ATAG OX6211 Bruksanvisning

ATAG Ugn OX6211

Läs nedan 📖 manual på svenska för ATAG OX6211 (76 sidor) i kategorin Ugn. Denna guide var användbar för 24 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/76
gebruiksaanwijzing
elektro oven
mode d'emploi
four electro
OX6211H
2 ATAG
Oventhermostaat
controlelampje
Bedieningspaneel
Elektronisch
programmeren
Oventhermostaat
bedieningsknop
Ovenfunctie
bedieningsknop
Bedrijfs
controlelampje
Rooster
Braadslede
Toebehoren
Beschrijving van het apparaat
Binnenkant oven
1 tot 4 Inzetniveaus
(inzetniveau nr. 2 en 4
zijn uitgerust met
telescopische geleiders)
5 Grill
6 Ventilator
7 Ovenlampje
8 Opening draaispit
4
3
2
1
576
8
Draaispit
frame draaispit
vorken
spit
greep
Bakplaat
ATAG 3
Beschrijving van het apparaat ............................................................................ 2
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie......................................... 4
Bedieningsknoppen........................................................................................... 6
Voordat u de oven de eerste keer gebruikt ......................................................... 9
Elektronisch programmeren ............................................................................. 10
De oven gebruiken .......................................................................................... 15
Kooktabellen ................................................................................................... 24
Reiniging en onderhoud ................................................................................... 27
Wat te doen als er iets fout gaat ...................................................................... 33
Technische gegevens ...................................................................................... 34
Instructies voor de installateur.......................................................................... 35
Instructies voor de inbouw ............................................................................... 37
Service en onderdelen ..................................................................................... 38
Veiligheidsvoorschrift
Stap-voor-stap-handleiding
Adviezen
Milieu-informatie
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
)
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen.
4 ATAG
Waarschuwingen en belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en
hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat
aansluit en/of in gebruik neemt.
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als
het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat
bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Installatie
De installatie moeten worden uitge-
voerd door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende voor-
schriften. De afzonderlijke installatie-
werkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
Laat het apparaat installeren en aan-
sluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
Ook eventuele voor de installatie nood-
zakelijke wijzigingen aan de elektriciteits-
voorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
Bediening
Deze oven is ontworpen voor de be-
reiding van levensmiddelen; gebruik
hem nooit voor andere doeleinden.
Pas bij het openen van de oven-
deur (tijdens of aan het einde van
de bereidingstijd) altijd op voor de
hete luchtstroom die uit de oven
komt.
Wees extra voorzichtig tijdens het ge-
bruik van de oven. Door de grote hitte
van de verwarmingselementen zijn de
bakplaten en andere onderdelen erg
heet.
Let op! Bedek de oven nooit met alu-
miniumfolie en plaats geen bakblik-
ken, ovenschotels en dergelijke op de
bodem van de oven, anders kan het
emaille van de oven door de opge-
bouwde hitte beschadigd raken.
Indien u, om welke reden dan ook, alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
Ga bij het reinigen van de oven voor-
zichtig te werk: sproei nooit vloeistof
op de verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van
welke aard ook aan te brengen aan
het apparaat of aan de kenmerken er-
van.
Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de
overige onderdelen van het apparaat
erg heet. Houd kinderen daarom uit de
buurt van het apparaat. Indien er elek-
trische apparaten worden aangesloten
op stopcontacten in de buurt van de
oven, let er dan op dat de aansluit-
snoeren niet in aanraking komen met
hete oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.
Nederlands
6 ATAG
Bedieningsknoppen
Ovenfuncties
0 De oven staat uit.
Ovenlampje - Het ovenlampje brandt ook
als er geen ovenfunctie is ingeschakeld.
Onder- en bovenwarmte - De warmte
komt van zowel de bovenste als de onderste
verwarmingselementen, zodat er in de gehele oven-
ruimte een gelijkmatige temperatuur heerst.
Bovenste verwarmingselement - De
warmte komt uitsluitend van het bovenste
verwarmingselement (buiten de sectie).
Onderste verwarmingselement - De
warmte komt alleen van het onderste verwarmings-
element.
Kleine grill - De kleine grill kan gebruikt
worden om kleine hoeveelheden te grillen.
Grill / Draaispit - Het draaispit kan wor-
den gebruikt voor het grillen van vlees, kebabs of
kleine stukken vlees aan een spit.
Grote grill - Het gehele grillelement wordt
ingeschakeld. Aanbevolen voor grotere hoeveelhe-
den.
Grillen met hetelucht - Deze functie biedt
een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten
die anders met de normale grill bereid worden. Het
grillelement en de hete lucht werken afwisselend,
zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. Als
u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hetelucht- Bij deze instelling kunt u op ver-
schillende bakplaten braden of tegelijkertijd bra-
den en bakken, zonder dat er smaakoverdracht
plaatsvindt.
8 ATAG
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die het
voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de
ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de
oven enkele minuten inwerking is automatisch
ingeschakeld.
Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt
warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven
wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige
tijd draaien om de bedieningselementen koel te
houden. Dit is volkomen normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang
en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het
is mogelijk dat de ventilator helemaal niet
ingeschakeld wordt op lagere
temperatuurinstellingen of als de oven maar korte
tijd gebruikt is.
ATAG 9
Voordat u de oven in gebruik neemt
Houd de handgreep altijd in het
midden vast wanneer u de ovendeur
opent.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
zowel aan de buitenkant als aan de bin-
nenkant, voordat u de oven gebruikt.
Wanneer u de oven voor de eerste keer gaat ge-
bruiken, moet deze eerst eenmaal leeg worden
verwarmd.
Gedurende deze tijd kunt u een onaangename geur
waarnemen. Dit is volkomen normaal. en is vol-
komen normaal.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
De oven werkt pas nadat de klok is in-
gesteld.
1. Stel het tijdstip van de dag in met de
optie elektronisch programmeren (zie
hoofdstuk “Elektronisch programme-
ren”).
2. Draai de functieknop op bereiding met
hetelucht .
3. Draai de thermostaatknop op 250°C.
4. Zet een raam open voor ventilatie.
5. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten
werken.
Deze procedure dient herhaald te worden met de
Grote grillfunctie en de functie Onder- en
bovenwarmte , gedurende 5-10 minuten.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak een
doek vochtig met warm water en wat mild
reinigingsmiddel en reinig daarmee de bin-
nenkant van de oven.
Reinig voordat u de oven voor het eerst
gebruikt ook zorgvuldig alle accessoires.
)
ATAG 11
Om het juiste tijdstip van de dag opnieuw in
te stellen:
1. Druk op toets SELECT om de functie
“Tijdstip van de dag” te selecteren. Het overeen-
komstige controlelampje gaat knipperen. Ga dan
verder zoals hierboven is beschreven. Het tijdstip
van de dag kan alleen opnieuw worden ingesteld
als er geen automatische functie (bereidingsduur
of einde bereidingstijd ) is ingesteld.
“Bereidingsduur” functie
Met deze functie wordt de oven automatisch uitge-
schakeld als de tijd van een geprogrammeerde
bereidingsduur afgelopen is. Zet het gerecht in de
oven, selecteer een bereidingsfunctie en stel de
bereidingstemperatuur in.
Druk herhaaldelijk op de toets SELECT om de
“Bereidingsduur” functie te selecteren. Het over-
eenkomstige controlelampje gaat knipperen.
Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u de bereidingsduur in:
1. Druk op toets “ ”” of “ ”.
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “bereidings-
duur” gaat branden en op het display verschijnt
het tijdstip van de dag.
3. Als de bereidingstijd is afgelopen scha-
kelt de oven zich automatisch uit en zal er een
geluidssignaal klinken, terwijl het controlelampje
gaat knipperen. Draai de functieknop van de oven
en de thermostaatknop op nul.
Om het geluidsalarm uit te schakelen een wille-
keurige toets indrukken.
OPMERKING: door het uitschakelen van het
geluidsalarm wordt de oven weer op handmatig
gezet, en als de functieknop en de thermostaat-
knoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven weer
gaan opwarmen.
12 ATAG
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op toets SELECT om de “Bereidings-
duur” functie te selecteren. Het overeenkomstige
controlelampje begint te knipperen en het op
het display verschijnt de resterende bereidingstijd.
2. Druk op toets tot op het display “0:00”
verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje
uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display
verschijnen.
“Einde bereidingstijd” functie
Met deze functie kunt u de oven zodanig instellen
dat deze automatisch uitgeschakeld wordt als de
tijd van een geprogrammeerde bereidingsduur af-
gelopen is. Zet het gerecht in de oven, selecteer
een bereidingsfunctie en stel de bereidings-
temperatuur in.
Druk herhaaldelijk op de toets SELECT om de
functie “Einde bereidingstijd” te selecteren.
Het overeenkomstige controlelampje gaat knip-
peren. Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u het einde van de bereidingstijd in:
1. Druk op toets “ ” of “ ”.
2. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “einde
bereidingstijd” gaat branden en op het display
verschijnt het tijdstip van de dag.
3. Als de bereidingstijd is afgelopen scha-
kelt de oven zich automatisch uit en zal er een
geluidssignaal klinken, terwijl het controlelampje
gaat knipperen. Draai de functieknop van de oven
en de thermostaatknop op nul. Om het geluids-
alarm uit te schakelen een willekeurige toets in-
drukken.
OPMERKING: door het uitschakelen van het
geluidsalarm wordt de oven weer op handmatig
gezet, en als de functieknop en de thermostaat-
knoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven weer
gaan opwarmen.
ATAG 13
Zo annuleert u het einde van de bereidingstijd:
1. Druk herhaaldelijk op toets SELECT om de
functie “Einde bereidingstijd” te selecteren. Het
overeenkomstige controlelampje begint te
knipperen en op het display verschijnt de gepro-
grammeerde bereidingseindtijd.
2. Druk op toets “ ” tot op het display het
huidige tijdstip wordt weergegeven. De
programmeringsfunctie zal een piep laten horen
en het controlelampje gaat uit.
“Bereidingsduur” en “Einde
bereidingstijd gecombineerd
De functies “Bereidingsduur” en “Einde bereidings-
tijd” kunnen tegelijk gebruikt worden om de oven
automatisch in te schakelen en later uit te schake-
len.
1. Met de functie “Bereidingsduur” (stel
de bereidingsduur in zoals beschreven in het be-
treffende hoofdstuk) stelt u de tijdsduur in. Druk
vervolgens op toets SELECT: op het display
verschijnt de geprogrammeerde instelling.
2. Met de functie “Einde bereidingstijd”
(stel het einde van de bereidingstijd in zoals be-
schreven in het betreffende hoofdstuk) stelt u het
tijdstip van het einde van de bereidingstijd in.
Het overeenkomstige controlelampje gaat bran-
den en op het display verschijnt het tijdstip van de
dag. De oven zal in- en uitgeschakeld worden
volgens de ingestelde programma’s.
14 ATAG
Functie “Kookwekker”
Het alarm van de kookwekker klinkt na afloop van
de ingestelde tijdsduur, maar de oven blijft aan,
indien hij in gebruik is.
Zo stelt u de kookwekker in:
1. Druk op toets SELECT om de “Kook-
wekker” functie te selecteren.
Het overeenkomstige controlelampje gaat knip-
peren.
2. Druk op toets “ ” of “ ” (maximaal: 2 uur,
30 minuten).
3. Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “Kookwekker”
gaat branden.
4. Als de ingestelde tijdsduur is afgelopen
begint het controlelampje te knipperen en klinkt
er een geluidssignaal. Om het geluidsalarm uit te
schakelen een willekeurige toets indrukken.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
1. Druk op toets SELECT om de “Kook-
wekker” functie te selecteren. Het overeenkom-
stige controlelampje begint te knipperen en op
het display verschijnt de resterende tijd.
2. Druk op toets “ ” tot op het display “0:00”
verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje
uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display
verschijnen.
Zo schakelt u het display uit
1. Druk tegelijkertijd op twee programmeer-
knoppen en houd ze ongeveer 5 seconden inge-
drukt. Het display wordt uitgeschakeld.
2. Om het display in te schakelen, dient u een
willekeurige toets in te drukken.
Het display kan alleen uitgeschakeld worden
als er geen andere functies zijn ingesteld.
ATAG 15
Gebruik van de oven
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat
zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie en een
constante recirculatie van stoom.
Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een stoom bevattende atmosfeer en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot een
minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er
stoom ontstaan, die vrijkomt zodra u de ovendeur
opent. Dit is volkomen normaal.
Doe echter altijd een stap van de oven
vandaan als u de ovendeur opent,
zodat eventuele stoom of hitte naar
buiten kan komen.
Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en
dek geen onderdelen van de oven af met
aluminiumfolie. Dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt
en het email van de oven kan beschadigen.
Zet pannen, hittebestendige pannen en
aluminium bakplaten altijd op het bakplaat
dat in de geleiders is geschoven. Wanneer
voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom,
net als in een ketel. Wanneer de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de
oven, wordt er condens gevormd en ontstaan
er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten voor,
om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels
weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur
van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt
met de hete stoom uit de oven. Houd de deur
vast aan de handgreep totdat deze helemaal
geopend is en laat de handgreep niet eerder los.
16 ATAG
Onder- bovenwarmte
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
- De warmte wordt het beste verdeeld bij ge-
bruik van het middelste niveau. Om het bruineren te
verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om het
bruineren te vermeerderen, zet u het rooster hoger.
- Het materiaal en de afwerking van de bak-
plaat en de schalen is van invloed op de mate waarin
het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed, don-
kere of zware bakvormen en materiaal met een anti-
aanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Gla-
zen ovenschalen en bakplaten van glanzend alumi-
De oven heeft vier inzetniveaus.
Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem
van de oven (zie afbeelding).
Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn
geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding.
Inzetniveau 2 en 4 zijn voorzien van telescopische
geleiders, die het plaatsen of verwijderen van
bakplaten gemakkelijker maakt.
1. Trek de rechter en linker telescopische
geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven
op de afbeelding.
2. Plaats de bakplaat of de grillpan op de
telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig
helemaal in de oven (zie afbeelding).
Probeer niet om de ovendeur te sluiten
als de telescopische geleiders niet
volledig in de oven zitten. Hierdoor
kunnen het emaille en het glas van de
deur beschadigd raken.
Let op: Telescopische geleiders en
andere accessoires worden erg heet!
gebruik ovenhandschoenen of
dergelijke!
Plaats kookgerei nooit direct op de
bodem van de oven.
ATAG 17
nium of staal reflecteren de warmte en verminderen
de bruinering.
- Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel
op de bodem van de oven wordt gemorst en er-
voor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan wor-
den gereinigd.
- Plaats schalen, blikken of bakplaten nooit
direct op de bodem van de oven, aangezien deze
erg heet wordt en de pannen hierdoor beschadigd
kunnen raken. Bij deze instelling komt de warmte
van zowel het bovenste als het onderste element.
Hiermee kunt u op één niveau gerechten berei-
den, wat met name geschikt is voor gerechten die
extra bruinering vergen, zoals quiches en hartige
taarten.
Gratins, lasagne en ovenschotels die extra bruine-
ring aan de bovenkant vergen, kunnen ook prima
worden bereid met boven- en onderwarmte.
Bovenste verwarmingselement
1. Draai de functieknop van de oven op
.
2. Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
De warmte komt alleen van de bovenkant van de
oven, zodat u uw gerechten kunt klaarmaken zo-
als lasagne, gehakt met een korst, bloemkool met
kaas, enz.
Onderste verwarmingselement
1. Draai de functieknop van de oven op
.
2. Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
Deze functie is uitermate geschikt voor het blind
bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie
worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het basis-
deeg van quiches of hartige taarten gaar is.
18 ATAG
Grillen
- De meeste gerechten kunnen het beste op
het rooster in de grillpan worden geplaatst. Hier-
door wordt een maximale luchtcirculatie gereali-
seerd en bevindt het voedsel zich niet in maar bo-
ven het vet en de vleessappen. Indien gewenst kun-
nen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op
de grillpan worden geplaatst.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en
vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter,
zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees
onder de grill worden geplaatst
- Voor het roosteren van brood raden we u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de be-
reiding worden omgedraaid.
Gebruik van de kleine grill
De kleine grill zorgt voor snelle, directe hitte in het
middelste gedeelte van de grillpan. Door de kleine
grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere
hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
3. Pas het niveau van het rooster en de grill-
pan aan voor de verschillende diktes van het voed-
sel en volg de instructies voor het grillen.
Het grillelement wordt geregeld door de thermo-
staat. Tijdens de bereiding gaat de grill aan en uit,
om oververhitting te voorkomen.
Hoe gebruikt u de grote grill
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3. Pas het niveau van het rooster en de grill-
pan aan voor de verschillende diktes van het voed-
ATAG 19
sel. Plaats het voedsel dicht bij het element als u
het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een
behoedzamer bereiding.
Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoog-
ste stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of
toast gaat maken. Pas indien nodig de warmte-
instelling en de stand van het rooster tijdens het
bereiden aan.
Grill / Draaispit
Ga als volgt te werk als u het draaispit wilt gebrui-
ken:
1. Plaats het spitframe op de tweede geleider
van beneden, zoals weergegeven in de afbeelding.
2. Plaats de eerste vork in het spit, prik het
voedsel erop en zet dit vast door de tweede vork
aan te brengen; zet de twee vorken vast met de
speciale schroeven.
3. Plaats het uiteinde van het spit in de ope-
ning van de motor van het draaispit. Deze is duide-
lijk zichtbaar in het midden van de achterwand van
de oven.
4. Plaats het voorste deel van het spit op het
spitframe.
5. Schroef de greep los.
6. Draai de functieknop van de oven op
en de thermostaatknop op de gewenste tempera-
tuur.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
Wij adviseren om op de eerste geleider van
beneden een braadslede te plaatsen, nadat
u hierin twee kopje water hebt gegoten.
20 ATAG
Hoe gebruikt u de functie grillen met hete-
lucht
Draai de functieknop van de oven op en stel
de thermostaatknop in op de gewenste tempera-
tuur.
Deze functie biedt een alternatieve bereidings-
methode voor gerechten die anders met de nor-
male grill bereid worden. Het grillelement en de
hete lucht werken afwisselend, zodat de hete lucht
rond de gerechten circuleert.
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hoe gebruikt u de functie hetelucht
- Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt rond ge-
blazen in de oven door een circulair verwarmings-
element in de achterwand van de oven zelf. Door
een ventilator wordt de hetelucht in de oven ver-
spreid. Dit betekent dat u tegelijkertijd verschillende
soorten gerechten kunt bereiden, die op verschil-
lende inzetniveaus zijn geplaatst.
Hete lucht garandeert een snelle verwijdering van
vocht en de drogere omgeving van de oven voor-
komt dat de verschillende aroma’s en smaken van
het ene gerecht naar het andere worden overge-
bracht.
- De mogelijkheid om gerechten op verschil-
lende inzetniveaus te bereiden betekent dat u
verschillende gerechten tegelijkertijd kunt bereiden;
tot maximaal drie bakplaten koekjes en minipizza’s,
om meteen op te eten of om ze vervolgens in te
vriezen.
- Natuurlijk kan de oven ook gebruikt wor-
den voor bereidingen op één niveau. Daarbij kunt
u het best de laagste niveaus gebruiken, dan kunt
u de voortgang makkelijker in de gaten houden.
ATAG 21
- Bovendien is de oven met name aanbevo-
len voor het steriliseren van jam en eigen- vruchten
op siroop en om paddenstoelen en fruit te drogen.
Hoe gebruikt u de functie ontdooien
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Controleer of de thermostaatknop van de
oven op de stand UIT staat ( ).
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat lucht
op kamertemperatuur in de oven circuleren.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare le-
vensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crème-
vulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
Adviezen
- De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren
te verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om
het bruineren te vermeerderen, zet u het rooster
hoger.
- Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op de mate
waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed,
donkere of zware bakvormen en materiaal met een
antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering.
Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend
aluminium of staal reflecteren de warmte en
verminderen de bruinering.
- Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de
bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te
zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden
gereinigd.
- Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet
direct op de bodem van de oven, deze wordt erg
heet en kan de schalen beschadigen.
22 ATAG
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde
temperatuur (150°C-200°C). Daarom is het nodig
om de oven ongeveer 10 minuten voor te verwar-
men.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van
de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bak-
blik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u
het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveel-
heid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk
van de lepel lopen. De baktijd zou door te veel vloei-
stof onnodig langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moet er tussen de blik-
ken één niveau worden vrijgelaten.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moeten deze na onge-
veer tweederde van de baktijd worden omgewisseld
en omgedraaid.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1
kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uit-
drogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebra-
den maar van binnen roze tot rood moet blijven,
moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C)
worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen
een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe
bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de
saus of jus direct aan het begin in de braadslede.
Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig,
voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur
toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp
van een lepel: als het vlees niet kan worden inge-
drukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van
binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere
temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan
de braadslede op het onderste niveau zodat de sap-
ATAG 23
pen worden opgevangen. Laat het braadstuk min-
stens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet
kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u
een beetje water in de braadslede gieten. Om
condensvorming te voorkomen, een paar keer wa-
ter toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd
worden in de oven op de laagste temperatuur warm
gehouden worden.
Let op!
Bedek de oven nooit met aluminiumfo-
lie en plaats geen bakblikken, oven-
schotels en dergelijke op de bodem van
de oven, anders kan het emaille van de
oven door de opgebouwde hitte bescha-
digd raken.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar ge-
lang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid
vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instellingen van uw eerste bereidings-
experimenten, om ervaring op te doen als u deze
gerechten later nog eens wilt bereiden.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aan-
passen op basis van uw eigen ervaringen.
24 ATAG
GEBAK
Schuimtaart 2 170 2 (1en 3)* 160 45-60 In cakevorm
Zandkoekdeeg 2 170 2 (1en 3)* 160 20-30 In cakevorm
Kwarktaart 1 175 2 165 60-80 In cakevorm
Appeltaart (appelcake) 1 170 2 (1en 3)* 160 90-120 In cakevorm
Strudel 2 180 2 160 60-80 Op bakplaat
Jamtaart 2 190 2 (1en 3)* 180 40-45 In cakevorm
Fruitcake 2 170 2 150 60-70 In cakevorm
Biscuitgebak 1 170 2 (1en 3)* 165 30-40 In cakevorm
Kerstcake 1 150 2 150 120-150 In cakevorm
Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 In broodvorm
Kleine cake 3 170 2 160 20-35 Op bakplaat
Koekjes 2 160 2 (1en 3)* 150 20-30 Op bakplaat
Schuimpjes 2 135 2 (1en 3)* 150 60-90 Op bakplaat
Koffiebroodjes 2 200 2 190 12~20 Op bakplaat
Soesjes 2of 3 210 2 (1en 3)* 170 25-35 Op bakplaat
Taartjes 2 180 2 170 45-70 In cakevorm
BROOD EN PIZZA
Wit brood 1 195 2 185 60-70
Roggebrood 1 190 1 180 30-45 In broodvorm
Broodjes 2 200 2 (1en 3)* 175 25-40 Op bakplaat
Pizza 2 200 2 200 20-30 Op bakplaat
HARTIGE TAARTEN
Hartige taart 2 200 2 (1en 3)* 175 40-50 In bakvorm
Groentetaart 2 200 2 (1en 3)* 175 45-60 In bakvorm
Quiche 1 210 1 190 30-40 In bakvorm
Lasagne 2 200 2 200 25-35 In bakvorm
Cannelloni 2 200 2 200 25-35 In bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Op rooster
Varken 2 180 2 175 100-130 Op rooster
Kalf 2 190 2 175 90-120 Op rooster
Rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Op rooster
medium 2 210 2 200 60-70 Op rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Op rooster
Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 Met zwoerd
Varkensschenkel 2 180 2 160 100-120 2 stuks
Lam 2 190 2 175 110-130 Bout
Kip 2 190 2 200 70-85 Heel
Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel
Eend 2 175 2 220 120-150 Heel
Gans 2 175 1 160 150-200 Heel
Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken
Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken
Fazant 2 190 2 175 90-120 Heel
Gehaktbrood 2 180 2 170 tot.150 in broodvorm
VIS
Forel/Zeebrasem 2 190 2 (1en 3)* 175 40-55 3-4 vissen
Tonijn/Zalm 2 190 2 (1en 3)* 175 35-60 4-6 filets
GERECHT
Onder- en
bovenwarmte
Hetelucht
temp.
°C
temp.
°C
Bereidingstijd
in minuten
OPMERKINGEN
Onder- en bovenwarmte en Hetelucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven moet altijd 10 minuten
worden voorverwarmd.
Kooktabellen
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen aangepast
worden aan persoonlijke wensen.
(
*
)
Als u gelijktijdig meer dan een gerecht wilt bereiden, adviseren wij u deze op de tussen haakjes
aangegeven inzetniveaus te plaatsen.
Niveau4
3
2
1
Niveau4
3
2
1
26 ATAG
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen
aangepast worden aan persoonlijke wensen.
Gevogelte 1000 2 250 50/60
Braadstukken 800 2 250 50/60
Temp.
°C
Hoeveelheid (gr.) Bereidingstijd
in minuten
GERECHT
Niveau
4
3
2
1
Grill / Draaispit
ATAG 27
Trek voordat u de oven gaat schoon-
maken altijd eerst de stekker uit het
stopcontact en laat de oven afkoelen.
Het apparaat mag niet worden gerei-
nigd met een stoomreiniger.
Zorg ervoor dat de oven altijd schoon
is. Vet- of voedselresten in de oven
kunnen brand veroorzaken (met name
in de grillpan).
Let op: Voordat u de oven gaat reinigen, moet de
stekker van het apparaat uit het stopcontact wor-
den gehaald.
Voor een lange levensduur van het apparaat is
het noodzakelijk de volgende reinigings-
werkzaamheden regelmatig uit de voeren:
- Maak de oven pas schoon als deze is afge-
koeld.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met een
sopje.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Droog de onderdelen van roestvrij staal en de
glasplaat met een zachte doek.
- Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal ver-
krijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
of warme azijn.
Het emaille van de oven is uiterst duurzaam en in
hoge mate resistent. De inwerking van hete fruit-
zuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen
echter op de oppervlakken van emaille blijvende
matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlek-
ken op het hoogglanzende oppervlak van het
emaille hebben echter geen invloed op de func-
ties van de oven. Reinig de oven grondig na elk
gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makke-
lijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daar-
door voorkomen.
Reiniging en onderhoud
28 ATAG
Reinigingsmiddelen
Controleer voordat u een reinigingsmiddel gaat
gebruiken altijd of dit geschikt is voor uw oven en
of de toepassing door de fabrikant wordt aanbe-
volen. Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mo-
gen NIET worden gebruikt, aangezien deze de top-
laag van de oppervlakken dof kunnen maken.
Gebruik geen agressieve schuurmiddelen.
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel, de oven-
deur en de afdichting af met een zachte, goed
uitgewrongen doek met warm water en wat vloei-
baar reinigingsmiddel.
Om beschadigen of verzwakken van de glasplaten
van de deur te voorkomen, moet u het gebruik
van de volgende producten vermijden:
Was- en bleekmiddelen
Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn
voor pannen met antiaanbaklaag
Schuursponsjes van staalwol
Chemische ovensponsjes of spuitbussen
• Roestverwijderaars
Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant
met een warm sopje. Mocht het binnenvenster
van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het ge-
bruik van een speciaal reinigingsmiddel aan te
bevelen. Gebruik geen verfkrabber om aangekoekt
vuil te verwijderen.
Binnenkant oven
De emaillen bodem van de oven kunt u het beste
reinigen terwijl de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte
doek gedrenkt in warm water met een afwasmiddel.
Af en toe moet de oven grondiger worden gerei-
nigd. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijg-
bare ovenreiniger.
ATAG 29
Ovendeur reinigen
Deze aanwijzingen hebben betrekking op de
ovendeur, zoals die door de fabrikant is geleverd.
Als de draairichting van de ovendeur
op uw verzoek of bij de installatie
veranderd is, moeten de indicaties
rechts/links toegepast worden op de
andere kant.
Wij adviseren u de beide binnenpanalen van de
deur te verwijderen, voordat u de ovendeur gaat
reinigen.
Volg de volgende aanwijzing a.u.b. op.
Afb. 1: Houd met beide handen de geperforeerde
plaat A vast op de juiste plaats en duw (omhoog)
de plaat eruit.
Afb. 2: Houd het binnenruit B met beide handen
goed vast en duw (omhoog) de ruit eruit.
Houd de ruit B goed vast, zodat het
niet kan kantelen en eruit kan vallen.
Afb. 2
Afb. 1
A
B
30 ATAG
Afb. 3: Houd vervolgens met beide handen het
tweede binnenruit C goed vast en duw (omhoog) de
ruit eruit. Nadat de binnenruiten zijn verwijderd, kunt
u deur en de ruiten schoonmaken. De glasplaten
alleen schoonmaken met warm water. Geen ruwe
lappen, schuursponsjes, staalwol, zuren of
schuurmiddelen gebruiken, om de oppervlakken
van de glasplaten en de deur niet te beschadigen.
Na het schoonmaken de binnenruiten weer op hun
plaats zetten.
Om de binnenruit C (met zijdecor langs het
frame) correct te bevestigen, moet de kant
met de streepmarkering naar de oven toe
geplaatst worden zodat als u het oppervlak
aanraakt, de lichte ribbeling van de
afscherming voelbaar is.
Om de binnenruit B (met zijdecor aan de
zijkanten) correct te bevestigen, moet de
kant met de streepmarkering naar de
ovendeur toe geplaatst worden zodat als u
het oppervlak aanraakt, de licht ribbeling
van de afscherming niet voelbaar is.
Na het reinigen van de binnenruiten:
Afb. 4: breng de geperforeerde plaat A weer aan
op de oorspronkelijke plaats en controleer of alles
goed bevestigd is.
Apparaten van roestvrij staal of aluminium
Wij raden aan de ovendeur alleen met een natte
spons te reinigen en daarna met een zachte doek
af te drogen. Gebruik geen schurende voorwer-
pen, zuren of schuurmiddelen, want die kunnen
het oppervlak beschadigen. Reinig de kap even
zorgvuldig.
Reinig de ovendeur NIET als de glasplaten
nog warm zijn. Als deze voorzorgsmaatre-
gel niet wordt nageleefd, kan de glasplaat
barsten. Als de glasplaat van de deur
gebarsten is of diepe krassen heeft, wordt
het glas minder sterk en moet het worden
vervangen om te voorkomen dat het breekt.
Neem contact op met onze reparatie-
afdeling, die u graag advies zal geven.
Afb. 4
Afb. 3
C
A
ATAG 31
)
Indien nodig kan de ovendeur worden
omgedraaid. Deze handleiding mag
UITSLUITEND worden uitgevoerd door een
geautoriseerd installateur.
Neem contact op met uw dealer voor
instructies.
Klanten worden geadviseerd deze handeling
niet zelf uit te voeren. Klachten die
voortvloeien door de draairichting van de
deur te veranderen, zijn uitgesloten van
de garantie.
ATAG levert diverse reinigingsmiddelen
onder de naam ATAG Shine.
U kunt deze bestellen via de website:
www.hps.nl. Op deze website staan bo-
vendien diverse reinigings- en bedienings-
tips voor het apparaat.
Ovengeleiders en telescopische
geleiders
Laat de oven eerst volledig afkoelen en
trek de stekker uit het stopcontact.
U kunt de geleiders verwijderen, zodat ze gemakkelijk
kunnen worden gereinigd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. verwijder de voorste schroef terwijl u met
de andere hand de geleider vasthoudt (zie
afbeelding).
2. maak de achterste haak los en neem de
geleider eruit. Doe hetzelfde aan de andere kant van
de oven (zie afbeelding).
Reiniging
Reinig de set geleiders aan de buitenkant alleen
met in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen.
Goed afspoelen en met een zachte doek afdrogen.
De telescopische geleiders mogen niet in
de afwasmachine worden gewassen.
Als u de geleiders reinigt, dient u niet het
smeermiddel achter de telescopische
geleiders te verwijderen. Dit smeermiddel is
bedoeld om ervoor te zorgen dat de geleiders
goed werken.
ATAG 33
Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst de onderstaande aanwijzingen
door, voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
Wat te doen als er iets fout gaat
OPLOSSING
Controleer of de bereidingsfunctie en de tem-
peratuur zijn ingesteld.
of
Controleer of het apparaat goed is aangeslo-
ten en de zekering in de huisinstallatie in orde
is.
of
Controleer of het tijdstip van de dag met de
optie elektronisch programmeren is ingesteld.
Stel de temperatuur met de thermostaatknop
van de oven in.
of
Stel een functie in met de functieknop.
Stel een functie in met de functieknop.
of
Controleer het lampje en vervang het indien
nodig (zie de paragraaf “Het ovenlampje
vervangen”).
De temperatuur moet aangepast worden.
of
Neem de aanwijzingen en tips in deze
handleiding goed door, met name het hoofd-
stuk “Gebruik van de oven”.
Laat de gerechten na afloop van de bereiding
niet langer dan 15-20 minuten in de oven
staan.
Stel het tijdstip van de dag in (zie hoofdstuk
“Elektronisch programmeren”).
PROBLEEM
De oven schakelt niet in.
Het controlelampje van de
thermostaat gaat niet bran-
den.
De ovenverlichting gaat niet
branden,.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
Stoom en condenswater
slaan neer op de gerechten
en de deur van de oven.
Op het display verschijnt
“12.00”.
34 ATAG
Technische gegevens
Vermogen verwarmingselementen
Onderste verwarmingselement 1000 W
Bovenwarmte 800 W
Onder- en bovenwarmte 1800 W
Kleine grill 1650 W
Grote oppervlakte grill 2450 W
Grillen met hetelucht 2475 W
Gebruik met hete lucht 2000 W
Ovenlampje 25 W
Ovenventilator 25 W
Koelventilator 25 W
Draaispitmotor 4 W
Totale aansluitwaarde 2525 W
Spanning (50 Hz) 230 V
Inbouw
Hoogte onder bovenkant 585 mm
in kolom 580 mm
Breedte 560 mm
Diepte 550 mm
Oven
Hoogte 335 mm
Breedte 395 mm
Diepte 400 mm
Inhoud oven 53
l
ATAG 35
Instructies voor de installateur
Inbouw en installatie moeten uitge-
voerd worden met strikte inachtneming
van de geldende voorschriften. Elke in-
greep mag slechts plaatsvinden als het
apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen
mogen uitsluitend verricht worden door
een erkend installateur.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als de veiligheids-
voorschriften niet opgevolgd worden.
Aansluiten op netstroom
Let voor het aansluiten op het volgende:
- De zekering en de huisinstallatie moeten op de
max. belasting van het apparaat berekend zijn
(zie typeplaatje).
- De huisinstallatie moet voorzien zijn van een
aardaansluiting overeenkomstig de geldende
voorschriften.
- De wandcontactdoos (type Perilex als de oven
is uitgevoerd in combinatie met een elektrische
kookplaat) en de meerpolige installatieautomaat
of groepsschakelaar moeten ook na installatie
van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn.
Het apparaat wordt geleverd met een aansluitsnoer
waarop een standaard stekker is bevestigd, die
geschikt is voor de totale aangegeven elektrische
spanning die op het typeplaatje staat. De stekker
moet in een geschikte wandcontactdoos worden
gestoken. Indien u een directe aansluiting op de
elektriciteitsvoorziening (hoofdleiding) wenst, moet
u tussen het apparaat en de hoofdleiding een
omnipolaire schakelaar met een minimumafstand
van 3 mm tussen de contactpunten monteren. Deze
schakelaar moet geschikt zijn voor de vereiste be-
lasting en voldoen aan de geldende voorschriften.
De groengele aardingsdraad mag niet onderbroken
worden door de schakelaar en moet 2-3 cm. langer
te zijn dan de andere draden.
36 ATAG
Het aansluitsnoer moet worden aangesloten op een
geaarde wandcontactdoos (230 V~, 50 Hz type
Perilex als de oven is uitgevoerd met een elektri-
sche kookplaat). Deze wandcontactdoos moet
overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn.
De volgende typen aansluitsnoeren zijn geschikt,
met inachtneming van de nominale doorsneden:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05
V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig ge-
plaatst zijn, dat het nergens 50°C (boven kamer-
temperatuur) bereikt.
Na de aansluiting moeten de verwarmings-
elementen gecontroleerd worden, door ze onge-
veer 3 minuten te laten werken.
Klemmenbord
De oven is voorzien van een makkelijk toeganke-
lijk klemmenbord, dat berekend is voor de wer-
king op een eenfase-stroomvoorziening van 230
V.
Letter L - Onder stroom staande klem
Letter N - Neutrale klem
of E - Aardeklem
ATAG 37
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitspa-
ring waarin het apparaat moet worden ingebouwd
geschikte afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende voorschriften
moeten alle delen, die de bescherming tegen aan-
raking van onder spanning staande en geïsoleerde
delen garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet
zonder gereedschap verwijderd kunnen worden.
Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele af-
sluitende kanten aan het begin of einde van een rij
inbouwapparaten.
De bescherming tegen aanraking moet in ieder ge-
val door het inbouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant
tegen hogere keukenmeubelen, apparaten of wan-
den geplaatst worden. Aan de andere zijkant mo-
gen er echter geen andere apparaten of meubelen
van dezelfde hoogte als het apparaat geplaatst
worden.
Afmetingen oven (afb. 5)
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het inge-
bouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de
uitsparing waarin het apparaat moet worden inge-
bouwd geschikte afmetingen hebben (afb. 6-7).
Bevestiging in het meubel
1. Open de ovendeur.
2. Bevestig de oven aan het meubel door de vier
afstandhouders te plaatsen (afb. 8 - A), die pre-
cies in de daarvoor bedoelde gaten van het frame
passen en deze vervolgens met de vier mee-
geleverde houtschroeven (afb. 8 - B) te bevesti-
gen.
Afb. 8
550 MIN
585
560 - 570
80÷100
Afb. 7
Afb. 5
Afb. 6
38 ATAG
Als na de controles opgesomd in hoofdstuk “Wat
te doen als er iets fout gaat”, het apparaat nog
steeds niet correct werkt, dient u contact op te
nemen met onze service-afdeling en de
volgende gegevens door te geven die op het
typeplaatje staan: de specifieke klacht, het
model van het apparaat (Mod.), het
productnummer (Prod. nr.) en het serienummer
(Serie nr.). Dit plaatje bevindt zich op de rand
aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
De originele onderdelen, die door de fabrikant
gecertificeerd zijn, zijn alleen verkrijgbaar bij
geautoriseerde onderdelenwinkels.
Service en onderdelen
ATAG 39
Voyant thermostat
du four
Bandeau de commande
Programmateur
électronique
Bouton thermostat
du four
Manette du
four
Voyant de
mise sous tension
Grille support de
plat
Plaque à pâtisserie
Lèchefrite
Accessoires du four
Description de l’appareil
Intérieur du four
1 à 4 Niveaux de gradins
(les niveaux de gradins 2 et 4
sont équipés de rails
télescopiques)
5 Gril
6 Ventilateur
7 Éclairage du four
8 Orifice pour
le tournebroche
4
3
2
1
576
8
Tournebroche
supports du
tournebroche
fourches
broche
poignée
40 ATAG
Description de l’appareil .................................................................................. 39
Avertissements et informations importantes ..................................................... 41
Commandes .................................................................................................... 44
Avant d’utiliser le four pour la première fois...................................................... 47
Programmateur électronique ............................................................................ 48
Comment utiliser le four .................................................................................. 53
Tableaux de cuisson ........................................................................................ 62
Nettoyage et entretien ..................................................................................... 64
En cas d’anomalie de fonctionnement ............................................................. 70
Caractéristiques techniques ............................................................................. 71
Instructions à l’intention de l’installateur .......................................................... 72
Instructions pour l’encastrement ...................................................................... 74
Service après-vente et pièces de rechange ..................................................... 75
Avertissement importants
Instructions pas à pas
Conseils et astuces
Informations environnementales
Guide d’utilisation de la notice
)
Sommaire
Cet appareil satisfait aux prescriptions des Directives CEE correspondantes.
ATAG 41
Avertissements et informations importantes
Ces avertissements ont été rédigés pour votre sécurité et celle d’autrui.
Nous vous invitons à les lire attentivement avant de brancher et/ou d’uti-
liser votre appareil.
Conservez cette notice d’utilisation avec votre appareil. Si l’appareil de-
vait être vendu ou cédé à une autre personne, assurez-vous que la notice
d’utilisation l’accompagne. Le nouvel utilisateur pourra alors être informé
du fonctionnement de celui-ci et des avertissements s’y rapportant.
Installation
L’installation doit être réalisée par
un professionnel qualifié, conformé-
ment aux normes et aux réglemen-
tations en vigueur localement. Vous
trouverez la description des différen-
tes opérations relatives à l’installa-
tion sous la rubrique “ Instructions
à l’intention de l’installateur ”.
Pour l’installation et le branchement
de l’appareil, faites appel à un pro-
fessionnel qualifié, connaissant par-
faitement les directives à observer
en la matière.
Si des modifications de l’alimenta-
tion s’imposent en raison de condi-
tions particulières de votre installa-
tion, celles-ci doivent être exclusi-
vement confiées à un électricien
qualifié.
Fonctionnement
Ce four est conçu pour la cuisson
des aliments ; toute utilisation à
d’autres fins est proscrite.
Au moment de l’ouverture de la
porte du four, durant la phase de
cuisson ou à la fin de cette der-
nière, faites attention à la bouffée
d’air chaud qui sort du four.
Soyez particulièrement prudent
lorsque vous utilisez la cuisinière.
Les hautes températures atteintes
par les résistances rendent les pla-
ques et autres éléments particuliè-
rement chauds.
Attention ! Ne placez jamais d’alumi-
nium ou tout autre ustensile, plat et
accessoire directement en contact
avec la sole, la chaleur accumulée
pourrait entraîner une détérioration de
l’émail et de l’appareil.
Si vous utilisez des feuilles d’alumi-
nium pour cuire des aliments au four,
veillez à ce que celles-ci n’entrent
pas directement en contact avec la
sole du four.
Le nettoyage du four doit s’effectuer
avec le maximum de précautions :
ne vaporisez en aucun cas le pro-
duit de nettoyage sur les résistan-
ces et sur le capteur du thermos-
tat.
Il est formellement déconseillé d’ef-
fectuer des modifications de quel-
que nature que ce soit sur l’appa-
reil ou relatives à ses spécifications.
Le verre de la porte du four et
d’autres parties de l’appareil de-
Français
42 ATAG
viennent chauds pendant la cuisson
: tenez les enfants éloignés de l’ap-
pareil ! Si vous branchez d’autres
appareils électriques à des prises
situées à proximité du four, contrô-
lez que les câbles n’entrent pas en
contact avec des brûleurs chauds
et qu’ils ne restent pas coincés
dans la porte du four.
Munissez-vous toujours de gants
pour retirer les plats du four, une fois
la cuisson terminée.
Les fourches et la broche du tourne-
broche sont pointues et tranchantes.
Lorsque vous les utilisez, manipulez-
les avec précaution pour éviter de
vous blesser.
Veillez à nettoyer le four de façon
régulière ; vous contribuerez ainsi à
maintenir le revêtement en bon état.
Avant de procéder au nettoyage du
four, mettez l’appareil hors tension
ou débranchez-le.
Contrôlez que le four est en position
d’“ ARRÊT ” lorsque vous ne l’utili-
sez pas.
N’utilisez en aucun cas de nettoyeur
à vapeur très chaude ou de jet de
vapeur.
N’utilisez pas d’abrasifs durs ni de
racloirs pointus en métal, sous peine
de rayer le verre de la porte du four et
de briser celui-ci.
Sécurité
L’utilisation de cet appareil est réser-
vée aux personnes adultes. Le fait de
laisser les enfants utiliser ou jouer
avec l’appareil comporte des risques.
Maintenez les enfants à une certaine
distance du four lorsque celui-ci est
en service. De même que lorsque
vous venez d’éteindre le four, car il
restera chaud pendant un long laps
de temps après avoir été mis hors
service.
Cet appareil n'est pas destiné à être
utilisé par des enfants ou des
personnes dont les capacités
physiques, sensorielles ou mentales,
ou le manque d'expérience et de
connaissance les empêchent
d'utiliser l'appareil sans risque
lorsqu'ils sont sans surveillance ou en
l'absence d'instruction d'une
personne responsable qui puisse leur
assurer une utilisation de l'appareil
sans danger.
Informations
environnementales
Après installation, les matériaux
recyclables doivent être déposés dans
une déchetterie prévue à cet effet.
Lors de la mise au rebut de votre
appareil, et pour écarter tout risque
corporel, mettez hors d’usage ce qui
pourrait présenter un danger en cou-
pant le câble d’alimentation au ras
de l’appareil. Cassez le dispositif de
verrouillage afin d’éviter que des
enfants ne s’enferment à l’intérieur.
ATAG 43
Service Après-vente
Les contrôles et/ou réparations sont
du ressort exclusif du personnel du
service d’entretien du fabricant ou
d’un service après-vente agréé par
le fabricant ; seules des pièces d’ori-
gine doivent être utilisées.
En cas de mauvais fonctionnement
ou d’endommagement du four, ne
tentez jamais de réparer l’appareil par
vous-même. Toute réparation réalisée
par du personnel non dûment formé
peut être source de dommages ou de
blessures.
Le symbole figurant sur l’appareil
ou sur son emballage indique que cet
appareil ne peut être traité comme une
ordure ménagère Il doit être remis au
point de collecte dédié à cet effet (col-
lecte et recyclage du matériel électrique
et électronique). En procédant à la mise
au rebut de l’appareil dans les règles de
l’art, nous préservons l’environnement et
notre sécurité. Pour obtenir plus de dé-
tails sur le recyclage de ce produit, veuillez
prendre contact avec les services de
votre commune ou le magasin où vous
avez effectué l’achat.
44 ATAG
Commandes
Fonctions du four
0 Le four est éteint.
Éclairage du four - L’éclairage du four est
allumé quand aucune fonction de cuisson n’est
sélectionnée.
Cuisson traditionnelle - La chaleur est
produite tant par la voûte que par la sole,
garantissant une répartition homogène de la chaleur
dans l’enceinte du four.
Résistance supérieure - La chaleur
provient uniquement de la partie supérieure du four
(section extérieure).
Résistance inférieure - La chaleur
provient uniquement de la partie inférieure du four.
Gril intérieur - À utiliser pour griller de
petites quantités d’aliments.
Gril - Tournebroche - À utiliser pour faire
rôtir de la viande à la broche, pour cuire des
brochettes ou de plus petits morceaux de viande.
Gril complet - Le gril complet sera activé.
À utiliser pour de grandes quantités d’aliments.
Gril thermique - Cette fonction offre une
méthode de cuisson alternative des aliments, gé-
néralement associée au gril traditionnel. La résis-
tance du gril et le ventilateur du four fonctionnent
en alternance pour faire circuler de l’air chaud
autour des aliments.
Lorsque vous utilisez la fonction Gril thermi-
que, sélectionnez une température de 200°C
maximum.
Multichaleur tournante - Cette fonction
permet de cuire ou de rôtir des aliments
simultanément sur plusieurs gradins sans que les
odeurs ne se mélangent.

Produktspecifikationer

Varumärke: ATAG
Kategori: Ugn
Modell: OX6211
Typ av operation: Draaiknop
Färg på produkten: Brown, White
Lätt att städa: Ja
Automatisk varmhållning: Ja
Innehåll: 5.7 l
Lockmaterial: Glas

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med ATAG OX6211 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Ugn ATAG Manualer

Ugn Manualer

Nyaste Ugn Manualer