functie van de modus Geanimeerd
wordt de kleur van het selectiekader gebruikt om de plaats in de
animatiereeks aan te duiden. Het beginframe is groen en het

Hoofdstuk 6: Montage 167
Op het moment dat het tweede bijschrift het frame verlaat, verschijnt
er een geanimeerd venster met de lopende videosubclip. De video
zoomt naar volledige framegrootte bij 11:18 in de sjabloonclip en
blijft zo tot het einde (het witte gedeelte van de balk ‘Video’ in het
diagram).
Standaard bedraagt de lengte van deze sjabloonclip 14:00. De
ingebouwde videoclip start op het vaste tijdspunt 7:03 en loopt tot
het einde; de lengte is dus 6:27. Als uw videosubclip lang genoeg is,
kunt u de gehele clip verlengen en het gedeelte van de video op
volledige framegrootte uitbreiden. Deze mogelijkheid wordt in het
diagram aangegeven met de pijl aan het einde van de balk
Videobalk.
Segue A: Segue-sjablonen verbinden twee
videosequenties op volledige framegrootte door
middel van een animatie. Het eerste Segue-
voorbeeld begint met twee seconden video op volledige
framegrootte en zoomt vervolgens uit om de vorming van meerdere
videovensters die tegelijkertijd lopen te laten zien. Door in te
zoomen op de laatste subclip, gaat u naar een uitbreidbaar gedeelte
van video op volledige framegrootte.
Segue A integreert meerdere videobronnen.
Segue B: Deze Segue heeft als doel het op een
eenvoudigere manier verbinden van twee
videoclips. De eerste subclip begint op volledige
framegrootte, zoomt vervolgens uit en draait weg van de kijker.
Zodra de achterkant van het roterende paneel in beeld komt, ziet u
dat de tweede subclip de eerste heeft vervangen. Het paneel zoomt in
en vult het frame richting het einde van de clip.

172 Pinnacle Studio
HOOFDSTUK 7:
De Titel-editor
De Titel-editor van Pinnacle Studio is een krachtig gereedschap voor
het maken en bewerken van geanimeerde titels en afbeeldingen. De
uitgebreide reeks tekst- en afbeeldingseffecten en functies bieden
onbeperkte mogelijkheden voor het visuele design van uw film.
Delen van de Titel-editor:
de standaardwaarde-kiezer;
de
bilbiotheek;
het bewerkingsvenster;
het paneel Instellingen;
de werkbalk en
de lagenlijst.
Dit zijn de hoofddelen van de Titel-editor, genummerd als in de
bovenstaande illustratie:
1. De standaardwaarde-kiezer biedt tabs voor de
standaardwaarden van uiterlijken en bewegingen; de
standaardwaarden staan per stijl op de tabs. Een Uiterlijk is een
Hoofdstuk 7: De Titel-editor 173
visuele styling van een laag tekst of vorm in uw titel; een
Beweging is een animatieroutine die aan elke laag kan worden
toegewezen, maar meestal voor tekst wordt gebruikt. See
'Standaardwaarden voor uiterlijken' (pagina 178) en
'Standaardwaarden voor bewegingen' (pagina 179) voor meer
informatie.
Plaats de muis op een standaardwaarde en bekijk de invloed op
uw titel. Met één klik wordt de standaardwaarde op de huidige
laag toegepast. Hierna kunnen Uiterlijken worden aangepast via
het paneel Instellingen.
2. De bibliotheek biedt bronnen voor het bouwen van uw titels. De
tabs bovenaan bieden toegang tot alle beschikbare media en
content. Deze compacte versie van de bibliotheek is functioneel
identiek aan de volledige bibliotheek, zie hoofdstuk 2.
3. Het venster Bewerken is uw belangrijkste werkgebied bij het
maken of bewerken van een titel. Het biedt een
voorbeeldweergave van uw titel met scrubbing-mogelijkheden
en praktische bewerkingsfuncties. Zie pagina 189 voor details.
4. Het paneel Instellingen heeft afzonderlijke inklapbare
subpanelen voor elk van de drie instellingcategorieën:
Tekstinstellingen, voor de stijl en grootte van tekstbijschriften;
Uiterlijkinstellingen, voor de configuratie van opvulling, randen
en schaduwen; en Achtergrondinstellingen, voor de
achtergrondlaag van de titel.
5. De werkbalk heeft vier knopgroepen. Van links naar rechts: de
gereedschappen tekstlaag toevoegen en vormgereedschap; een
set gereedschappen voor laagmanipulatie; een volledige set
transportknoppen inclusief een loop-knop; en een paar
telleroverzichten met de duur van de titel en de huidige
weergavepositie.
6. De Lagenlijst: Elk grafisch of tekstueel element vormt een laag
in de titel, een stapel van deze lagen. De ondoorzichtige delen
van een laag verbergen de onderliggende lagen; de onderste laag
kan alleen de achtergrond verbergen.
Naast het vermelden van de namen van de lagen bevat de
Lagenlijst een animatietijdlijn die de tijd aangeeft dat een laag

Hoofdstuk 7: De Titel-editor 179
(pagina 198). U kunt ook meerdere lagen tegelijk aanmerken door
meerdere selecties of een laaggroep te gebruiken (pagina 204).
Om met Uiterlijken te werken, selecteert u eerst een reeks
standaardwaarden: Standaard, Schaduw, Schuine rand of
Omtrek. Ga met de muis over de thumbnails om een voorbeeld te
bekijken; klik op de thumbnail om een uiterlijk op de huidige laag
toe te passen.
Nadat u de laag/lagen om te wijzigen hebt geselecteerd, gebruikt u
een van de volgende methodes om een uiterlijk toe te passen:
•Klik op de thumbnail in de standaardwaarde-kiezer.
•Sleep de thumbnail uit de standaardwaarde-kiezer naar de laag in
het venster Bewerken.
•Sleep de thumbnail van de standaardwaarde-kiezer naar een van
de lagen of gegroepeerde lagen in de kop Lagenlijst.
Standaardwaarden voor bewegingen
De tab Bewegingen van de standaardwaarde-kiezer bevat de
animatieroutines die de Titel-editor veel van zijn kracht geven. Deze
bewegingen worden toegewezen aan en gebruikt voor lagen in uw
titel. De bewegingen worden verdeeld in drie klassen op basis van
het gedeelte van de levenscyclus van de laag waarop ze invloed zijn:
Ingang, Accentuering en Sluiten.
•Een Ingang-beweging bepaalt het verschijnen van de laag – de
eerste keer dat de laag in de lopende titel verschijnt.
180 Pinnacle Studio
•Een Accentuering-beweging zorgt ervoor dat de aandacht van het
publiek op de inhoud van de laag blijft gevestigd door middel van
een opvallende actie gedurende de tijd dat de laag zichtbaar is.
•Met de Sluiten-beweging verdwijnt de laag weer van het scherm
en wordt de levenscyclus voltooid.
Iedere laag kan één beweging van ieder type bevatten. Alle
bewegingen zijn echter optioneel en het is ook mogelijk een titel
zonder bewegingen te maken.
De collectie Bewegingen
Bij deze drie bewegingstypen kunnen de meeste animaties worden
onderverdeeld in diverse standaardklassen op basis van hun werking.
Lettergebaseerde bewegingen werken op het niveau van
individuele letters in een tekstbijschrift (andere soorten lagen
worden behandeld als één “letter”). Een voorbeeld. Bij de Ingang-
beweging “Draaiende letters” wordt eerst de rand van de letters op
de tekstlaag zichtbaar. Vervolgens draaien ze één voor één op hun
plaats totdat alle letters in hun normale positie staan.
Woordgebaseerde bewegingen werken op vergelijkbare wijze,
maar dan met woorden als de kleinste animatie-eenheden. In de
Ingang-beweging “Woorden van onder” komen de woorden in de
laag één voor één tevoorschijn en gaan ze van de onderkant van het
frame naar hun positie.
Lijngebaseerde bewegingen zijn bestemd voor lagen met meerdere
regels tekst die stuk voor stuk worden verwerkt. In de Ingang-
beweging “Lijnen vanaf achteren”, verschijnt iedere regel tekst (op
een lijn) op het scherm langs een perspectiefspoor waarbij het lijkt
alsof de tekst van achter de toeschouwer komt.
Paginagebaseerde bewegingen hebben effect op de gehele laag
tegelijk. Een voorbeeld hiervan is de Ingang-beweging
“Kurkentrekker”; deze beweging “draait” de laag vanaf boven op
zijn plek alsof de laag aan de binnenkant van een onzichtbare
kurkentrekker staat.

Hoofdstuk 7: De Titel-editor 189
U verwijdert een detaillaag door op de prullenbakknop te klikken
op de bovenste balk van het bewerkingspaneel van het detail.
Als u een detaillaag een andere naam wilt geven, dubbelklik dan
op de naam, typ de gewenste naam en druk op Enter.
Om een detaillaag tijdelijk te verbergen, klik u op de puntvormige
zichtbaarheidpictogram bovenaan het detail.
U sluit of opent het bewerkingspaneel van een detaillaag klikt u op
pijlknop links op de balk van het detail.
Om de volgorde van de detaillagen te wijzigen, sleept u de
werkbalk van het bewerkingspaneel naar een nieuwe locatie. Als het
uiterlijk dat u bewerkt meer dan twee of drie lagen bevat, kan het
handig zijn om de panelen eerst te sluiten zodat de gehele stapel
tegelijkertijd zichtbaar is.
Een aangepast uiterlijk opslaan
Als u klaar bent met het bewerken van een aangepast uiterlijk, kunt u
dit opslaan in de groep ‘Mijn uiterlijken’ door op de knop Uiterlijk
opslaan op de bovenste balk van de uiterlijkinstellingen te
klikken. Geef het uiterlijk eerst een andere naam voordat u het
opslaat. Dubbelklik hiertoe op de huidige naam in de instellingen,
typ een beschrijvende naam en druk op Enter.
Zodra het uiterlijk is opgeslagen, kunt u openen via de
standaardwaarde-kiezer (Presets Selector) onder ‘Mijn uiterlijken’.
Het venster Bewerken
Het venster Bewerken is het belangrijkste gedeelte voor
voorbeeldweergave en bewerkingen van de Titel-editor. Hier kunt u
de voorgrondlagen van uw titels opnieuw rangschikken, in grootte
aanpassen en roteren.
Een noodzakelijke eerste stap voor het de meeste bewerkingen is het
selecteren van de laag of de lagen die u wilt beïnvloeden.

Hoofdstuk 7: De Titel-editor 201
Door meerdere lagen tegelijkertijd te selecteren (zie “Lagen
selecteren” hierboven) kunt u diverse lagen tegelijk naar een nieuwe
positie slepen.
Lagen verbergen en vergrendelen
Een complexe titel wordt snel te druk als u lagen
aan de compositie en bewegingen aan de lagen
toevoegt. De knop zichtbaarheid geheel rechts op de laagkop is
handig om dergelijke situaties te vereenvoudigen.
Klik op de knop zichtbaarheid (de knop in de vorm van een oog) om
een laag tijdelijk uit het venster Bewerken te verwijderen. De
informatie en instellingen van de laag worden bewaard, maar u kunt
nu aan de andere lagen werken zonder dat de verborgen laag de
weergave of de muisbewerkingen aan het oog onttrekt. Klik
nogmaals om de laag weer zichtbaar te maken.
De werkbalk
De instellingen en informatie op deze kopbalk zijn in groepen
ondergebracht. Van links naar rechts:
•Met de knoppen Tekstlaag toevoegen en
Vormgereedschap kunt u nieuwe
“vectorgebaseerde” lagen maken waarop
u uiterlijken van de standaardwaarde-
kiezer kunt toepassen. Als u op Tekstlaag
toevoegen klikt, wordt een nieuwe
tekstlaag met een standaard uiterlijk en
bijschrift toegevoegd. Of u kunt gewoon
dubbelklikken op een ongebruikt gebied
van het venster Bewerken. Als u op
Vormgereedschap klikt, verschijnt er een
menu waarin u een bepaalde vorm als de inhoud van de nieuwe
laag kunt selecteren.

Hoofdstuk 7: De Titel-editor 203
Lagen en bewegingen bewerken
Bij het maken van een laag wordt de duur ervan ingesteld op de
volledige tijdsduur van de desbetreffende titel. Als u het moment
waarop een laag voor het eerst verschijnt in de lopende titel wilt
uitstellen, of een laag wilt uitschakelen terwijl andere lagen
behouden blijven, sleep dan de einden van de laag op de tijdlijn net
zoals u een clip op de projecttijdlijn bewerkt.
Een titel is een soort podium, met lagen als acteurs die opkomen
voor hun scène en vervolgens het podium weer verlaten. Door de
lagen in de Lagenlijst te trimmen kunt u de timing van verschijnen
en vertrekken precies instellen.
Er zijn maximaal drie Bewegingen – één van ieder type – mogelijk
per laag. Deze bewegingen worden ook op de tijdlijn weergegeven,
waar u de duur ook kunt aanpassen. Ingang- en Sluiten-bewegingen
worden aan de einden van de levenscyclus van de laag gekoppeld,
maar het einde van de Ingang-beweging bij het begin van de Sluiten-
beweging kan naar wens met de muis worden ingesteld. Als de laag
een Accentuering-beweging heeft, dan geldt deze voor het
ongebruikte gedeelte van de duur van de titel.
Drie lagen met bewegingen. De bovenste laag heeft alleen een
Accentuering-beweging (ononderbroken lijn) die de gehele duur
in beslag neemt. De onderste laag beschikt over Ingang- en
Sluiten-bewegingen en een statische interval in het midden. De
middelste laag heeft bewegingen van alle drie typen. De Ingang-
beweging wordt getrimd (let op de horizontale pijlcursor); als de
lengte verandert, wordt de Accentuering-beweging automatisch
aangepast om de ongebruikte tijd volledig in te nemen.
Produktspecifikationer
Varumärke: | Pinnacle |
Kategori: | Programvara |
Modell: | Pinnacle Studio 17 Ultimate |
Behöver du hjälp?
Om du behöver hjälp med Pinnacle Pinnacle Studio 17 Ultimate ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig
Programvara Pinnacle Manualer
13 September 2024
11 September 2024
7 September 2024
2 September 2024
1 September 2024
31 Augusti 2024
30 Augusti 2024
29 Augusti 2024
29 Augusti 2024
28 Augusti 2024
Programvara Manualer
- Davilex
- LibreOffice
- Skype
- Magix
- Omron
- Ableton
- Roxio
- Solcon
- Fiber
- Suse
- Enfocus
- Antares
- CyberLink
- Norton
- Enra
Nyaste Programvara Manualer
13 Januari 2025
12 Januari 2025
22 Oktober 2024
22 Oktober 2024
21 Oktober 2024
18 Oktober 2024
18 Oktober 2024
14 Oktober 2024
13 Oktober 2024
10 Oktober 2024