Pyle Health PHPHA78 Bruksanvisning
Läs nedan 📖 manual på svenska för Pyle Health PHPHA78 (198 sidor) i kategorin Hörlurar. Denna guide var användbar för 5 personer och betygsatt med 4.6 stjärnor i genomsnitt av 3 användare
Sida 1/198

Gebruikershandleiding
Bonneville T100, Bonneville T120,
Bonneville T120 Ace, Bonneville T120 Diamond,
Speed Twin, Street Scrambler, Street Twin,
Thruxton en Thruxton R
Deze handleiding bevat informatie over de Triumph-motorfiets(en) Bonneville T100,
Bonneville T120, Bonneville T120 Ace, Bonneville T120 Diamond, Speed Twin,
Street Scrambler, Street Twin, Thruxton en Thruxton R motorfietsen. Bewaar deze
gebruikershandleiding altijd bij de motorfiets en raadpleeg de informatie indien nodig.
De informatie in deze uitgave is gebaseerd op de meest recente, op het moment van
publicatie beschikbare informatie. Triumph behoudt zich het recht voor te allen tijde,
zonder voorafgaande mededeling of verplichting, wijzigingen aan te brengen.
Deze publicatie mag niet in zijn geheel, noch gedeeltelijk worden gereproduceerd
zonder schriftelijke toestemming van Triumph Motorcycles Limited.
© Copyright 11.2018 Triumph Motorcycles Limited, Hinckley, Leicestershire, Engeland.
Publicatie onderdeelnummer 3855598-NL versie 1
1

2
Inhoudsopgave
Deze gebruikershandleiding bevat een aantal verschillende hoofdstukken. Onder-
staande inhoudsopgave helpt u het begin van elk hoofdstuk op te zoeken, waar u
– in het geval van grotere hoofdstukken – een meer gedetailleerde inhoudsopgave
aantreft, die u helpt het betreffende onderwerp te vinden.
Voorwoord 3
Veiligheid voorop 7
Plaats van de waarschuwingslabels 14
Onderdelenoverzicht 16
Serienummers 29
Algemene informatie 31
Rijden op de motorfiets 83
Accessoires, lading en passagiers 97
Onderhoud en afstelling 101
Reiniging en stalling 157
Specificaties - Bonneville T100 en Bonneville T120 167
Specificaties - Bonneville T120 Ace en Diamond 171
Specificaties - Street Scrambler 175
Specificaties - Speed Twin 179
Specificaties - Street Twin 183
Specificaties - Thruxton en Thruxton R 187
Index 191
Goedkeuringsinformatie 195

Voorwoord
3
Voorwoord
Waarschuwingen en
opmerkingen
In deze gebruikershandleiding wordt
belangrijke informatie op de volgende
manier gepresenteerd:
Waarschuwing
Dit waarschuwingssymbool geeft
speciale instructies of procedures aan,
die persoonlijk letsel of levensgevaar
tot gevolg kunnen hebben wanneer ze
niet goed worden opgevolgd.
Voorzichtig
Dit symbool maant tot voorzichtig-
heid en gaat vergezeld van speciale
instructies of procedures die bescha-
diging of vernieling van apparatuur
tot gevolg kunnen hebben wanneer ze
niet strikt worden opgevolgd.
Let op
Dit opmerkingssymbool geeft punten
van speciaal belang voor efficiëntere en
gemakkelijkere bediening aan.
Waarschuwingslabels
Bovenstaand symbool wordt op
bepaalde plaatsen op de motorfiets
weergegeven. Het symbool betekent
'VOORZICHTIG: RAADPLEEG DE HAND-
LEIDING' en wordt gevolgd door een
grafische voorstelling van het betref-
fende onderwerp.
Probeer nooit op de motorfiets te rijden
of een aanpassing uit te voeren zonder
de in deze handleiding beschreven rele-
vante instructies te raadplegen.
Zie pagina 14 voor de plaatsen van
alle labels met dit symbool. Dit symbool
wordt zo nodig ook weergegeven op de
pagina's met de relevante informatie.
Onderhoud
Om een lang, veilig en probleemloos
gebruik van uw motorfiets te garan-
deren, dient het onderhoud te worden
uitgevoerd door een erkende Triumph-
dealer.
Alleen een erkende Triumph-dealer
beschikt over de noodzakelijke kennis,
apparatuur en vakkundigheid om uw
Triumph-motorfiets goed te onder-
houden.

Voorwoord
4
Bezoek de Triumph-website op
www. triumph. co. uk of neem telefonisch
contact op met de bevoegde distribu-
teur in uw land voor informatie over de
dichtstbijzijnde erkende Triumph-dealer.
De adressen zijn ook vermeld in het bij
deze handleiding geleverde onderhouds-
boekje.
Geluiddempingssysteem
Wijzigen van het geluiddempingssys-
teem is verboden.
Eigenaars worden gewaarschuwd dat
het wettelijk verboden kan zijn om:
1. onderdelen of designelementen van
nieuwe voertuigen die bedoeld zijn
voor geluiddemping, voorafgaand
aan de verkoop of aflevering aan de
koper of daarna te verwijderen of
buiten werking te stellen, behalve
als dat nodig is voor onderhoud,
reparatie of vervanging, en,
2. het voertuig te gebruiken nadat
zo'n onderdeel of designcomponent
is verwijderd of buiten werking is
gesteld.
Onder knoeien worden onder meer de
volgende handelingen verstaan:
• Verwijderen of doorboren van de
geluiddemper, schotten, uitlaatbo-
chten of enig ander onderdeel dat
uitlaatgassen geleidt.
• Verwijderen of doorboren van enig
onderdeel van het inlaatsysteem.
• Gebrek aan goed onderhoud.
• Vervanging van bewegende delen
van het voertuig, of delen van de
uitlaat of het inlaatsysteem, door
onderdelen die niet door de fabri-
kant zijn aangegeven.
Startonderbreker
en bandspannings-
controlesysteem
Dit apparaat voldoet aan punt 15 van de
FCC-richtlijnen.
Het gebruik van dit apparaat is
gebonden aan de volgende twee voor-
waarden:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke
storing veroorzaken.
2. Dit apparaat moet in staat zijn alle
ontvangen storing te verwerken,
inclusief storing die een ongewenste
werking kan veroorzaken.
Door aanpassingen of modificaties aan
het apparaat vervalt mogelijk het recht
van de gebruiker dit apparaat toe te
passen.
Banden
Met betrekking tot de 'Pneumatic Tyres
and Tubes for Automotive Vehicles
(Quality Control) Order, 2009, Cl. Nr. 3 (c)',
verklaart M/s. Triumph Motorcycles Ltd.
dat de op deze motorfiets gemonteerde
banden voldoen aan de eisen van IS
15627: 2005 en de eisen ingevolge de
Central Motor Vehicle Rules (CMVR),
1989.

Voorwoord
6
Deze pagina is met opzet blanco gelaten

Veiligheid voorop
7
Veiligheid voorop
De motorfiets
Alle modellen behalve
Street Scrambler
Waarschuwing
Deze motorfiets is uitsluitend bedoeld
voor gebruik op de weg. Hij is niet
geschikt voor gebruik op onverhard
terrein.
Gebruik in ruw terrein kan het
verliezen van de controle over de
motorfiets veroorzaken, wat kan leiden
tot een ongeval met letsel of de dood
als gevolg.
Alleen Street Scrambler
Waarschuwing
De motorfietsen zijn bedoeld voor
gebruik op de weg en licht terrein-
rijden. Onder licht terreinrijden wordt
gebruik op ongeplaveide zand- of
grindwegen verstaan, maar niet het
rijden op een motorcrossbaan, deel-
name aan een offroadwedstrijd (zoals
motorcross of enduro), of terreinrijden
met een passagier.
Licht terreinrijden strekt zich niet uit
tot springen met de motorfiets of het
rijden over obstakels. Probeer niet
over bulten of obstakels te springen.
Probeer niet over obstakels te rijden.
Extreem terreinrijden kan leiden tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.
Waarschuwing
Deze motorfiets is niet ontworpen voor
het trekken van een aanhanger of het
gebruik van een zijspan. Het gebruik
van een zijspan en/of aanhanger kan
het verliezen van de controle over de
motorfiets of een ongeval tot gevolg
hebben.
Waarschuwing
Deze motorfiets is ontworpen voor
gebruik als tweewielig voertuig om een
bestuurder alleen of een bestuurder
met één passagier te vervoeren
(mits een achterzadel en achterste
voetsteunen zijn aangebracht).
Het totale gewicht van de bestuurder,
een eventuele passagier, accessoires
en bagage mag het maximale laadver-
mogen van 210 kg niet overschrijden.

Veiligheid voorop
8
Brandstof en uitlaatgassen
Waarschuwing
BENZINE IS UITERST BRANDBAAR:
Schakel de motor altijd uit vóór u gaat
tanken.
Niet tanken of de vuldop van de tank
openen terwijl u rookt of in de buurt
van open vuur (vlammen).
Zorg ervoor dat tijdens het tanken
geen brandstof op de motor, de
uitlaatpijpen of de dempers wordt
gemorst.
Indien brandstof wordt ingeslikt, inge-
ademd of in de ogen komt, dient direct
medische hulp te worden ingeroepen.
Indien benzine op de huid terechtkomt,
dient deze onmiddellijk te worden
gewassen met water en zeep en met
brandstof verontreinigde kleding dient
onmiddellijk te worden uitgetrokken.
Contact met brandstof kan
brandwonden en andere ernstige
huidaandoeningen veroorzaken.
Waarschuwing
Nooit de motor starten of laten
draaien in een afgesloten ruimte.
Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
binnen korte tijd bewusteloosheid en
de dood tot gevolg hebben.
Gebruik de motorfiets altijd in de open
lucht of op een plaats met voldoende
ventilatie.
Valhelm en kleding
Waarschuwing
Tijdens het rijden op de motorfiets
dienen de berijder en de passagier
(bij modellen waarop een passagier
vervoerd mag worden) altijd geschikte
kleding te dragen, waaronder valhelm,
oogbescherming, handschoenen,
laarzen, broek (nauw aansluitend rond
de knieën en de enkels) en een felge-
kleurd jack.
Tijdens off-the-roadgebruik (op
modellen die geschikt zijn voor
off-the-roadgebruik), moet de rijder
altijd geschikte kleding dragen, inclu-
sief broek en laarzen.
Felgekleurde kleding verhoogt de
zichtbaarheid van de rijder (of de
passagier) voor andere weggebruikers
aanzienlijk.
Hoewel volledige bescherming niet
mogelijk is, kan het dragen van de
juiste beschermende kleding het risico
op verwondingen tijdens het rijden
verlagen.

Veiligheid voorop
9
Waarschuwing
Een valhelm is een van de belang-
rijkste uitrustingsstukken, omdat deze
bescherming biedt tegen hoofdletsel.
Uw valhelm en die van uw passagier
dienen met zorg te worden gekozen
en comfortabel en stevig om het
hoofd te passen. Een felgekleurde
helm verhoogt de zichtbaarheid van
de rijder (of passagier) voor andere
weggebruikers aanzienlijk.
Een valhelm met open voorzijde biedt
enige bescherming bij een ongeval,
maar een integraalhelm biedt betere
bescherming.
Draag altijd een vizier of een goedge-
keurde beschermende bril voor beter
zicht en ter bescherming van uw ogen.
Parkeren
Waarschuwing
Altijd de motor uitschakelen en de
contactsleutel verwijderen voordat u
uw motorfiets onbeheerd achterlaat.
Door het verwijderen van de contact-
sleutel wordt het risico van gebruik
door onbevoegde en onervaren
personen verkleind.
Denk aan het volgende als u uw
motorfiets parkeert:
- Zet de motorfiets in de eerste
versnelling om te voorkomen dat hij
van de standaard rolt.
- De motor en het uitlaatsysteem zijn
heet na het rijden. Parkeer NOOIT op
plaatsen waar voetgangers, dieren
en/of kinderen de motorfiets kunnen
aanraken.
- Parkeer nooit op een zachte onder-
grond of op een hellend oppervlak.
Indien de motorfiets onder deze
omstandigheden wordt geparkeerd,
kan deze omvallen.
Zie voor nadere informatie het hoofd-
stuk 'Het berijden van de motorfiets' in
deze gebruikershandleiding.

Veiligheid voorop
10
Onderdelen en accessoires
Waarschuwing
De eigenaar dient zich ervan bewust
te zijn dat onderdelen, accessoires en
aanpassingen voor een Triumph-mo-
torfiets alleen goedgekeurd zijn
wanneer ze door Triumph voorzien zijn
van een officiële goedkeuring en door
een erkende Triumph-dealer op de
motorfiets zijn aangebracht.
Het is met name bijzonder gevaarlijk
om onderdelen of accessoires aan te
brengen of te vervangen waarvoor
het noodzakelijk is om het elektrische
of het brandstofsysteem te demon-
teren, of hierop uitbreidingen aan
te brengen. Dergelijke aanpassingen
kunnen de veiligheid in gevaar
brengen.
Het aanbrengen van niet-goedge-
keurde onderdelen, accessoires of
wijzigingen kan een nadelig effect
hebben op het rijgedrag, de stabiliteit
en andere aspecten van de werking
van de motorfiets. Dat kan leiden tot
een ongeval met letsel of de dood tot
gevolg.
Triumph aanvaardt geen aansprakelijk-
heid voor gebreken die zijn veroorzaakt
door het aanbrengen van niet-goed-
gekeurde onderdelen, accessoires of
wijzigingen of door het aanbrengen van
goedgekeurde onderdelen, accessoires
of wijzigingen door onbevoegd personeel.
Onderhoud/apparatuur
Waarschuwing
Raadpleeg uw erkende Triumph-dealer
indien u twijfelt aan de juiste of veilige
werking van deze Triumph-motorfiets.
Onthoud dat het blijven gebruiken van
een niet goed werkende motorfiets
een fout kan verergeren en de veilig-
heid in gevaar kan brengen.
Waarschuwing
Controleer of alle wettelijk vereiste
apparatuur is gemonteerd en correct
functioneert.
Verwijderen of wijzigen van de
verlichting, dempers, uitstoot- en
geluiddempingssystemen van de
motorfiets kunnen een overtreding
van de wet betekenen.
Onjuiste of niet toegestane aanpas-
singen kunnen een nadelig effect
hebben op het rijgedrag, de stabiliteit
en andere aspecten van de werking
van de motorfiets, waardoor een
ongeval kan worden veroorzaakt met
letsel of de dood als gevolg.

Veiligheid voorop
13
Waarschuwing
Wanneer de hellingshoekindicators tot
voorbij de slijtagelimiet zijn afgesleten,
kan de motorfiets tot een onveilige
hoek overhellen. Vervang daarom altijd
de pennen van de hellingshoekindi-
cators voordat ze tot de slijtagelimiet
zijn afgesleten. Overhellen tot een
onveilige hoek kan instabiliteit, verlies
van controle over de motorfiets of een
ongeval veroorzaken.
Meer informatie over de slijtageli-
mieten van de hellingshoekindicators
vindt u in hoofdstuk Onderhoud en
afstelling, in pagina 138.
Waarschuwing
De hellingshoekindicators mogen niet
worden gebruikt als richtlijn voor
de mate waarin de motorfiets veilig
schuin gelegd kan worden in bochten.
Dat hangt af van vele factoren,
waaronder, maar niet beperkt tot, het
wegoppervlak, de toestand van de
band en het weer. Overhellen tot een
onveilige hoek kan instabiliteit, verlies
van controle over de motorfiets of een
ongeval veroorzaken.
Waarschuwing
Wanneer de hellingshoekindicator
op de voetsteun van de bestuurder
tijdens het overhellen de grond raakt,
nadert de motorfiets de maximale
hellingshoek. Nog verder overhellen is
onveilig.
Overhellen tot een onveilige hoek kan
instabiliteit, verlies van controle over
de motorfiets of een ongeval veroor-
zaken.
1. Hellingshoekindicator

Plaats van de waarschuwingslabels
14
Plaats van de waarschuwingslabels
De op deze en de volgende pagina's beschreven labels maken u attent op belangrijke
veiligheidsinformatie in deze handleiding. Zie erop toe dat iedereen die op de motor-
fiets gaat rijden, vooraf alle informatie waarop deze labels betrekking hebben, heeft
begrepen en nageleefd.
R.P.M.
DAILY SAFETY CHECKS
TÄGLICHE SICHERHEITSKONTROLLEN
CONTROLES DE SECURITE QUOTIDIENS
CHEQUEOS DE SEGURIDAD DIARIOS
VERIFICAÇÕES DIÁRIAS DE SEGURANÇA
VERIFICHE GIORNALIERE DI SICUREZZA
DAGELIJSKE VEILIGHEIDSINSPECTIES
DAGLIG SÄKERHETSKONTROLL
運行前点検
67 8
1 2 3 4
5
MAX LOAD
5 kg (11 lbs)
MAX LOAD
3 kg (6.6 lbs)
1. Koplamp (pagina 151)
2. Inrijden (pagina )79
3. Helm (pagina 8)
4. Bagagerek (indien aanwezig)
(pagina 77)
5. Koffers (indien gemonteerd) (pagina )97
6. Koelvloeistof (pagina 111)
7. Dagelijkse veiligheidscontrole
(pagina 80)
8. Banden (pagina 139)

Onderdelenoverzicht
16
Onderdelenoverzicht
Bonneville T100, Bonneville T120, Bonneville T120 Ace en
Bonneville T120 Diamond (Bonneville T120 afgebeeld)
1
2
3 4 56
7
891 011121314151617
1. Richtingaanwijzer voor
2. Koplamp
3. Koppelingshendel
4. Accu (onder zadel)
5. Gebruikershandleiding (onder het zadel) of
afzonderlijk geleverd
6. Rem-/achterlicht
7. Richtingaanwijzer achter
8. Achterremschijf
9. Achterremklauw
10. Koelvloeistofexpansietank
11. Dop koelvloeistofexpansietank
12. Zijstandaard
13. Schakelpedaal
14. Claxon
15. Radiateur
16. Remklauw voorrem
17. Remschijf voorrem

Onderdelenoverzicht
17
Onderdelenoverzicht - vervolg
Bonneville T100, Bonneville T120, Bonneville T120 Ace en
Bonneville T120 Diamond (Bonneville T120 afgebeeld)
1 3 4
6
891011121314 7
52
1. Brandstoftank
2. Drukdop koelvloeistofreservoir (onder
brandstoftank)
3. Tankdop
4. Vloeistofreservoir voorrem
5. Remhendel voorrem
6. Voorvork
7. Olievulplug
8. Kijkglas oliepeil
9. Rempedaal achterrem
10. Remvloeistofreservoir achterrem (achter
zijpaneel)
11. Afstelgereedschap (achter zijpaneel)
12. Aandrijfketting
13. Achterschokdemper
14. Geluiddemper

Onderdelenoverzicht
18
Onderdelenoverzicht
Street Scrambler
1
2
3
4 5 6
7
8
910111213
14
151617
18
1. Richtingaanwijzer voor
2. Koplamp
3. Koppelingshendel
4. Afstelgereedschap (achter zijpaneel)
5. Accu (onder zadel)
6. Gebruikershandleiding (onder zadel)
7. Rem-/achterlicht
8. Richtingaanwijzer achter
9. Achterremschijf
10. Achterremklauw
11. Koelvloeistofexpansietank
12. Dop koelvloeistofexpansietank
13. Zijstandaard
14. Schakelpedaal
15. Claxon
16. Radiateur
17. Remklauw voorrem
18. Remschijf voorrem

Onderdelenoverzicht
19
Onderdelenoverzicht - vervolg
Street Scrambler
6
7
8
5
1 2
9
10
3
11
4
1213
1. Brandstoftank
2. Drukdop koelvloeistofreservoir (onder
brandstoftank)
3. Tankdop
4. Vloeistofreservoir voorrem
5. Remhendel voorrem
6. Voorvork
7. Olievulplug
8. Kijkglas oliepeil
9. Rempedaal achterrem
10. Remvloeistofreservoir achterrem (achter
zijpaneel)
11. Aandrijfketting
12. Achterschokdemper
13. Geluiddemper

Onderdelenoverzicht
20
Onderdelenoverzicht
Speed Twin
61
2
3 4 5
7891011121314
1. Richtingaanwijzer voor
2. Koplamp
3. Koppelingshendel
4. Accu (onder zadel)
5. Richtingaanwijzer achter
6. Rem-/achterlicht
7. Achterremschijf
8. Achterremklauw
9. Zijstandaard
10. Schakelpedaal
11. Claxon
12. Radiateur
13. Remklauw voorrem
14. Remschijf voorrem

Onderdelenoverzicht
21
Onderdelenoverzicht - vervolg
Speed Twin
1 3 4 5
78 91 0111213
6
141516
2
1. Brandstoftank
2. Drukdop koelvloeistofreservoir (onder
brandstoftank)
3. Tankdop
4. Vloeistofreservoir voorrem
5. Remhendel voorrem
6. Voorvork
7. Olievulplug
8. Koelvloeistofexpansietank
9. Kijkglas oliepeil
10. Dop koelvloeistofexpansietank
11. Rempedaal achterrem
12. Remvloeistofreservoir achterrem (achter
zijpaneel)
13. Afstelgereedschap (achter zijpaneel)
14. Aandrijfketting
15. Geluiddemper
16. Achterschokdemper

Onderdelenoverzicht
22
Onderdelenoverzicht
Street Twin
1
2
3
4 5
6
7
891011121314151617
1. Richtingaanwijzer voor
2. Koplamp
3. Koppelingshendel
4. Accu (onder zadel)
5. Gebruikershandleiding (onder zadel)
6. Rem-/achterlicht
7. Richtingaanwijzer achter
8. Achterremschijf
9. Achterremklauw
10. Koelvloeistofexpansietank
11. Dop koelvloeistofexpansietank
12. Zijstandaard
13. Schakelpedaal
14. Claxon
15. Radiateur
16. Remklauw voorrem
17. Remschijf voorrem

Onderdelenoverzicht
24
Onderdelenoverzicht
Thruxton en Thruxton R (Thruxton afgebeeld)
7
1
2
3 4 56
89101112131415
1. Richtingaanwijzer voor
2. Koplamp
3. Koppelingshendel
4. Accu (onder zadel)
5. Gebruikershandleiding (onder zadel)
6. Rem-/achterlicht
7. Richtingaanwijzer achter
8. Achterremschijf
9. Achterremklauw
10. Zijstandaard
11. Schakelpedaal
12. Claxon
13. Radiateur
14. Remklauw voorrem
15. Remschijf voorrem

Onderdelenoverzicht
25
Onderdelenoverzicht - vervolg
Thruxton en Thruxton R (Thruxton afgebeeld)
1 3 4 5
7891 0111213
6
14
1516
2
1. Brandstoftank
2. Drukdop koelvloeistofreservoir (onder
brandstoftank)
3. Tankdop
4. Vloeistofreservoir voorrem
5. Remhendel voorrem
6. Voorvork
7. Olievulplug
8. Koelvloeistofexpansietank
9. Kijkglas oliepeil
10. Dop koelvloeistofexpansietank
11. Rempedaal achterrem
12. Remvloeistofreservoir achterrem (achter
zijpaneel)
13. Afstelgereedschap (achter zijpaneel)
14. Aandrijfketting
15. Geluiddemper
16. Achterschokdemper

Serienummers
29
Serienummers
Voertuigidentificatienummer (VIN)
Het voertuigidentificatienummer is in
het balhoofdgedeelte van het frame
geslagen. Het staat ook op een label
ernaast.
12
1. VIN-stempel
2. VIN-label
Noteer het voertuigidentificatienummer
in de ruimte hieronder.
Motorserienummer
Het motorserienummer is rechtsachter
in het bovenste motorcarter geslagen,
vlakbij de achterzijde, en is te zien vanaf
de rechterzijde, achter de startmotor.
1
1. Motorserienummer
Noteer het motorserienummer in de
ruimte hieronder.

Serienummers
30
Deze pagina is met opzet blanco gelaten

Algemene informatie
31
Algemene informatie
Inhoudsopgave
Lay-out instrumentenpaneel 34
Waarschuwingslampjes 36
Storingslampje motormanagementsysteem 36
Waarschuwingslampje lage oliedruk 36
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur 36
Controlelampje startonderbreker/alarminstallatie 37
Waarschuwingslampje antiblokkeerremsysteem (ABS) 37
Controlelampje tractiecontrole (TC) 38
Waarschuwingslampje Tractiecontrole (TC) uitgeschakeld 39
Richtingaanwijzers 39
Grootlicht 39
Dagrijlichten (DRL) (indien gemonteerd) 39
Vrijloop 40
Waarschuwingslampje laag brandstofpeil 40
Waarschuwingslampje bandenspanning 40
Algemeen waarschuwingssymbool 41
Instrumenten 41
Snelheidsmeter en kilometerteller 41
Toerenteller 41
Versnellingsstandweergave 42
Brandstofmeter 42
Resterende actieradius 43
Gemiddeld brandstofverbruik 44
Dagteller 44
Klok 45
Rijmodi 46
Een rijmodus selecteren – bij stilstaande motorfiets 48
Een rijmodus selecteren – tijdens het rijden op de motorfiets 48
Tractiecontrole (TC) 50
Instellingen tractiecontrole 51
De tractiecontrole uitschakelen 51
ABS in- en uitschakelen - Alleen Thruxton en Thruxton R-modellen 52

Algemene informatie
32
Bandspanningscontrolesysteem (TPMS) (indien gemonteerd) 53
Serienummer bandspanningssensor 54
Systeemweergave 54
Sensorbatterijen 55
Bandspanning 55
Vervangende banden 55
Contactschakelaar/stuurslot 56
Startonderbreker 57
Contactsleutel 57
Schakelaars rechter handgreep 58
Stand STOP 59
Stand RUN 59
Stand START 59
Modusknop (indien gemonteerd) 60
Alarmknipperlichten 60
Schakelaars linker handgreep 60
Scrollknop 60
Claxonknop 60
Richtingaanwijzerschakelaar 61
Modusknop (indien gemonteerd) 61
Schakelaar dagrijlicht (DRL) (indien gemonteerd) 61
Grootlichtlampje 61
Handvatverwarming (indien gemonteerd) 62
Gasklepbediening 63
Stelschroeven koppelingshendel 64
Stelschroeven remhendel 65
Brandstof 66
Tankdop 67
Brandstoftank vullen 68
Zijstandaard 69
Middenbok (indien gemonteerd) 70
Zijpanelen 70
Gereedschapsset en handleiding 72
Helmhaak (indien aanwezig) 73

Algemene informatie
33
Zadels 74
Zadelonderhoud 74
Zadelslot 74
Zadel demonteren en monteren 75
Zadel Street Scrambler demonteren 75
Zadel Street Scrambler monteren 76
Bagagerek 77
USB-aansluiting 78
Inrijden 79
Dagelijkse veiligheidscontrole 80

Algemene informatie
34
Lay-out instrumentenpaneel
Street Scrambler and Street Twin (Street Twin afgebeeld)
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
0
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
19
18 17 16 15
11
10
9
8
7
5
4
3
2
1
12
14 13
20
6
MPH
km/h
1. Snelheidsmeter
2. Waarschuwingslampje Tractiecontrole (TC)
uitgeschakeld
3. Controlelampje tractiecontrole (TC)
4. Indicator brandstofniveau laag
5. Waarschuwingslampje hoge koelvloeist-
oftemperatuur
6. Waarschuwingslampje lage oliedruk
7. Storingslampje (MIL) Motormanagement-
systeem
8. Waarschuwingslampje antiblokkeerrem-
systeem (ABS)
9. Statuslampje startonderbreker/alarm-
installatie (alarminstallatie is optionele
accessoire)
10. Waarschuwingslampje bandenspanning
(mits bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) gemonteerd is)
11. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
12. Neutraal-indicator
13. Toerenteller
14. Controlelampje onderhoudsinterval
15. Kilometerteller/dagteller/klok
16. Rijmodusweergave
17. Indicator gebruikte versnelling
18. Brandstofmeter
19. Controlelampje grootlicht
20. Controlelampje linker richtingaanwijzer

Algemene informatie
36
Waarschuwingslampjes
Storingslampje
motormanagementsysteem
Het storingslampje voor het
motormanagementsysteem
licht op wanneer het contact
wordt ingeschakeld (om aan
te geven dat het systeem werkt), maar
mag niet gaan branden wanneer de
motor draait.
Als de motor loopt en er een storing
is in het motormanagementsysteem,
brandt de MIL en begint het alge-
mene waarschuwingssymbool te
knipperen. In dat geval schakelt het
motormanagementsysteem over naar
de 'thuisbrengmodus', zodat de rit kan
worden voortgezet indien de storing
niet zo ernstig is dat de motor niet kan
draaien.
Waarschuwing
Verlaag de snelheid en rijd niet langer
door dan noodzakelijk wanneer het
storingslampje brandt. De storing kan
de motorprestaties, de uitstoot van
uitlaatgassen en het brandstofver-
bruik negatief beïnvloeden.
Verlaagde motorprestaties kunnen
gevaarlijke rijomstandigheden veroor-
zaken, die kunnen leiden tot verlies
van controle en een ongeval.
Neem zo snel mogelijk contact op
met een erkende Triumph-dealer, om
de storing te laten inspecteren en
verhelpen.
Let op
Als het storingslampje knippert wanneer
het contact wordt ingeschakeld, neem
dan zo snel mogelijk contact op met een
erkende Triumph-dealer om deze situatie
te verhelpen. Onder deze omstandig-
heden zal de motor niet starten.
Waarschuwingslampje lage oliedruk
Als bij draaiende motor de
oliedruk gevaarlijk daalt, gaat
het waarschuwingslampje
lage oliedruk branden.
Voorzichtig
Schakel de motor direct uit indien
het waarschuwingslampje lage olie-
druk gaat branden. De motor niet
opnieuw starten voordat de storing is
verholpen.
Indien de motor draait terwijl het
waarschuwingslampje lage oliedruk
brandt, kan ernstige motorschade
ontstaan.
Let op
Het waarschuwingslampje lage oliedruk
gaat branden als het contact wordt
ingeschakeld en de motor niet draait.
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
Als bij draaiende motor de
koelvloeistoftemperatuur
gevaarlijk stijgt, gaat het
waarschuwingslampje voor
hoge koelvloeistoftemperatuur branden.

Algemene informatie
37
Voorzichtig
Schakel de motor direct uit indien het
waarschuwingslampje hoge koelvloei-
stoftemperatuur gaat branden. De
motor niet opnieuw starten voordat de
storing is verholpen.
Indien de motor draait terwijl het
waarschuwingslampje hoge koelvloei-
stoftemperatuur brandt, kan ernstige
motorschade ontstaan.
Controlelampje startonderbreker/
alarminstallatie
Deze Triumph-motorfiets is
uitgerust met een startonder-
breker die geactiveerd wordt
wanneer de contactschake-
laar in de stand OFF (UIT) wordt
gedraaid.
Zonder alarm
Wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF (UIT) staat, knippert de lamp
van de startonderbreker/het alarm
gedurende 24 uur om aan te geven
dat de startonderbreker ingeschakeld
is. Wanneer de contactschakelaar in
de stand ON (AAN) staat, zijn star-
tonderbreker en het controlelampje
uitgeschakeld.
Als het controlelampje blijft branden,
betekent dit dat er een storing in de
startonderbreker is, die nader moet
worden onderzocht. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Triumph-dealer, om de storing te laten
inspecteren en verhelpen.
Met alarm
Het controlelampje van de starton-
derbreker/alarminstallatie gaat alleen
branden wanneer is voldaan aan
de voorwaarden zoals beschreven
in de instructies van de originele
Triumph-alarminstallatie (accessoire).
Waarschuwingslampje
antiblokkeerremsysteem (ABS)
Wanneer de contactschake-
laar in de stand ON (AAN)
wordt gedraaid, is het normaal
dat het waarschuwingslampje
voor het ABS-systeem gaat knipperen.
Het lampje blijft knipperen nadat de
motor gestart is, totdat de motorfiets
een snelheid van meer dan 10 km/h
heeft bereikt, waarna het lampje dooft.
Let op
Tractiecontrole werkt niet bij een
storing aan het ABS-systeem. In dat
geval branden de waarschuwingslampjes
voor de ABS en tractiecontrole en het
storingslampje.
Het waarschuwingslampje mag pas
weer gaan branden als de motor weer
wordt gestart, tenzij er een storing is
of het ABS uitgeschakeld is; in dat geval
blijft het waarschuwingslampje branden.
Als het ABS door de rijder wordt
uitgeschakeld, gaat het waarschuwings-
lampje branden totdat het ABS weer is
ingeschakeld.
Als er een storing is in het ABS-sys-
teem, gaat het waarschuwingslampje
branden en knippert het algemene
waarschuwingssymbool.

Algemene informatie
38
Waarschuwing
Als het ABS niet werkt, functioneert
het remsysteem verder als een
niet-ABS remsysteem.
Rijd niet langer door dan noodzakelijk
wanneer het controlelampje brandt.
Neem zo snel mogelijk contact op
met een erkende Triumph-dealer, om
de storing te laten inspecteren en
verhelpen. In deze situatie kan te hard
remmen een blokkering van de wielen
veroorzaken, wat kan leiden tot verlies
van controle over de motorfiets en een
ongeval.
Controlelampje tractiecontrole (TC)
Het TC-controlelampje wordt
gebruikt om aan te geven dat
het tractiecontrolesysteem
actief is en bezig is om slippen
van het achterwiel te beperken bij snelle
acceleratie of op een natte of gladde
weg.
Waarschuwing
Als de tractiecontrole niet werkt,
moet voorzichtigheid in acht worden
genomen bij het accelereren en het
nemen van bochten op een nat of
glad wegoppervlak, om doorslippen
van het achterwiel te voorkomen.
Rijd niet langer door dan noodzakelijk
wanneer het storingslampje voor het
motormanagementsysteem (MIL) en
het waarschuwingslampje van de
tractiecontrole branden. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Triumph-dealer, om de storing te laten
inspecteren.
Snel accelereren en bochten nemen
kan in deze situatie doorslippen van
het achterwiel veroorzaken, wat kan
leiden tot verlies van de controle over
de motorfiets en een ongeluk.
Werking van het TC-controlelampje
TC ingeschakeld:
• Bij normale rijomstandigheden blijft
het controlelampje uit.
• Het controlelampje knippert snel
wanneer het tractiecontrolesys-
teem bezig is om slippen van het
achterwiel te beperken bij snelle
acceleratie of op een natte of gladde
weg.
TC uitgeschakeld:
Het controlelampje gaat niet branden.
In plaats daarvan gaat het waarschu-
wingslampje 'TC uitgeschakeld' branden
(zie pagina 39).

Algemene informatie
39
Let op
Tractiecontrole werkt niet in geval van
een storing aan het ABS-systeem. In dat
geval branden de waarschuwingslampjes
voor de ABS en tractiecontrole en het
storingslampje.
Waarschuwingslampje
Tractiecontrole (TC) uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje
voor uitgeschakelde TC mag
alleen gaan branden bij een
storing of als de tractiecon-
trole uitgeschakeld is.
Als het waarschuwingslampje op
enig ander moment onder het rijden
gaat branden, betekent dit dat er een
storing met het tractiecontrolesysteem
is opgetreden die nader moet worden
onderzocht.
Richtingaanwijzers
Wanneer de richtingaanwij-
zerschakelaar naar links of
naar rechts wordt gedraaid,
knippert het waarschuwings-
lampje van de richtingaanwijzer in
hetzelfde tempo als de richtingaanwijzer
zelf.
Grootlicht
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en groot licht
wordt geselecteerd, gaat het
groot licht branden.
Dagrijlichten (DRL) (indien
gemonteerd)
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en de dagrijlicht-
schakelaar op dagrijlicht is
ingesteld, gaat het waarschu-
wingslampje voor dagrijlicht branden.
De dagrijlichten en dimlichten worden
met de hand bediend via een schakelaar
op de linker schakelaarbehuizing, zie
pagina 61.
Waarschuwing
Rij niet langer dan noodzakelijk met
het dagrijlicht (DRL) als het omge-
vingslicht zwak is.
Als het donker is, in tunnels, of als de
omgevingsverlichting zwak is, kunnen
de dagrijlichten het zicht belemmeren
of andere weggebruikers verblinden.
Verblinding van andere weggebruikers
of beperkt zicht bij slechte verlichting
kan leiden tot verlies van controle over
de motorfiets en een ongeval.
Let op
Overdag zorgt de dagrijverlichting
ervoor dat de motorfiets beter zichtbaar
is voor andere weggebruikers.
In andere situaties moet het dimlicht
worden gebruikt, tenzij de verkeerssitu-
atie het gebruik van grootlicht mogelijk
maakt.

Algemene informatie
40
Vrijloop
Het waarschuwingslampje
voor de vrijloop geeft aan dat
de transmissie in de vrijloop-
stand staat (geen versnelling
ingeschakeld). Het waarschuwingslampje
gaat branden wanneer de transmissie in
vrijloop staat terwijl de contactschake-
laar in de stand AAN (ON) staat.
Waarschuwingslampje laag
brandstofpeil
Het controlelampje Laag
brandstofpeil gaat branden
wanneer er nog circa 3,0 liter
brandstof in de tank aanwezig
is.
Waarschuwingslampje
bandenspanning
Let op
Het bandspanningscontrolesysteem
(TPMS) is een optioneel accessoire dat
alleen beschikbaar is op modellen met
velgen van gietlegering.
Het waarschuwingslampje
voor de bandenspanning
werkt samen met het band-
spanningscontrolesysteem
(zie pagina 53).
Het waarschuwingslampje gaat alleen
branden wanneer de bandspanning voor
of achter onder de aanbevolen span-
ningswaarde ligt. Het gaat niet branden
wanneer de bandspanning te hoog is.
Wanneer het waarschuwingslampje
brandt, geeft het TPMS-symbool op het
display automatisch aan welke band
te zacht is en wat de spanning van die
band is.
1. Waarschuwingslampje bandspanning
2. TPMS-symbool
3. Bandspanning
4. Symbolen voor- en achterband
De bandspanning waarbij het waar-
schuwingslampje gaat branden wordt
gecompenseerd tot 20°C, maar de
bijbehorende digitale drukweergave
niet. Zelfs wanneer het digitale display
precies of ongeveer de standaard band-
spanning lijkt aan te geven wanneer het
waarschuwingslampje brandt, wordt een
lage bandspanning aangegeven. Een
lekke band is dan de meest waarschijn-
lijke oorzaak.
Waarschuwing
Zet de motorfiets stil wanneer het
waarschuwingslampje voor de band-
spanning gaat branden.
Rij niet op de motorfiets tot de banden
gecontroleerd zijn en de juiste band-
spanning hebben in koude toestand.

Algemene informatie
42
Versnellingsstandweergave
Alleen Street Scrambler en
Street Twin
10
20
110
120
120
0
0
20
40
60
180
200
1 2
1. Symbool van de versnellingsstand
2. Versnellingsstandweergave (neutrale
stand is afgebeeld)
Alle andere modellen
21
1. Symbool van de versnellingsstand
2. Versnellingsstandweergave (neutrale
stand is afgebeeld)
De versnellingsstandweergave geeft
aan welke versnelling (1-5 of 1-6) er
ingeschakeld is. Als de transmissie in
neutraalstand staat (geen versnelling
gekozen) toont het display een .n
Brandstofmeter
Alleen Street Scrambler en
Street Twin
10
20
30
1
00
110
120
120
0
0
20
40
60
140
160
180
200
21
1. Waarschuwingslampje laag brandstofpeil
2. Brandstofmeter
Alle andere modellen
1. Brandstofmeter
2. Waarschuwingslampje laag brandstofpeil
De brandstofmeter geeft de hoeveelheid
brandstof in de tank aan. Wanneer
het contact ingeschakeld is, wordt het
brandstofpeil aangegeven door het
aantal blokjes dat in het display wordt
weergegeven.

Algemene informatie
43
Als de brandstoftank vol is, worden
alle acht blokjes weergegeven en als
de tank leeg is worden er geen blokjes
weergegeven. Andere aanduidingen
geven brandstofniveaus tussen vol en
leeg weer.
Wanneer er nog ongeveer 3,0 liter
brandstof in de tank aanwezig is, gaat
het waarschuwingslampje laag brand-
stofpeil branden.
Let op
Na het tanken worden de gegevens van
de brandstofmeter en de resterende
actieradius pas bijgewerkt wanneer de
motorfiets weer rijdt. Afhankelijk van de
rijstijl kan het bijwerken tot vijf minuten
duren.
Resterende actieradius
Alleen Street Scrambler en
Street Twin
10
20
110
120
120
0
0
20
40
180
200
21
1. Controlelampje resterende actieradius
2. Geschatte resterende afstand
Alle andere modellen
1. Controlelampje resterende actieradius
2. Geschatte resterende afstand
Dit is een aanduiding van de afstand die
naar verwachting zal kunnen worden
afgelegd op de brandstof die nog in de
tank aanwezig is.
Let op
Na het tanken worden de gegevens van
de brandstofmeter en de resterende
actieradius pas bijgewerkt wanneer de
motorfiets weer rijdt. Afhankelijk van de
rijstijl kan het bijwerken tot vijf minuten
duren.

Algemene informatie
44
Gemiddeld brandstofverbruik
Alleen Street Scrambler en
Street Twin
10
20
110
120
120
0
0
20
40
180
200
21
1. Symbool voor 'gemiddeld'
2. Gemiddeld brandstofverbruik
Alle andere modellen
1. Symbool voor 'gemiddeld'
2. Gemiddeld brandstofverbruik
Dit is een indicatie van het gemiddelde
brandstofverbruik. Nadat het display is
gereset, geeft het streepjes weer, totdat
er 0,1 kilometer is afgelegd.
Let op
Na het tanken wordt de informatie over
het gemiddelde brandstofverbruik pas
bijgewerkt wanneer de motorfiets weer
rijdt. Afhankelijk van de rijstijl kan het
bijwerken tot vijf minuten duren.
Dagteller
Waarschuwing
Probeer niet om tijdens het rijden te
schakelen tussen de weergavestanden
van de kilometerteller en de dagteller
of om de dagteller te resetten, want
dit kan leiden tot verlies van controle
over de motorfiets en een ongeval.
10
20
3
0
110
120
120
0
0
20
40
60
180
200
1
1. Display dagteller (trip 1 geselecteerd)
Er zijn twee dagtellers. Beide dagtellers
tonen de afstand die de motorfiets
heeft afgelegd sinds de weergegeven
meter voor het laatst op nul gesteld
werd.

Algemene informatie
45
Om te schakelen tussen de dagtellers,
drukt u de scrollknop op het linker
schakelaarblok kort in tot de gewenste
dagteller wordt weergegeven.
1. Scrollknop
Let op
Alleen Street Scrambler
De dagtellers zijn niet toegankelijk in de
OFF ROAD-modus. De dagtellers blijven
echter nog steeds gegevens verzamelen
tijdens het rijden in de OFF ROAD-
modus. De bijgewerkte gegevens van
de dagteller worden weergegeven in de
dagtellers nadat de OFF ROAD-modus is
uitgeschakeld.
Dagteller resetten
Voor het op nul stellen van een
dagteller, de betreffende dagteller selec-
teren. Houd vervolgens de scrollknop
een seconde ingedrukt. Na meer dan
een seconde wordt de weergegeven
dagteller op nul gesteld.
Klok
Om de klok weer te geven, drukt u
herhaaldelijk op de scrollknop op het
linker schakelaarblok tot de klok wordt
weergegeven.
10
20
3
0
110
120
120
0
0
20
40
160
180
200
1
1. Klok
Klok instellen
Waarschuwing
Probeer onder het rijden niet de klok
in te stellen, dit kan leiden tot verlies
van controle over de motorfiets en een
ongeval.
Om de klok te resetten:
• Selecteer de klokweergave.
• Houd vervolgens de scrollknop een
seconde ingedrukt. De uurweergave
van de klok begint te knipperen.
Laat de scrollknop los.
Om de uurweergave te resetten:
• Controleer of de uurweergave nog
knippert en druk vervolgens kort
op de scrollknop om de instelling te
wijzigen. Elke keer indrukken van de
knop verandert de instelling met één
cijfer.

Algemene informatie
48
Als OFF ROAD-modus is geselecteerd,
wordt deze weergegeven in het hoofd-
scherm.
10
20
110
120
120
0
0
20
40
180
200
1
1. Weergave OFF ROAD-modus (alleen
Street Scrambler)
In de OFF ROAD-modus kan de rijmodus
met een lange druk op de MODE-knop
worden omgeschakeld naar de ROAD-
modus.
Een rijmodus selecteren – bij
stilstaande motorfiets
Druk herhaaldelijk op de modusknop
op het schakelaarblok aan de linker- of
rechterkant van het stuur, tot de
gewenste rijmodus knippert op het
display.
De geselecteerde rijmodus wordt één
seconde na indrukken van de modus-
knop automatisch geactiveerd als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
Met uitgeschakelde motor
• Het contact is ingeschakeld.
• De motorstopschakelaar staat in de
stand RUN (DRAAIEN).
Met draaiende motor
• De vrijloopstand is geselecteerd of
de koppeling is ingetrokken.
Een rijmodus selecteren – tijdens
het rijden op de motorfiets
Waarschuwing
Om op een rijdende motor een
rijmodus te selecteren moet de
bestuurder de motorfiets kortstondig
laten freewheelen (motorfiets rijdt,
motor draait, gas dicht, koppelings-
hendel ingetrokken en remmen los).
Selectie van een rijmodus onder het
rijden mag alleen worden geprobeerd:
- Bij lage snelheid
- Op plaatsen waar geen ander
verkeer is
- Op rechte en vlakke wegen of opper-
vlakken
- Bij goede weg- en weersomstandig-
heden
- Daar waar het veilig is om de
motorfiets kortstondig te laten free-
wheelen.
Selectie van een rijmodus onder het
rijden MAG NIET worden geprobeerd:
- Bij hoge snelheid
- Te midden van rijdend verkeer
- Tijdens het nemen van een bocht of
op bochtige wegen of oppervlakken
- Op sterk hellende wegen of opper-
vlakken
- Bij slechte weg-/weersomstandig-
heden
- Daar waar het onveilig is om de
motorfiets kortstondig te laten free-
wheelen.

Algemene informatie
49
Waarschuwing
Wanneer u geen acht slaat op deze
belangrijke waarschuwing, leidt dat tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.
Waarschuwing
Rijd na het selecteren van een
rijmodus eerst een stukje op een
plaats waar geen verkeer is, om
vertrouwd te raken met de nieuwe
instellingen.
Leen uw motorfiets niet uit aan
anderen, omdat ze de instellingen
van uw vertrouwde rijmodus kunnen
wijzigen, waardoor u de controle over
de motorfiets kunt verliezen en een
ongeval kunt krijgen.
Let op
Alleen Street Scrambler
De OFF ROAD-modus kan niet worden
geselecteerd terwijl de motorfiets rijdt.
De modus kan alleen worden geselec-
teerd als de motorfiets stilstaat.
De OFF ROAD-modus kan worden uitge-
schakeld door lang op de MODE-knop te
drukken. Hierop wordt de ROAD-modus
geactiveerd.
Druk herhaaldelijk op de modusknop
op het schakelaarblok aan de linker- of
rechterkant van het stuur, tot de
gewenste rijmodus knippert op het
display.
Binnen 30 seconden na indrukken van
de modusknop moet de bestuurder
tegelijkertijd de volgende handelingen
uitvoeren:
• De gashendel dichtdraaien.
• De koppeling intrekken.
• Maak geen gebruik van de remmen
(laat de motor 'freewheelen').
Let op
De laatste rijmodus die werd gese-
lecteerd voordat het contact werd
uitgeschakeld, is dezelfde rijmodus die
actief is wanneer het contact opnieuw
wordt ingeschakeld.
Bij een onvolledige moduswijziging:
• Breng de motorfiets veilig tot stil-
stand.
• Selecteer de vrijloopstand.
• Zet het contact uit en weer aan.
• Selecteer de gewenste rijmodus.
• Start de motor opnieuw en rij
verder.
Waarschuwing
Stop de motor niet met de contact-
schakelaar of start-stopschakelaar
wanneer de motorfiets rijdt.
Breng de motorfiets altijd veilig tot
stilstand en schakel hem in de vrijloop-
stand voordat u de motor stopt.
Door de motor tijdens het rijden
te stoppen via het contact of de
start-stopschakelaar kan het achter-
wiel blokkeren, wat leidt tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.

Algemene informatie
51
Let op
Alleen Street Scrambler
De tractiecontrole is uitgeschakeld
wanneer de motorfiets in de OFF ROAD-
modus staat.
Instellingen tractiecontrole
Waarschuwing
Probeer de instellingen van de trac-
tiecontrole niet onder het rijden te
wijzigen, omdat dit kan leiden tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.
Waarschuwing
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld,
gedraagt de motorfiets zich net als
anders, maar zonder tractiecontrole.
In dat geval kan te snel accelereren op
een nat of glad wegoppervlak leiden
tot verlies van controle over de motor-
fiets en een ongeval.
De tractiecontrole kan in de volgende
standen worden gezet:
AAN
Optimale tractiecontrole-in-
stelling voor gebruik op de
weg, minimale achterwielslip
toegestaan.
UIT
Tractiecontrole is uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje 'TC
uitgeschakeld' gaat branden (zie
pagina 39).
De tractiecontrole wordt automatisch
ingeschakeld als het contact uit- en
vervolgens weer ingeschakeld wordt.
De tractiecontrole uitschakelen
Om de tractiecontrole uit te schakelen:
• Zorg dat de motorfiets stilstaat en
in de neutraalstand staat.
• Zet het contact op ON (AAN) en zorg
dat de start-stopschakelaar in de
stand RUN (DRAAIEN) staat.
• Druk herhaaldelijk op de scrollknop
op het linker schakelaarblok tot
’ttcOn’ op het display wordt weerge-
geven.
• Houd de scrollknop langer dan een
seconde ingedrukt om de tractie-
controle in of uit te schakelen.
10
20
3
0
110
120
120
0
0
20
40
160
180
200
1
1. Weergave tractiecontrole (Street Twin
afgebeeld)

Algemene informatie
52
Waarschuwing
Na het off-the-road rijden met uitge-
schakelde tractiecontrole, moet u altijd
controleren of de tractiecontrole is
ingeschakeld wanneer u terugkeert om
op de openbare wegen te rijden.
Rijden op de openbare weg met de
tractiecontrole uitgeschakeld, kan
bij te hard accelereren op nat/glad
wegdek leiden tot het wegglijden
van het achterwiel, wat verlies van
controle over de motorfiets en onge-
vallen kan veroorzaken.
ABS in- en uitschakelen
- Alleen Thruxton en
Thruxton R-modellen
Waarschuwing
Probeer de ABS-instellingen niet onder
het rijden te wijzigen, omdat dat kan
leiden tot verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Waarschuwing
Wanneer ABS uitgeschakeld is, werkt
het remsysteem als een remsysteem
zonder ABS. In dat geval kan te hard
remmen een blokkering van de wielen
veroorzaken, wat kan leiden tot verlies
van controle over de motorfiets en een
ongeval.
Waarschuwing
Na het off-the-road rijden met
uitgeschakelde ABS, moet u altijd
controleren of het anti-blokkeerrem-
systeem is ingeschakeld wanneer u
terugkeert om op de openbare wegen
te rijden.
Rijden op de openbare weg met de
ABS uitgeschakeld, zal bij te hard
remmen leiden tot het blokkeren van
de wielen, wat verlies van controle
over de motorfiets en ongevallen kan
veroorzaken.

Algemene informatie
68
Brandstoftank vullen
Waarschuwing
Teveel brandstof vullen kan leiden tot
morsen.
Indien brandstof wordt gemorst, dient
deze direct en volledig te worden
opgenomen en dienen de hiervoor
gebruikte materialen op een veilige
manier te worden afgevoerd.
Zorg ervoor dat tijdens het tanken
geen brandstof op de motor, de
uitlaatpijpen, de banden of andere
onderdelen van de motorfiets wordt
gemorst.
Omdat benzine (brandstof) uiterst
brandbaar is, kan een benzinelek of
het morsen van benzine, of het niet in
acht nemen van de hiervoor genoemde
veiligheidsinstructies, brand veroor-
zaken, met schade aan eigendommen,
persoonlijk letsel of de dood als gevolg.
Bij of op de banden gemorste brand-
stof vermindert de grip van de band
op de weg. Hierdoor ontstaan gevaar-
lijke rijomstandigheden, die kunnen
leiden tot verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Voorzichtig
Voorkom het vullen van de tank onder
regenachtige of stoffige omstan-
digheden, omdat dit kan leiden tot
verontreiniging van de brandstof.
Verontreinigde brandstof kan onder-
delen van het brandstofsysteem
beschadigen.
Vul de brandstoftank langzaam om
morsen te voorkomen. Vul de tank niet
verder dan tot de onderkant van de
vulpijp. Hierdoor blijft er ruimte voor een
luchtlaag, zodat de brandstof in de tank
kan uitzetten door warmteopname uit
de motor of zonlicht.
21
1. Hals van de vulpijp
2. Maximaal brandstofpeil
Controleer na het tanken altijd of de
tankdop goed gesloten is.
Produktspecifikationer
Varumärke: | Pyle |
Kategori: | Hörlurar |
Modell: | Health PHPHA78 |
Behöver du hjälp?
Om du behöver hjälp med Pyle Health PHPHA78 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig
Hörlurar Pyle Manualer

3 September 2024

1 September 2024

29 Augusti 2024

25 Augusti 2024

24 Augusti 2024

24 Augusti 2024

23 Augusti 2024

20 Augusti 2024

19 Augusti 2024

19 Augusti 2024
Hörlurar Manualer
- Hörlurar Karma
- Hörlurar Lindy
- Hörlurar Google
- Hörlurar GoGEN
- Hörlurar Astell&Kern
- Hörlurar Champion
- Hörlurar Proscan
- Hörlurar Nodor
- Hörlurar 3MK
- Hörlurar Zagg
- Hörlurar ONU
- Hörlurar SilverStone
- Hörlurar Voxicon
- Hörlurar Tek Republic
- Hörlurar Anchor Audio
Nyaste Hörlurar Manualer

9 April 2025

8 April 2025

6 April 2025

3 April 2025

3 April 2025

3 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

2 April 2025

2 April 2025