
1
Dit gedeelte geeft u een beknopt overzicht van de onderdelen van de PRO-C computer. Elk onderdeel wordt verderop nog in detail
besproken maar hiermee kunt u alvast wat kennis maken met de verschillende mogelijkheden.
A – LCD Display
1. Program – Geeft aan of programma A, B of C in gebruik is.
2. Station Nummer – Geeft het huidig gekozen station aan.
3. Hoofd Display – Geeft alle geprogrammeerde informatie weer.
4. Year – geeft het huidige kalender jaar aan.
5. Month – geeft de huidige kalender maand aan.
6. Day - geeft de huidige kalender dag aan.
7. Knipperende sproeier – geeft aan dat de beregening aktief is.
8. Dagen van de week – Geeft de dagen van de week aan waarop er wel of niet wordt beregend. U kunt ook kiezen voor Odd en
Even en een interval beregeningsschema.
9. Odd/Even beregenen – Geeft aan of Odd of Even is gekozen.
10. Interval – Geeft aan of de interval optie is gekozen.
11. Balk met streepjes – Geeft het percentage van de Seizoensaanpassing in stappen van 10% aan.
12. Start Time – Geeft de gekozen start tijd aan. (Verschijnt alleen in het display wanneer de draaiknop op “Set Watering Start
Times” staat.)
B – Functie knoppen en schakelaars
13. + Knop – Verhoogd de waarde van de functie die knippert in het display.
14. - Knop – Verhoogd de waarde van de functie die knippert in het display.
15. Í Knop – Selecteert het vorige onderdeel van het knipperende display.
16. Î Knop - Selecteert het volgende onderdeel van het knipperende display. Start ook een manuele beregening.
17. PRG Knop – Hiermee kiest u programma A, B of C voor verschillende beregenings zones.
18. RAIN SENSOR knop – Hiermee kunt u een eventueel geïnstalleerde regensensor omzeilen.
19. + en - knoppen – hiermee kunt u de Seizoensaanpassing instellen in stappen van 10%.
Een zeer belangrijke functie op de Pro-C is de handige draaiknop die het programmeren erg eenvoudig maakt.
lle belangrijke bedieningsfuncties zijn duidelijk aangegeven om vergissingen te voorkomen.
C – Draaiknop functies
• RUN – normale draaiknop positie voor automatische beregening.
• SET CURRENT TIME/DAY – Hiermee kunt u de dag en tijd instellen.
• SET WATERING START TIMES – Hiermee kunnen in elk programma 1 tot 4 starttijden worden ingesteld.
• SET STATION RUN TIMES – Hiermee kunt u de looptijd van elk station instellen.
• SET DAYS TO WATER – Hiermee kunt u individuele dagen kiezen om te beregenen of een bepaald aantal dagen tussen de
beregeningen in bepalen (interval).
• SET PUMP OPERATION – hiermee kunt u de pomp start of master klep uitzetten voor specifieke stations
• MANUAL-SINGLE STATION – Hiermee kunt u een station eenmalig handmatig laten beregenen.
• MANUAL-ALL STATIONS – Hiermee kunt u alle stations (of een aantal geselecteerde stations) eenmalig handmatig laten
beregenen.
• SYSTEM OFF – Hiermee kunt u alle programma’s onderbreken en de beregening stoppen. De beregeningsperiode blijft nu
onderbroken totdat de draaiknop weer op RUN wordt gezet.