Qtek S200 Bruksanvisning
Läs nedan 📖 manual på svenska för Qtek S200 (184 sidor) i kategorin Mobil. Denna guide var användbar för 18 personer och betygsatt med 4.5 stjärnor i genomsnitt av 2 användare
Sida 1/184

Pocket
Handleiding
2
Lees voordat u verdergaat deze aanwijzingen
Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, ActiveSync,
Excel, Internet Explorer, MSN, Outlook, PowerPoint en Word zijn gedeponeerde handels-
merken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
HET TOESTEL IS NIET OPGELADEN WANNEER U HET UIT DE VERPAKKING HAALT.
VERWIJDER DE BATTERIJ NIET WANNEER DE TELEFOON WORDT OPGELADEN.
UW GARANTIE VERVALT ALS U DE BUITENSTE BEHUIZING VAN HET TOESTEL
OPENT OF DEMONTEERT.
OMGEVINGEN MET EXPLOSIEGEVAAR
Als u zich in een gebied bevindt met een mogelijk explosiegevaar of waarin ontvlambare
materialen zijn opgeslagen, moet het toestel zijn uitgeschakeld en moet u zich aan alle
geboden en instructies houden. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of
brand veroorzaken, die lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg kan hebben. Gebruikers
wordt geadviseerd het toestel niet te gebruiken bij tankstations. Gebruikers wordt ten
strengste aangeraden zich te houden aan de restricties met betrekking tot het gebruik
van radioapparatuur in brandstofdepots, chemische fabrieken of in omgevingen waar
explosies plaatsvinden. Gebieden met explosiegevaar worden vaak maar niet altijd duidelijk
aangegeven. Onder deze gebieden vallen tankstations, onderdekken op boten, faciliteiten
voor de overdracht of opslag van brandstof of chemische stoffen en gebieden waar de
omgevingslucht chemische stoffen of deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder
bevat.
BEPERKINGEN VANWEGE PRIVACY
In sommige landen moeten opnamen van telefoongesprekken openbaar worden gemaakt.
Ook moet u degene met wie u belt in dat geval laten weten dat het gesprek wordt
opgenomen. Neem altijd de plaatselijke wetten en regelgeving in acht wanneer u de
opnamefunctie van uw Pocket PC Phone gebruikt.
3
Belangrijke informatie over veiligheid
Bij het gebruik van dit product moet u de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht
nemen om aanklachten en schade te voorkomen.
VEILIGHEID BIJ HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE PRODUCTEN
Dit product is bedoeld om te worden gebruikt in combinatie met de meegeleverde batterij.
Gebruik in combinatie met een andere stroomvoorziening kan gevaarlijk zijn. Hiervoor is
geen goedkeuring verleend.
VEILIGHEID IN HET VLIEGTUIG
Omdat dit product het navigatiesysteem en communicatienetwerk van vliegtuigen kan storen,
is het gebruik van de telefoonfunctie van dit toestel aan boord van een vliegtuig in de meeste
landen verboden. Als u dit toestel in een vliegtuig wilt gebruiken, vergeet dan niet de telefoon
uit te zetten door de vliegtuigmodus in te schakelen.
OMGEVINGSVEILIGHEID
Gebruik dit product niet in of bij benzinestations, brandstofopslagplaatsen, chemische
fabrieken en locaties waar met explosieven wordt gewerkt.
OMGEVINGSVEILIGHEID
Gebruik dit product niet in of bij benzinestations,brandstofopslagplaatsen, chemische
fabrieken en locaties waar met explosieven wordt gewerkt of in gebieden met explosiegevaar
zoals tankstations, onderdekken op boten, faciliteiten voor de overdracht of opslag van
brandstof of chemische stoffen en gebieden waar de omgevingslucht chemische stoffen
of deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder bevat. Vonken kunnen in een
dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken,die lichamelijk letsel of zelfs de dood
tot gevolg kan hebben.
VEILIGHEID OP DE WEG
Voertuigbestuurders mogen onder het rijden hun telefoon niet met de hand bedienen. In
sommige landen mogen bestuurders handsfree bellen.
4
STORING VAN MEDISCHE APPARATUUR
Dit product kan de werking van medische apparatuur storen. In de meeste ziekenhuizen en
gezondheidscentra is het gebruik van dit apparaat verboden.
NIET-IONISERENDE STRALING
Gebruik dit product alleen in de aanbevolen normale omstandigheden, zodat de
stralingsnormen niet worden overschreden en de veiligheid van dit product kan worden
gegarandeerd. Net als bij alle andere mobiele apparaten die radiogolven uitzenden, wordt
gebruikers van dit product aangeraden om de antenne tijdens het gebruik van de apparatuur
niet te dicht bij het lichaam te houden. Hierdoor werkt het product optimaal en wordt de
veiligheid gemaximaliseerd.
5
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Aan de slag 9
1.1 Kennismaking met het toestel en accessoires ........................................10
1.2 De SIM-kaart en Batterij .............................................................................13
1.3 Het toestel in gebruik nemen ....................................................................15
1.4 Het scherm Today (Vandaag) ....................................................................17
1.5 De programma’s gebruiken .......................................................................19
Hoofdstuk 2 Informatie invoeren en zoeken 23
2.1 Invoermethoden .........................................................................................24
2.2 Het toetsenbord gebruiken ........................................................................25
2.3 De modus voor letterherkenning gebruiken ............................................25
2.4 De modus voor blokherkenning gebruiken .............................................26
2.5 Transcriber gebruiken ................................................................................26
2.6 Het telefoonvenster gebruiken ..................................................................28
2.7 Spraaknotities tekenen, schrijven en opnemen in het onderdeel
Notes (Notities) ...........................................................................................31
2.8 Informatie zoeken .......................................................................................31
6
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties gebruiken 33
3.1 De telefoon gebruiken ................................................................................34
3.2 Een oproep starten .....................................................................................36
3.3 Een oproep ontvangen ...............................................................................38
3.4 Smart Dialing ..............................................................................................38
3.5 Opties tijdens een oproep .........................................................................41
3.6 Aanvullende oproepinformatie .................................................................42
Hoofdstuk 4 Informatie synchroniseren en
e-mailbeveiliging instellen 43
4.1 ActiveSync instellen ..................................................................................44
4.2 Gegevens synchroniseren ........................................................................48
4.3 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth ............................................52
4.4 Muziek, videobeelden en afbeeldingen synchroniseren ........................53
4.5 Instellen E-mailbeveiliging ........................................................................54
Hoofdstuk 5 De Pocket PC Phone beheren 57
5.1 De Pocket PC Phone aan uw persoonlijke wensen aanpassen ............58
5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen .................................................66
5.3 Geheugen beheren .....................................................................................67
5.4 Back-ups maken van bestanden ...............................................................68
5.5 De Pocket PC Phone beveiligen ...............................................................70
5.6 De Pocket PC Phone opnieuw instellen ...................................................72
7
Hoofdstuk 6 Een verbinding maken 75
6.1 Verbinding maken met internet .................................................................76
6.2 Internet Explorer .........................................................................................79
6.3 Comm Manager ..........................................................................................81
6.4 Bluetooth .....................................................................................................82
6.5 Wi-Fi .............................................................................................................89
6.6 Modem Link (Modemkoppeling) ................................................................93
6.7 Terminal Services-client ............................................................................98
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 101
7.1 E-mail en SMS-berichten .........................................................................102
7.2 MMS-berichten .......................................................................................... 111
7.3 Pocket MSN Messenger ........................................................................... 117
7.4 Kalender .................................................................................................... 118
7.5 Contactpersonen ...................................................................................... 119
7.6 Taken .........................................................................................................123
7.7 Notities ......................................................................................................125
Hoofdstuk 8 Met multimedia werken 129
8.1 De camera .................................................................................................130
8.2 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) ........................................140
8.3 Windows Media Player .............................................................................145
8
Hoofdstuk 9 Werken met andere toepassingen 151
9.1 Word Mobile ..............................................................................................152
9.2 Excel Mobile ..............................................................................................153
9.3 Diavoorstellingen weergeven met PowerPoint Mobile .........................154
9.4 ClearVue PDF ............................................................................................155
9.5 MIDlet Manager .........................................................................................156
9.6 ZIP ..............................................................................................................160
9.7 Voice Speed Dial (Snelkiezen via spraak) .............................................. 163
Appendix 167
A.1 Voorschriften ............................................................................................168
A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x ...........................................................172
A.3 Specificaties .............................................................................................173
Index 175

1.1 Kennismaking met het toestel en de accessoires
1.2 De SIM-kaart en batterij
1.3 Het toestel in gebruik nemen
1.4 Het scherm Today (Vandaag)
1.5 De programma’s gebruiken
Hoofdstuk 1
Aan de slag

10 Aan de slag
1.1 Kennismaking met het toestel en accessoires
2
6
4
3
1
1210
9
7
11
8
13
5
14
16
19
23
17
18
20
242221
15

Aan de slag 11
Nr. Onderdeel Functie
1 MMC/SD- of
SDIO-kaartsleuf
Plaats in deze kaartsleuf een MMC- of SD-kaart voor gegevensopslag of een SD-i/o-
kaart (bijvoorbeeld een netwerkkaart).
2 Knop Camera Druk op deze knop om de camerafunctie te starten. Druk nogmaals op de knop om
een foto of videoclip te maken, afhankelijk van de geselecteerde vastlegmodus.
3 Volumeknop Schuif deze regelaar omhoog of omlaag om het volume aan te passen.
4 Knop Comm
Manager/Opnemen
Druk op deze knop om Comm Manager te starten. Houd de knop ingedrukt om een
spraaknotitie op te nemen.
5 Riembevestiging Hieraan kunt u een riem bevestigen zodat u het apparaat kunt dragen.
6 LED-indicatorèn Groen en amberkleurig voor GSM-stand-by, SMS-bericht, GSM-netwerkstatus,
meldingen en statusaanduiding bij het opladen van de batterij.
Knipperend blauw voor Bluetooth-status (actief en gereed om een radiosignaal te
verzenden) en knipperend groenvoor Wi-Fi-status.
7 Touchscreen Tik met de stylus op het scherm als u wilt schrijven, tekenen of onderdelen wilt
selecteren.
8 Linkersoftkey Hiermee voert u de functie uit die wordt aangegeven door de label direct boven de
knop.
9 Rechtersoftkey Hiermee voert u de functie uit die wordt aangegeven door de label direct boven de
knop.
10 Knop Spreken Druk op deze knop om een binnenkomende oproep te beantwoorden of een nummer
te kiezen.
11 Knop Start Druk op deze knop om het menu Start te openen.
12 Navigatietoets Met deze multidirectionele knop kunt u omhoog, omlaag, naar links en naar rechts
bewegen door menu’s en programmafuncties. Druk op het middengedeelte om de
selectie uit te voeren.
13 Knop OK Druk op deze knop om de ingevoerde gegevens te bevestigen of om het actieve
programma te beëindigen.
14 Knop Beëindigen Druk op deze knop om een gesprek te beëindigen.
15 Stylus Met de stylus kunt u op het touchscreen schrijven, tekenen en onderdelen
selecteren.
16 Knop Aan/Uit Druk op deze knop om uw toestel tijdelijk uit te schakelen. Hiermee zet u het toestel
in de slaapstand. Om het toestel volledig uit te zetten, houdt u de knop ongeveer 5
seconden ingedrukt.
Als het toestel in de slaapstand staat, kunt u de telefoonfunctie nog steeds gebruiken
om oproepen te ontvangen. Als u het toestel volledig uitschakelt,staat echter ook de
telefoonfunctie uit.
17 Infraroodpoort Hiermee kunt u draadloos bestanden of gegevens met andere apparatuur
uitwisselen.
18 Aansluiting
autoantenne
U kunt de telefoon op een autoantenne aansluiten voor een betere ontvangst van het
netwerksignaal.

12 Aan de slag
Nr. Onderdeel Functie
19 Spiegel voor
zelfportret
Als u een zelfportret wilt maken, houdt u het toestel zo dat de spiegel uw gezicht
reflecteert.
20 Cameralens De cameralens op uw toestel ondersteunt twee modi voor het maken van foto’s:
Groothoekmodus (normaal) en macromodus (close-up). Als u de modus wilt wijzigen
duwt u de schakelaar naar boven voor de groothoekmodus en naar beneden voor de
macromodus.
21 Knop Reset Druk met de stylus op de knop Reset om een soft reset van het toestel uit te voeren.
22 Aansluiting voor
synchronisatie
Via deze aansluiting kunt u gegevens synchroniseren of de batterij opladen.
23 Aansluiting
hoofdtelefoon
Hiermee kunt u geluidsbestanden beluisteren of de hands-freeset aansluiten.
24 Microfoon Hier spreekt u in wanneer u een oproep ontvangt, iemand belt of een spraakopname
maakt.
Accessoires
1
2
3
Nr. Accessoire Functie
1 Wisselstroomadapter Hiermee wordt AC omgezet in DC voor het opladen van de batterij.
2 USB-kabel Hiermee kunt u het toestel met een pc verbinden en de gegevens
synchroniseren.
3 Stereohoofdtelefoon Voorzien van een volumeknop en de knop Verzenden/Beëindigen. Met de knop
Verzenden/Beëindigen kunt u oproepen aannemen en beëindigen.
Aan de slag 13
1.2 De SIM-kaart en Batterij
Zet altijd uw toestel uit voordat u de batterij en SIM-kaart installeert of vervangt. Volg
de instructies in de Quick Start Guide om een bij uw leverancier van netwerkdiensten
verkrijgbare GSM-SIM-kaart (Subscriber Identity Module) en de batterij te installeren.
De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, uw servicegegevens en een geheugen met uw
telefoonboek en berichten. Het toestel ondersteunt SIM-kaarten van 1,8 en 3 Volt. Sommige
afwijkende SIM-kaarten worden niet door het toestel ondersteund. Raadpleeg uw leverancier
van netwerkdiensten over een alternatieve SIM-kaart. Hieraan zijn mogelijk kosten verbonden.
Uw toestel bevat een oplaadbare Li-ion polymeerbatterij. Het toestel is ontworpen om
uitsluitend in combinatie met de door de fabrikant aanbevolen batterijen en accessoires te
worden gebruikt. De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van vele factoren, waaronder
de netwerkconfiguratie van uw serviceprovider, de signaalsterkte, de omgevingstemperatuur
waarin u het toestel gebruikt, de gebruikte functies en/of instellingen, de onderdelen die op
de poorten zijn aangesloten en de mate waarin u de spraak en gegevensfuncties en overige
programmaonderdelen gebruikt.
Geschatte gebruiksduur van de batterij:
• In modus Stand-by: 150 – 200 uur
• Spreektijd (zonder schermweergave): 3,5 – 5 uur
Waarschuwing! Voorkom brand en brandwonden.
• Probeer de batterij niet te openen of te repareren.
• Plet of doorboor de batterij niet, sluit externe contacten niet kort en werp de batterij
niet weg in vuur of water.
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven 60 oC.
• Vervang de batterij alleen door een batterij die geschikt is voor dit product.
• Houd u bij het recyclen of wegwerpen van gebruikte batterijen aan de plaatselijke
voorschriften.

14 Aan de slag
Het batterijvermogen controleren
• Tik op het pictogram voor de status van de batterij ( ) in de titelbalk van het scherm
Today (Vandaag).
• Of tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Power
(Energie).
Informatie over batterijvermogen
De batterij opladen
Nieuwe batterijen zijn bij aankoop gedeeltelijk opgeladen. Voordat u het toestel kunt
gebruiken, moet u de batterij installeren en opladen. Sommige batterijen werken het beste
als ze verschillende keren zijn opgeladen en ontladen. U kunt de batterij als volgt opladen:
•
Sluit het toestel rechtstreeks aan op een externe voedingsbron.
• Sluit het toestel op de pc aan met de meegeleverde synchronisatiekabel.
Laag batterijniveau
Wanneer de waarschuwing voor laag batterijvermogen wordt weergegeven, gaat u als volgt
te werk:
• Sla onmiddellijk uw gegevens op.
• Synchroniseer het toestel met uw pc of laad de batterij op door de wisselstroomadapter
aan te sluiten.
• Schakel het toestel uit.

Aan de slag 15
1.3 Het toestel in gebruik nemen
Uw toestel aan- en uitzetten
Druk op de knop Aan/Uit om het toestel in te schakelen. Wanneer u het toestel voor het eerst
inschakelt, wordt u gevraagd het te kalibreren. Zie “Het toestel kalibreren” voor meer informatie.
Houd de knop Aan/Uit enkele seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Vervolgens wordt u gevraagd of u het toestel volledig wilt uitzetten.
Opmerking Wanneer u snel op de knop Aan/Uit drukt, wordt het toestel tijdelijk uitgeschakeld en wordt
de slaapstand geactiveerd. Terwijl uw toestel in de slaapstand staat kunt u nog steeds
berichten en oproepen ontvangen.
Het toestel kalibreren
Bij het kalibreren van het toestel tikt u met de stylus op het midden van een kruis dat over
het scherm beweegt. Deze procedure zorgt ervoor dat het onderdeel waarop u tikt ook
daadwerkelijk wordt geactiveerd.
Als het toestel niet correct op het tikken met de stylus reageert, voert u de volgende stappen
uit om het opnieuw te kalibreren:
1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Screen (Scherm).
2. Tik op het tabblad General (Algemeen) op Align Screen (Scherm uitlijnen). Volg
daarna de aanwijzingen op het scherm om het kalibreren te voltooien.
Het toestel kalibreren

16 Aan de slag
Toets vergrendelen
U kunt de toetsen op uw toestel vergrendelen zodat de toepassingen niet ongewild worden
gestart terwijl het toestel zich in de slaapstand bevindt. Als deze functie actief is, kan alleen
de knop Aan/Uit worden gebruikt om het toestel in te schakelen.
Toetsen vergrendelen wanneer het toestel in de slaapstand staat
• Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Buttons
(Toetsen). Schakel op het tabblad Lock (Vergrendelen) het selectievakje Lock all
buttons except Power button (Alle toetsen vergrendelen behalve knop Aan/Uit) in.
Toetsvergrendeling uitschakelen
• Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Buttons
(Toetsen). Selecteer op het tabblad Lock (Vergrendelen) Do not lock buttons
(Toetsen niet vergrendelen).
Scherminstellingen beheren
Het weergavescherm ondersteunt drie leesrichtingen: Portrait (Staand), Landscape (right-
handed) (Liggend, naar rechts) en Landscape (left-handed) (Liggend, naar links). In de
modus Portrait (Staand) kunt u gemakkelijker met bepaalde programma’s werken, terwijl de
modus Landscape (Liggend) zeer geschikt is voor de weergave van grote bestanden.
Modus Portrait (Staand) Modus Landscape (Liggend)
• Om de leesrichting te wijzigen, tikt u op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) >
Screen (Scherm) en selecteert u de gewenste modus.
• Om de randen van de schermlettertypen in verschillende programma’s vloeiender weer te geven,
schakelt u op het tabblad ClearType het selectievakje Enable ClearType (ClearType inschakelen) in.
• Als u de leesbaarheid wilt vergroten of meer informatie op het scherm wilt tonen, verplaatst u het
schuifblokje op het tabblad Text Size (Tekstgrootte) om de tekstgrootte aan te passen.

Aan de slag 17
1.4 Het scherm Today (Vandaag)
Het scherm Today (Vandaag) bevat belangrijke informatie, bijvoorbeeld informatie over op
handen zijnde afspraken en statusindicatoren. Tik op een gedeelte van het scherm om het
bijbehorende programma te starten.
• Om het scherm Today (Vandaag) te openen, tikt u op Start > Today (Vandaag).
• Als u de inhoud van het scherm Today (Vandaag) wilt wijzigen of een andere
achtergrondafbeelding wilt instellen, tikt u op Start > Settings (Instellingen) >
tabblad Personal (Persoonlijk) > Today (Vandaag).
1Tik hierop om het menu Start te openen.
2Tik hierop om de connectiviteitsstatus weer te
geven.
3Duidt de sterkte van het radiosignaal aan. Tik
hierop om de telefonie-instellingen te wijzigen.
4Tik hierop om het volume van het toestel of van
de beltoon te wijzigen.
5De batterijstatus. Tik hierop om het scherm met
energie-instellingen te openen.
6De huidige datum en tijd. Tik hierop om onder
andere de datum, de tijd en de alarmtijd in te
stellen.
7Tik hierop om de eigendomsgegevens in te
stellen.
8Hier ziet u een overzicht van uw dag, inclusief
herinneringen. Tik op berichten, taken of
afspraken om het bijbehorende programma te
openen.
9Tik hierop om het toestel te vergrendelen of te
ontgrendelen.
: vergrendeld. : ontgrendeld.
10 Tik hierop om het aanmeldscherm van MSN weer
te geven.
11 Tik hierop om het scherm Calendar (Agenda) te
openen.
12 Tik hierop om het scherm Contacts
(Contactpersonen) te openen.
1
6
11
9
10
7
8
2 3 4 5
12

18 Aan de slag
Indicatoren
Hieronder ziet u enkele statuspictogrammen die op uw toestel kunnen verschijnen.
Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving
Batterij is volledig opgeladen
Meerdere meldingen. Tik op het
pictogram om alle indicatoren
weer te geven.
Batterij is bijna leeg Maximale signaalsterkte
Batterij wordt opgeladen Geen signaal
Geluid ingeschakeld Telefoon uitgeschakeld
Geluid uitgeschakeld Geen telefonieservice
Trilfunctie actief Bezig met zoeken naar
telefonieservice
Verbinding actief Spraakoproep wordt uitgevoerd
Verbinding niet actief Oproepen worden
doorgeschakeld
Synchronisatie wordt uitgevoerd Oproep in de wacht gezet
Synchronisatiefout Gemiste oproep
GPRS (General Packet Radio
Services) beschikbaar
Nieuwe e-mail- of tekstberichten;
SMS-melding van voicemail
GPRS actief Roaming
GPRS wordt verbonden Alarm
Wi-Fi wordt verbonden
(pijltoetsen bewegen);
Wi-Fi verbonden
Toestel is vergrendeld
Wi-Fi aan Toestel is ontgrendeld

Aan de slag 19
Het menu Start
Het menu Start, in de linkerbovenhoek van het scherm Today (Vandaag), bevat een lijst met
programma’s. Als u een programma wilt starten, bladert u door de programmalijst en drukt u
op Enter. U kunt ook met de stylus op de naam van een programma tikken.
1Tik hierop om naar het scherm Today (Vandaag) te
schakelen.
2Tik hierop om een programma te starten. Als u
de onderdelen in het menu Start wilt aanpassen,
tikt u op Start > Settings (Instellingen) > tabblad
Personal (Persoonlijk) > Menus (Menu’s).
3Tik hierop om een programma te starten dat u
onlangs hebt gebruikt.
4Tik hierop om meer programma’s weer te geven die
op het toestel zijn geïnstalleerd.
5Tik hierop om de instellingen van het toestel te
wijzigen.
6Tik hierop om Help-informatie over het huidige
scherm weer te geven.
1
4
5
2
3
6
1.5 De programma’s gebruiken
Programma-aanduidingen
Hieronder ziet u enkele pictogrammen van programma’s die vooraf op het toestel zijn
geïnstalleerd.
Pictogram Beschrijving
ActiveSync De informatie op het toestel synchroniseren met een pc of
Exchange Server.
Rekenmachine Gewone rekenkundige taken uitvoeren zoals optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
Agenda Afspraken bijhouden en aanvragen voor vergaderingen aanmaken.
Camera Foto’s of videobeelden vastleggen (inclusief geluid).

20 Aan de slag
Pictogram Beschrijving
ClearVue PDF PDF-bestanden weergeven op de Pocket PC.
Comm Manager Verbindingen van het toestel beheren (bijvoorbeeld Wi-Fi, Bluetooth
en ActiveSync) en schakelen tussen de beltoon en trilfunctie.
Contactpersonen Gegevens van vrienden en collega’s vastleggen.
Downloadagent Informatie weergeven over de downloadstatus en de gegevens die u
van internet hebt gedownload.
Excel Mobile Nieuwe werkmappen maken of bestaande Excelwerkmappen
weergeven en bewerken.
Bestandsverkenner Bestanden ordenen en beheren.
Spelletjes Op het toestel zijn standaard twee spellen geïnstalleerd: Bubble Breaker
en Solitaire.
Help Help-onderwerpen bij een programma weergeven.
Internet Explorer Web- en WAP-sites bekijken en programma’s en bestanden
downloaden van internet.
MIDlet Manager Java-toepassingen downloaden en installeren, bijvoorbeeld spellen
en hulpprogramma’s.
Messaging E-mail-, MMS- en tekstberichten verzenden en ontvangen.
Modemkoppeling Het toestel als modem gebruiken.
Notities Handgeschreven of getypte notities, tekeningen en opnamen maken.
Telefoon Oproepen aannemen, nummers kiezen en wisselgesprekken en conference
calls voeren.
Afbeeldingen en video’s Afbeeldings- en videobestanden verzamelen, ordenen
en rangschikken op uw toestel of op een opslagkaart. Foto’s worden opgeslagen in
de map My Pictures (Mijn afbeeldingen) en videobeelden in de map My Videos (Mijn
video’s).
22 Aan de slag

Hoofdstuk 2
Informatie invoeren en zoeken
2.1 Invoermethoden
2.2 Het toetsenbord gebruiken
2.3 De modus voor letterherkenning gebruiken
2.4 De modus voor blokherkenning gebruiken
2.5 Transcriber gebruiken
2.6 Het telefoonvenster gebruiken
2.7 Spraaknotities tekenen, schrijven en opnemen in het
onderdeel Notes (Notities)
2.8 Informatie zoeken
Informatie invoeren en zoeken 25
2.2 Het toetsenbord gebruiken
Het schermtoetsenbord is beschikbaar als u tekst kunt invoeren. Tik op de toetsen van het
schermtoetsenbord om de gewenste tekst in te voeren.
Tekst invoeren via het schermtoetsenbord
1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Keyboard
(Toetsenbord).
2. Voer tekst in door op de toetsen van het schermtoetsenbord te tikken.
Het schermtoetsenbord vergroten
1. Tik op de pijl voor invoerselectie en tik vervolgens op Options (Opties).
2. Selecteer Keyboard (Toetsenbord) in de lijst voor de invoermethode.
3. Tik op Large Keys (Grote toetsen).
2.3 De modus voor letterherkenning gebruiken
In de modus Letter Recognizer (Letterherkenning) worden de letters, cijfers en leestekens
die u op het scherm schrijft omgezet in getypte tekst.
Werken in de modus voor letterherkenning
1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Letter Recognizer
(Letterherkenning).
2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daarvoor bestemde gedeelte van het scherm.
• Als u hoofdletters wilt invoeren, schrijft u in het gedeelte ABC van het invoervak (de
linkerkant).
• Als u kleine letters wilt invoeren, schrijft u in het gedeelte abc van het invoervak (het
midden).
• Als u cijfers wilt invoeren, schrijft u in het gedeelte 123 van het invoervak (de
rechterkant).
• Als u leestekens of symbolen wilt invoeren, tikt u in een willekeurig gedeelte van het
invoervak en schrijft u vervolgens het gewenste teken.
Opmerking De modus voor letterherkenning is beschikbaar als u tekst kunt invoeren.
Tip Voor meer informatie over het schrijven van tekens tikt u op het vraagteken bij het invoervak.
26 Informatie invoeren en zoeken
2.4 De modus voor blokherkenning gebruiken
In de modus Block Recognizer (Blokherkenning) kunt u met één beweging letters, cijfers,
symbolen en leestekens op het scherm schrijven, die worden omgezet in getypte tekst.
Werken in de modus voor blokherkenning
1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Block Recognizer
(Blokherkenning).
2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daarvoor bestemde gedeelte van het scherm.
• Als u letters wilt invoeren, schrijft u in het gedeelte abc van het invoervak (de
linkerkant).
• Als u cijfers wilt invoeren, schrijft u in het gedeelte 123 van het invoervak (de
rechterkant).
• Als u symbolen of leestekens wilt invoeren, tikt u in een willekeurig gedeelte van het
invoervak en schrijft u vervolgens het gewenste teken.
Opmerking De modus voor blokherkenning is beschikbaar als u tekst kunt invoeren.
Tip Voor meer informatie over het schrijven van tekens in de modus voor blokherkenning tikt u op het
vraagteken bij het invoervak.
2.5 Transcriber gebruiken
Transcriber is een programma voor handschriftherkenning dat aan elkaar geschreven
tekst, blokletters en combinaties daarvan kan verwerken. Transcriber werkt onzichtbaar
op de achtergrond van andere programma’s. Voor het herkennen van woorden wordt een
geïntegreerd woordenboek gebruikt. Als Transcriber actief is, kunt u met de stylus op een
willekeurige plaats op het scherm schrijven. Raadpleeg de Help-informatie op het toestel
voor meer informatie over het gebruik van Transcriber.
Transcriber starten
1. Start een programma waarin u gegevens kunt invoeren, bijvoorbeeld Word Mobile.
2. Tik op de pijl voor invoerselectie en tik vervolgens op Transcriber. Het beginscherm
van Transcriber wordt weergegeven.

Informatie invoeren en zoeken 27
Tekst invoeren via Transcriber
1. Open een programma en plaats de cursor op de positie waarop u tekst wilt invoegen.
2. Schrijf met de stylus op een willekeurige plaats op het scherm. Wanneer u de stylus
van het scherm beweegt, worden de tekens die u hebt ingevoegd omgezet in tekst.
Leestekens en symbolen invoeren
Transcriber is voorzien van een schermtoetsenbord waarmee u eenvoudig leestekens en
speciale tekens aan tekst kunt toevoegen.
• Open een programma en tik op in de Transcriber-werkbalk.
Het toetsenbord blijft zichtbaar totdat u opnieuw op de knop tikt.
Tips • Om het toetsenbord te verplaatsen, houdt u de stylus op de titelbalk en sleept u het venster naar
de gewenste plaats.
• Als er geen tekst is geselecteerd, kunt u het toetsenbord ook weergeven door met de stylus het
teken te schrijven. Raadpleeg de Help-informatie op het toestel voor meer informatie over het
gebruik van Transcriber.
Tekst bewerken
1. Open een programma en trek een streep door de tekst die u wilt bewerken.
2. Wanneer u de stylus van het scherm af haalt, verdwijnt de streep en wordt de
geselecteerde tekst gemarkeerd.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Voer nieuwe tekst in.
• Gebruik tekens om bijvoorbeeld hoofdletters en spaties in te voegen. Raadpleeg de
Help-informatie op het toestel voor informatie over het gebruik van Transcriber.

28 Informatie invoeren en zoeken
2.6 Het telefoonvenster gebruiken
Met het programma Phone Pad (Telefoonvenster) kunt u op een flexibele manier informatie
invoeren. In het telefoonvenster kunt u eenvoudig schakelen tussen drie invoermethoden
(T9, Multitik en Numeriek). Ook is een handige symbolenlijst beschikbaar.
Het telefoonvenster weergeven
1. Start een programma waarin u tekst kunt invoeren, bijvoorbeeld Notes (Notities).
2. Tik op de pijl voor invoerselectie en vervolgens op Phone Pad (Telefoonvenster).
Telefoonvenster, t9-modus
Tip U kunt het telefoonvenster op elk gewenst moment weergeven, behalve als de
modus Camera actief is of als het scherm Today (Vandaag) wordt weergegeven.

Informatie invoeren en zoeken 29
De invoermodus T9 gebruiken
In het telefoonvenster is standaard de T9-modus actief. In deze alfanumerieke modus kunt
u het gemakkelijkst lopende tekst invoeren. Terwijl u op de alfanumerieke toetsen van het
toetsenblok tikt, bepaalt het programma welk woord u waarschijnlijk zult willen invoeren.
In de T9-modus werkt u als volgt:
• Tik op de toetsen van het toetsenblok om een woord in te voeren.
• U kunt op de volgende manieren een woord invoegen in het actieve
programmavenster:
• Tik op een woord in de woordenlijst (direct boven het toetsenblok).
• Selecteer een woord en tik op of om het woord in te voegen.
• Een cijfer kunt u op de volgende manieren invoegen:
• Houd de stylus op het gewenste cijfer van het toetsenblok.
• Schakel over naar de numerieke modus en tik op het gewenste cijfer.
• Om een spatie of tab in te voegen tikt u op .
• Om door de woordenlijst te bladeren tikt u op of .
• Om een hoofdletter in te voeren tikt u op .
• Symbolen kunt u op de volgende manieren toevoegen:
• Tik op om de meest gebruikte symbolen weer te geven in de woordenlijst.
• Tik op om een symbool te kiezen uit de uitgebreide symbolenlijst.
De invoermodus Multitik gebruiken
De Multitik-modus is een alfabetische modus waarin u handmatig afzonderlijke letters invoert
om woorden te vormen.
De invoermodus Numeriek gebruiken
In de numerieke modus kunt u op een cijfertoets tikken om een cijfer in te voeren. U kunt
meerdere cijfers aan de woordenlijst toevoegen en vervolgens op tikken om de cijfers op
de positie van de cursor in te voegen.
32 Informatie invoeren en zoeken

3.1 De telefoon gebruiken
3.2 Een uitgaande oproep starten
3.3 Een oproep ontvangen
3.4 Smart Dialing
3.5 Opties tijdens een oproep
3.6 Aanvullende oproepinformatie
Hoofdstuk 3
Telefoonfuncties gebruiken

34 Telefoonfuncties
3.1 De telefoon gebruiken
U kunt het toestel net als een standaard mobiele telefoon gebruiken om oproepen te
starten, te ontvangen en bij te houden en om SMS/MMS-berichten te versturen. Ook
kunt u rechtstreeks vanuit de lijst Contacts (Contactpersonen) een oproep starten en
contactgegevens van uw SIM-kaart kopiëren naar Contacts (Contactpersonen) op uw
toestel.
Het scherm Phone (Telefoon)
Het scherm Phone (Telefoon) biedt toegang tot de oproepgeschiedenis, snelkiesnummers
en de telefonie-instellingen. Het scherm Phone (Telefoon) kunt u op de volgende manieren
weergeven:
• Tik op Start > Phone (Telefoon).
• Druk op de knop Spreken ( ).
De knop Spreken
Uw PIN-code opgeven
De meeste SIM-kaarten zijn beveiligd met een PIN-code (Personal Identification Number)
die door de serviceprovider is ingesteld. Als u het toestel wilt gebruiken, moet u altijd eerst
de PIN-code invoeren.
1. Voer de PIN-code in die u van uw serviceprovider hebt ontvangen.
2. Tik op Enter.
Opmerking Als u drie keer een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Als dit
gebeurt, kunt u de SIM-kaart deblokkeren met behulp van de PUK-code (PIN Unblocking
Key) die u van uw serviceprovider hebt ontvangen.

Telefoonfuncties 35
Telefoonfunctie in- en uitschakelen
In de meeste landen bent u verplicht om uw telefoon aan boord van een vliegtuig uit te
schakelen. U schakelt de telefoonfunctie niet uit door het toestel uit te schakelen.
Door de telefoonfunctie uit te schakelen, zet u uw toestel in de vliegtuigmodus. In deze
modus kunt u alle functies gebruiken, behalve de telefoonfunctie.
• Tik op het signaalpictogram ( ) en tik vervolgens op Comm Manager. Tik op het venster
Comm Manager op de knop Phone (Telefoon) om de telefoonfunctie uit te schakelen.
• Als u de telefoon weer wilt gebruiken, schakelt u de telefoonfunctie in door opnieuw te tikken
op de knop Phone op het venster Comm Manager.
Het toestelvolume aanpassen
1. Tik op het luidsprekerpictogram ( ).
2. In het venster Volume kunt u het volgende doen:
• Beweeg de schuifregelaar om het telefoonvolume ( ) of toestelvolume ( ) te
wijzigen.
• Tik op Vibrate (Trillen) of Off (Uit) om het volume van zowel het toestel als het
oproepsignaal te wijzigen.
Het volume aanpassen
Opmerkingen •
Het gespreksvolume kunt u alleen tijdens een oproep wijzigen. Als u het
volume op een ander moment aanpast, wordt het volume van het oproep- of
waarschuwingssignaal of van de MP3-weergave gewijzigd.
•
Wanneer u de trilfunctie activeert, wordt het geluid automatisch gedempt en trilt het
toestel bij een binnenkomende oproep. Een pictogram in de titelbalk ( ) geeft aan
dat de trilfunctie actief is.

36 Telefoonfuncties
3.2 Een oproep starten
Uitgaande oproepen kunt u starten vanuit de onderdelen Phone (Telefoon), Contacts
(Contactpersonen), Speed Dial (Snelkiezen), Call History (Oproepgeschiedenis) en
SIM Manager.
Een oproep starten vanuit Phone (Telefoon)
1. Tik op Start > Phone (Telefoon).
2. Tik op de toetsen in het scherm Phone (Telefoon) om het gewenste nummer in te
voeren en tik vervolgens op de knop Spreken.
Knop Spreken
Tip Als u een verkeerd nummer hebt ingevoerd, tikt u op de knop Pijl-terug ( ) om de cijfers één
voor één te wissen. Als u alle cijfers wilt wissen, houdt u de stylus op de knop Pijl-terug.
Een oproep starten vanuit Contacts (Contactpersonen)
Tik op Start > Contacts (Contactpersonen). Voer vervolgens een van de volgende
handelingen uit:
• Druk boven of onder op de navigatietoets om een contactpersoon te selecteren en druk
twee keer op de knop Spreken (eerst om het nummer in het telefoonvenster weer te
geven en vervolgens om het nummer te kiezen).
• Tik eerst op de gewenste contactpersoon en vervolgens op het gewenste
telefoonnummer.
• Houd de stylus op de gewenste contactpersoon en tik vervolgens in het venstermenu
op Call Work (Werk bellen), Call Home (Thuis bellen), of Call Mobile (Mobiel bellen).

Telefoonfuncties 39
Normale grootte van venster Vergroot venster
Er wordt gezocht naar telefoonnummers die overeenkomen met de cijfers die u hebt
ingevoerd. De lijst met gevonden nummers wordt automatisch vernieuwd wanneer u een
extra cijfer invoert of een cijfer verwijdert. De lijst kan telefoonnummers en/of namen van
contactpersonen bevatten.
Met behulp van Smart Dialing een oproep starten of een tekstbericht verzenden
1. Voer enkele cijfers van het gewenste telefoonnummer in.
2. Blader door de lijst in het venster Smart Dialing. Tik op de pijltoetsen ( / ) of druk
boven of onder op de navigatietoets om de gewenste contactpersoon of het gewenste
telefoonnummer te selecteren.
3. Wanneer u boven of onder op de navigatietoets drukt, wordt de markering een regel
verplaatst. Wanneer u op de pijltoetsen tikt, wordt de markering een pagina verplaatst.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Wanneer u het gewenste telefoonnummer of de gewenste contactpersoon hebt
geselecteerd, tikt u op Talk (Spreken).
• Als u een ander telefoonnummer van de geselecteerde contactpersoon wilt kiezen,
houdt u de stylus op de naam van de contactpersoon en tikt u vervolgens op het
gewenste telefoonnummer.

Telefoonfuncties 41
3.5 Opties tijdens een oproep
Een oproep in de wacht zetten
Als er tijdens een oproep een nieuwe binnenkomende oproep wordt gedetecteerd, kunt
u aangeven of u de nieuwe oproep wilt afwijzen of accepteren. Als u de nieuwe oproep
accepteert, kunt u kiezen of u tussen de twee oproepen wilt schakelen of een conference
call wilt voeren (zodat de drie partijen met elkaar kunnen spreken).
1. Tik op Answer (Beantwoorden) om de tweede oproep te accepteren en de eerste
oproep in de wacht te zetten.
2. Tik op End (Beëindigen) of druk op de knop Beëindigen op het toestel om de tweede
oproep te beëindigen en terug te gaan naar de eerste oproep.
Schakelen tussen twee gesprekken
• Tik op Swap (Schakelen).
Een conference call instellen
1. Zet de actieve oproep in de wacht en kies een tweede nummer of accepteer een
nieuwe binnenkomende oproep terwijl er al een oproep actief is.
2. Tik op Conference (Conference call).
Opmerking Conference calls worden niet door alle serviceproviders ondersteund. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie.
De luidspreker in- en uitschakelen
Met behulp van de ingebouwde luidspreker kunt u handsfree bellen of anderen laten
meeluisteren naar een gesprek.
• Tik tijdens een gesprek op Speaker On (Luidspreker aan) of houd de knop Spreken
ingedrukt totdat de luidspreker wordt ingeschakeld. Het pictogram voor de luidspreker
( ) wordt in de titelbalk weergegeven.
• Als u de luidspreker wilt uitschakelen, tikt u op Speaker Off (Luidspreker uit) of houdt u
de knop Spreken ingedrukt totdat de luidspreker wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing! Om gehoorbeschadigingen te voorkomen, moet u het toestel nooit aan uw oor houden
terwijl de luidspreker actief is.

42 Telefoonfuncties
Een gesprek dempen
Tijdens een oproep kunt u de microfoon uitschakelen, zodat u de ander wel kunt horen maar
de ander niet kan horen wat u zegt.
• Tik tijdens een oproep op Mute (Dempen).
• Als de microfoon is uitgeschakeld, wordt het dempingspictogram ( ) in het scherm
weergegeven. Tik op Unmute (Demping uitschakelen) om de microfoon opnieuw in te
schakelen.
3.6 Aanvullende oproepinformatie
Een alarmnummer kiezen
• Voer het plaatselijke alarmnummer in en tik vervolgens op Talk (Spreken).
Tip Het is mogelijk dat op uw SIM-kaart alarmnummers zijn opgeslagen. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie.
Een internationaal nummer kiezen
1. Houd de stylus op de toets in het telefoonvenster totdat het teken + wordt
weergegeven. Het teken + vervangt de plaatselijke code voor het aanvragen van een
internationale oproep (vanuit Nederland 00).
2. Voer het volledige telefoonnummer in en tik op Talk (Spreken). Het volledige
telefoonnummer bestaat uit de landcode, het netnummer (zonder de voorafgaande 0)
en het abonneenummer.

44 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliginginstellen
4.1 ActiveSync instellen
ActiveSync synchroniseert gegevens op uw toestel met gegevens op uw pc, zoals de
inhoud van Outlook. Gebruikt uw bedrijf of serviceprovider Microsoft Exchange Server
met Exchange ActiveSync, dan kan ActiveSync ook over een draadloos of mobiel netwerk
synchroniseren.
Met ActiveSync kunt u het volgende doen:
• Gegevens die op uw toestel staan, zoals e-mails, contactpersonen, de agenda of
taken uit Outlook, maar ook afbeeldingen, videoclips en muziek, synchroniseren met
gegevens op uw pc.
• E-mails, contactpersonen, afspraken en taken uit Outlook die op uw toestel staan,
rechtstreeks synchroniseren met een Microsoft Exchange-server, zodat al uw
gegevens actueel blijven, zelfs als uw pc uitgeschakeld is.
• Bestanden kopiëren van uw toestel naar uw pc en omgekeerd.
• Selecteren welke gegevenstypen worden gesynchroniseerd en opgeven hoeveel
gegevens worden gesynchroniseerd. Voor afspraken kunt u bijvoorbeeld opgeven
hoeveel weken terug die worden gesynchroniseerd.
• Programma’s toevoegen en verwijderen. Zie voor meer informatie Hoofdstuk 5,
“Programma’s toevoegen en verwijderen.”
ActiveSync op de computer installeren en instellen
1. Installeer ActiveSync op uw pc volgens de instructies op de installatie-cd.
2. Nadat de installatie voltooid is, wordt de
Synchronization Setup Wizard (Wizard
Instelling synchronisatie) automatisch
gestart wanneer u het toestel met de
pc verbindt. Met behulp van de wizard
creëert u een synchronisatierelatie
tussen uw computer en het toestel.
Klik op Next (Volgende).
3. Schakel het selectievakje Synchronize
directly with a server running Microsoft
Exchange Server (Rechtstreeks syn-
chroniseren met een Microsoft Exchange
Server) niet in als u uw toestel met een pc
wilt synchroniseren. Klik in dat geval op
Next (Volgende) en ga verder met stap 8.

Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 45
4. Als u uw toestel gaat synchroniseren met Exchange Server, schakelt u het
selectievakje Synchronize directly with a server running Microsoft Exchange
Server (Rechtstreeks synchroniseren met een Microsoft Exchange Server) in. Klik
vervolgens op Next (Volgende).
5. Typ in het scherm met Exchange Server-referenties het adres, uw gebruikersnaam,
wachtwoord en domeinnaam van Exchange Server.
Als u het adres en de domeinnaam van Exchange Server niet weet, kunt u de
netwerkbeheerder raadplegen of de gegevens als volgt op de pc opzoeken:
• Klik in Outlook opExtra > E-mailaccounts.
• Selecteer Bestaande e-mailaccounts weergeven of wijzigen.
• Dubbelklik op Microsoft Exchange Server.
• Op het scherm Exchange
Server-instellingen
wordt nu de naam van
de Exchange Server
weergegeven.
• Als u de domeinnaam wilt controleren, klikt u op Start > Settings (Instellingen)
> Control Panel (Configuratiescherm) en dubbelklikt u vervolgens op System
(Systeem).
Produktspecifikationer
Varumärke: | Qtek |
Kategori: | Mobil |
Modell: | S200 |
Behöver du hjälp?
Om du behöver hjälp med Qtek S200 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig
Mobil Qtek Manualer

23 Juli 2024

21 Juli 2024
Mobil Manualer
- Mobil Samsung
- Mobil Casio
- Mobil AEG
- Mobil Huawei
- Mobil Brondi
- Mobil HP
- Mobil Panasonic
- Mobil Fysic
- Mobil Garmin
- Mobil Motorola
- Mobil Medion
- Mobil Nokia
- Mobil Siemens
- Mobil Toshiba
- Mobil Acer
- Mobil Alcatel
- Mobil Aligator
- Mobil Allview
- Mobil Amplicomms
- Mobil Airbus
- Mobil Ecom
- Mobil Kruidvat
- Mobil Sharp
- Mobil Telefunken
- Mobil Hisense
- Mobil Hyundai
- Mobil Sony Ericsson
- Mobil RCA
- Mobil Sonim
- Mobil Sencor
- Mobil Festool
- Mobil Lenovo
- Mobil Polaroid
- Mobil Doro
- Mobil Sagem
- Mobil Lava
- Mobil Blu
- Mobil ZTE
- Mobil Sanyo
- Mobil Sunstech
- Mobil Nec
- Mobil Swissvoice
- Mobil HTC
- Mobil Olympia
- Mobil NGM
- Mobil Profoon
- Mobil Vodafone
- Mobil Pantech
- Mobil Eten
- Mobil Hagenuk
- Mobil Peaq
- Mobil Palm
- Mobil Emporia
- Mobil Phicomm
- Mobil Crosscall
- Mobil Iget
- Mobil T-Mobile
- Mobil Geemarc
- Mobil ITT
- Mobil Avus
- Mobil Beafon
- Mobil Teleline
- Mobil BenQ Siemens
- Mobil Telstra
- Mobil Hiptop
- Mobil Ulefone
- Mobil Swisstone
- Mobil Benefon
- Mobil STK
- Mobil Multi Care Systems
- Mobil Energizer
- Mobil Kdi
- Mobil Mobistel
- Mobil Itel
- Mobil KhoCell
- Mobil Jablotron
- Mobil Elson
- Mobil Sydney
- Mobil O2
- Mobil AT-T
- Mobil Maxcom
- Mobil AT Mobile
- Mobil Black-Berry
- Mobil Real Phone
- Mobil Auro
- Mobil Simvalley
- Mobil Binom
- Mobil Elliptik 8
- Mobil Orange
- Mobil Ubiquio
- Mobil I-mate
- Mobil Telme
- Mobil GoldGMT
- Mobil Matsunichi
- Mobil Meizu
- Mobil Gionee
- Mobil Ericsson
- Mobil Hi
- Mobil WayteQ
- Mobil Utano
- Mobil Siswoo
- Mobil Tecmobile
- Mobil Uniwa
- Mobil Raytac
- Mobil Sendo
Nyaste Mobil Manualer

8 Januari 2025

7 Januari 2025

7 Januari 2025

22 December 2024

19 December 2024

21 Oktober 2024

18 Oktober 2024

5 Oktober 2024

5 Oktober 2024

5 Oktober 2024