HP Pavilion 6210 Bruksanvisning

HP Skrivbord Pavilion 6210

Läs nedan 📖 manual på svenska för HP Pavilion 6210 (196 sidor) i kategorin Skrivbord. Denna guide var användbar för 10 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare

Sida 1/196
Aan de slag
De enige garanties voor Hewlett-Packard-producten en –diensten staan vermeld in de
garantieverklaringen bij die producten en diensten. De informatie in dit document kan niet worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in dit document.
HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP
software op apparatuur die niet door HP is geleverd.
Dit document bevat informatie die het eigendom is van HP en die door de wetten op het
auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel deel van dit document mag worden gefotokopieerd,
verveelvoudigd of in een andere taal vertaald zonder de schriftelijke toestemming van Hewlett-
Packard Company.
Hewlett-Packard Company
P.O. Box 4010
Cupertino, CA 95015-4010
VS
Copyright © 2000–2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Wordt in de Verenigde Staten mogelijk onder licentie geleverd met één of beide van de
Amerikaanse patentnummers 4,930,158 en 4,930,160 tot 28 augustus, 2008.
Microsoft en Windows Vista zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Het Windows-logo en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's.
HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging
voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan onder het
auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoudsopgave iii
Inhoudsopgave
De computer installeren ...........................................................................1
De computer in elkaar zetten ...................................................................................1
De computer op de juiste locatie plaatsen.............................................................1
Stroomstootbeveiliging gebruiken ........................................................................2
Verbindingen met de computer............................................................................2
Een digitale camera aansluiten (foto of video)............................................................8
Andere apparaten aansluiten...................................................................................9
Documentatie en herstelschijven opslaan .................................................................10
De instellingen van de monitor aanpassen ...............................................................10
Een LAN configureren ...........................................................................................10
Een kabelverbinding (Ethernet) instellen...................................................................12
Geïntegreerde draadloze apparaten ......................................................................12
Draadloze LAN-apparaten verbinden......................................................................13
De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren..................................14
Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken ...........................14
Een modem aansluiten ..........................................................................................15
Luidsprekers of een microfoon aansluiten ..............................................17
Luidsprekers gebruiken..........................................................................................17
Typen geluidsconnectoren .....................................................................................18
Een microfoon aansluiten.......................................................................................20
Luidsprekerconfiguraties ........................................................................................20
Luidsprekertypen .............................................................................................21
2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer) ......................22
4.1 luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers en een subwoofer)..........................23
5.1 luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers en een subwoofer)..........................24
7.1 luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers en een subwoofer)..........................26
De computer aansluiten op een geluidssysteem ........................................................28
Y-adapters ......................................................................................................28
2.1 stereo-installatie.........................................................................................29
5.1 stereo-installatie.........................................................................................30
iv Aan de slag
Procedure voor een 5.1 geluidsinstallatie ...........................................................30
7.1 stereo-installatie.........................................................................................32
Procedure voor een 7.1 geluidsinstallatie ...........................................................33
Digitale audio aansluiten.......................................................................................34
Hoofdtelefoon aansluiten.......................................................................................35
Een 2.1 luidsprekersysteem met hoofdtelefoon gebruiken .....................................35
Een 5.1 tot 7.1 luidsprekersysteem met hoofdtelefoon gebruiken ...........................35
Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi .......................36
De luidsprekers aansluiten ................................................................................36
Aansluitingen op de FlexiJack-connector .............................................................37
Ondersteuning.......................................................................................39
Handleidingen zoeken ..........................................................................................39
Handleidingen zoeken op het web .........................................................................39
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ......................................................40
De map Help en hulpmiddelen gebruiken................................................................40
HP Connections of Compaq Connections gebruiken .................................................40
Berichten opvragen..........................................................................................41
Berichten uitschakelen ......................................................................................41
Berichten opnieuw activeren .............................................................................42
De computer voor de eerste keer inschakelen ........................................43
De computer veilig en comfortabel gebruiken...........................................................43
De computer beschermen ......................................................................................43
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................44
Antivirussoftware gebruiken ..............................................................................45
Firewallsoftware gebruiken ...............................................................................46
Essentiële beveiligingsupdates installeren............................................................46
De computer voor de eerste keer inschakelen...........................................................47
De computer uitschakelen ......................................................................................47
De optie Afsluiten gebruiken .............................................................................48
Vergrendeling gebruiken ..................................................................................48
Slaapstand gebruiken ......................................................................................48
De hibernation-stand gebruiken .........................................................................49
Slaap-, hibernation- of afwezigheidsstand automatisch activeren ...........................50
De computer opnieuw opstarten .............................................................................50
Verbinding met het internet ....................................................................................51
Aanmelden voor updates op de software ................................................................52
Gebruikersaccounts instellen op de nieuwe computer................................................53
Wachtwoorden maken.....................................................................................53
Richtlijnen voor het installeren van software en hardware ..........................................54
Bestanden en instellingen van uw oude computer overzetten naar uw nieuwe
computer .............................................................................................................55
HP Total Care Advisor gebruiken............................................................................55
Inhoudsopgave v
Het toetsenbord gebruiken ....................................................................57
Voorzieningen van het toetsenbord identificeren ......................................................57
Alfanumerieke toetsen ......................................................................................57
Functietoetsen .................................................................................................58
Bewerkingstoetsen ...........................................................................................58
Pijltoetsen .......................................................................................................58
Numerieke toetsen...........................................................................................59
Toetsenbordlampjes .........................................................................................59
Speciale knoppen............................................................................................60
Speciale knoppen op het toetsenbord identificeren ...................................................60
De knoppen op het toetsenbord aanpassen ........................................................63
Sneltoetsen ..........................................................................................................63
De muis gebruiken.................................................................................65
De muisknoppen gebruiken....................................................................................66
Schuiven.........................................................................................................66
Automatisch schuiven .......................................................................................67
Functie Pannen................................................................................................67
Functies van de muisknoppen omwisselen................................................................67
De snelheid van de muiswijzer wijzigen..................................................................68
De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken...............69
Overzicht van de knoppen op de afstandsbediening ................................................71
Teletekstknoppen .............................................................................................73
De afstandsbediening gebruiken ............................................................................75
Problemen met de afstandsbediening oplossen.........................................................75
De sensor ontvangt geen signaal van de afstandsbediening..................................76
Kennismaking met de software op de computer ....................................77
Meer leren over software.......................................................................................77
Het bureaublad gebruiken .....................................................................................77
Pictogrammen van het bureaublad verwijderen ...................................................78
Bureaubladpictogrammen terughalen .................................................................78
Het menu van de Windows Start knop gebruiken .....................................................78
Het menu Alle programma's gebruiken...............................................................78
De lijst Alle programma's organiseren................................................................79
Het Configuratiescherm gebruiken..........................................................................79
Het formaat van vensters aanpassen .......................................................................80
Werken met digitale afbeeldingen..........................................................................80
Over het internet ..................................................................................................81
Een browser gebruiken .........................................................................................82
Zoeken op het internet .....................................................................................82
Toegang tot het internet beperken......................................................................83
Antivirussoftware gebruiken ...................................................................................83
vi Aan de slag
Norton Internet Security configureren en registreren.............................................84
De planning van een virusscan met Norton Internet Security wijzigen.....................84
E-mail verzenden en ontvangen..............................................................................85
Windows Mail gebruiken .................................................................................85
Het e-mailprogramma van uw internetaanbieder gebruiken ..................................85
Tabel met een overzicht van de software .................................................................86
Bestanden beheren................................................................................89
Bestanden organiseren met mappen .......................................................................89
Mappen maken....................................................................................................90
Bestanden verplaatsen ..........................................................................................90
Bestanden zoeken ................................................................................................91
Namen van bestanden wijzigen.............................................................................91
Bestanden verwijderen ..........................................................................................92
Bestanden terugzetten vanuit de Prullenbak..............................................................92
Bestanden kopiëren ..............................................................................................92
Een printer gebruiken............................................................................................93
Cd- en dvd-stations gebruiken ...............................................................95
De cd- en dvd-stations gebruiken ............................................................................95
Omgaan met cd's en dvd's...............................................................................95
Cd's en dvd's plaatsen en verwijderen ...............................................................96
Informatie betreffende compatibiliteit ......................................................................97
Tabel met schijffuncties en compatibiliteitsinformatie .................................................98
Overzicht van optische stations ..............................................................................99
De geheugenkaartlezer gebruiken.......................................................101
Handleiding voor het plaatsen van media .............................................................102
Meer over het activiteitslampje .............................................................................105
Een geheugenkaart formatteren............................................................................105
Problemen met de geheugenkaartlezer oplossen ....................................................106
De HP Personal Media Drive en HP Pocket Media Drive gebruiken .......107
Het station aansluiten..........................................................................................108
Het station in een schijfpositie plaatsen .................................................................108
Het station aansluiten op een computer zonder schijfpositie.....................................109
Het station identificeren en een stationsletter toewijzen............................................110
Het station gebruiken ..........................................................................................111
Bestanden handmatig overbrengen naar een andere computer ...........................111
Het station loskoppelen .......................................................................................112
Problemen met de HP Media Drive oplossen..........................................................113
Windows Media Center gebruiken .......................................................115
Functies van Windows Media Center gebruiken.....................................................116
De juiste muziek op het juiste moment ..............................................................117
Internetradio afspelen.....................................................................................117
Inhoudsopgave vii
Uw digitale herinneringen delen......................................................................117
Maak van uw woonruimte een theater..............................................................117
Windows Media Center configureren ...................................................................118
Windows Media Center openen met een muis ..................................................118
Menubalken van Windows Media Center ........................................................118
Navigeren in Windows Media Center .............................................................119
Systeemmenu van Windows Media Center .......................................................120
Energie-instellingen van Windows Media Center gebruiken ................................121
Resterende stappen van de configuratiewizard uitvoeren....................................121
Menu Start van Windows Media Center ...............................................................123
Items in het menu Start van Windows Media Center ..........................................124
Online media.....................................................................................................124
Instellingen van Windows Media Center wijzigen ..................................................124
Categorieën van instellingen voor Windows Media Center.................................125
Cd's, dvd's of vcd's afspelen.................................................................127
Muziek gebruiken...............................................................................................127
Muziek gebruiken met Windows Media Center......................................................128
De muziekbibliotheek gebruiken...........................................................................129
Muziek toevoegen aan de muziekbibliotheek....................................................129
Muziekbestanden toevoegen vanaf uw harde schijf ...........................................129
Muziekbestanden toevoegen vanaf een cd .......................................................130
Muziekbestanden verwijderen uit de muziekbibliotheek......................................130
Ondersteunde typen muziekbestanden gebruiken ..............................................131
Muziekbestanden afspelen in Muziek ...................................................................132
Instellingen voor visualisaties wijzigen..............................................................133
Een album afspelen in Muziek.........................................................................133
Een nummer afspelen in Muziek ......................................................................134
Een wachtrij maken in Muziek .............................................................................134
Een album zoeken en afspelen in Muziek ..............................................................135
Albumgegevens gebruiken..............................................................................135
De zoekfunctie gebruiken ....................................................................................136
Zoeken naar muzieknummers en -bestanden .....................................................136
Een afspeellijst maken in Muziek ..........................................................................136
Muziekbestanden in Muziek kopiëren naar een cd.................................................138
Andere muziek gebruiken....................................................................................139
Radio gebruiken.................................................................................................140
Muziek-cd's afspelen ..........................................................................................141
Cd's afspelen met Windows Media Player ............................................................141
Dvd's afspelen ...................................................................................................141
Land-/regiocodes gebruiken ...........................................................................142
Dvd's gebruiken in Windows Media Center ..........................................................142
Dvd-films afspelen in Windows Media Center ........................................................142
viii Aan de slag
De dvd-instellingen wijzigen ................................................................................143
De taal van dvd-films aanpassen .....................................................................144
Dvd-opties voor de afstandsbediening wijzigen .................................................144
Closed Captioning van dvd's wijzigen .............................................................145
Audio-instellingen voor dvd's wijzigen ..................................................................146
Dvd's afspelen met Windows Media Player ...........................................................146
Video-cd's (vcd's) afspelen...................................................................................147
Video-cd's (vcd's) afspelen met Windows Media Player ..........................................147
Audio- en gegevensschijven maken .....................................................149
Herschrijfbare schijven wissen vóór het opnemen ...................................................150
Werken met audio-cd's .......................................................................................150
Tips voor audio-cd's.......................................................................................151
Voordat u begint schijven te maken .................................................................151
Audio-cd's maken..........................................................................................151
Jukebox-schijven maken..................................................................................152
Videoschijven maken .....................................................................................152
Een schijf kopiëren ........................................................................................153
Gegevensschijven maken ...............................................................................154
Schijven met foto's (diavoorstellingen) maken....................................................154
Een schijflabel maken met LightScribe ..............................................................155
Een papieren schijflabel maken.......................................................................156
Werken met afbeeldingen en video's ...................................................157
Werken met digitale afbeeldingen........................................................................157
Afbeeldingen bekijken in Windows Media Center..................................................158
Afbeeldingen toevoegen in Windows Media Center...............................................158
Afbeeldingsbestanden toevoegen vanaf uw harde schijf.....................................158
Afbeeldingen bekijken in Windows Media Center..................................................159
Afbeeldingen weergeven als een diavoorstelling ...............................................160
Een diavoorstelling weergeven met muziek .......................................................160
Ondersteunde bestandstypen voor afbeeldingen gebruiken in Windows Media
Center..........................................................................................................161
Afbeeldingen bewerken in Windows Media Center................................................161
Rode ogen of contrast corrigeren.....................................................................161
Afbeeldingen bijsnijden in Windows Media Center ...........................................162
Afbeeldingen draaien ....................................................................................163
Afbeeldingen afdrukken in Windows Media Center................................................163
Afbeeldingen kopiëren naar cd's en dvd's in Windows Media Center ......................164
Video's afspelen in Windows Media Center ..........................................................164
Digitale video's afspelen ................................................................................165
Ondersteunde typen videobestanden gebruiken ................................................165
Videobestanden overbrengen en opnemen ............................................................166
Analoge en digitale videobestanden opnemen..................................................166
Inhoudsopgave ix
Een cd/dvd met videobestanden maken in Windows Media Center .........................166
Films maken met muvee autoProducer.................................................167
Stappen voor het maken van een film ...................................................................167
muvee autoProducer gebruiken ............................................................................168
Aan de slag..................................................................................................168
Video van een digitale videocamera vastleggen................................................170
Video's toevoegen .........................................................................................171
Afbeeldingen toevoegen.................................................................................172
Muziek toevoegen .........................................................................................173
De stijl selecteren...........................................................................................173
Instellingen wijzigen ......................................................................................174
Begintitels en aftiteling toevoegen....................................................................175
De film maken...............................................................................................175
Een voorbeeld van de film afspelen .................................................................176
De film wijzigen ............................................................................................176
Het filmproject opslaan ..................................................................................177
Het filmproject opnemen op schijf....................................................................178
muvee autoProducer upgraden.............................................................................179
Index...................................................................................................181
xAan de slag
De computer installeren 1
De computer installeren
De computer in elkaar zetten
Volg de stappen op de installatieposter om de computer te installeren. Lees de
onderwerpen in deze sectie om meer te weten te komen over de locatie van de
componenten en connectoren van de computer en over alternatieve mogelijkheden voor
de installatie.
Kijk of er in de computerdoos schriftelijke informatie of updates zitten die van toepassing
zijn op deze computer.
De computer op de juiste locatie plaatsen
Wanneer u de nieuwe computer installeert, plaatst u deze zo dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn. Zorg ervoor dat alle connectoren vast zitten en dat kabels niet in de
weg zitten. Leid kabels zo dat er niet op gestapt kan worden en dat ze niet worden
beschadigd doordat er meubilair op wordt geplaatst.
WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/de regio waar
u de computer hebt aangeschaft. Controleer in een ander land de
voltagevereisten voordat u de computer op een stopcontact aansluit.
WAARSCHUWING: Lees “Veiligheidsinformatie” in de Handleiding
voor garantie en ondersteuning voordat u de computer installeert en aansluit
op de stroomvoorziening.
2Aan de slag
Stroomstootbeveiliging gebruiken
Sluit alle netsnoeren voor uw computer en de randapparaten (zoals een monitor, printer,
scanner) aan op een overspanningsbeveiliging, zoals een stekkerdoos met
stroomstootbeveiliging of een UPS (Uninterruptible Power Supply), om uw monitor, computer en
accessoires te beschermen. Vele apparaten voor stroomstootbeveiliging hebben ingangen en
uitgangen voor modem-/telefoonlijnen die ook worden beveiligd tegen stroomstoten. Via
telefoonlijnen kunnen bliksemflitsen in uw systeem dringen. Sommige apparaten voor
stroomstootbeveiliging hebben connectoren voor televisiekabels die ook tegen stroomstoten
worden beveiligd. Gebruik deze als er in uw computert een televisietuner geïnstalleerd is.
Niet alle stekkerdozen hebben stroomstootbeveiliging, ze moeten voorzien zijn van een
specifiek label waarop dit vermeld staat. Gebruik een stekkerdoos van een fabrikant die een
beleid voor vervanging bij schade heeft ingesteld, zodat u uw apparaten kunt vervangen als
de stroomstootbeveiliging niet werkt.
Verbindingen met de computer
Sluit de belangrijkste randapparaten, zoals de monitor, het toetsenbord en de muis, aan op de
achterkant van de computer. Andere randapparaten, zoals een printer, scanner of camera, worden
ook aangesloten op connectoren op de achterkant van de computer. Sommige computers hebben
ook connectoren aan de voorkant. De onderstaande tabel geeft informatie over een aantal, maar
niet alle, connectoren.
OPMERKING: Locatie, beschikbaarheid en aantal van de connectoren verschillen per
model.
Connector
Pictogram/
label Beschrijving en functie
Muis (PS/2-connector)
Toetsenbord (PS/2-connector)
USB-poort (Universal Serial Bus) voor muis, toetsenbord,
digitale camera of andere apparaten met een USB-
connector
Printer (parallel)
De computer installeren 3
Monitor
Serieel
Seriële poort voor digitale camera's of andere
seriële apparaten
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding)
Audio-ingang
Hoofdtelefoon
Microfoon
FireWire® (IEEE 1394) voor videocamera's of
andere apparaten met snelle overdrachtssnelheden
Digitale audio-ingang en digitale audio-uitgang
Uitgang zijluidspreker
Connector
Pictogram/
label Beschrijving en functie (vervolg)
4Aan de slag
Uitgang achterluidspreker
Middenluidspreker/subwoofer
S-Video 2
Secundaire S-video-connector om uw videorecorder,
videocamera of andere analoge bron op de
computer aan te sluiten.
Samengestelde
video 2
Secundaire connector voor samengestelde video
(geel) om een videorecorder, videocamera of
andere analoge bron op de computer aan te sluiten.
A/V In
Audio 2
L
Secundaire linker audio-ingang (wit).
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen,
moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden
met het moederbord en die zich aan de achterkant
van de computer bevindt. (alleen op bepaalde
modellen.)
A/V In
Audio 2
R
Secundaire rechter audio-ingang (rood).
OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden
met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen,
moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden
met het moederbord en die zich aan de achterkant
van de computer bevindt. (alleen op bepaalde
modellen.)
Uitgang voor hoofdtelefoon (groen).
Ingang voor microfoons (roze).
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor
aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale
camera of andere apparaten met een USB-
connector.
Connector
Pictogram/
label Beschrijving en functie (vervolg)
S-video
De computer installeren 5
FireWire-connector (IEEE 1394) voor aansluiting
van videocamera's of andere apparaten met snelle
overdrachtssnelheden.
OPMERKING: U moet een 6-pins FireWire-
communicatiekabel (IEEE 1394) gebruiken met deze
6-pins connector.
Netvoedingsconnector
Muisconnector voor aansluiting van een muis.
Toetsenbordconnector voor aansluiting van een
toetsenbord.
Printerpoort (parallel) voor aansluiting van een
parallelle printer. (alleen op bepaalde modellen.)
USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor
aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale
camera of andere apparaten met een USB-
connector.
FireWire-connector (IEEE 1394) voor aansluiting
van videocamera's of andere apparaten met snelle
overdrachtssnelheden.
OPMERKING: U moet een 6-pins FireWire-
communicatiekabel (IEEE 1394) gebruiken met deze
6-pins connector.
ETHERNET De Ethernet-connector is een netwerkadapter (ook
wel netwerkinterfacekaart of NIC genoemd) die kan
worden aangesloten op een netwerkhub van het
type Ethernet (10BaseT) of Fast Ethernet (100BaseT).
Verbind deze adapter in uw computer met uw LAN-
hub (Local Area Network) of met een
breedbandverbinding.
Het groene lampje geeft een geldige verbinding aan.
Connector
Pictogram/
label Beschrijving en functie (vervolg)
6Aan de slag
Digitale video-uitgang voor de aansluiting van een
tv of monitor. (alleen op bepaalde modellen.)
Zie de documentatie die bij het beeldscherm is
geleverd.
Ingang voor microfoons. De microfooningang
functioneert als de uitgang voor de
middenluidspreker/subwoofer wanneer een
audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt
geactiveerd.
Audio-uitgang (groen) voor de voorste luidsprekers.
Audio-ingang (blauw) voor een analoog
audioapparaat, zoals een cd-speler. De audio-
ingang functioneert als de uitgang voor de achterste
luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met
meerdere kanalen wordt geactiveerd.
Midden C/Sub-uitgang (goud) voor de middenluidspreker/
subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere
kanalen.
Achter Audio-uitgang (zwart) voor de achterste luidsprekers
in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
Zijkant Audio-uitgang (grijs) voor de zijluidsprekers in een
configuratie met acht luidsprekers (7.1).
S-video S-video-ingang voor het aansluiten van een set-top
box.
Samengestelde
video
Ingang voor samengestelde video (geel) voor het
aansluiten van een set-top box van een tv.
A/V In
Audio 1
L
Primaire linker audio-ingang voor het aansluiten van
een set-top box (wit).
OPMERKING: Als u alleen geluid wilt opnemen,
gebruikt u deze audio-ingang, die is verbonden met
het moederbord. Op sommige computers bevindt
deze primaire linker audio-ingang zich aan de
voorkant van de computer. (alleen op bepaalde
modellen.)
Connector
Pictogram/
label Beschrijving en functie (vervolg)
De computer installeren 7
A/V In
Audio 1
R
Primaire rechter audio-ingang voor het aansluiten
van een set-top box (rood).
OPMERKING: Als u alleen geluid wilt opnemen,
gebruikt u deze audio-ingang, die is verbonden met
het moederbord. Op sommige computers bevindt
deze primaire rechter audio-ingang zich aan de
voorkant van de computer. (alleen op bepaalde
modellen.)
Tv-antenne/
kabel
Tv-ingang voor tv-antenne of kabel vanaf een
wanddoos (als geen set-top box wordt gebruikt).
FM-antenne Ingang voor FM-radioantenne.
Sluit de kabel van de FM-radioantenne aan op de
FM-ingang van de tv-tuner aan de achterkant van de
computer. Het kan een goed idee zijn om de
uiteinden van de antenne uit te spreiden om de
ontvangst van het FM-radiosignaal te verbeteren.
Modemingang (RJ-11) (alleen op bepaalde
modellen).
Sluit één uiteinde van de modemkabel (geleverd in
de doos met de computer) aan op de
modemconnector aan de achterkant van de
computer. Sluit het andere uiteinde aan op de
wanddoos van de telefoonlijn.
Analoge video Analoge video-uitgang: S-video-uitgang of uitgang
voor samengestelde video (alleen op bepaalde
modellen) voor de aansluiting op een tv.
VGA VGA-uitgang (blauw) voor de aansluiting van een
VGA-monitor.
Digitale audio-ingang (wit) voor de aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale invoer
(zoals een receiver of versterker in een
geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen op
bepaalde modellen).
Digitale audio-uitgang (rood) voor de aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale uitvoer
(alleen op bepaalde modellen).
Digitale audio-
uitgang
Digitale uitgang (oranje) voor de aansluiting op een
digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals
een receiver of versterker in een geluidssysteem) of
digitale luidsprekers (alleen op bepaalde modellen).
Connector
Pictogram/
label Beschrijving en functie (vervolg)
8Aan de slag
Een digitale camera aansluiten (foto of video)
De volgende instructies zijn alleen van toepassing op digitale fotocamera's en digitale
videocamera's.
Raadpleeg de documentatie die bij de digitale fotocamera of digitale videocamera is
geleverd.
U sluit als volgt een digitale fotocamera of digitale videocamera aan:
1Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem Microsoft® Windows
Vistais gestart.
2Sluit de 6-pins communicatiekabel van de videocamera aan op de camera en dan op een
open poort aan de voorkant of achterkant van de computer. Voor de meeste digitale
videocamera's kunt u de FireWire-poort (IEEE 1394) of de USB-poort gebruiken.
3Het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Wacht twee of drie minuten zodat
Windows Vista de nodige opties kan instellen voor het nieuwe apparaat. Als de
installatie voltooid is, verschijnt een bericht met de melding dat de camera klaar is
voor gebruik.
OPMERKING: Als u een analoge videocamera wilt aansluiten op de computer, gebruikt
u de video- en audio-ingangen aan de voorkant of achterkant van de computer.
OPMERKING: Als een venster voor het automatisch afspelen van digitale video
verschijnt als u uw camera aansluit, klik u op Annuleren.
De computer installeren 9
Als de computer de digitale fotocaera of digitale videocamera niet herkent, gaat u als
volgt te werk:
1Klik op de Windows Start knop® op the taakbalk en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
2Klik op Systeem en onderhoud en klik dan op Systeem.
3Klik op Apparaatbeheer.
4Klik op het plusteken (+) naast de camerapoort. Als de naam van de camera
verschijnt, is het apparaat gereed. Als de naam hier niet verschijnt, probeert u het
volgende:
!Klik op Actie en klik vervolgens op Zoeken naar gewijzigde apparaten.
Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.
!Koppel de communicatiekabel van de videocamera los van de computer en sluit
deze aan op een andere poort. Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is
toegevoegd voor de poort.
Andere apparaten aansluiten
Andere randapparaten kunnen worden aangesloten op de USB- of FireWire-poorten (IEEE
1394) aan de voorkant of achterkant van de computer. Randapparaten die u kunt
aansluiten, zijn printers, scanners, videocamera's, digitale fotocamera's,
geheugenkaartlezers en PDA's (Personal Digital Assistant) of handheld computers.
Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de apparaten.
OPMERKING: Sommige randapparaten worden niet bij de computer geleverd.
OPMERKING: U moet een 6-pins (geen 4-pins) FireWire-kabel (IEEE 1394) gebruiken
met de 6-pins FireWire-poort (IEEE 1394) op uw computer.
10 Aan de slag
Documentatie en herstelschijven opslaan
Bewaar alle gebruikshandleidingen van de computer en de garantie-informatie op een
eenvoudig te vinden en veilige plaats. Het is een goed idee om de herstelschijven van uw
systeem samen met de documentatie te bewaren. Op die manier hebt u eenvoudig
toegang tot alle belangrijke documenten en bestanden voor de computer.
De instellingen van de monitor aanpassen
U wijzigt als volgt de schermresolutie:
1Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik op
Persoonlijk maken.
2Klik op Beeldscherminstellingen.
3Selecteer, indien nodig, de monitor en pas de schermresolutie aan.
4Klik op Toepassen.
5Klik op Ja, als deze optie aanwezig is.
6Klik op OK.
Een LAN configureren
Het Local Area Network (LAN) in uw huis kan een bekabeld of een draadloos netwerk
zijn. U gebruikt een LAN om uw computer te verbinden met andere apparaten in het
netwerk, inclusief andere computers. Een van de netwerkcomponenten kan een hub of een
switch zijn, waarmee meerdere apparaten op het netwerk kunnen worden aangesloten, of
een router, waarmee computers of een breedbandverbinding met het internet kunnen
worden aangesloten op het netwerk. Via de netwerkverbinding kunt u tevens gegevens,
printers en andere randapparatuur delen met de andere computers in het netwerk. De
netwerkverbinding met het internet wordt doorgaans tot stand gebracht via een
inbelmodem of een kabelmodem.
In een bekabeld netwerk worden Ethernet-kabels gebruikt om de apparaten aan te sluiten
op het netwerk. U sluit bijvoorbeeld een Ethernet-kabel aan tussen de netwerkadapter in
uw computer en de router.
In een draadloos netwerk worden radiogolven gebruikt om de apparaten te verbinden met
het netwerk. Uw computer en de router hebben bijvoorbeeld allebei een antenne en
adapter die gebruik maakt van dezelfde Wi-Fi-industriestandaard: 802.11b, 802.11g of
802.11a.
OPMERKING: U kunt meerdere schermen (CRT-monitor, flat-panel monitor, televisie,
enzovoort) tegelijk aansluiten op de computer (alleen op bepaalde modellen). U kunt het
bureaublad snel op een ander apparaat weergeven door op Alt+F5 te drukken. Elke keer
dat u op Alt+F5 drukt, verschijnt het bureaublad op het volgende apparaat. Als Alt+F5
niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.
De computer installeren 11
In de voorgaande afbeelding ziet u een thuisnetwerk. De desktopcomputer heeft een
kabelverbinding met een draadloze router. Op de desktopcomputer is ook een printer
aangesloten, die wordt gedeeld met de andere computers in het netwerk. Elke notebook
heeft een draadloze verbinding met de netwerkrouter.
12 Aan de slag
Een kabelverbinding (Ethernet) instellen
De Ethernet-verbinding met de netwerkadapter (kan ook een Network Interface Card of
NIC worden genoemd) voorziet in een verbinding met hoge snelheid, ook wel
breedbandverbinding genoemd, met een Ethernet-netwerk (10BaseT) of een Fast Ethernet-
netwerk (100BaseT). Nadat u de netwerkadapter hebt aangesloten op een netwerk, zoals
een LAN, kunt u via het netwerk verbinding maken met het internet.
1Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet-connector (A) aan de achterkant van de
computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat.
AEthernet-connector (RJ-45-poort)
BEthernet-indicatoren
2Als de computer ingeschakeld is, controleert u de indicatoren (B) naast de Ethernet-
connector voor de netwerkstatus:
!ACTIVITY — Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens worden verzonden
!LINK — Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met het netwerk is
Geïntegreerde draadloze apparaten
Met draadloze technologie worden gegevens via radiogolven, in plaats van kabels,
overgedragen. Het is mogelijk dat uw computer is uitgerust met één of meer van de
volgende geïntegreerde draadloze apparaten:
!Draadloze LAN-apparaten verbinden de computer met een draadloos LAN (ook
wel WLAN voor Wireless Local Area Network genoemd) in een kantoor, uw huis en
openbare ruimten, zoals vliegvelden en restaurants. In een WLAN communiceert elk
mobiel draadloos apparaat met een draadloos toegangspunt dat op een afstand van
maximaal 100 meter kan staan.
Computers met WLAN-apparaten kunnen ondersteuning bieden voor één of meer van
de door de IEEE vastgestelde industriestandaarden: 802.11b, 802.11g of 802.11a.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een Ethernet-
connector.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft.
De computer installeren 13
!Met Bluetooth-apparaten kunt u een persoonlijk netwerk (ook wel PAN voor
Personal Area Network genoemd) maken om een verbinding tot stand te brengen met
andere Bluetooth-apparaten, zoals computers, telefoons, printers, headsets,
luidsprekers en camera's. In een PAN communiceert elk apparaat direct met de
andere apparaten en de apparaten moeten relatief dicht bij elkaar (minder dan 10
meter uit elkaar) staan.
!WWAN-apparaten (Wireless Wide Area Network) geven op elk gewenst
moment toegang tot informatie vanaf elke plek waar u uw mobiele telefoon kunt
gebruiken. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met een basisstation
van een telefoonmaatschappij. Telefoonmaatschappijen installeren praktisch overal
netwerken van basisstations (vergelijkbaar met de masten voor mobiele telefonie),
waarmee in feite wordt gezorgd voor dekking in hele staten of zelfs hele landen/
regio's.
Voor meer informatie over draadloze technologie gaat u naar:
http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
Draadloze LAN-apparaten verbinden
(Alleen op bepaalde modellen)
U kunt de computer verbinden met een draadloos 802.11b- of 802.11g-netwerk door de
externe antenne te gebruiken die bij uw systeem is geleverd. Met dit apparaat kunt u een
draadloos netwerk maken waarin de computer fungeert als een draadloos toegangspunt.
Als u al een draadloos netwerk hebt, kunt u met dit apparaat de computer gebruiken als
een draadloze client.
U hebt een bestaand draadloos LAN met een internetverbinding nodig (neem contact op
met uw internetaanbieder voor meer informatie). Bij het systeem is een externe antenne
geleverd en die moet u verbinden met de 802.11-module om het bereik en de
gevoeligheid van de radio te vergroten.
U sluit de draadloze LAN-antenne als
volgt aan:
1Schroef de kabel van de
draadloze LAN-antenne in de
draadloze LAN-connector aan de
achterkant van de computer.
2Voor de beste prestaties plaatst u
de antenne op de computer of op
een hoge, aan alle kanten vrije
plek.
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw draadloze antenne er iets anders uitziet.
14 Aan de slag
De installatie van een draadloos LAN-apparaat
controleren
Als u een draadloos netwerk wilt instellen, controleert u eerst of het geïntegreerde WLAN-
apparaat juist is geïnstalleerd in uw computer.
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en klik vervolgens op Apparaatbeheer om het
venster Apparaatbeheer te openen.
3Klik op Netwerkadapters. Het WLAN-apparaat zou hier moeten worden vermeld. U
kunt het WLAN-apparaat herkennen aan termen als wireless, wireless LAN en 802.11.
4Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
5Typ Netwerken en delen in het zoekvak en klik vervolgens op Netwerken en
delen om het venster Netwerken en delen te openen.
6Klik op Apparaat toevoegen aan het netwerk en volg de instructies op het
scherm.
Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van
de volgende manieren te werk:
!Klik op de Windows Start knop op the taakbalk, klik op Help en
ondersteuning en typ vervolgens Draadloos netwerk instellen in het zoekvak.
!Ga naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze
netwerken gebruiken
Wanneer u een draadloos thuisnetwerk instelt of toegang zoekt tot een openbaar WLAN,
moet u altijd de beveiligingsvoorzieningen inschakelen om uw computer te beschermen
tegen toegang door onbevoegden. De meest gebruikte beveiligingsniveaus zijn WPA-
Personal (Wi-Fi Protected Access Personal) en WEP (Wired Equivalent Privacy).
Wanneer u een netwerk instelt, moet u één of meer van de volgende
beveiligingsmaatregelen treffen:
!WPA-Personal of WEP-beveiliging inschakelen op de router.
!De standaardnaam voor het netwerk (SSID) en het wachtwoord wijzigen.
!Een firewall gebruiken.
!Beveiliging instellen in uw webbrowser.
Voor meer informatie over het instellen van draadloze beveiligingsvoorzieningen gaat u
naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless
OPMERKING: Als er geen WLAN-apparaat wordt vermeld, heeft uw computer geen
geïntegreerd WLAN-apparaat of is het stuurprogramma voor het apparaat niet juist
geïnstalleerd.
De computer installeren 15
Een modem aansluiten
Voor informatie over verbinding met het internet raadpleegt u “Verbinding met het
internet” in deze handleiding.
U gebruikt het modem om via de telefoonlijn verbinding te maken met een
internetaanbieder.
Voordat u de telefoonlijn kunt gebruiken om een inbelverbinding met het internet tot stand
te brengen en e-mails of faxen te verzenden en te ontvangen, moet u de telefoonlijn
verbinden met de modemconnector (A) aan de achterkant van de computer (B). Op de
installatieposter ziet u hoe u een modem- of telefoonkabel aansluit op de modemconnector
van de computer en op de wanddoos van de telefoonlijn.
AModemconnector
BAchterkant van computer
OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een modem.
16 Aan de slag
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 17
Luidsprekers of een microfoon aansluiten
Luidsprekers gebruiken
De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen op bepaalde modellen) of worden
afzonderlijk verkocht. Voor details over het aansluiten van de stereoluidsprekers op de
computer kunt u de installatieposter raadplegen.
Als uw computer overweg kan met een geluidssysteem met meerdere kanalen (alleen
bepaalde modellen), kunt u vier luidsprekers aansluiten voor uitvoer via vier kanalen of zes
luidsprekers voor 5.1 uitvoer.
Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de computer en configureert u de software
voor de geluidsuitvoer.
OPMERKING: Voor verwijzingen raadpleegt u "Opties voor luidsprekers en geluid
configureren" in de informatie over uw product op de ondersteuningssite van HP: ga naar
http://www.hp.com/support
OPMERKING: Luidsprekers kunnen passief (geen aan/uit-knop en geen netsnoer) of
actief (aan/uit-knop of netsnoer) zijn. Uw computer ondersteunt alleen actieve
luidsprekersystemen (met eigen voeding). Het luidsprekersysteem moet dus een eigen
netsnoer hebben.
Stereoluidsprekers hebben twee kanalen: links en rechts. Een luidsprekersysteem met
meerdere kanalen is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een
subwoofer. Bijvoorbeeld: een systeem met 5.1 kanalen werkt in de stand voor zes
luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links/rechts), twee achter (links/rechts), een
middenluidspreker en een subwoofer.
18 Aan de slag
Typen geluidsconnectoren
Uw model kan een van drie typen analoge geluidsconnectoren hebben aan de achterkant
van de computer.
!Drie connectoren
!Zes connectoren
!Geluidskaart
De connectoren zijn geschikt voor stereo-ministekkers van 3,5 mm en kunnen worden
gebruikt om luidsprekers en microfoons aan te sluiten op de computer.
Het is mogelijk dat uw systeem ook een afzonderlijke digitale uitgang (alleen op bepaalde
modellen) heeft.
De softwareconfiguratie is anders voor elk connectortype, zoals vermeld in de instructies.
Geluidsconnector Illustratie Type
Drie
connectoren
Uw computermodel kan drie
geluidsconnectoren hebben. U kunt
maximaal een 5.1 luidsprekersysteem
aansluiten op de computer.
3
Zes
connectoren
Uw computermodel kan aan de
achterkant zes geluidsconnectoren
hebben. U kunt maximaal een 7.1
luidsprekersysteem aansluiten op de
computer.
6
Geluidskaart Uw computermodel kan een
geluidskaart hebben. U kunt een 5.1
luidsprekersysteem (7.1
luidsprekersysteem op bepaalde
modellen) of digitale luidsprekers
aansluiten op de geluidskaart van de
computer.
Zie de volgende
illustratie.
S
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 19
Volg de stappen die worden aangegeven in de installatieprocedure om kabels aan te
sluiten op de geluidsconnectoren van uw computermodel.
De volgende tabel geeft informatie over de geluidsconnectoren op het achterpaneel van
computersystemen.
Geluidsconnector
OmschrijvingType 3 Type 6 Type S
Uitgang voor de zijluidsprekers (grijs) in een
systeem met acht luidsprekers-(7.1).
AC/Sub-uitgang (goud) voor middenluidspreker/
subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere
kanalen.
BUitgang voor de achterste luidsprekers (zwart)
in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.
CUitgang voor voorste luidsprekers
(limoengroen).
DIngang voor microfoon (roze).
(Bij Type 3 fungeert deze ingang tevens als de
uitgang voor de middenluidspreker/subwoofer
wanneer een audioconfiguratie met meerdere
kanalen wordt geactiveerd.)
EIngang (lichtblauw) voor een analoog
audioapparaat, zoals een cd-speler die op de
computer wordt aangesloten.
(Bij Type 3 fungeert deze ingang tevens als de
uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een
audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt
geactiveerd.)
F Digitale uitgang (oranje) voor de aansluiting op
een digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals
een receiver of versterker in een geluidssysteem) of
digitale luidsprekers (alleen op bepaalde modellen).
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
20 Aan de slag
Een microfoon aansluiten
De computer heeft één microfoonconnector aan de achterkant. Sommige modellen hebben
een tweede microfoonconnector aan de voorkant van de computer. Er kan maar één
microfoonconnector tegelijk actief zijn en de connector aan de achterkant is klaar voor
gebruik, tenzij u een systeem met meer dan twee luidsprekers gebruikt. Voor computers
met meer dan twee luidsprekers is de microfoonconnector aan de voorkant van de
computer, indien aanwezig, klaar voor gebruik.
Om een microfoon die is aangesloten op de voorkant van de computer te gebruiken
(alleen op bepaalde modellen), selecteert u de actieve microfoon. Zie "Een microfoon
selecteren."
HP computers ondersteunen vele verschillende opties voor geluid, geluidsaansluitingen en
luidsprekerconfiguraties. U kunt uw computer instellen voor twee stereoluidsprekers of voor
een luidsprekersysteem met meer kanalen. Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem aan op de
computer en configureert u de software voor de geluidsuitvoer. Voor details over het
aansluiten van de luidsprekers op de computer kunt u de installatieposter raadplegen.
Dit hoofdstuk beschrijft de meest voorkomende opties. Uw systeem heeft mogelijk andere
onderdelen.
De luidsprekers zijn inbegrepen bij de monitor (alleen op bepaalde modellen) of worden
afzonderlijk verkocht.
Luidsprekerconfiguraties
U kunt uw computer instellen voor de volgende ondersteunde configuraties:
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over het aansluiten van de luidsprekers,
raadpleegt u de installatieposter die bij de computer is geleverd en de documentatie van
uw luidsprekers.
Naam Luidsprekersysteem Zie
Hoofdtelefoon Geen, gedempt. "Een hoofdtelefoon gebruiken"
2 (stereo) Linkerluidspreker,
rechterluidspreker.
“2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten
(2 luidsprekers en een subwoofer)”
2.1 Linkerluidspreker,
rechterluidspreker en
subwoofer.
“2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten
(2 luidsprekers en een subwoofer)”
4.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter en
een subwoofer.
“4.1 luidsprekersysteem aansluiten
(4 luidsprekers en een subwoofer)”
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 21
Luidsprekertypen
Het is mogelijk dat de luidsprekers zijn geleverd met de monitor (alleen op bepaalde
modellen) of afzonderlijk worden verkocht. Raadpleeg de productdocumentatie voor uw
luidsprekers.
De computer ondersteunt alleen actieve luidsprekersystemen (met eigen voeding). Een
actief luidsprekersysteem moet een eigen netsnoer hebben. Voor een thuisbioscoop zijn
geen actieve luidsprekers nodig, omdat de receiver zorgt voor de versterking.
Een stereosysteem is een luidsprekersysteem met twee kanalen: links en rechts. Een
luidsprekersysteem met meer kanalen heeft een kanaal voor linksvoor, rechtsvoor,
linksachter, rechtsachter en mogelijk een kanaal voor een subwoofer en een
middenluidspreker. Meer geavanceerde systemen hebben ook kanalen voor
zijluidsprekers. Een subwoofer levert een sterker basgeluid.
“.1” geeft aan dat een subwoofer wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: een systeem met 7.1
kanalen werkt in de stand voor acht luidsprekers en heeft twee luidsprekers vóór (links en
rechts), twee aan de zijkanten (links en rechts), twee achter (links en rechts), een
middenluidspreker en een subwoofer.
6/5.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter,
een middenluidspreker en
een subwoofer.
“5.1 luidsprekersysteem aansluiten
(5 luidsprekers en een subwoofer)”
8/7.1 Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter,
twee luidsprekers aan de
zijkanten, een
middenluidspreker en een
subwoofer (alleen op
bepaalde modellen).
“7.1 luidsprekersysteem aansluiten
(7 luidsprekers en een subwoofer)”
Geluidssysteem Stereosysteem of
thuisbioscoop met passieve
luidsprekers.
“De computer aansluiten op een
geluidssysteem”
Digitale audio Digitale luidsprekers of
digitale ingang op
geluidssysteem.
“Digitale audio aansluiten”
Multi-streaming
geluid
Twee luidsprekers voor,
twee luidsprekers achter,
twee luidsprekers aan de
zijkanten, een
middenluidspreker en een
subwoofer (alleen op
bepaalde modellen).
"Multi-streaming audio configureren"
Naam Luidsprekersysteem Zie
22 Aan de slag
2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers
en een subwoofer)
U kunt als volgt twee actieve stereoluidsprekers (links/rechts) of twee luidsprekers en een
subwoofer aansluiten:
1Schakel de computer uit.
2Sluit de luidsprekerkabel aan op de limoengroene audio-uitgang aan de achterkant
van de computer.
3Sluit de kabel aan op het geluidssysteem. Voor 2.1 luidsprekers die bij uw computer
zijn geleverd (alleen op bepaalde modellen), verbindt u de audio-uitgang met de
subwoofer.
4Sluit vervolgens de linker- en rechterluidspreker aan op de subwoofer. Raadpleeg de
documentatie bij de luidsprekers.
5Schakel de computer in.
6Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
7Zet het luidsprekersysteem aan.
Stap 8 is optioneel voor een installatie met twee luidsprekers.
8Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie “Luidsprekers of een
microfoon aansluiten.”
!Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
!Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
!Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
Het diagram hieronder toont een typische 2.1 geluidsinstallatie:
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
36S
OUT
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 23
4.1 luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers
en een subwoofer)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers achter en een subwoofer (4.1
luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via vier kanalen:
1Schakel de computer uit.
2Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
3Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte connector aan de
achterkant van uw computer.
Voor systemen met connectoren van type 3 functioneert de blauwe audio-ingang als
de uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met
meerdere kanalen wordt geactiveerd.
4Sluit de kabels van het luidsprekersysteem aan.
5Sluit de voorste en achterste luidspreker aan op de subwoofer. Raadpleeg de
documentatie bij de luidsprekers.
6Schakel de computer in.
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
36S
36 S
24 Aan de slag
7Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
8Zet het luidsprekersysteem aan.
9Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
!Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
!Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
!Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
Het diagram hieronder toont een typische 4.1 geluidsinstallatie:
5.1 luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers
en een subwoofer)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers achter, een middenluidspreker
en een subwoofer (5.1 luidsprekersysteem) aansluiten voor uitvoer via zes kanalen:
1Schakel de computer uit.
2Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
OUT
IN
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
36S
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 25
3Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte connector aan de
achterkant van uw computer.
Voor systemen met connectoren van type 3 functioneert de blauwe audio-ingang als
de uitgang voor de achterste luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met
meerdere kanalen wordt geactiveerd.
4Sluit de kabel van de middenluidspreker/subwoofer aan op de gouden connector (of
de roze microfoonconnector) aan de achterkant van uw computer.
Voor systemen met connectoren van type 3 functioneert de roze microfooningang als
de uitgang voor een middenluidspreker/subwoofer wanneer een audioconfiguratie
met meerdere kanalen wordt geactiveerd.
5Sluit de kabels van het luidsprekersysteem aan.
6Sluit de voorste, achterste en middenluidsprekers aan op de subwoofer. Raadpleeg de
documentatie bij de luidsprekers.
7Schakel de computer in.
8Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
9Zet het luidsprekersysteem aan.
10 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
!Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
!Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
!Type 6 — multi-streaming: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect
Manager."
!Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
36S
36S
26 Aan de slag
Het diagram hieronder toont een typische 5.1 geluidsinstallatie:
7.1 luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers
en een subwoofer)
(Alleen op bepaalde modellen)
U kunt als volgt twee luidsprekers vóór, twee luidsprekers aan de zijkant, twee luidsprekers
achter, een middenluidspreker en een subwoofer (7.1 luidsprekersysteem) aansluiten voor
uitvoer via acht kanalen:
1Schakel de computer uit.
2Sluit de kabel van de voorste luidsprekers aan op de limoengroene audio-uitgang aan
de achterkant van uw computer.
3Sluit de kabel van de achterste luidsprekers aan op de zwarte connector aan de
achterkant van uw computer.
4Als u een systeem met connectoren van type 6 hebt, sluit u de kabel van de
zijluidsprekers aan op de grijze connector aan de achterkant van uw computer.
5Sluit de kabel van de middenluidspreker en subwoofer aan op de gouden connector
aan de achterkant van uw computer.
OUT IN
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 27
6Sluit de kabels van het luidsprekersysteem aan.
7Sluit de voorste, achterste, zij- en middenluidsprekers aan op de subwoofer.
Raadpleeg de documentatie bij de luidsprekers.
8Schakel de computer in.
9Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
10 Zet het luidsprekersysteem aan.
11 Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
!Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
!Type 6 — multi-streaming: Zie "Audio-uitgang configureren met Realtek HD Sound
Effect Manager."
Het diagram hieronder toont een typische 7.1 geluidsinstallatie:
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
28 Aan de slag
De computer aansluiten op een geluidssysteem
U kunt de computer aansluiten op uw stereosysteem of de receiver/versterkers van een
thuisbioscoop en zo uw bestaande luidsprekers gebruiken.
Voor voorbeelden gaat u naar “2.1 stereo-installatie” of “5.1 stereo-installatie.”
Y-adapters
De meeste receivers/versterkers voor thuissystemen hebben ingangen van het type RCA.
Mogelijk moet u Y-adapters aansluiten tussen uw computer en de receiver/versterker. Y-
adapters hebben een stereo-ministekker van 3,5 mm aan één uiteinde en twee RCA-
connectoren aan het andere uiteinde. Deze kabels moeten afzonderlijk worden gekocht.
Hoeveel Y-adapters u nodig hebt voor uw stereosysteem, is afhankelijk van het aantal
luidsprekers dat u installeert:
!2/2.1 luidsprekersysteem: één Y-adapter
!4/4.1 luidsprekersysteem: twee Y-adapters
!6/5.1 luidsprekersysteem: drie Y-adapters
!8/7.1 luidsprekersysteem: vier Y-adapters
Voor het aansluiten van een stereosysteem op een computer hebt u kabels nodig die lang
genoeg zijn om de computer te verbinden met de stereo. Mogelijk moet u ook RCA-kabels
of miniverlengkabels kopen.
OPMERKING: Y-adapters en verlengkabels moeten afzonderlijk worden gekocht.
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 29
2.1 stereo-installatie
Het volgende diagram toont een typisch luidsprekersysteem met twee kanalen (2.1
luidsprekers) waarin passieve stereoluidsprekers worden gebruikt. De computer wordt
verbonden met de linker- en rechteringang van de receiver of versterker.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
Verbinding van computer naar 2.1 geluidssysteem met meerdere kanalen
AConnectoren op achterpaneel van computer (type 3, type 6 of geluidskaart)
BY-adapters
CReceiver/versterker (audio-ingangen)
DSubwoofer
EVoorste luidsprekers (links en rechts)
OUT
IN
Surr. Back
Front
Center
Sub
A
B
C
ECDE
30 Aan de slag
5.1 stereo-installatie
Het volgende diagram toont een typische geavanceerde thuisbioscoop met zes kanalen
(6/5.1 luidsprekersysteem) waarvoor meerdere ingangen op een receiver/versterker
vereist zijn.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
Verbinding van computer naar 5.1 geluidssysteem met meerdere kanalen
AConnectoren op achterpaneel van computer (type 3, type 6 of geluidskaart)
BY-adapters
CReceiver/versterker (audio-ingangen)
DSubwoofer
EMiddenluidspreker
FVoorste luidsprekers (links en rechts)
GAchterste luidsprekers (links en rechts)
Procedure voor een 5.1 geluidsinstallatie
U sluit als volgt een geluidssysteem met zes kanalen (5.1 luidsprekers) aan op de
computer:
1Schakel de computer uit.
2Schakel de receiver/versterker uit.
OUT
IN
Surr. Back
Front
Center
Sub
A
B
C
D
E
FG
C
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 31
3Sluit het uiteinde van een Y-adapter met de stereo-ministekker aan op de limoengroene
audio-uitgang aan de achterkant van uw computer.
Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en
rechteringang voor de voorste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/
versterker.
4Als u achterluidsprekers hebt, sluit u het uiteinde met de stereo-ministekker van een Y-
adapter aan op de blauwe audio-ingang of de zwarte audio-uitgang voor
achterluidsprekers aan de achterkant van de computer.
!Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en
rechteringang voor de achterste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/
versterker.
5Als u een middenluidspreker/subwoofer hebt, sluit u het uiteinde met de mini-
stereostekker van een Y-adapter aan op de roze microfoonconnector of de gouden
connector voor de middenluidspreker/subwoofer aan de achterkant van uw computer.
!Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en
rechteringang voor de middenluidspreker/subwoofer aan de achterkant van de
receiver/versterker (6/5.1 kanalen of meer).
!Sluit de Y-adapter aan op de subwooferconnector op de achterkant van de
receiver, zelfs als geen subwoofer wordt gebruikt.
6Schakel de receiver/versterker in.
7Selecteer de ingang van de receiver/versterker waarin de Y-adapters zijn gestoken.
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: De ingangen op de receiver/versterker kunnen als label Surround,
5.1 Channel inputs, 6 Channel inputs, CD, DVD of DVD In hebben.
36S
36S
36S
32 Aan de slag
8Schakel de computer in.
9Nadat het geluidssysteem is aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie “Luidsprekers of een
microfoon aansluiten.”
!Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
!Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
!Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
7.1 stereo-installatie
Het volgende diagram toont een typische geavanceerde thuisbioscoop met acht kanalen
(8/7.1 luidsprekersysteem) waarvoor meerdere ingangen op een receiver/versterker
vereist zijn.
Dit is slechts een aanbevolen configuratie. Uw systeem kan anders zijn.
Verbinding van computer naar 7.1 geluidssysteem met meerdere kanalen
AConnectoren op achterpaneel van computer (type 3, type 6 of geluidskaart)
BY-adapters
CReceiver/versterker (audio-ingangen)
DSubwoofer
EMiddenluidspreker
FVoorste luidsprekers (links en rechts)
GAchterste luidsprekers (links en rechts)
OUT
IN
Surr. Back
Front
Center
Sub
A
B
C
D
E
FG
C
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 33
Procedure voor een 7.1 geluidsinstallatie
U sluit als volgt een geluidssysteem met acht kanalen (7.1 luidsprekers) aan op de
computer:
1Schakel de computer uit.
2Schakel de receiver/versterker uit.
3Sluit het uiteinde van een Y-adapter met de stereo-ministekker aan op de limoengroene
audio-uitgang aan de achterkant van uw computer.
Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en rechteringang
voor de voorste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/versterker.
4Als u achterluidsprekers hebt, sluit u het uiteinde met de stereo-ministekker van een Y-
adapter aan op de blauwe audio-ingang of de zwarte audio-uitgang voor
achterluidsprekers aan de achterkant van de computer.
!Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en rechteringang
voor de achterste luidsprekers aan de achterkant van de receiver/versterker.
5Als u een middenluidspreker/subwoofer hebt, sluit u het uiteinde met de mini-
stereostekker van een Y-adapter aan op de roze microfoonconnector of de gouden
connector voor de middenluidspreker/subwoofer aan de achterkant van uw computer.
!Sluit de linker- en rechteruiteinden van de Y-adapter aan op de linker- en
rechteringang voor de middenluidspreker/subwoofer aan de achterkant van de
receiver/versterker (8/7.1 kanalen of meer).
!Sluit de Y-adapter aan op de subwooferconnector op de achterkant van de
receiver, zelfs als geen subwoofer wordt gebruikt.
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: De ingangen op de receiver/versterker kunnen als label Surround,
7.1 Channel inputs, 6 Channel inputs, CD, DVD of DVD In hebben.
36S
36S
36S
34 Aan de slag
6Schakel de receiver/versterker in.
7Selecteer de ingang van de receiver/versterker waarin de Y-adapters zijn gestoken.
8Schakel de computer in.
9Nadat het geluidssysteem is aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie “Luidsprekers of een
microfoon aansluiten.”
!Type 3: Zie "Audio-uitgang configureren met Multichannel Sound Manager."
!Type 6: Zie "Audio-uitgang configureren met Sound Effect Manager."
!Geluidskaart: Zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart."
Digitale audio aansluiten
(Alleen op bepaalde modellen)
Als u een geluidskaart hebt en u de stereo AV-receiver aansluit via de digitale uitgang,
steekt u de stereostekker van 3,5 mm in de digitale uitgang van de geluidskaart. Sluit de
rode 3,5-mm RCA-stereostekker van de Y-adapter aan op de digitale ingang van de AV-
receiver. Als de rode RCA-stereostekker niet werkt, probeert u de witte stereostekker. Een
van de stekkers wordt niet gebruikt.
Als u een digitaal geluidssysteem wilt aansluiten, moet uw computer een digitale uitgang
hebben op de geluidskaart of op het achterpaneel. Als u de digitale uitgang gebruikt,
hoeft u de luidsprekerkanalen niet afzonderlijk aan te sluiten.
U kunt als volgt digitale luidsprekers aansluiten:
1Schakel de computer uit.
2Sluit de digitale uitgang op het achterpaneel van uw computer aan op de digitale
ingang (S/PDIF) op digitale luidsprekers of een digitaal geluidssysteem.
3Schakel de computer in.
OPMERKING:
!Type 3 bestaat uit drie connectoren.
!Type 6 bestaat uit zes connectoren.
!Type S bestaat uit een geluidskaart.
OPMERKING: Schakel de computer altijd in voordat u het luidsprekersysteem
aanzet.
36S
Luidsprekers of een microfoon aansluiten 35
4Steek het netsnoer van het luidsprekersysteem in een stopcontact.
5Zet het luidsprekersysteem aan.
6Nadat de luidsprekers zijn aangesloten op de computer, configureert u de
audiosoftware voor geluidsuitvoer voor uw computermodel. Zie "Opties voor
luidsprekers en geluid configureren."
!Geluidskaart met digitale uitvoer en connectoren van type 3: zie "Audio-uitgang
configureren met Multichannel Sound Manager." Volg de instructies om de uitvoer
van digitaal geluid in te schakelen.
!Geluidskaart met digitale uitvoer en connectoren van type 6: zie "Audio-uitgang
configureren met Sound Effect Manager." De uitvoer van digitaal geluid is
standaard al ingeschakeld.
!Geluidskaart: zie "Audio-uitgang configureren met een geluidskaart." Volg de
instructies om de uitvoer van digitaal geluid in te schakelen.
Hoofdtelefoon aansluiten
Uw computer heeft aan de voorkant een hoofdtelefoonconnector (limoengroen). De
hoofdtelefoonconnector heeft als label een pictogram van een hoofdtelefoon.
U kunt de hoofdtelefoon ook aansluiten op de limoengroene audio-uitgang aan de
achterkant van de computer.
Een 2.1 luidsprekersysteem met
hoofdtelefoon gebruiken
Voor bepaalde modellen met een 2.1 luidsprekersysteem is aan de rechterkant van de
hoofdluidspreker een hoofdtelefoonconnector te vinden. Als de hoofdtelefoon is
aangesloten, wordt het geluid van de luidsprekers en de subwoofer gedempt.
Een 5.1 tot 7.1 luidsprekersysteem met
hoofdtelefoon gebruiken
Voor geselecteerde modellen met een 5.1 luidsprekersysteem en hoger, is aan de
rechterkant van de bedieningstoren een hoofdtelefoonconnector te vinden.
Als op de bedieningstoren HP (voor hoofdtelefoon) wordt weergegeven, is de
hoofdtelefoon ingeschakeld en is het geluid van de luidsprekers en de subwoofer
gedempt.
!Houd de Aan/uit-knop op de bedieningstoren gedurende een aantal seconden
ingedrukt om het geluid van de luidsprekers in te schakelen.
!Druk kort op de Aan/uit-knop om de hoofdtelefoon in te schakelen.
36 Aan de slag
Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative
Sound Blaster X-Fi
In deze sectie wordt besproken hoe u luidsprekers aansluit op de geluidskaart Creative
Sound Blaster X-Fi.
De luidsprekers aansluiten
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over het aansluiten van de luidsprekers,
raadpleegt u de documentatie bij de luidsprekers.
Connector Omschrijving
AD-Link voor AD_Link X-Fi I/O-console (de X-Fi-console wordt afzonderlijk
verkocht)
Line Out _3 (oranje of geel)
5.1 luidsprekersysteem: middenvoor, subwoofer
6.1 luidsprekersysteem: middenvoor, subwoofer en middenachter
7.1 luidsprekersysteem: middenvoor, subwoofer en zijluidspreker links
Line Out_2 (zwart)
4.1, 5.1, 6.1 luidsprekersysteem: links- en rechtsachter
7.1 luidsprekersysteem: linksachter, rechtsachter en zijluidspreker rechts
Line Out_1 (limoengroen)
2/2.1 luidsprekersysteem: links- en rechtsvoor
FlexiJack (wit) voor Line-In, Microfoon, Digital In/Out
De FlexiJack ondersteunt drie functies. U moet de functie selecteren in de
Creative Console Launcher. Zie “Aansluitingen op de FlexiJack-
connector.”
38 Aan de slag
Ondersteuning 39
Ondersteuning
Handleidingen zoeken
Handleidingen op het scherm zijn beschikbaar in de map Gebruikershandleidingen
(alleen bij bepaalde modellen).
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op User Guides (Gebruikershandleidingen).
4Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken.
Handleidingen zoeken op het web
U kunt handleidingen en informatie voor uw computer zoeken door via het internet naar
de website voor ondersteuning te gaan.
1Ga naar http://www.hp.com/support in uw webbrowser.
2Selecteer uw land/regio en taal.
3Klik op Ondersteuning en drivers.
4Klik op Bekijk supportinformatie of los een probleem op, geef het
modelnummer van uw computer op en klik op Zoeken .
5Klik op Handleidingen.
6Zoek de gewenste handleiding en ga op een van de volgende manieren te werk:
!Klik op de titel om het bestand weer te geven in Adobe Acrobat Reader (u kunt dit
programma downloaden van de pagina Handleidingen als het nog niet op uw
computer geïnstalleerd is).
!Klik met de rechtermuisknop op de titel, selecteer Doel opslaan als, geef de
locatie op de computer op waar u het bestand wilt opslaan, geef het bestand een
andere naam (maar behoud de extensie .pdf) en klik vervolgens op Opslaan.
OPMERKING: Als er geen titels van handleidingen worden vermeld, zijn er voor uw
computer geen handleidingen beschikbaar.
40 Aan de slag
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken
Informatie over de computer vindt u via Help en ondersteuning op het scherm
(alleen op bepaalde modellen). Hier vindt u koppelingen naar updates van
stuurprogramma's, toegang tot opties voor technische ondersteuning en informatie
over veelgestelde vragen.
U opent Help en ondersteuning als volgt:
!Druk op de toets Help (alleen op bepaalde modellen) op uw toetsenbord.
of
!Klik op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Help en ondersteuning.
De map Help en hulpmiddelen gebruiken
De map Help en hulpmiddelen bevat speciale hulpmiddelen voor
computergebruikers, zoals informatie over ondersteuning en programma's.
Ga als volgt te werk om de items in de map Help en hulpmiddelen te zien:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Help en hulpmiddelen.
4Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken.
HP Connections of Compaq Connections gebruiken
HP Connections of Compaq Connections (alleen op bepaalde modellen) is een op
internet gebaseerde service van HP om u belangrijke informatie over uw computer
te verschaffen.
!Productaankondigingen
!Tips
!Speciale aanbiedingen voor uw computer
U ontvangt de berichten terwijl u met het internet bent verbonden en er verschijnt
een waarschuwing of mededeling op het bureaublad. De berichten kunnen ook
worden weergegeven in HP Total Care Advisor. U kunt de berichten bekijken als ze
binnenkomen of ze op een later tijdstip lezen.
U kunt de updates die zijn geleverd via HP Connections of Compaq Connections
ook vinden via de ondersteuningswebsite onder de informatie over uw
computermodel.
Ondersteuning 41
Berichten opvragen
Nadat u een bericht bekeken of gesloten hebt, wordt het niet meer automatisch
weergegeven.
Om een eerder ontvangen bericht te lezen opent u HP Connections of Compaq
Connections:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Help en hulpmiddelen.
4Klik op HP Connections of Compaq Connections. Het venster HP Connections of
Compaq Connections wordt geopend.
!Als HP Connections of Compaq Connections op uw systeem is geactiveerd, klikt u
op View messages (Berichten weergeven) om een lijst van eerder
ontvangen berichten weer te geven. Dubbelklik op de berichttitel in het venster om
het bericht te lezen. U kunt dit venster sluiten. HP Connections of Compaq
Connections blijft actief.
!Als HP Connections of Compaq Connections niet geactiveerd is op uw systeem,
bevat het scherm een knop Activate (Activeren) om de service te activeren. Klik
op Activate om de service te starten en een lijst weer te geven van eerder
ontvangen berichten.
Berichten uitschakelen
U kunt de service HP Connections of Compaq Connections als volgt uitschakelen:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Help en hulpmiddelen.
4Klik op HP Connections of Compaq Connections. Het venster HP Connections of
Compaq Connections wordt geopend.
5Klik op Choose preferences (Voorkeuren kiezen) en vervolgens op
Deactivate (Uitschakelen) om de service uit te schakelen. De service blijft
uitgeschakeld totdat u deze opnieuw activeert.
OPMERKING: Als deze service uitgeschakeld is, kunt u geen berichten ontvangen van HP
Connections of Compaq Connections, dus ook geen berichten met belangrijke informatie
voor de werking van uw computer.
42 Aan de slag
Berichten opnieuw activeren
Als u de service HP Connections of Compaq Connections opnieuw activeert, is de service
actief wanneer u met het internet bent verbonden en ontvangt u automatisch berichten
wanneer deze beschikbaar komen.
U schakelt de service als volgt in:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Help en hulpmiddelen.
4Klik op HP Connections of Compaq Connections. HP Connections of Compaq
Connections wordt weergegeven.
5Klik op Activate (Activeren) om de service opnieuw te activeren.
De computer voor de eerste keer inschakelen 43
De computer voor de eerste keer
inschakelen
De computer veilig en comfortabel gebruiken
Voordat u de computer begint te gebruiken, richt u de computer en de werkplek zo in dat
u comfortabel en productief kunt werken. Raadpleeg de Handleiding voor veiligheid en
comfort voor belangrijke ergonomische informatie.
!Klik op de Windows Start knop op the taakbalk, klik op Alle programma's,
klik op User Guides (Gebruikershandleidingen) en klik vervolgens op Safety
& Comfort Guide (Handleiding voor veiligheid en comfort).
of
!Typ
http://www.hp.com/ergo
in het adresvak van uw webbrowser en druk op de toets Enter op het toetsenbord.
De computer beschermen
Bescherm uw computer, persoonlijke instellingen en gegevens tegen een groot aantal
risico's door gebruik te maken van de volgende mogelijkheden:
!Wachtwoorden.
!Antivirussoftware.
!Firewallsoftware.
!Essentiële beveiligingsupdates
WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het
risico van ernstig letsel te beperken. In die handleiding vindt u informatie over
de juiste inrichting van de werkplek, de correcte houding en gezonde
gewoonten bij het werken met de computer. Tevens vindt u belangrijke
informatie over het veilig werken met elektrische en mechanische onderdelen.
OPMERKING: Beveiligingsoplossingen zijn bedoeld om aanvallers af te schrikken, maar
het is mogelijk dat ze aanvallen niet kunnen voorkomen en niet kunnen voorkomen dat de
computer wordt misbruikt of gestolen.
44 Aan de slag
Wachtwoorden gebruiken
Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om de computergegevens te beveiligen. U
kunt verschillende soorten wachtwoorden instellen, afhankelijk van de manier waarop u
de toegang tot uw informatie wilt regelen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in
Microsoft Windows Vista op de computer.
U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor verschillende van de
beveiligingsvoorzieningen van Windows Vista.
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een wachtwoord instelt:
!Een wachtwoord kan bestaan uit elke combinatie van maximaal acht letters en cijfers
en is niet hoofdlettergevoelig.
!Een wachtwoord moet worden ingesteld en ingevoerd met dezelfde toetsen. Als u
bijvoorbeeld een wachtwoord instelt met de cijfertoetsen van het toetsenbord, wordt
het wachtwoord niet herkend als u het daarna probeert in te voeren met het
geïntegreerde numerieke toetsenblok.
!Een wachtwoord dat is ingesteld in Windows Vista, moet worden ingevoerd bij een
aanwijzing van Windows Vista.
Risico Beveiligingsvoorziening
Onbevoegd gebruik van de
computer of een
gebruikersaccount
Wachtwoord
Computervirussen Norton Internet Security (antivirusprogramma)
Onbevoegde toegang tot
gegevens
!Norton Internet Security (firewallprogramma)
!Updates op Windows Vista
Onbevoegde toegang tot het
configuratieprogramma, BIOS-
instellingen en andere informatie
die kan worden gebruikt om het
systeem te identificeren
Beheerderswachtwoord
Doorlopende of toekomstige
bedreigingen voor de computer Essentiële beveiligingsupdates van Microsoft
VOORZICHTIG: Registreer elk wachtwoord dat u instelt, om te voorkomen dat
u de computer niet meer kunt starten. Aangezien wachtwoorden niet worden
weergegeven wanneer ze worden ingevoerd, gewijzigd of verwijderd, is het
van groot belang om elk wachtwoord onmiddellijk te registreren en op een
veilige plaats te bewaren.
OPMERKING: Bepaalde modellen hebben een afzonderlijk numeriek toetsenblok.
Dit toetsenblok heeft dezelfde functies als de cijfertoetsen van het toetsenbord, maar
dat geldt niet voor wachtwoorden.
De computer voor de eerste keer inschakelen 45
Hier volgt een aantal tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
!Volg de vereisten van een programma wanneer u wachtwoorden maakt.
!Schrijf de wachtwoorden op en bewaar ze op een veilige plaats uit de buurt van de
computer.
!Sla wachtwoorden niet op in een bestand op de computer.
!Gebruik geen naam of andere persoonlijke informatie die gemakkelijk kan worden
achterhaald door een buitenstaander.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de wachtwoorden in Windows Vista en
een omschrijving van hun functie. Voor informatie over het instellen van wachtwoorden
raadpleegt u “Wachtwoorden maken.” Voor aanvullende informatie over wachtwoorden
in Windows Vista, zoals het wachtwoord voor de schermbeveiliging, typt u wachtwoorden
in het zoekvak van Help en ondersteuning.
Antivirussoftware gebruiken
Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of het internet, stelt
u de computer bloot aan virussen. Computervirussen kunnen het besturingssysteem,
toepassingen of hulpprogramma's onuitvoerbaar maken of de werking wijzigen.
Antivirussoftware kan de meeste virussen detecteren en vernietigen, en in de meeste
gevallen ook de schade repareren die virussen veroorzaken. Om te zorgen voor een
continue bescherming tegen nieuw ontdekte virussen, moet de antivirussoftware up-to-date
worden gehouden.
Norton Internet Security, dat in de fabriek op de computer is geïnstalleerd, bevat een
antivirusprogramma. Met de software kunt u gedurende een bepaalde periode gratis
updates downloaden. Het wordt dringend aangeraden om de computer ook na deze
periode te beschermen tegen nieuwe virussen door een verlenging van de updateservice te
kopen. Instructies voor het gebruiken en updaten van Norton Internet Security en voor het
kopen van een verlenging op de updateservice, zijn te vinden binnen het programma zelf.
Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord voor
Windows Vista
Beschermt de toegang op beheerdersniveau tot de
inhoud van de computer.
Gebruikerswachtwoord voor
Windows Vista
Beschermt de toegang tot een gebruikersaccount in
Windows Vista en de bijbehorende inhoud van de
computer. Dit is het wachtwoord dat u moet invoeren
als u de computer uit de slaapstand of de
afwezigheidsstand haalt.
VOORZICHTIG: Als u het beheerderswachtwoord vergeet, hebt u geen toegang
meer tot het configuratieprogramma.
46 Aan de slag
U opent Norton Internet Security als volgt:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Norton Internet Security en klik dan nog eens op Norton Internet
Security.
Voor meer informatie over computervirussen typt u virussen in het zoekvak van Help en
ondersteuning.
Firewallsoftware gebruiken
Als u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of het internet, is het mogelijk
dat onbevoegden erin slagen om toegang te krijgen tot informatie over u, de computer en uw
gegevens. Om uw privacy te beschermen, gebruikt u firewallsoftware. Microsoft Windows
Vista bevat firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd. Norton Internet Security, dat
in de fabriek op de computer is geïnstalleerd, bevat ook een firewallprogramma.
Voorzieningen van een firewall zijn logboeken, rapportage en automatische
alarmsignalen waarmee alle inkomende en uitgaande communicatie wordt gecontroleerd.
U opent Norton Internet Security als volgt:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Norton Internet Security en klik dan nog eens op Norton Internet
Security.
In sommige omstandigheden kan een firewall toegang tot spellen op het internet
blokkeren, interfereren met het delen van bestanden en printers in een netwerk of
geautoriseerde bijlagen bij e-mails blokkeren. Voor een tijdelijke oplossing van het
probleem schakelt u de firewall uit, voert u de taak uit die u wilt uitvoeren en schakelt u de
firewall weer in. Voor een definitieve oplossing van het probleem moet u de firewall
anders configureren.
Essentiële beveiligingsupdates installeren
Het is mogelijk dat aanvullende updates op het besturingssysteem en andere software
beschikbaar is geworden nadat de computer is geleverd. Download alle beschikbare
updates en installeer die op de computer. Als u de laatste updates voor uw computer wilt
ophalen, klikt u op de Windows Start knop op the taakbalk, klikt u op Help en
ondersteuning en klikt u vervolgens op Software, stuurprogramma's en BIOS-
updates.
Regelmatig worden updates op Microsoft Windows Vista en andere Microsoft-
programma's uitgebracht. Als nieuwe updates zijn uitgebracht, kunt u die ophalen van de
website van Microsoft. Daarnaast moet u maandelijks Windows Vista Update uitvoeren
om de nieuwste software van Microsoft te installeren.
VOORZICHTIG: Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u
daarover een bericht ontvangt, om het risico van gegevensverlies of verlies
door inbreuk op de computer of computervirussen te beperken.
De computer voor de eerste keer inschakelen 47
De computer voor de eerste keer inschakelen
Nadat u de stappen op de installatieposter hebt uitgevoerd, kunt u de computer
inschakelen.
1Druk op de aan/uit-knop van de monitor.
2Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
3Schakel, indien van toepassing, de luidsprekers in.
4Geef instellingen voor uw computer op door de instructies op het scherm te volgen.
Selecteer het land of de regio waar u zich bevindt wanneer u daarom wordt
gevraagd en wacht terwijl de computer voorbereidingen treft. (Wanneer u een andere
taal selecteert, kan het tot 30 minuten duren om die taal in te stellen op de computer.)
5Configureer Microsoft Windows Vista door de instructies op het scherm te volgen.
6Volg de instructies op het scherm om de computer te registreren bij HP of Compaq,
meld u aan voor updates en ga online. Als u op dit moment nog geen
internetverbinding wilt instellen, kunt u dat later doen door handmatig Easy Internet
Services te starten. Zie “Verbinding met het internet.”
7Norton Internet Security wordt automatisch geopend. Volg de instructies op het scherm
om dit hulpmiddel voor de bescherming van de computer en uw privacy te
configureren.
De computer uitschakelen
Wanneer u Microsoft Windows Vista gebruikt, wordt aangeraden om de computer niet af
te sluiten, behalve wanneer u om veiligheidsredenen de stroom moet uitschakelen,
bijvoorbeeld om reparaties uit te voeren, om nieuwe hardware of kaarten in het
computerchassis te installeren of om een batterij te vervangen.
In plaats van de computer af te sluiten, kunt u deze vergrendelen of in de slaapstand of
hibernation-stand (indien beschikbaar) zetten. U kunt de timers voor het energiebeheer instellen
om de computer automatisch in de slaapstand of de hibernation-stand te laten zetten.
De slaapstand en hibernation-stand zijn energiestanden. In de slaapstand wordt uw werk
opgeslagen in het geheugen zodat u het snel kunt hervatten, wordt uw werk opgeslagen
op de harde schijf en wordt dan een stand met verminderd energieverbruik ingeschakeld.
Zolang de computer in de slaapstand staat, blijft het aan/uit-lampje branden en kan de
computer snel uit die stand worden gehaald, zodat u uw werk kunt hervatten. In de
hibernation-stand wordt de inhoud van het systeemgeheugen opgeslagen in een tijdelijk
bestand op de harde schijf en wordt vervolgens de hardware uitgeschakeld.
Op sommige computers is nog een stand voor verminderd energieverbruik,
afwezigheidsstand genaamd, beschikbaar. In de afwezigheidsstand worden het
beeldscherm en het geluid uitgeschakeld, maar blijft de computer verder operationeel. In de
afwezigheidsstand kan de computer bepaalde taken uitvoeren, zoals het opnemen van een
tv-programma of het streamen van video- en muziekbestanden naar een locatie op afstand.
OPMERKING: Als u de configuratieprocedure onderbreekt en u klaar bent om die
alsnog te voltooien, dubbelklikt u op het pictogram Easy Setup op het bureaublad om de
wizard voor de eerste keer starten uit te voeren.
50 Aan de slag
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op de knop met de pijl naast de knop met het slot.
3Klik op Opnieuw opstarten.
Slaap-, hibernation- of afwezigheidsstand
automatisch activeren
U kunt de computer zo instellen dat de slaap-, hibernation- of afwezigheidsstand
automatisch wordt geactiveerd als de computer gedurende een bepaald aantal minuten
niet is gebruikt. Om de computer automatisch in een stand te zetten, moet u de instellingen
voor energiebeheer wijzigen.
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Configuratiescherm.
3Klik op Systeem en onderhoud.
4Klik op Energiebeheer.
5Click Wijzigen wanneer de computer in de slaapstand staat.
6Voor de slaap- en afwezigheidsstand selecteert u een optie in de vervolgkeuzelijst
Computer in slaapstand zetten en klikt u op Wijzigingen opslaan.
of
Voor de hibernation- of afwezigheidsstand:
aKlik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen.
bKlik op het plusteken (+) naast Slaap.
cKlik op een item, maak selecties en klik vervolgens op Toepassen.
dKlik op OK.
De computer opnieuw opstarten
Als u de computer opnieuw opstart, wordt een aantal instellingen gewist en wordt
opnieuw gestart met het besturingssysteem en de software in het geheugen. Opnieuw
opstarten is de eenvoudigste en meest effectieve manier voor het oplossen van vele
softwareproblemen met de computer.
Als u extra software of hardware hebt geïnstalleerd op de computer, kan het ook nodig
zijn om de computer na de installatie opnieuw op te starten.
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op de knop met de pijl naast de knop met het slot.
3Klik op Opnieuw opstarten.
of
Druk kort op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer.
De computer voor de eerste keer inschakelen 51
Verbinding met het internet
De computer kan verbinding maken met het internet via de modem. Er zijn andere
manieren om verbinding te maken met het internet, waarbij geen gebruik wordt gemaakt
van de modem, zoals een LAN (Local Area Network) of DSL (Digital Subscriber Line).
Neem voor precieze informatie over uw verbinding contact op met uw internetaanbieder.
Raadpleeg “De computer installeren” in deze handleiding voor informatie over de
hardwareverbindingen: voor een modem raadpleegt u “Een modem aansluiten” en voor
een netwerk “Een LAN configureren.”
Om verbinding te maken met het internet, hebt u het volgende nodig:
!Een computer.
!Een inbelmodem of een kabel- of DSL-modem voor snelle breedbandverbindingen.
Neem contact op met uw internetaanbieder voor specifieke software of hardware die
u mogelijk nodig hebt.
!Abonnement bij een internetaanbieder.
!Een webbrowser.
U maakt als volgt verbinding met het internet:
1Meld u aan bij een internetaanbieder. Als u al een account hebt bij een aanbieder,
slaat u deze stap over en volgt u de instructies van de internetaanbieder.
2Als u bij de initiële configuratie van de computer geen internetservice hebt ingesteld,
stelt u die nu in door Easy Internet Services te gebruiken.
aKlik op de Windows Start knop op the taakbalk.
bKlik op Alle programma's.
cKlik op Easy Internet Services.
dVolg de instructies op het scherm om een internetaanbieder te selecteren en de
internetservice in te stellen.
3Breng de verbinding met het internet tot stand. U moet verbinding maken via uw
internetaanbieder.
!Dubbelklik op het pictogram van de internetaanbieder op het bureaublad en meld
u aan.
4Open uw webbrowser en surf over het web.
U kunt elke webbrowser gebruiken. Op de meeste computers is Internet Explorer
geïnstalleerd. U opent Internet Explorer als volgt:
aKlik op de Windows Start knop op the taakbalk.
bKlik op Alle programma's.
cKlik op Internet Explorer.
OPMERKING: Easy Internet Services toont een lijst van internetaanbieders, maar u
kunt een andere aanbieder kiezen of een bestaande account overbrengen naar deze
computer. Als u een bestaande account wilt overbrengen, volgt u de instructies die u
door de internetaanbieder zijn gegeven.
OPMERKING: Als u vragen hebt, neemt u rechtstreeks contact op met de
internetaanbieder.
52 Aan de slag
Aanmelden voor updates op de software
Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows Vista.
Aangeraden wordt om deze updates ten minste maandelijks te controleren, te
downloaden en te installeren. Eén manier om het besturingssysteem up-to-date te houden,
is het gebruik van de voorziening Automatische updates. Wanneer u verbonden bent met
het Internet, waarschuwt Windows Vista Update u automatisch via een pop-up bericht of
pictogram in het systeemvak dat er essentiële updates beschikbaar zijn. Wanneer u het
bericht van Windows Vista Update ziet, geeft u toestemming om de updates te
downloaden naar uw systeem. Als u het systeem wekelijks of maandelijks bijwerkt, is de
tijd die vereist is voor de download minimaal.
U kunt als volgt de voorziening Automatische updates configureren:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Configuratiescherm.
3Klik op Beveiliging.
4Klik op Windows Updates.
5Klik op Instellingen wijzigen.
6Selecteer de gewenste configuratie:
!Automatisch (aanbevolen) — Dit is de standaardinstelling, waarmee u een
dag en tijd kunt instellen om automatisch aanbevolen updates te downloaden en
te installeren.
!Updates downloaden, maar ik bepaal of de updates worden
geïnstalleerd.
!Controleren of er updates zijn, maar ik bepaal of de updates
worden gedownload en geïnstalleerd.
!Nooit controleren of er updates zijn — Deze optie maakt de computer
kwetsbaarder en wordt afgeraden.
7Klik op OK.
De computer voor de eerste keer inschakelen 55
Bestanden en instellingen van uw oude computer
overzetten naar uw nieuwe computer
U kunt bestanden van een oude computer kopiëren naar de nieuwe computer door media
als cd's, dvd's, geheugensticks of persoonlijke mediastations te gebruiken. U kunt ook
bepaalde instellingen, zoals favorieten in uw webbrowser en adresboeken, kopiëren door
software als Easy Transfer van Windows te gebruiken.
Als u meer informatie nodig hebt, gaat u als volgt te werk:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Help en ondersteuning.
3Typ bestanden overzetten in het zoekvak.
4Klik op het overzichtsartikel Bestanden en instellingen overzetten van een
andere computer. Dit artikel beschrijft een oplossing van Microsoft voor het
verplaatsen van bestanden naar uw nieuwe computer.
HP Total Care Advisor gebruiken
HP Total Care Advisor is een hulpmiddel dat u kunt gebruiken om de conditie van
belangrijke elementen van de computer te controleren. HP Total Care Advisor heeft vier
hoofdgebieden:
!PC Health & Security geeft een overzicht van de status van belangrijke elementen van
de computer.
!PC Action Center ontvangt berichten en waarschuwingen die u informeren over
wijzigingen in de status van de computer.
!PC Help geeft eenvoudig toegang tot informatie over hulp en ondersteuning voor de
computer.
!Products Showcase geeft een overzicht van producten en services die beschikbaar
zijn voor de computer en geeft vergelijkende informatie voor het kopen van dergelijke
items.
U opent HP Total Care Advisor als volgt:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op HP Total Care Advisor.
56 Aan de slag
Het toetsenbord gebruiken 57
Het toetsenbord gebruiken
Uw computer kan worden geleverd met een standaardtoetsenbord of een draadloos
toetsenbord. Het toetsenbord is het belangrijkste hulpmiddel voor het invoeren van tekst en
opdrachten voor de computer.
Een standaardtoetsenbord wordt aangesloten op de toetsenbordconnector aan de
achterkant van de computer.
Voor een draadloos toetsenbord (alleen bij bepaalde modellen) wordt een ontvanger/
zender gebruikt in plaats van een kabel om met de computer te communiceren. Een
lampje op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.
Voorzieningen van het toetsenbord identificeren
Het toetsenbord heeft standaardtoetsen, lampjes en speciale knoppen (alleen op bepaalde
modellen). Uw toetsenbord ziet er mogelijk anders uit dan op de afbeeldingen in deze
sectie.
Alfanumerieke toetsen
De alfanumerieke toetsen zijn de hoofdtoetsen die ook te vinden zijn op een typemachine.
58 Aan de slag
Functietoetsen
De functietoetsen, die zich boven de hoofdtoetsen bevinden, hebben als label F1 tot en
met F12. De werking van de functietoetsen is afhankelijk van de software. F1 en F3 zijn
altijd beschikbaar:
!Als u op F1 drukt, verschijnt er een Help-venster voor het programma dat u gebruikt.
!Als u op F3 drukt verschijnt er een zoekvenster.
Bewerkingstoetsen
De bewerkingstoetsen zijn Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. Gebruik
deze toetsen om tekst in te voeren en te verwijderen en om de cursor snel over uw scherm
te verplaatsen. De precieze werking van deze toetsen is afhankelijk van het gebruikte
programma.
Pijltoetsen
Met de pijltoetsen beweegt u de cursor omhoog, omlaag, naar rechts of naar links. U kunt
deze toetsen in plaats van de muis gebruiken om de cursor te bewegen op een website, in
een document of in een spel.
Het toetsenbord gebruiken 61
Video Hiermee opent u een programma voor
videoverwerking. Kan anders worden
geconfigureerd.
Internet Hiermee opent u de internetbrowser. Kan anders
worden geconfigureerd, zodat een willekeurige
site of een programma wordt geopend.
Zoeken Hiermee opent u een pagina waarmee u kunt
zoeken op het internet. Kan anders worden
geconfigureerd, zodat een willekeurige site of
een programma wordt geopend.
of
E-mail Hiermee opent u een e-mailprogramma. Kan
anders worden geconfigureerd, zodat een
willekeurige site of een programma wordt
geopend.
hp of
HP Club Hiermee gaat u naar de website van HP.
Compaq of
Compaq
Deze Presario
Hiermee gaat u naar de website van Compaq.
of
Winkelen
Hiermee gaat u naar populaire websites.
Kunnen anders worden geconfigureerd, zodat
een willekeurige site of een programma wordt
geopend.
of
Sport
of
Financiën
of
Verbinding
maken met het
internet
of
Zoeken
of
Chatten
Entertainment
Aanbiedingen
Rekenmachine Hiermee opent u een rekenmachine. Kan anders
worden geconfigureerd.
Pictogram Functie Omschrijving (vervolg)
62 Aan de slag
Knoppen voor het bedienen of afspelen van media
Pictogram Label Omschrijving
Uitwerpen 1
en
Uitwerpen 2
Hiermee opent of sluit u de lade van het bovenste en
onderste optische station.
Rec Hiermee start u de opname op een geselecteerd medium.
Stoppen Hiermee stopt u media.
Afspelen/
Pauze
Hiermee speelt u media af of onderbreekt u het afspelen.
Vorige Hiermee spoelt u media terug.
Volgende Hiermee spoelt u vooruit door media.
of
of
–+
Volume Met de volumeknop regelt u het volume van de
luidsprekers. Draai de knop naar rechts om het volume te
verhogen en naar links om het volume te verlagen.
OPMERKING: U kunt de volumeknop blijven draaien,
zelfs nadat het maximale geluidsniveau is bereikt.
Met de knoppen Volume omhoog en Volume omlaag regelt
u het luidsprekervolume. Druk op de knop Volume omhoog
om het volume te verhogen en op de knop Volume omlaag
om het volume te verlagen.
of
Dempen Hiermee schakelt u de luidsprekers in en uit.
Het toetsenbord gebruiken 63
De knoppen op het toetsenbord aanpassen
U kunt de functie van speciale knoppen op het toetsenbord aanpassen (alleen op
bepaalde modellen), zodat er andere programma's of bestanden of uw favoriete websites
mee worden geopend.
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Configuratiescherm.
3Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig.
4Klik op Toetsenbord.
5Klik op de tab Knoppen en dubbelklik op de knop die u wilt aanpassen.
6Om de knop te configureren, klikt u op de pijl naar beneden rechts naast de lijst
en kiest u de knopfunctie, zoals Complexe externe pagina met label of
Eenvoudig lokaal bestand met label.
7Voer een weergavelabel en de adresgegevens in. Voor een webpagina, voert u
een URL in.
8Klik op OK.
9Klik op Toepassen op het tabblad Knoppen.
10 Herhaal de stappen 5 t/m 9 voor elke knop die u anders wilt configureren.
11 Klik op OK om te stoppen.
Sneltoetsen
Sneltoetsen zijn combinaties van toetsen die u tegelijk indrukt om specifieke acties uit te
voeren. Zo kunt u op het bureaublad van Windows Vista op de toets Alt (Alternate), de
toets Ctrl (Control) en de toets S (de letter s) drukken om ondersteuningsinformatie voor de
computer weer te geven (inclusief modelnummer, serienummer en service-ID). Deze
toetsencombinatie wordt weergegeven als Alt+Ctrl+S. In Windows Vista drukt u op Ctrl+C
om een gemarkeerd of geselecteerd item te kopiëren, op Ctrl+V om een gekopieerd item
te plakken en op Ctrl+Z om de laatste actie ongedaan te maken. Deze sneltoetsen voeren
acties uit die u ook via de menu's kunt uitvoeren, maar ze besparen u tijd en muisklikken.
OPMERKING: Klik op de knop Standaardinstellingen op de tab Knoppen om
alle knoppen terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
64 Aan de slag
De muis gebruiken 65
De muis gebruiken
De computer wordt geleverd met een muis waarmee u de muiswijzer over het bureaublad
van Windows Vista verplaatst. De muis werkt met een rollend balletje of een optisch
signaal (licht en sensor) om beweging te detecteren en de cursor over het scherm te
verplaatsen. Gebruik de muis op een vlakke ondergrond.
Een draadloze muis (alleen op bepaalde modellen) is een optische muis die een
ontvanger/zender gebruikt, in plaats van een kabel om met uw computer te
communiceren. Een lampje op de ontvanger geeft ontvangstactiviteit aan.
OPMERKING: Een optische muis kan niet worden gebruikt op een glazen,
doorschijnende of reflecterende ondergrond.
OPMERKING: Als de draadloze muis gedurende 20 minuten niet wordt gebruikt,
schakelt deze over naar een slaap- of stand-bystand. Klik op een muisknop om de muis te
activeren. (U kunt de draadloze muis niet activeren door deze te bewegen.)
66 Aan de slag
De muisknoppen gebruiken
De muis heeft twee of drie knoppen:
!Klik met de linkermuisknop (A) om de cursor te plaatsen of
om een item te kiezen.
!Klik met de rechtermuisknop (C) om een menu met
opdrachten af te beelden voor het item waarop u hebt
geklikt.
!Op bepaalde modellen kunt u de wielknop (B) in het
midden gebruiken om te bladeren of voor de functie
Pannen.
De volgende termen worden gebruikt in verband met de muis:
!Klikken wil zeggen de linkermuisknop één keer indrukken
en weer loslaten.
!Dubbelklikken wil zeggen twee keer snel na elkaar klikken met de linkermuisknop.
!Klikken met de rechtermuisknop wil zeggen de rechtermuisknop één keer indrukken en
weer loslaten.
Om een item te selecteren, klikt u op het item.
Om naast of onder elkaar staande items in een lijst of groep te selecteren, klikt u op het
eerste item in de lijst, drukt u op de toets Shift en houdt u deze ingedrukt terwijl u op het
laatste item klikt.
Om niet direct naast of onder elkaar staande items te selecteren, klikt u op het eerste item,
drukt u op de toets Ctrl en houdt u deze ingedrukt terwijl u op extra items klikt.
U kunt de functie van de linker- en rechtermuisknop omwisselen voor linkshandig gebruik.
Zie “Functies van de muisknoppen omwisselen.”
Schuiven
Wanneer u met de linkermuisknop hebt geklikt om de cursor in een document te plaatsen,
kunt u de wielknop als volgt gebruiken:
!Om naar het begin van een document te schuiven, draait u de wielknop naar boven
(van u af).
!Om naar het einde van een document te schuiven, draait u de wielknop naar
beneden (naar u toe).
OPMERKING: Uw muis ziet er mogelijk anders uit dan het
hier afgebeelde model.
68 Aan de slag
De snelheid van de muiswijzer wijzigen
U kunt als volgt de snelheid van de cursor op het scherm ten opzichte van de beweging
van de muis aanpassen:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Configuratiescherm.
3Klik op Hardware en geluid, indien aanwezig.
4Klik op Muis.
5Klik op de tab Opties voor de aanwijzer.
6Gebruik in het vak Beweging de schuifregelaar om de snelheid van de aanwijzer aan
te passen.
7Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
De afstandsbediening voor Windows Media Center gebruiken 71
Overzicht van de knoppen op de afstandsbediening
1On/Off (Sleep) (Aan/uit, Slaap) Hiermee kunt
u de computer in een stand met verminderd
energieverbruik zetten en eruit halen. U kunt de
computer er niet mee uitschakelen.
2 Teletext — (Teletekst) Hiermee zet u de teletekst
aan of uit terwijl u naar de tv kijkt. De
teletekstpagina vervangt het tv-beeld of wordt
eroverheen weergegeven. Het tv-geluid blijft
beschikbaar.
3Groen Hiermee opent u een menu van teletekst.
4 Rood Hiermee opent u een menu van teletekst.
5Guide (Gids) Hiermee opent u de televisiegids.
6 Recorded TV — (Opgenomen tv) Hiermee opent u
het venster Tv-opnamen waarin opgenomen tv-
programma's worden vermeld.
7 Pijltoetsen — Hiermee verplaatst u de cursor om te
navigeren en acties te selecteren in alle vensters van
Windows Media Center.
8DVD Menu (Dvd-menu) Hiermee opent u het
venster Dvd afspelen of opent u het hoofdmenu van
een film op dvd, indien beschikbaar.
9Back (Vorige) Hiermee keert u terug naar het
vorige venster in Windows Media Center.
10 i (Meer informatie) Hiermee wordt de
beschikbare informatie over een geselecteerd
mediabestand weergegeven en worden andere
menu's afgebeeld.
11 Start Hiermee opent u het hoofdmenu van
Windows Media Center.
12 Volume Hiermee verhoogt (+) of verlaagt ()u
het volume.
13 Mute (Dempen) Hiermee schakelt u het geluid
van de computer uit. Het woord Dempen wordt
weergegeven als de functie Dempen
is ingeschakeld.
Kennismaking met de software op de computer 81
Over het internet
In deze sectie leest u hoe u verbinding maakt met het internet en hoe u een webbrowser en
elektronische post (e-mail) gebruikt.
U gebruikt het internet om te zoeken naar informatie of services op het web of om e-
mailberichten op te halen, te lezen of te verzenden.
Het internet is een groep computers die met elkaar kunnen communiceren via telefoonlijnen,
digitale services of kabelverbindingen. Elke internetcomputer is onafhankelijk en de
beheerders kiezen welke bestanden beschikbaar worden gesteld voor de gebruikers van het
internet. Om uw computer te verbinden met het internet en gebruik te maken van de
beschikbare informatie en services, moet u een abonnement bij een internetaanbieder hebben.
Internetaanbieders zijn bedrijven die u toegang geven tot het internet en meestal ook een e-
mailservice aanbieden. Doorgaans worden hiervoor maandelijkse kosten in rekening
gebracht. Als een computer verbinding maakt met het internet, wordt in feite gecommuniceerd
met de internetcomputer van de internetaanbieder. De Internetaanbieder controleert uw
account en geeft u vervolgens toegang tot het internet. Voor het zoeken naar informatie op
websites en het weergeven daarvan gebruikt u een webbrowser. Sommige Internetaanbieders
laten u zelf een browser kiezen, terwijl andere hun eigen browser leveren.
Uw verbinding met een internetaanbieder kan via een traditionele telefoonmodem tot
stand worden gebracht, een LAN (Local Area Network), een kabelmodem, DSL (Digital
Subscriber Line) of ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line). (DSL, ADSL en
kabelverbindingen zijn niet in alle landen/regio's beschikbaar.)
Het World Wide Web (WWW), ook wel het Web genoemd, is een openbaar onderdeel
van het internet dat wordt gebruikt door individuen, ondernemingen, overheden en
organisaties. Al deze individuen en groepen hebben bij elkaar miljoenen websites
gemaakt om hun activiteiten te ondersteunen. Een website bestaat uit één of meer
webpagina's. Een webpagina is een bestand of een groep bestanden die voor een
gebruiker toegankelijk is door de bestandslocatie van de webpagina, de zogeheten URL
(Uniform Resource Locator), te openen.
De URL identificeert de locatie van een website en heeft doorgaans de vorm http://
www.naam.extensie (bijvoorbeeld http://www.hp.com). De URL kan een pad bevatten
naar een specifiek bestand op een site. Elke punt, of dot, in de URL scheidt elementen binnen
het adres. Zo gebruiken veel ondernemingen de URL-extensie .com. Als u de URL invoert in het
adresvak van uw browser en op de toets Enter van het toetsenbord drukt, maakt de browser
contact met die locatie en verschijnt de webpagina op het scherm.
Stel u voor dat u de krant leest. Op pagina 1 staat iets als Voor meer informatie gaat u naar
pagina 3, kolom 2. U draait de pagina om voor meer informatie. Een hyperlink op een
webpagina werkt op dezelfde manier. U gaat naar de nieuwe pagina door op de hyperlink te
klikken. De manier waarop een hyperlink bestanden samenkoppelt, is wat het web zijn naam
geeft, omdat het web ideeën van over heel de wereld met elkaar verweeft en verbindt.
Een e-mailadres geeft het elektronische postvak aan waarnaar mensen elektronische post
voor u kunnen versturen. E-mailadressen hebben de vorm naam@domein.extensie. Het
domein is gewoonlijk de naam van de internetaanbieder of een organisatie. De extensie
identificeert meestal het soort organisatie. Als uw naam bijvoorbeeld Jan Janssen is en
XYZ is uw internetaanbieder, is uw e-mailadres mogelijk JanJanssen@xyz.com, waarbij de
extensie .com aangeeft dat XYZ een bedrijf is. Voor informatie over het gebruik van e-mail
raadpleegt u “E-mail verzenden en ontvangen.”
82 Aan de slag
Een browser gebruiken
Een webbrowser zoekt op websites naar informatie en geeft die informatie weer. Hoe u
zoekt op het internet, is afhankelijk van de vraag of uw internetaanbieder de browser
levert of dat u die zelf mag kiezen.
Wanneer u eenmaal verbinding hebt gemaakt met het internet, geeft de browser de door
u gekozen startpagina weer. U kunt naar een andere website gaan door het adres
(bijvoorbeeld http://www.hp.com) op te geven in het adresvak van de browser en op
Enter op het toetsenbord te drukken. U kunt ook de zoekfunctie van de browser gebruiken
om te zoeken naar plaatsen op het web waar een bepaald woord of een bepaalde frase
voorkomt.
Zoeken op het internet
De meeste webbrowser hebben een zoekfunctie. Afhankelijk van het type browser moet u
op een knop klikken of een menuoptie selecteren om de zoekfunctie weer te geven. Typ in
het zoekvak een vraag of een woord dat de informatie die u wilt vinden, beschrijft en druk
op Enter.
In de zoekfunctie van Windows is het directe gebruik van Internet Explorer Search
geïntegreerd.
U begint een zoekopdracht als volgt:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Typ een woord of vraag. Wat u typt, wordt automatisch weergegeven in het zoekvak.
Terwijl u typt, verschijnen in het linkerdeelvenster resultaten.
3Ga op een van de volgende manieren te werk:
!Klik op een resultaat om het te openen.
!Klik op de X om de resultaten van de zoekactie te wissen en terug te keren naar
de hoofdlijst met programma's.
!Klik op Zoeken op de de computer om de resultaten te tonen in een map
voor geavanceerde opties.
!Klik op Zoeken op het internet om met uw browser te zoeken op het internet.
OPMERKING: Als uw internetaanbieder de browser levert, is het mogelijk dat u Internet
Explorer niet kunt gebruiken om op het internet te zoeken.
84 Aan de slag
Norton Internet Security configureren en
registreren
Wanneer u de computer voor de eerste keer installeert, helpt Norton Internet Security u om
uw exemplaar van Norton Internet Security te configureren en te registreren.
Zorg ervoor dat u Norton Internet Security configureert voordat u begint te surfen op het
internet.
1Dubbelklik op het pictogram Norton Internet Security op het bureaublad.
of
Klik op de Windows Start knop op the taakbalk, klik op Alle
programma's, klik op Norton Internet Security en klik nog eens op Norton
Internet Security.
2Klik op Volgende en volg de instructies op het scherm.
Voor informatie over het gebruiken en updaten van Norton Internet Security kunt u op de
Windows Start knop op the taakbalk klikken, op Help en ondersteuning klikken
en dan virus typen in het zoekvak.
De planning van een virusscan met Norton
Internet Security wijzigen
U kunt als volgt de planning van virusscans met Norton Internet Security wijzigen:
1Dubbelklik op het pictogram Norton Internet Security op het bureaublad.
2Klik bovenaan het hoofdvenster op de tab Norton Internet Security.
3Klik op de balk Tasks (Taken).
4Klik op Run a Scan (Een scan uitvoeren).
5Klik op Run Custom Scan (Aangepaste scan uitvoeren).
6Klik in het dialoogvenster Scans op de optie Schedule (Plannen) naast de
aangepaste scan die u wilt plannen.
7Als in het dialoogvenster het selectievakje Show multiple schedules (Meerdere
planningen tonen) ingeschakeld is, klikt u op New (Nieuw) om de velden voor de
planning beschikbaar te maken. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, zijn de
velden al beschikbaar.
8Stel de frequentie in en het tijdstip waarop u de scan wilt uitvoeren.
9Wanneer u klaar bent, klikt u op OK.
OPMERKING: Als de computer in de slaapstand staat, voert Norton Internet Security een
geplande antivirusscan niet uit.
Kennismaking met de software op de computer 85
E-mail verzenden en ontvangen
Via e-mail kunt u brieven, foto's, briefkaarten en zelfs muziek- en videoclips verzenden en
ontvangen.
Uw computer wordt geleverd met een e-mailprogramma van Microsoft dat Windows Mail
heet (alleen op bepaalde modellen). U kunt ook e-mailprogramma's van andere
leveranciers gebruiken. Sommige internetaanbieders leveren hun eigen e-
mailprogramma's. U gebruikt een e-mailprogramma om berichten te verzenden, te
ontvangen en te organiseren. U kunt nieuwe berichten organiseren, lezen en maken, zelfs
als u offline bent (niet verbonden bent met het internet).
Windows Mail gebruiken
Om Windows Mail te kunnen configureren, hebt u informatie van de internetaanbieder
nodig: e-mailadres, gebruikersnaam, wachtwoord, de namen van de servers voor
inkomende en uitgaande e-mails en wellicht nog andere details.
De eerste keer dat u Windows Mail start, moet de computer verbinding hebben met het
internet en volgt u de aanwijzingen van de wizard om uw account te configureren.
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Windows Mail.
U voegt als volgt een account toe in Windows Mail:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik op Alle programma's.
3Klik op Windows Mail.
4Klik op Extra en vervolgens op Accounts.
5Klik op Toevoegen, E-mailaccount en Volgende.
6Volg de instructies op het scherm om de account toe te voegen.
Het e-mailprogramma van uw internetaanbieder
gebruiken
Volg de instructies van de internetaanbieder om de webbrowser en het e-mailprogramma
te installeren en om uw e-mailaccount in te stellen en te gebruiken. U kunt dan telkens als u
verbinding hebt met uw internetaanbieder e-mail verzenden en ontvangen.
OPMERKING: E-mails kunnen virussen bevatten in het bericht zelf of als een bijlage.
Bescherm uw computer door geen berichten te openen van bronnen die u niet kent of die
verdacht lijken. Verwijder zulke berichten.
86 Aan de slag
Tabel met een overzicht van de software
(Alleen op bepaalde modellen)
Uw computer wordt geleverd met een aantal programma's waarmee u het volgende kunt doen:
!Cd's opnemen en afspelen
!Gegevens-cd's opnemen
!Videobestanden importeren en bewerken
!Video-cd's en dvd's opnemen
!Digitale mediabestanden organiseren
De volgende tabel beschrijft de functionaliteit die specifiek is voor elk van deze programma's. Gebruik de tabel
om te bepalen welk programma u moet gebruiken voor een bepaalde taak.
NB: sommige van de vermelde programma's zijn mogelijk niet bij uw model geleverd en dit is geen volledige lijst
van alle meegeleverde software.
Om een van deze programma's te openen, klikt u op Windows Start knop op the taakbalk, kiest u Alle
programma's, selecteert u de programmamap (bijvoorbeeld DVD Play) en klikt u op de programmanaam om
de software te starten.
Met dit programma: Kunt u het volgende doen:
DVD Play (alleen op
bepaalde modellen)
!Films op dvd en video-cd's (vcd) afspelen. (Afspelen in High Definition wordt
ondersteund.)
!De functies voor zoomen en panning gebruiken.
!Bladwijzers instellen.
HP Photosmart Essential
(alleen op bepaalde
modellen)
!Foto's bekijken, organiseren en afdrukken.
!Foto's delen met uw vrienden en familie.
!Elektronische fotoalbums maken.
!Foto's bewerken: bijsnijden, formaat wijzigen, omdraaien, roteren, zwart-wit
maken, het contrast wijzigen en nog veel meer.
Om dit programma te openen, klikt u op de Windows Start knop op the taakbalk,
Alle programma's, HP en HP Photosmart Essential.
Real Rhapsody (alleen
op bepaalde modellen)
!Muziek-cd's, MP3-bestanden en andere audiobestanden afspelen.
!Muziekbestanden opnemen.
!Een kopie van een bestaande muziek- of gegevens-cd opnemen voor gebruik op
de computer.
!Digitale bestanden organiseren in een bibliotheek voor opnemen of afluisteren.
Bestanden beheren 89
Bestanden beheren
Een bestand is een informatie-eenheid die een naam gekregen heeft en is opgeslagen op
de harde schijf van uw computer of op een ander elektronisch opslagmedium, zoals een
cd, diskette of zelfs een digitale camera. Een bestand kan een toepassing zijn, een
afbeelding, muziek of geluiden, een document of gegevens. Bij bijna alles wat u op de
computer doet, gaat het om werken met bestanden.
De computer kan bestanden kopiëren naar andere opslagmedia in stations, zoals
diskettes, geheugenkaarten, cd's of dvd's, of bestanden naar uitvoerapparaten, zoals een
printer, sturen.
Bestanden organiseren met mappen
In Windows Vista kunt u mappen gebruiken om de bestanden op uw computer te
organiseren. Net zoals papiermappen in een opbergkast zijn mappen op uw computer
een manier om verwante bestanden te groeperen.
Een map kan elk soort bestand bevatten of kan zelfs andere mappen bevatten. Elk bestand
in een map moet een unieke naam hebben, maar twee verschillende mappen kunnen
bestanden met dezelfde naam bevatten.
Er zijn twee methoden om te werken met de bestanden en mappen op uw computer:
!In de weergave Computer ziet u snel alle bestanden en mappen binnen een bepaalde
map op de computer. De weergave heeft ook koppelingen naar veel voorkomende
taken voor het beheer van uw bestanden, zoals kopiëren, verplaatsen, verwijderen en
de naam wijzigen.
Om de weergave Computer te openen, klikt u op de Windows Start knop op the
taakbalk en klikt u vervolgens op Computer.
!Via de Windows Verkenner kunt u snel alle mappen en bestanden op uw computer
zien. De Verkenner maakt het ook eenvoudig om bestanden van de ene naar een
andere map te kopiëren of te verplaatsen.
Om de Windows Verkenner te openen, klikt u op met de rechtermuisknop op de
Windows Start knop op the taakbalk en klikt u vervolgens op Verkennen.
Om te navigeren in de weergaven Computer en Windows Verkenner, dubbelklikt u op de
mappen om deze te openen en hun inhoud weer te geven. Gebruik de knop met de pijl
Vorige om het pad door de geopende mappen terug te volgen.
98 Aan de slag
Tabel met schijffuncties en compatibiliteitsinformatie
Schijf Bestandstype Opnemen
Afspelen in
computer
Afspelen in
stereo-
installatie
thuis of in
auto
Afspelen in
dvd-speler
Cd-rom Gegevens Nee Ja Nee Nee
Muziek Nee Ja Ja Verschilt per model
Cd-r Gegevens Ja Ja Nee Nee
Muziek Ja Ja Verschilt per model Verschilt per model
Cd-rw Gegevens Ja Ja Nee Nee
Muziek Ja Ja Verschilt per model Verschilt per model
Dvd-rom Gegevens Nee Ja Nee Nee
Dvd-film Nee Ja Nee Ja
Dvd-ram Gegevens Ja Verschilt per model Nee Nee
Dvd-film Ja Verschilt per model Nee Verschilt per model
Dvd+r en dvd-r Gegevens Ja Ja Nee Nee
Dvd-film Ja Ja Nee Verschilt per model
Dubbellaagse
dvd+r/dvd-r
Gegevens Ja Verschilt per model Nee Verschilt per model
Dvd-film Ja Verschilt per model Nee Verschilt per model
Dvd+rw en
dvd-rw
Gegevens Ja Ja Nee Nee
Dvd-film Ja Ja Nee Verschilt per model
vcd Dvd-film Nee Ja Nee Verschilt per model
OPMERKING: Sommige computers hebben een dubbellaagse dvd-brander. Deze ondersteunt dvd's met één laag en dvd's met twee
lagen. Met twee lagen krijgt u een grotere capaciteit en kunt u tot 8 GB* aan gegevens opslaan op een dvd+r of een dvd-r.
Het gebruik van dubbellaagse schijven is een nieuwe technologie. Dubbellaagse schijven zijn lang niet altijd compatibel met dvd-
spelers en dvd-rom-stations.
*1 GB wordt gedefinieerd als 1 miljard bytes. 1 GB = 1 miljard bytes wanneer verwezen wordt naar de capaciteit van de harde
schijf. De werkelijk geformatteerde capaciteit is kleiner.
Raadpleeg voor de laatste informatie over schijfcompatibiliteit voor uw computer, de website voor ondersteuning van HP op:
http://www.hp.com/support
OPMERKING: Dubbellaagse dvd-technologie wordt alleen op bepaalde modellen ondersteund.
OPMERKING: De opnameprogramma's van Roxio Creator ondersteunen de dubbellaagse technologie.
Cd- en dvd-stations gebruiken 99
Overzicht van optische stations
Optisch
station kan: Cd-rom Cd-rw Dvd-rom Dvd-ram
Dvd+rw/+r
Dvd-rw/-r
Dubbella
agse dvd
Combo
cd-rw/
dvd
LightScribe
dvd+rw/+r
Cd's, cd-r's, en
cd-rw's lezen
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Dvd's lezen Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Gegevens op een
cd lezen
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Muziek afspelen Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Gegevens of
muziek opnemen
voor opslag of
back-up
Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Dvd-films bekijken Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Dvd-films opnemen Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja
Spellen spelen Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
LightScribe-labels
maken
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja
100 Aan de slag
De geheugenkaartlezer gebruiken 101
De geheugenkaartlezer gebruiken
In digitale camera's en andere apparaten voor digitale beeldverwerking worden
geheugenkaarten, of media, gebruikt om digitale afbeeldingsbestanden op te slaan. De
optionele geheugenkaartlezer (alleen op bepaalde modellen) kan lezen van en schrijven
naar verschillende soorten geheugenkaarten en de IBM Microdrive.
De kaartlezer bevindt zich aan de voorkant van de computer. De lezer heeft vier of twee
horizontale kaartsleuven waarin geheugenkaarten en Microdrives kunnen worden
geplaatst.
U kunt kaarten in een of meer van de sleuven plaatsen en elke kaart afzonderlijk
gebruiken. U kunt maar één kaart in elke sleuf invoeren.
Elke sleuf heeft een eigen stationsletter en een eigen pictogram. Als u een kaart plaatst, is
het mogelijk dat op het scherm het label van het station wijzigt in de titel van het medium.
Wanneer u een kaart plaatst, is het mogelijk dat het venster Hardware veilig verwijderen
verschijnt. Klik op Sluiten als het venster wordt geopend of als u het venster Hardware
veilig verwijderen per ongeluk opent.
VOORZICHTIG: Klik niet op Stoppen in het venster Hardware veilig
verwijderen terwijl het USB-apparaat voor massaopslag is geselecteerd. Als u
dit wel doet, wordt de geheugenkaartlezer niet meer door het
besturingssysteem herkend. De computer herkent de lezer pas weer nadat u
de computer opnieuw hebt opgestart.
102 Aan de slag
1Steek de kaart in de sleuf totdat deze niet verder kan.
Het lampje (A) op de kaartlezer gaat branden en de computer detecteert de kaart
automatisch.
2Er wordt een Autoplay-venster geopend. Selecteer een programma om de bestanden te
openen. De computer opent een programma waarmee u toegang krijgt tot de inhoud
van de kaart. U kunt bestanden van de kaart naar de computer kopiëren en vice versa.
of
Als het Autoplay-venster niet wordt geopend, klikt u op de Windows Start knop
op the taakbalk, klikt u op Computer en dubbelklikt u vervolgens op het pictogram
Geheugenkaart om de bestanden op de kaart weer te geven.
3Als u klaar bent, klikt u met de rechtermuisknop op het stationspictogram, klikt u op
Uitwerpen, controleert u of het activiteitslampje van de kaartlezer brandt maar niet
knippert en verwijdert u de kaart. Als het lampje niet knippert maar ononderbroken
brandt, wordt de kaart niet gelezen of beschreven.
Handleiding voor het plaatsen van media
Geheugenkaartlezer met 4 sleuven (alleen op bepaalde
modellen)
AActiviteitslampje
BSleuf linksboven
CSleuf linksonder
DSleuf rechtsboven
ESleuf rechtsonder
OPMERKING: U moet de kaart correct plaatsen. Let op de richting van de
inkeping aan de hoek van de kaart. Voor meer informatie raadpleegt u
“Handleiding voor het plaatsen van media.” CompactFlash- en Microdrive-
kaarten passen maar op één manier in de sleuf en kunnen dus niet verkeerd
worden geplaatst. Steek deze kaarten met de rand met de aansluiting (gaten)
in de sleuf.
VOORZICHTIG: Verwijder de kaart niet wanneer het lampje van de kaartlezer
knippert. Dit kan leiden tot gegevensverlies.
104 Aan de slag
Geheugenkaartlezer met twee sleuven (alleen op bepaalde
modellen)
AActiviteitslampje
FBovenste sleuf
GOnderste sleuf
Kaart Kaart plaatsen
Locatie lezer met 2
sleuven
Secure Digital-
geheugenkaart (SD)
Label naar boven
(gouden connector
beneden)
F (boven)
MultiMediaCard (MMC) Label naar boven
(gouden connector
beneden)
F (boven)
Memor y Stick-geheugenkaar t
(MS)
Label naar boven
(gouden connector
beneden) F (boven)
Memory Stick-geheugenkaart
(MS-Pro)
Label naar boven
(gouden connector
beneden) F (boven)
SmartMedia-
geheugenkaart (SM)
Label naar beneden
(gouden connector boven) F (boven)
xD-media Label naar boven
(gouden connector
beneden)
F (boven)
IBM Microdrive-kaart Aansluitrand (gaten) G (onder)
CompactFlash type I-media Aansluitrand (gaten) G (onder)
CompactFlash Type II-media Aansluitrand (gaten) G (onder)
OPMERKING: Gebruik SM- en xD-media niet tegelijkertijd in de geheugenkaartlezer.
Alleen de kaart die als eerste is geplaatst, wordt herkend door de geheugenkaartlezer.
De geheugenkaartlezer gebruiken 105
Meer over het activiteitslampje
Het activiteitslampje van de geheugenkaartlezer brandt niet als er geen kaarten in de
sleuven gestoken zijn.
Het lampje gaat branden als er een kaart in de sleuf geplaatst wordt.
Het lampje knippert als gegevens worden overgedragen tussen de kaart en de computer.
Een geheugenkaart formatteren
Als u de geheugenkaart nog niet eerder gebruikt hebt of de kaart defect is geraakt, moet u
deze mogelijk formatteren voordat u de kaart kunt gebruiken.
1Formatteer uw geheugenkaart in de digitale camera. Volg de instructies die bij uw
digitale camera zijn geleverd.
of
Plaats de kaart in de correcte kaartsleuf van de lezer tot deze niet verder kan en op
zijn plaats vastklikt. Het activiteitslampje op de kaartlezer gaat branden en de
computer detecteert de kaart automatisch.
2Klik op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Computer.
3Klik in het gebied Stations met verwisselbaar medium met de rechtermuisknop op het
pictogram van de geheugenkaart.
4Selecteer Formatteren en typ vervolgens een labelnaam in het labelveld.
5Voor de beste compatibiliteit selecteert u FAT als instelling voor het bestandssysteem.
6Klik op start.
7Klik op OK in het venster Formatteren voltooid en klik vervolgens op Sluiten.
OPMERKING: Sommige geheugenkaarten hebben een vergrendelpositie. Als u foto's
wilt weergeven of bewerken, mag de kaart niet vergrendeld zijn.
De HP Personal Media Drive en HP Pocket Media Drive gebruiken 107
De HP Personal Media Drive en HP Pocket
Media Drive gebruiken
De HP Personal Media Drive en de HP Pocket Media Drive (HP Media Drives) kunnen
worden gebruikt als interne of externe USB-schijven. De schijven zijn bedoeld om uw
opslagcapaciteit snel en eenvoudig te vergroten en om mediabestanden, zoals digitale
foto's, muziek, video's en andere belangrijke bestanden, over te dragen. U kunt de HP
Media Drives ook gebruiken om back-ups te maken van andere stations in de computer.
Specifieke toepassingen van de HP Personal Media Drives zijn:
!Werken met computers die een USB-poort hebben.
!Grote mediabestanden en persoonlijke bestanden overdragen van uw digitale
camera's, digitale videocamcorders en MP3-spelers en opslaan.
!Bestanden snel overdragen tussen computers.
!Mediabestanden afspelen.
!Back-ups maken van uw bestanden. Back-ups maken van systeembestanden voor
extra beveiliging.
Voor meer informatie over het gebruik van uw HP Personal Media Drives met Windows
Media Center, raadpleegt u de documentatie op de website voor ondersteuning van HP
op: http://www.hp.com/support
OPMERKING: De HP Personal Media Drive en de HP Pocket Media Drive worden alleen
bij bepaalde modellen geleverd. Beide schijven zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
108 Aan de slag
Het station aansluiten
De HP Media Drive is ontworpen voor gebruik als een extern station dat met een USB-
kabel wordt aangesloten op computers, maar het station kan ook in speciaal ontworpen
HP computers worden geplaatst. Deze computers hebben een speciale horizontale of
verticale schijfpositie waarop het station kan worden aangesloten met behulp van een
interne USB-connector. Het station kan gemakkelijk worden geplaatst en verwijderd uit de
schijfpositie zonder de computer uit te schakelen. Naar deze mogelijkheid wordt soms
verwezen met de term warm swappable.
Het station wordt ingeschakeld wanneer het op een actieve USB-poort wordt aangesloten.
Als de computer ingeschakeld wordt terwijl het station is aangesloten, wordt het station
automatisch ingeschakeld. Als de USB-kabel van het station niet aangesloten is of als de
USB-stroom van de computer uitgeschakeld wordt, wordt het station automatisch
uitgeschakeld. Als de computer in de slaapstand (een stand voor energiebesparing) staat,
blijft het station ingeschakeld.
Het station in een schijfpositie plaatsen
1Schakel de computer in.
2Als u het station in de horizontale positie plaatst, plaatst u het station met het HP logo
naar boven gericht en zo dat de HP-productnaam normaal leesbaar is. Als u het
station in de verticale positie plaatst, moet de platte kant van het station onder zitten
en de afgeronde kant boven. Forceer het station niet in de schijfpositie, het zou er
gemakkelijk in moeten schuiven.
3Schuif het station volledig in de schijfpositie totdat het stevig is aangesloten op de
interne connectoren. Wanneer de computer aan staat en het station juist is geplaatst,
brandt het stroomlampje (B, D) op de voorkant van het station.
WAARSCHUWING: Verplaats de computer niet terwijl de HP Media Drive
in de schijfpositie is geplaatst of is aangesloten op een USB-poort van de
computer. Dit kan leiden tot beschadiging van het station en
gegevensverlies.
De HP Personal Media Drive en HP Pocket Media Drive gebruiken 111
U kunt een permanente stationsletter toewijzen om te vermijden dat de letter wijzigt telkens
wanneer u dit station en andere apparaten aansluit en loskoppelt. Het is ook
gemakkelijker voor programma's om bestanden te vinden op de HP Media Drive als een
stationsletter is toegewezen. Sommige programma's kunnen bestanden mogelijk niet
vinden als het station een nieuwe stationsletter krijgt.
Het is altijd het best om uw station veilig te verwijderen om fouten te voorkomen. Zie “Het
station loskoppelen.”
U wijst als volgt een stationsletter toe:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.
2Klik met de rechtermuisknop op Computer.
3Selecteer Beheren.
4Klik op Schijfbeheer.
5Klik met de rechtermuisknop op HP Media Drive.
6Selecteer Stationsletter en paden wijzigen.
7Klik op Wijzigen.
8Selecteer een letter in de vervolgkeuzelijst en pas de wijzigingen toe door op OK te
klikken.
Het station gebruiken
Bij langdurig gebruik kan de aluminium behuizing van de HP Personal Media Drive heet
worden. Dit maakt deel uit van het geavanceerde design van de HP Media Drive en is
normaal.
De geïntegreerde, bijna geluidloze ventilator wordt automatisch ingeschakeld bij vooraf
ingestelde temperaturen. Als u de HP Media Drive als externe schijf gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat deze op een goed geventileerde plaats staat.
Bestanden handmatig overbrengen naar een
andere computer
U kunt de profielinformatie van uw computer overbrengen. Daarbij gaat het om hoe uw
computer er uitziet, maar ook om persoonlijke bestanden, zoals foto's, muziek of video's
die u hebt gemaakt.
Ga als volgt te werk om uw bestanden handmatig over te brengen:
1Sluit het station aan op de computer.
2Selecteer uw bestanden en sleep deze naar de HP Media Drive in het venster
Computer.
3Koppel het station los en sluit het aan op een andere computer.
4Selecteer de bestanden en sleep deze naar de harde schijf van de nieuwe computer.
OPMERKING: Om te voorkomen dat voor verschillende harde schijven dezelfde
stationsletter wordt gebruikt wanneer ze worden aangesloten of losgekoppeld, wijst u
de letter Z toe.
118 Aan de slag
Windows Media Center configureren
De eerste keer dat u Windows Media Center start op uw computer, wordt een
configuratiewizard voor Windows Media Center geopend. Om alle functies van Windows
Media Center te kunnen gebruiken, moet u elke stap in de wizard uitvoeren. Het kan
enkele minuten duren voordat de configuratiewizard van Windows Media Center voltooid
is. Als er stappen zijn die u nog moet uitvoeren, kunt u naar het menu Instellingen gaan om
dit te doen. Zie “Resterende stappen van de configuratiewizard uitvoeren.”
Windows Media Center openen met een muis
U kunt de afstandsbediening of de muis gebruiken om Windows Media Center te openen
en erin te navigeren.
Als u de muis wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op Windows
Media Center.
2Beweeg uw muis over de items in het menu Start van Media Center en klik op een
item om het te openen. Selecteer een optie door erop te klikken. Om door de lijst met
items van het menu Start te schuiven, beweegt u de muisaanwijzer over de lijst tot een
item geselecteerd is, en beweegt u de aanwijzer verder naar beneden in de lijst om
de items te zien die niet worden weergegeven.
3Beweeg de muis om de menubalk van Media Center weer te geven en klik op de pijl
Vorige bovenaan het venster om naar een vorig venster te gaan.
4Klik op het pictogram start aan de bovenkant van het venster Windows Media
Center om terug te keren naar het menu Start van Windows Media Center.
Menubalken van Windows Media Center
Als u de muis beweegt, verschijnen de menubalken van Windows Media Center. Via deze
menubalken krijgt u toegang tot het volgende:
!Besturingselementen voor media (afspelen, vooruitspoelen, terugspoelen, stop en andere)
!Pijl Vorige
!Besturingselementen voor vensters (minimaliseren, maximaliseren en sluiten)
!Het pictogram Windows Media Center waarmee u terug kunt gaan naar het
hoofdmenu van Windows Media Center.
Als u de afstandsbediening gebruikt, of als u stopt de muis te gebruiken, worden (na
5 seconden) de menubalken van Windows Media Center verborgen.
OPMERKING: Voor meer informatie over het configureren van de computer, raadpleegt
u de installatieposter of de handleiding Start hier.
OPMERKING: U kunt de knoppen Minimaliseren en Formaat aanpassen gebruiken om
naar het bureaublad over te schakelen of om Windows Media Center gelijktijdig met een
ander programma te draaien.
Windows Media Center gebruiken 119
Navigeren in Windows Media Center
U kunt de functies van Windows Media Center gebruiken en door de vensters van Windows
Media Center navigeren met behulp van de afstandsbediening, het toetsenbord of een muis.
In de vensters van Windows Media Center wordt een geselecteerd item, zoals een map,
bestand of menu-item, gemarkeerd of verplaatst naar een ingezoomde positie.
Om items te selecteren in Windows Media Center, gebruikt u de pijltoetsen op het
toetsenbord (met Num Lock uitgeschakeld) of de pijlknoppen op de afstandsbediening en
drukt u vervolgens op de toets Enter op het toetsenbord of de knop OK op de
afstandsbediening om uw selectie in te voeren.
Als er media worden afgespeeld, zoals muziek of een diavoorstelling, worden deze
weergegeven in een inzetvenster in de hoek linksonder. Als u wilt schakelen van het
bekijken van de media in het inzetvenster naar het bekijken van de media op het volledige
scherm, gebruikt u de pijlknoppen op de afstandsbediening of de pijltoetsen op het
toetsenbord om het venster te selecteren en drukt u dan op OK op de afstandsbediening of
op Enter op het toetsenbord.
Modus Volledig scherm
Inzetvenster
120 Aan de slag
Systeemmenu van Windows Media Center
Om het systeemmenu van Windows Media Center te openen, beweegt u de muis om de
menubalken weer te geven.
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op Windows
Media Center.
2Klik in het menu Taken op Afsluiten. Gebruik de pijlknoppen op de
afstandsbediening of de pijltoetsen op het toetsenbord om naar links of naar
rechts te gaan in het scherm en andere opties te selecteren.
Pictogram Actie
Windows Media Center sluiten.
Afmelden en de sessie in Windows Media Center beëindigen of
overschakelen naar een andere gebruiker.
De computer uitschakelen.
De computer opnieuw opstarten.
De computer in een energiebesparende stand of slaapstand zetten.
De computer in de modus Alleen media zetten, zodat u wel toegang hebt
tot Windows Media Center, maar niet tot de rest van de computer.
Windows Media Center gebruiken 121
Energie-instellingen van Windows Media Center
gebruiken
Wanneer uw computer in de slaapstand staat, lijkt deze uitgeschakeld te zijn, maar in
werkelijkheid kan de computer nog steeds taken uitvoeren, zoals het opnemen van tv-
programma's of muziekbestanden. In de slaapstand worden het beeldscherm en het
geluid uitgeschakeld.
U kunt de slaapstand activeren door op de knop Slaap op de computer, het
toetsenbord of de afstandsbediening te drukken.
U kunt praktisch onmiddellijk terugkeren naar het bureaublad door nog een keer
op een knop Slaap te drukken, door op een toets op het toetsenbord te drukken, door de
muis te bewegen of door op een knop op de afstandsbediening te drukken. Zie de
volgende procedure.
U kunt als volgt de energie-instellingen van de computer wijzigen:
1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
2Klik op Systeem en onderhoud.
3Klik op Energiebeheer.
4Selecteer de optie Uitgebalanceerd, Energiebesparing of Hoge prestaties.
5Klik op Schema-instellingen wijzigen.
6Geef nu op na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld door op de pijl van
de vervolgkeuzelijst te klikken en een aantal minuten te selecteren.
7Geef vervolgens op na hoeveel tijd de computer in de slaapstand moet worden gezet
door op de pijl van de vervolgkeuzelijst te klikken en een aantal minuten te selecteren.
8Klik op Wijzigingen opslaan.
Resterende stappen van de configuratiewizard
uitvoeren
Als u de eerste keer niet alle stappen van de configuratiewizard van Windows Media
Center voltooid hebt, kunt u uw selecties voltooien of wijzigen met behulp van de volgende
procedure. U moet alle vereiste configuratiestappen voltooien om toegang te krijgen tot
alle functies van Windows Media Center.
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Selecteer in het menu Taken de optie Instellingen. Gebruik de pijltoetsen op het
toetsenbord of de pijlknoppen op de afstandsbediening om naar links en naar rechts
te schuiven en alle menu-items te zien.
OPMERKING: Het beeld en geluid van tv-opnamen ondervinden geen gevolgen van de
slaapstand van de computer.
122 Aan de slag
3Klik op Algemeen, Windows Media Center Setup en dan op Setup
opnieuw uitvoeren. Volg de instructies op het scherm om de wizard te voltooien.
Hieronder vindt u informatie over een aantal items die in de configuratiewizard zijn te
vinden:
!Uw internetverbinding controleren. Als u verbinding hebt met het internet, kunt
u koppelingen naar media gebruiken, informatie over uw muziek-cd's en dvd's
weergeven en de tv-programmagids downloaden (als uw computer een tv-tuner heeft).
!Optimaliseren hoe Windows Media Center er uitziet op uw scherm. U
kunt het volgende doen:
!Scherminstellingen, zoals helderheid, contrast, kleur en centrering, wijzigen.
!De scherminstellingen van uw monitor, tv of andere schermen testen en
aanpassen.
!De video over Windows Media Center gebruiken om op het scherm de
centrering, het formaat, de hoogte/breedte-verhouding (vorm), de helderheid, het
contrast, de kleur en de scherpte van het beeld te wijzigen met de
afstandsbediening of de schermregelaars.
!Uw luidsprekers configureren. Geef op hoeveel luidsprekers u hebt en test ze.
Voor sommige modellen worden de luidsprekers afzonderlijk verkocht.
!Uw muziek-, afbeeldings- en videobibliotheek instellen. U kunt Windows
Media Center zo configureren dat in uw mappen met muziek, afbeeldingen en
video's wordt gescand naar nieuwe mediabestanden. Windows Media Center kan
deze bestanden vervolgens automatisch toevoegen aan uw mediabibliotheken. U kunt
Windows Media Center ook de opdracht geven om te scannen in andere mappen of
om het scannen van een map te stoppen.
OPMERKING: U kunt de instellingen van Windows Media Center wijzingen in het menu
Instellingen.
OPMERKING: U moet een abonnement nemen bij een internetaanbieder om een
internetverbinding te hebben.
124 Aan de slag
Items in het menu Start van Windows Media
Center
!Dvd afspelen — Zie "Dvd's gebruiken in Windows Media Center."
!Online media — Toegang tot sites met foto's, video's, tv-programma's en andere
media.
!Afbeeldingen + video's — Digitale afbeeldingen weergeven, een diavoorstelling
afspelen of foto's afdrukken. Uw zelf gemaakte video's bekijken. Zie "Video-cd's
(vcd's) afspelen met Windows Media Player."
!Muziek — Muziekbestanden of muziek-cd's afspelen, afspeellijsten maken en
bewerken en muziekbestanden opnemen op een cd. Zie “Muziek gebruiken met
Windows Media Center” en “Muziekbestanden in Muziek kopiëren naar een cd.”
Internet-radio afspelen.
!Taken Programma-instellingen wijzigen. Zie “Instellingen van Windows Media
Center wijzigen” hieronder. Een uitbreidingsapparaat voor Windows Media Center
toevoegen. Inhoud van uw computer synchroniseren met inhoud op een ander
apparaat. Cd's en dvd's branden. Zie “Muziekbestanden in Muziek kopiëren naar
een cd.” Hulpprogramma's en programma's zoeken.
!Afsluiten — Toegang tot de menu's Afsluiten, Opnieuw opstarten, Slaap, Sluiten,
Afmelden en Alleen media. In de modus Alleen media hebt u toegang tot Windows
Media Center, maar niet tot de rest van de computer. Zie “Systeemmenu van
Windows Media Center.”
Online media
Online media is een koppeling naar verschillende mediaproviders die verschillende media en
services aanbieden. Het venster Online media wordt regelmatig bijgewerkt door Microsoft.
Sommige van de vermelde services zijn mogelijk niet beschikbaar in sommige landen/regio's.
Uw computer moet verbinding met het internet hebben om toegang te krijgen tot de
websites van Online media.
Instellingen van Windows Media Center wijzigen
In het venster Instellingen van Windows Media Center kunt u de instellingen wijzigen voor
het weergeven van afbeeldingen en diavoorstellingen, en voor het regelen van het geluid
en de weergave van alle vensters van Windows Media Center.
U kunt de instellingen van Windows Media Center als volgt wijzigen:
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Selecteer in het menu Taken de optie Instellingen.
3Selecteer een categorie.
OPMERKING: Sommige van de functies en programma's die hier worden vermeld, zijn
alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Windows Media Center gebruiken 125
4Selecteer een van de vermelde instellingen. Gebruik vervolgens de pijltoetsen op het
toetsenbord of de pijlknoppen op de afstandsbediening om een optie te selecteren of
volg de instructies op het scherm.
5Selecteer Opslaan om uw wijzigingen op te slaan.
Categorieën van instellingen voor Windows
Media Center
!Algemeen
!Opstarten en werking van vensters.
!Visuele effecten en geluidseffecten voor overgangsanimaties, geluiden en
achtergrondkleuren bij het navigeren in Windows Media Center.
!Opties voor de programmabibliotheek om het voor programma's in de
programmabibliotheek mogelijk te maken de media-ervaring te besturen en
toegang te krijgen tot media-informatie in Windows Media Center. U kunt ook de
beveiligingswaarschuwingen over het internet verbergen.
!Windows Media Center Setup voor het configureren van de
internetverbinding en luidsprekers, het nogmaals uitvoeren van Windows Media
Center Setup en het configureren van uw tv of monitor.
!Opties voor automatisch downloaden om media-informatie over cd's,
dvd's en films op te halen op het internet.
!Optimalisatie om te zorgen dat uw computer probleemloos blijft werken door
verschillende taken op een regelmatige basis uit te voeren. De instelling
Optimalisatie sluit en opent Windows Media Center elke dag op een door u
bepaald tijdstip.
!Afbeeldingen om de instellingen voor diavoorstellingen op te geven.
!Muziek om visualisaties of nummerinformatie te selecteren voor weergave bij het
afspelen van een nummer.
!Dvd om een taal te selecteren voor ondertitels, geluidssporen en menu's van uw
dvd's, de toetsen Skip (Overslaan) en Replay (Herhalen) op de afstandsbediening te
programmeren voor uw dvd's en closed captioning te selecteren. U kunt ook toegang
krijgen tot de audio-instellingen voor uw luidsprekers.
!Bibliotheken instellen om Windows Media Center bepaalde mappen te laten
controleren op mediabestanden.
Om informatie over uw computer weer te geven, gaat u naar de website voor
ondersteuning die wordt vermeld in de Handleiding voor garantie en ondersteuning en
zoekt u naar de modelnaam en het modelnummer. Het productmodel vindt u onderaan de
voorkant van de computer.
Om de online documentatie voor uw product te vinden, zoekt u naar uw modelnummer en
klikt u vervolgens op Handleidingen.
OPMERKING: Informatie en online handleidingen horen bij specifieke modelnummers.
Voor sommige modellen zijn geen handleidingen beschikbaar op de website.
126 Aan de slag
Cd's, dvd's of vcd's afspelen 127
Cd's, dvd's of vcd's afspelen
In deze sectie wordt beschreven hoe u cd's, vcd's of dvd's afspeelt met behulp van
Windows Media Center, Windows Media Player of andere audio- en videoprogramma's.
U vindt in deze sectie ook informatie over de optie Muziek, radiostations, het wijzigen van
instellingen voor dvd's en het wijzigen van instellingen voor dvd-geluid.
Muziek gebruiken
Het gebied Muziek in Windows Media Center is uitstekend geschikt om uw muziekbestanden
af te spelen en te organiseren, en om back-ups te maken van muziekbestanden. Dit gebied is
ontworpen om te werken met het programma Windows Media Player.
Met Muziek kunt u uw favoriete muziekbestanden en cd's vinden en afspelen, nadat u die
hebt toegevoegd aan de muziekbibliotheek en de muziekbibliotheek van Windows Media
Player. Daarnaast kunt u luisteren naar verschillende internet-radiostations.
Het menu van de muziekbibliotheek in Windows Media Center
In Muziek zijn verschillende menu's beschikbaar:
!andere muziek
!muziekbibliotheek
!alle muziek afspelen
!radio
!zoeken
Al deze menu-opties worden in deze sectie uitgebreid beschreven.
130 Aan de slag
6Gebruik de pijltoetsen op het toetsenbord of de pijlknoppen op de afstandsbediening om
een locatie te selecteren. Als u de map ziet die uw muziekmap bevat, selecteert u deze
door ervoor te zorgen dat er een pijl verschijnt naast de map. Herhaal deze stap om meer
mappen toe te voegen en selecteer Volgende en vervolgens Voltooien.
7Selecteer OK.
Muziekbestanden toevoegen vanaf een cd
U kunt als volgt cd-nummers toevoegen aan uw muziekbibliotheek in Windows Media Center:
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Selecteer Muziek.
3Selecteer muziekbibliotheek.
4Plaats een cd in het cd-station.
5Selecteer Albums.
6Selecteer het album dat u wilt toevoegen aan uw muziekbibliotheek.
7Selecteer Cd kopiëren. De eerste keer dat u een muziek-cd kopieert, moet u een
optie voor kopieerbescherming selecteren en de aanwijzingen op het scherm volgen.
Wanneer u in de volgende paar vensters al uw selecties voor kopieeropties hebt
gemaakt, klikt u op Volgende.
8Selecteer Ja om te beginnen met het kopiëren van nummers naar uw
muziekbibliotheek. Dit proces kan een aantal minuten duren, afhankelijk van de
lengte van de muzieknummers.
9Klik op OK.
Muziekbestanden verwijderen uit de
muziekbibliotheek
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Selecteer Muziek.
3Selecteer muziekbibliotheek.
4Selecteer albums.
5Selecteer het album dat u wilt verwijderen en selecteer Verwijderen.
6Selecteer Ja wanneer een venster voor het bevestigen van de verwijdering verschijnt.
OPMERKING: U kunt Album afspelen, In wachtrij plaatsen, Cd/dvd branden, Gegevens
bewerken en Verwijderen selecteren in het venster albumgegevens door op een album te
klikken (ongeacht de kopieeropties die u hebt geselecteerd).
OPMERKING: Als u afzonderlijke nummers wilt verwijderen, klikt u op nummers,
selecteert u het nummer en klikt u met de rechtermuisknop terwijl de cursor op het nummer
staat en selecteert u Verwijderen.
Cd's, dvd's of vcd's afspelen 131
Ondersteunde typen muziekbestanden gebruiken
U kunt de volgende typen digitale geluidsbestanden afspelen in Muziek. Raadpleeg de
Help bij Windows Media Player voor meer informatie over ondersteunde bestandstypen.
Bestandsextensie Bestandstype
.cda Cd-audiobestand
.au, .snd Audiobestand
.aif, .aifc, .aiff AIFF-audiobestand
.wav Windows-audiobestand
.mp3, .m3u MP3-bestand
.wax, .wma Windows Media Audio-bestand
.asf, .asx, .wm, .wma, .wmv, .wmp,
.wmx, .wpl, .wm, .wmd, .wmz
Windows Media-bestand
OPMERKING: Voor meer informatie over indelingen van muziekbestanden, raadpleegt u
de Help bij Windows Media Center en Windows Media Player.
Alleen ondersteunde typen audiobestanden worden weergegeven in het venster Muziek.
Niet-ondersteunde bestandstypen kunnen niet worden afgespeeld.
132 Aan de slag
Muziekbestanden afspelen in Muziek
Wanneer u Windows Media Center voor het eerst opent, selecteert u Muziek en klikt u
op muziekbibliotheek. In de muziekbibliotheek van Windows Media Center en
Windows Media Player zult u al een paar albums en nummers aantreffen.
Als u muziek wilt horen, klikt u op een of meer nummers en klikt u dan op afspelen. U kunt ook
op alle muziek afspelen klikken om alle nummers te horen die zijn opgeslagen in Muziek.
Wanneer u muziekbestanden kopieert met Windows Media Center of Windows Media
Player, wordt ook de cd-informatie gekopieerd en wordt die weergegeven in Windows
Media Center en in de muziekbibliotheek van Windows Media Player.
Als u een muziek-cd plaatst terwijl Windows Media Center niet geopend is, verschijnt een
bericht met de vraag wat u wilt doen. U kunt opties voor audio-cd's selecteren met
Windows Media Center of Windows Media Player. Als u een ander programma hebt
ingesteld als de standaardspeler voor cd's, opent Windows het programma en wordt de
cd gestart. U kunt de standaardinstellingen voor het automatisch afspelen van schijven
opgeven in het Configuratiescherm.
OPMERKING: Het is mogelijk dat u geen audiobestanden aantreft wanneer u voor de
eerste keer op afspeellijsten klikt, tenzij u al audiobestanden hebt toegevoegd aan de
muziekbibliotheek van Windows Media Center en Windows Media Player.
OPMERKING: U kunt al uw muziekbestanden in de map Muziek plaatsen of in andere
mappen op uw harde schijf, maar u moet die bestanden toevoegen aan de
muziekbibliotheek van Windows Media Center of Windows Media Player. Doet u dat
niet, dan kunnen de muziekbestanden niet worden gevonden en afgespeeld.
Cd's, dvd's of vcd's afspelen 133
Instellingen voor visualisaties wijzigen
U kunt de instellingen voor visualisaties (bijvoorbeeld alchemie, balken en golven en
batterij) wijzigen. U kunt ook de visualisatieopties zo instellen dat visualisaties worden
gestart bij het begin van een nummer, altijd wanneer muziek wordt afgespeeld of nooit.
Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of klik
met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
1Klik in het menu Taken op Instellingen, en klik dan op Muziek.
2Klik op Visualisaties of Visualisatieopties.
3Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Opslaan.
Een album afspelen in Muziek
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Klik op Muziek.
3Klik op muziekbibliotheek.
4Plaats een muziek-cd in het cd-station.
5Selecteer Albums.
6Selecteer het album dat u wilt afspelen.
7Klik op Album afspelen.
140 Aan de slag
3Klik met de rechtermuisknop om de pictogrammen weer te geven waarmee u terug
kunt gaan naar het vorige menu.
Radio gebruiken
Via radio kunt u luisteren naar verschillende vooraf ingestelde radiostations op het
internet en radiozenders instellen als voorkeuzezenders.
1Klik vanuit Windows Media Center op Muziek en klik dan op radio.
2Klik op vooraf ingestelde radiozenders om uw favoriete radiostations in te
stellen en te organiseren.
3Wanneer u op bronnen klikt, krijgt u toegang tot het menu Muziek en radio.
4Klik met de rechtermuisknop om een lijst weer te geven en naar het menu met
instellingen te gaan.
5Klik met de rechtermuisknop om de pictogrammen weer te geven waarmee u terug
kunt gaan naar het vorige menu.
Cd's, dvd's of vcd's afspelen 141
Muziek-cd's afspelen
Om muziek-cd's af te spelen, moet u een cd- of dvd-station hebben.
1Plaats de muziek-cd in het cd- of dvd-station.
Het standaardprogramma wordt geopend. Als het venster van de wizard Audio-cd
wordt geopend, selecteert u het programma dat u wilt gebruiken in de lijst. U moet
misschien naar beneden schuiven om alle beschikbare programma's te zien.
2De muziek-cd begint automatisch te spelen.
Cd's afspelen met Windows Media Player
Uw computer moet een dvd-station hebben om dvd-films af te kunnen spelen.
1Plaats de muziek-cd of de dvd-film in het station.
!Het venster Windows Media Player wordt weergegeven. Als een wizardvenster
wordt geopend, selecteert u Windows Media Player in de lijst. U moet
misschien naar beneden schuiven om Windows Media Player te zien.
of
!Als het venster Windows Media Player niet automatisch wordt geopend, klikt u op
de Windows Start knop op the taakbalk, kiest u Alle programma's en klikt
u dan op Windows Media Player.
2Om de cd of dvd af te spelen, klikt u op de tab Afspelen op de taakbalk van de
speler. U kunt het afspelen ook besturen met de afspeeltoetsen op het toetsenbord
(alleen op bepaalde modellen).
Voor meer informatie over het gebruik van Windows Media Player klikt u op een tab
op de taakbalk van de speler en klikt u dan op Help.
Dvd's afspelen
Om een dvd af te kunnen spelen, moet u een dvd-station hebben.
1Plaats de dvd in het dvd-station.
Het standaardprogramma voor dvd's wordt geopend. Als het venster van de Dvd-
wizard wordt geopend, selecteert u het programma dat u wilt gebruiken in de lijst. U
moet misschien naar beneden schuiven om alle beschikbare programma's te zien.
2Gebruik de besturingselementen in het dvd-programma om de dvd af te spelen.
OPMERKING: Sommige in de winkel verkrijgbare muziek-cd's zijn beschermd tegen
kopiëren en kunnen niet worden afgespeeld met Windows Media Player. Dergelijke
cd's hebben een eigen, geïntegreerde speler die moet worden gebruikt.
142 Aan de slag
Land-/regiocodes gebruiken
Op de meeste dvd's zijn land-/regiocodes ingebed in de schijfgegevens. Die codes
beperken de locaties waar de dvd-film kan worden afgespeeld.
Het land-/regionummer wordt meestal op een wereldbol geplaatst die wordt afgedrukt op
de verpakking van de dvd en de schijf. Dvd's zonder land-/regiocodes kunnen op elke
speler en elk station in elk land en elke regio worden afgespeeld.
Dvd's gebruiken in Windows Media Center
Wanneer u dvd's bekijkt via Windows Media Center, kunt u het afspelen besturen met uw
afstandsbediening. Als u uw dvd afspeelt in een ander programma buiten Windows
Media Center, kunt u de afstandsbediening niet gebruiken.
Dvd-films afspelen in Windows Media Center
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Plaats de dvd in het dvd-station. Als er andere media worden afgespeeld, vraagt
Windows Media Center u of u de dvd wilt afspelen. Selecteer dvd afspelen. Als u
geen optie selecteert, wordt de dvd na enkele seconden automatisch afgespeeld in de
modus Volledig scherm.
of
WAARSCHUWING: U kunt landen/regio's slechts vijf keer wijzigen.
Daarna wordt de land-/regiocode vergrendeld en wordt deze definitief
ingesteld. Wanneer de code eenmaal is vergrendeld, kunt u alleen dvd's
uit dat land/die regio afspelen. Als de land-/regiocode is vergrendeld en
u hulp nodig hebt, moet u contact opnamen met klantenondersteuning.
OPMERKING: Om meer informatie weer te geven over een dvd die u aan het
bekijken bent (zoals dvd-titel, hoofdstuktitel, genre, resultaten van de filmkeuring,
lengte en huidige positie), drukt u op de knop i(Meer informatie) op de
afstandsbediening.
144 Aan de slag
De taal van dvd-films aanpassen
U kunt als volgt taalinstellingen selecteren voor de ondertitels, het geluidsspoor en het
menu van dvd's:
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Klik in het menu Taken op Instellingen.
3Klik in het venster Instellingen op Dvd.
4Klik in het venster Dvd-instellingen op Dvd-taal.
5Gebruik de pijlknoppen op de afstandsbediening of de pijltoetsen op het toetsenbord
om (+) of () te selecteren. Druk op OK op de afstandsbediening of op Enter op het
toetsenbord om door de beschikbare talen te schuiven.
6Wanneer u de gewenste taal ziet, selecteert u Opslaan en drukt u vervolgens op OK
op de afstandsbediening of op Enter op het toetsenbord.
7Als u terug wilt gaan naar het hoofdvenster Instellingen, drukt u op de toets
Backspace op het toetsenbord of op de knop Vorige op de afstandsbediening. U
kunt ook op de pijl naar links in de linkerbovenhoek van het scherm klikken om terug
te gaan.
Dvd-opties voor de afstandsbediening wijzigen
U wijzigt als volgt de dvd-opties voor de afstandsbediening:
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Klik in het menu Taken op Instellingen.
3Klik in het venster Instellingen op Dvd.
Cd's, dvd's of vcd's afspelen 145
4Klik in het venster Dvd-instellingen op Opties van de afstandsbediening.
5Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Opslaan.
Closed Captioning van dvd's wijzigen
U wijzigt als volgt de opties voor closed captioning van dvd's.
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Klik in het menu Taken op Instellingen.
3Klik in het venster Instellingen op Dvd.
4Klik in het venster Dvd-instellingen op Closed Captioning.
5Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Opslaan.
146 Aan de slag
Audio-instellingen voor dvd's wijzigen
U selecteert als volgt audio-instellingen voor dvd's:
1Druk op de knop Start voor Windows Media Center op de afstandsbediening of
klik met de muis op de Windows Start knop op the taakbalk en klik vervolgens op
Windows Media Center.
2Klik in het menu Taken op Instellingen.
3Klik op Tv.
4Klik op Audio. Nu wordt het venster Eigenschappen van audio geopend.
5Selecteer opties voor de luidsprekers en het geluid. Selecteer uw luidsprekeruitgang
en kanaalmodus, indien van toepassing. Selecteer Opslaan.
Dvd's afspelen met Windows Media Player
Uw computer moet een dvd-station hebben om dvd-films af te kunnen spelen.
1Plaats de dvd in het station.
!Het venster Windows Media Player wordt weergegeven. Als een wizardvenster
wordt geopend, selecteert u Windows Media Player in de lijst. U moet
misschien naar beneden schuiven om Windows Media Player te zien.
of
!Als het venster Windows Media Player niet automatisch wordt geopend, klikt u op
de Windows Start knop op the taakbalk, kiest u Alle programma's en klikt
u dan op Windows Media Player.
2Om de dvd af te spelen, klimkt u op de tab Afspelen op de taakbalk van de speler.
U kunt het afspelen ook besturen met de afspeeltoetsen op het toetsenbord (alleen op
bepaalde modellen).
Voor meer informatie over het gebruik van Windows Media Player klikt u op een tab
op de taakbalk van de speler en klikt u dan op Help.
3Klik in de lijst op een dvd-titel of de naam van een hoofdstuk.
Cd's, dvd's of vcd's afspelen 147
Video-cd's (vcd's) afspelen
Om vcd's af te spelen, moet u een cd- of dvd-station hebben.
1Plaats de video-cd in het cd- of dvd-station.
Het standaardprogramma voor video-cd's wordt geopend. Als het wizardvenster voor
video-cd's wordt geopend, selecteert u het programma dat u wilt gebruiken in de lijst.
U moet misschien naar beneden schuiven om alle beschikbare programma's te zien.
2Gebruik de besturingselementen in het video-cd-programma om de video-cd af te
spelen.
Video-cd's (vcd's) afspelen met
Windows Media Player
Als u video-cd's (vcd's) wilt afspelen met Windows Media Player, moet u een cd- of dvd-
station hebben.
1Plaats de video-cd (vcd) in het dvd- of cd-station.
2Selecteer Afspelen met Windows Media Player, en klik op OK.
of
Als het programma niet automatisch wordt gestart, klikt u op de Windows Start
knop, kiest u Alle programma's en klikt u dan op Windows Media Player.
3Om de vcd af te spelen, klikt u op de tab Afspelen op de taakbalk van de speler. U
kunt het afspelen ook besturen met de afspeeltoetsen op het toetsenbord (alleen op
bepaalde modellen).
Voor meer informatie over het gebruik van Windows Media Player klikt u op een tab
op de taakbalk van de speler en klikt u dan op Help.
4Dubbelklik op een vcd-segment in de lijst.
148 Aan de slag
Audio- en gegevensschijven maken 153
6Desgewenst gebruikt u de hulpmiddelen die beschikbaar zijn in het gebied Edit
(Bewerken) om wijzigingen aan te brengen in de video.
7U kunt een voorbeeld van de video bekijken in het gebied Preview (Voorbeeld).
8Wanneer u klaar bent om de videoschijf te maken, klikt u op Burn (Branden).
Voor meer informatie over het gebruik van Roxio Creator en Roxio MyDVD raadpleegt
u de Help bij het programma.
Een schijf kopiëren
Hieronder wordt uitgelegd hoe u een kopie kunt maken van een bestaande cd of dvd.
Een schijf kopiëren met twee stations
Als u twee schijfstations hebt, kunt u een cd of dvd direct van het ene station naar het
andere kopiëren. Als u met deze methode een dvd wilt kopiëren, moet u twee dvd-stations
hebben. Voer de stappen in de volgende sectie uit om de dvd te kopiëren. U kopieert als
volgt een cd of dvd als u twee schijfstations hebt:
1Plaats een beschrijfbare cd of dvd in het brandstation.
2Plaats de schijf die u wilt kopiëren in het andere schijfstation.
3Open Roxio Creator door op de Windows Start knop, Alle programma's,
Roxio en Creator te klikken.
4Klik op de tab Copy (Kopiëren).
5Klik op Copy Disc (Schijf kopiëren).
6Controleer of de juiste schijfstations zijn geselecteerd.
7Klik op de knop Copy (Kopiëren).
Wanneer het proces voltooid is, wordt u gevraagd om een label te maken voor
de schijf. Voor meer informatie over het maken van schijflabels raadpleegt u “Een
schijflabel maken met LightScribe,” of “Een papieren schijflabel maken.”
Voor meer informatie over het gebruik van Roxio Creator raadpleegt u de Help bij het
programma.
Een schijf kopiëren met één station
Als u maar één schijfstation hebt, slaat Roxio Creator een tijdelijke kopie van de schijf op
op de harde schijf van de computer. Voer de volgende stappen uit om een cd of dvd te
kopiëren met één schijfstation:
1Plaats de schijf die u wilt kopiëren in het brandstation.
2Open Roxio Creator door op de Windows Start knop, Alle programma's,
Roxio en Creator te klikken.
3Klik op de tab Copy (Kopiëren).
4Klik op Copy Disc (Schijf kopiëren).
5Klik op de knop Copy (Kopiëren).
Roxio Creator maakt een kopie van de schijf. Dit bestand wordt tijdelijk opgeslagen
op de harde schijf van de computer.

Produktspecifikationer

Varumärke: HP
Kategori: Skrivbord
Modell: Pavilion 6210

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med HP Pavilion 6210 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig




Skrivbord HP Manualer

Skrivbord Manualer

Nyaste Skrivbord Manualer