Hercules 2021 Bruksanvisning
Hercules
Cykel E-cykel
2021
Läs gratis den bruksanvisning för Hercules 2021 (93 sidor) i kategorin Cykel E-cykel. Guiden har ansetts hjälpsam av 13 personer och har ett genomsnittsbetyg på 4.9 stjärnor baserat på 7 recensioner. Har du en fråga om Hercules 2021 eller vill du ställa frågor till andra användare av produkten? Ställ en fråga
Sida 1/93

BELANGRIJK
VOOR GEBRUIK ZORGVULDIG LEZEN
BEWAREN ALS NASLAGWERK
MY21H03 - 36_1.0_08.12.2020
Gebruikshandleiding
Fiets

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 1
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruikshandleiding 5
1.1 Fabrikant 5
1.2 Taal 5
1.3 Wetgeving, normen en richtlijnen 5
1.4 Ter informatie 5
1.4.1 Waarschuwingen 5
1.4.2 Tekstopmaak 6
1.5 Modelplaat 7
1.6 Gebruikshandleiding identificeren 7
2 Veiligheid 8
2.1 Restrisico's 8
2.1.1 Brandgevaar 8
2.1.1.1 Heetgelopen remmen 8
2.1.2 Valgevaar 8
2.1.2.1 Verkeerde afstelling snelspanners 8
2.1.2.2 Verkeerd aanhaalmoment 8
2.1.3 Gevaar voor amputatie 8
2.2 Giftige stoffen 8
2.2.1 Remvloeistof 8
2.2.2 Veringolie 8
2.3 Eisen aan de berijder 8
2.4 Kwetsbare groepen 8
2.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen 8
2.6 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen 9
2.7 Gedrag in noodgevallen 9
2.7.1 Gevaarlijke situaties in het wegverkeer 9
2.7.2 Vrijgekomen remvloeistof 9
2.7.3 Vrijgekomen smeermiddelen en olie
uit de vork 10
2.7.4 Vrijgekomen smeermiddelen en olie
uit de achterbouwdemper 10
3 Overzicht 11
3.1 Beschrijving 12
3.1.1 Wiel 12
3.1.1.1 Ventiel 12
3.1.2 Vering 12
3.1.2.1 Starre vork 12
3.1.2.2 Verende voorvork 12
3.1.2.3 Achterbouwdemper 15
3.1.2.4 Suntour achterbouwdemper 16
3.1.2.5 RockShox achterbouwdemper 16
3.1.3 Remsysteem 17
3.1.3.1 Velgrem 17
3.1.3.2 Schijfrem 17
3.1.3.3 Terugtraprem 18
3.1.4 Aandrijfsysteem 18
3.2 Bedoeld gebruik 19
3.3 Niet-bedoeld gebruik 20
3.4 Technische gegevens 21
3.4.1 Fiets 21
3.4.2 Aanhaalmoment 21
3.5 Beschrijving van besturing en
weergaven 21
3.5.1 Stuur 21
3.6 Omgevingseisen 22
4 Transport en opslag 24
4.1 Verzending 24
4.2 Transport 24
4.2.1 Transportbeveiliging rem gebruiken 24
4.3 Opslag 24
5 Montage 25
5.1 Vereist gereedschap 25
5.2 Uitpakken 25
5.2.1 Levering 25
5.3 In gebruik nemen 25
5.3.1 Wiel monteren in Suntour-vork 26
5.3.1.1 Schroefas (15 mm) 26
5.3.1.2 Schroefas (20 mm) 26
5.3.1.3 Opsteekas 27
5.3.1.4 Snelspanner 28
5.3.2 Wiel monteren in FOX-vork 29
5.3.2.1 Snelspanner (15 mm) 29
5.3.2.2 Kabolt-as 30
5.3.3 Voorbouw en stuur controleren 30
5.3.3.1 Verbindingen controleren 30
5.3.3.2 Goede bevestiging 31
5.3.3.3 Lagerspeling controleren 31
5.4 Verkoop van de fiets 31
6 Gebruik 32
6.1 Gevaren en risico's 32
6.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen 33
6.3 Instructie en klantenservice 34
6.4 Fiets aanpassen 34
6.4.1 Zadel afstellen 34
6.4.1.1 Zadelhoek afstellen 34
6.4.1.2 Zithoogte bepalen 34
6.4.1.3 Zithoogte met snelspanner afstellen 35
6.4.1.4 Zitpositie afstellen 35
6.4.2 Stuur afstellen 36
6.4.3 Voorbouw afstellen 36
6.4.3.1 Stuurhoogte afstellen 36
6.4.3.2 Spankracht snelspanners afstellen 36
6.4.4 Rem afstellen 36
6.4.5 Remvoeringen inrijden 37
6.4.5.1 Grijpafstand Magura HS33 remhendel
afstellen 37
6.4.5.2 Grijpafstand Magura HS22 remhendel
afstellen 37
6.4.5.3 Grijpafstand Magura schijfremhendel
afstellen 38
6.4.5.4 Drukpunt Magura remhendel afstellen 38

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 2
Inhoudsopgave
6.4.6 Sag van de demping afstellen 39
6.4.6.1 Suntour-vork met stalen vering afstellen 39
6.4.6.2 Suntour-vork met luchtvering afstellen 40
6.4.6.3 Suntour achterbouwdemper
afstellen 41
6.4.6.4 RockShox-vork met stalen vering
afstellen 41
6.4.6.5 RockShox-vork met luchtvering afstellen 42
6.4.6.6 RockShox achterbouwdemper
afstellen 43
6.4.7 Trekdemping afstellen 44
6.4.7.1 Suntour voorvork met luchtvering
afstellen 45
6.4.7.2 Suntour achterbouwdemper
afstellen 45
6.4.7.3 RockShox verende voorvork afstellen 46
6.4.7.4 RockShox achterbouwdemper afstellen 46
6.4.8 Drukdemper van de achterbouwdemper 47
6.4.8.1 Drukdemper Suntour
achterbouwdemper afstellen 48
6.4.8.2 RockShox drukdemper afstellen 48
6.5 Accessoires 49
6.5.1 Kinderzitje 49
6.5.2 Aanhanger 50
6.5.2.1 Vrijgegeven aanhangers voor de
enviolo versnellingsnaaf 50
6.5.3 Bagagedrager 51
6.5.4 Verende voorvork met schroefveren 51
6.5.5 Tubeless en airless 51
6.6 Voor het rijden 52
6.7 Zijstandaard omhoog klappen 53
6.8 Bagagedrager gebruiken 53
6.9 Zadel gebruiken 53
6.10 Rem 54
6.10.1 Remhendel gebruiken 54
6.10.2 Terugtraprem gebruiken 54
6.11 Vering en demping 55
6.11.1 Drukdemper van de verende voorvork 55
6.11.1.1 Suntour drukdemper afstellen 56
6.11.1.2 RockShox drukdemper
afstellen 57
6.11.1.3 RockShox drempel achterbouwdemper
afstellen 57
6.12 Versnelling 58
6.12.1 Derailleur gebruiken 58
6.12.2 Versnellingsnaaf gebruiken 58
6.13 Fiets parkeren 60
7 Reinigen en onderhouden 61
7.1 Reiniging elke keer na het rijden 62
7.1.1 Verende voorvork reinigen 62
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen 62
7.1.3 Pedalen reinigen 62
7.2 Grondige reiniging 62
7.2.1 Frame reinigen 62
7.2.2 Voorbouw reinigen 62
7.2.3 Wiel reinigen 62
7.2.4 Aandrijfelementen reinigen 63
7.2.5 Achterbouwdemper reinigen 63
7.2.6 Ketting reinigen 63
7.2.7 Rem reinigen 63
7.2.8 Zadel reinigen 63
7.3 Onderhoud 64
7.3.1 Onderhoud aan het frame 64
7.3.2 Onderhoud aan de voorbouw 64
7.3.3 Onderhoud aan de vork 64
7.3.4 Onderhoud aan de aandrijfelementen 64
7.3.5 Onderhoud aan de pedalen 64
7.3.6 Onderhoud aan de ketting 64
7.4 Onderhouden 65
7.4.1 Wiel 65
7.4.1.1 Banden controleren 65
7.4.1.2 Velgen controleren 65
7.4.1.3 Vuldruk controleren en corrigeren 65
7.4.2 Remsysteem 66
7.4.3 Remvoeringen op slijtage controleren 66
7.4.4 Drukpunt controleren 67
7.4.5 Remschijven op slijtage controleren 67
7.4.6 Elektrische bekabeling en remkabels
controleren 67
7.4.7 Versnelling controleren 67
7.4.8 Voorbouw controleren 67
7.4.9 Riem- en kettingspanning controleren 67
8 Onderhoud 68
8.1 Veersystemen 69
8.1.1 Achterbouwdemper 69
8.1.2 Verende voorvork 70
8.1.3 Geveerde zadelpen 71
8.2 As met snelspanner 71
8.2.1 Snelspanner controleren 72
8.3 Voorbouw onderhouden 72
8.4 Versnelling instellen 72
8.4.1 Versnelling met bowdenkabelbediening,
enkel 72
8.4.2 Versnelling met bowdenkabelbediening,
dubbel 73
8.4.3 Draaibare handvatschakelaar met
bowdenkabelbediening, dubbel 73
9 Storingen zoeken, storingen
verhelpen en reparatie 74
9.1 Verlichting 74
9.2 Versnelling 74
9.3 Verende voorvork 75
9.3.1 Te snel uitveren 75
9.3.2 Te langzaam uitveren 76
9.3.3 Vering bij kuilen te zacht 77
9.3.4 Te harde demping bij oneffenheden 78

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 3
Inhoudsopgave
9.4 Achterbouwdemper 79
9.4.1 Te snel uitveren 79
9.4.2 Te langzaam uitveren 80
9.4.3 Vering bij kuilen te zacht 81
9.4.4 Te harde demping bij oneffenheden 82
9.5 Reparatie 83
9.5.1 Originele onderdelen en smeermiddelen 83
9.5.2 Verlichting vervangen 83
9.5.3 Koplamp afstellen 83
9.5.4 Controle of de band vrijloopt 83
10 Recycling en afvoer 84
11 Documenten 85
11.1 Montageprotocol 85
11.2 Onderhoudshandleiding 87
12 Terminologie 89
13 Trefwoordenregister 92

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 4
Over deze gebruikshandleiding
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Fietsen van HERCULES zijn fietsen van de
hoogste kwaliteit. U hebt een goede keus
gemaakt. Eindmontage, advies en instructie
worden door uw dealer verzorgd. Of het nu gaat
om onderhoud, ombouw of reparatie – uw dealer
zal ook in de toekomst voor u klaar staan.
Bij uw nieuwe fiets ontvangt u deze
gebruikshandleiding. Neemt u alstublieft de tijd
om uw nieuwe fiets te leren kennen. Houdt u zich
aan de tips en suggesties in de
gebruikshandleiding. Zo zult u lang plezier
hebben van uw fiets. Wij wensen u veel plezier en
altijd een goede en behouden vaart!
Deze gebruikshandleiding richt zich in hoofdzaak
tot de berijder resp. de eigenaar. Het doel is om
technische leken de fiets veilig te kunnen laten
gebruiken.
Om de gebruikshandleiding
ook tijdens het rijden bij de
hand te hebben, kunt u
deze via het volgende
internetadres op uw
mobiele telefoon
downloaden:
https://www.hercules-bikes.de/de/de/index/
downloads.html.
Copyright
© ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Verspreiding en vermenigvuldiging van deze
gebruikshandleiding, evenals exploitatie en
mededeling van de inhoud zijn verboden voor
zover niet uitdrukkelijk toegestaan. Overtreding
hiervan verplicht tot schadevergoeding. Alle
rechten voor eventuele octrooiaanvragen,
aanvragen voor gebruiksmodellen of
Gemeenschapsmodellen voorbehouden.
Redactie
Tekst en afbeeldingen:
ZEG Zweirad-Einkaufs-Genossenschaft eG
Longericher Straße 2
50739 Köln, Germany
Vertaling
RKT Übersetzungs- und Dokumentations-GmbH
Markenstraße 7
40227 Düsseldorf, Germany
Contact bij vragen over of problemen met
deze gebruikshandleiding:
tecdoc@zeg.de
Aanwijzing
De gebruikshandleiding vervangt niet de
persoonlijke instructie door de uitleverende
dealer.
Deze gebruikshandleiding is onderdeel van de
fiets. Wanneer deze te zijner tijd wordt
doorverkocht, moet de gebruikshandleiding aan
de nieuwe eigenaar worden overhandigd.
Enkele paragrafen richten zich speciaal tot de
dealer. Het doel van deze paragrafen is vooral
om de eerste montage en het onderhoud veilig te
kunnen uitvoeren. De paragrafen die zich richten
tot de dealer hebben een grijze achtergrond en
zijn gemarkeerd met een moersleutelpictogram.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 5
Over deze gebruikshandleiding
1Over deze
gebruikshandleiding
1.1 Fabrikant
De fabrikant van de fiets is:
HERCULES GmbH
Longericher Straße 2
50739 Köln, Germany
Tel.: +49 4471 18735 0
Fax: +49 4471 18735 29
E-mail: info@hercules-bikes.de
Internet: www.hercules-bikes.de
Interne wijzigingen voorbehouden.
De informatie in deze gebruikshandleiding komt
overeen met de vrijgegeven technische
specificaties op het moment van druk. Relevante
wijzigingen worden verwerkt in een nieuwe
publicatieversie van de gebruikshandleiding. Alle
wijzigingen op deze gebruikshandleiding vindt u
onder:
https://www.hercules-bikes.de/de/de/index/
downloads.htm
1.2 Taal
De originele gebruikshandleiding is opgesteld in
de Duitse taal. Een vertaling daarvan is zonder de
originele gebruikshandleiding niet geldig.
1.3 Wetgeving, normen en richtlijnen
Deze gebruikshandleiding voldoet aan de
essentiële eisen van:
• EN-ISO 4210-1:2014 – Rijwielen -
Veiligheidseisen voor fietsen - Deel 1: Termen en
definities
• EN 11243:2016, Fietsen – Bagagedragers voor
fietsen – Eisen en beproevingsmethoden,
• IEC/IEEE 82079-1:2019 – Preparation of
information for use (instructions for use) of
products – Part 1: Principles and general
requirements
• EN-ISO 17100:2015/A1:2017 Vertaaldiensten –
Eisen aan vertaaldiensten.
1.4 Ter informatie
Voor een betere leesbaarheid worden in deze
gebruikshandleiding verschillende markeringen
gebruikt.
1.4.1 Waarschuwingen
Waarschuwingen geven gevaarlijke situaties en
handelingen aan. In de gebruikshandleiding vindt
u onderstaande waarschuwingen:
Niet in acht nemen leidt tot ernstig letsel of de
dood. Hoog risico.
Kan bij niet in acht nemen leiden tot ernstig letsel
of de dood. Gemiddeld risico.
Kan bij niet in acht nemen leiden tot gering letsel
of letsel. Laag risico.
Aanwijzing
Kan bij niet in acht nemen leiden tot materiële
schade.
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 6
Over deze gebruikshandleiding
1.4.2 Tekstopmaak
In de gebruikshandleiding vindt u onderstaande
schrijfwijzen:
Aanwijzingen voor de dealer hebben een grijze
ondergrond. Ze zijn gemarkeerd met een
moersleutelpictogram. Informatie voor de dealer
mag door technische leken niet worden opgevat
als vrijbrief om de betreffende handelingen uit te
voeren.
Schrijfwijze Gebruik
cursief Terminologiebegrip
blauw onderstreept Link
grijs onderstreept Kruisverwijzingen
Vinkje Voorwaarde
Driehoek Instructiestap zonder
volgorde
1Instructiestap Meerdere stappen in
voorgeschreven
volgorde
Resultaat van de stap
GEBLOKKEERD Weergaven op het
display
• Opsommingen
Geldt uitsluitend voor
fietsen met deze uitrusting Elk type is voorzien van
een andere uitrusting.
Op alternatief
toegepaste
componenten wordt
gewezen door middel
van een aanwijzing
onder de kop.
Tabel 1: Tekstopmaak

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 7
Over deze gebruikshandleiding
1.5 Modelplaat
De modelplaat bevindt zich op het frame. Zie voor
de exacte positie van de modelplaat afbeelding 2.
Op de modelplaat staan zeven gegevens.
Afbeelding 1: Voorbeeld typeplaat
1.6 Gebruikshandleiding
identificeren
Het identificatienummer van de
gebruikshandleiding bevindt zich linksonder op
elke pagina. Het identificatienummer is
opgebouwd uit het documentnummer, de
publicatieversie en de verschijningsdatum.
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Contactgegevens fabrikant Via dit adres kunt u de fabrikant bereiken. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.
2 Typenummer Aan elke fiets is een achtcijferig typenummer toegekend, dat het bouwjaar, het type fiets
en de betreffende variant beschrijft. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.
3 Fietstype Meer informatie vindt u in paragraaf 3.2.
4 Veiligheidsmarkeringen Meer informatie vindt u in paragraaf 1.4.
5 Veiligheidsmarkeringen Meer informatie vindt u in paragraaf 1.4.
6 Toepassingsgebied Meer informatie vindt u in paragraaf 3.2.
7 Maximaal totaalgewicht Het maximale totaalgewicht is het maximale gewicht van de volledig samengebouwde
fiets plus berijder plus bagage.
Tabel 2: Gegevens modelplaat
Hercules GmbH
Longericher Str. 2
50739 Köln, Germany
Typ:
21-10-1005
ISO 4210-2
125 kg
1
3
4
7
6
5
2
Identificatienummer MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 8
Veiligheid
2 Veiligheid
2.1 Restrisico's
2.1.1 Brandgevaar
2.1.1.1 Heetgelopen remmen
De remmen kunnen tijdens gebruik zeer heet
worden. Bij contact kunnen brandwonden
optreden of kan brand ontstaan.
Vermijd contact met de rem en de motor direct
na het rijden.
Zet de fiets direct na het rijden niet op een
ontvlambare ondergrond (gras, hout, enz.).
2.1.2 Valgevaar
2.1.2.1 Verkeerde afstelling snelspanners
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. Hierdoor kunnen onderdelen
breken. Een val met letsel is het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
2.1.2.2 Verkeerd aanhaalmoment
Wanneer een schroef te strak wordt vastgedraaid,
kan deze breken. Wanneer een schroef te los
wordt vastgedraaid, kan deze losraken. Een val
met letsel is het gevolg.
Neem altijd het op de schroef resp. in de
gebruikshandleiding vermelde
aanhaalmoment in acht.
2.1.3 Gevaar voor amputatie
De remschijf van de schijfrem is zo scherp, dat
deze ernstig letsel van de vingers veroorzaakt
wanneer deze in de openingen van de remschijf
komen.
Houd de vingers altijd verwijderd van
draaiende remschijven.
2.2 Giftige stoffen
2.2.1 Remvloeistof
Door een ongeval of door materiaalmoeheid kan
remvloeistof vrijkomen. De remvloeistof kan bij
inslikken en inademen dodelijk zijn.
Probeer nooit de reminstallatie uit elkaar te
halen.
Vermijd huidcontact.
Adem de dampen niet in.
2.2.2 Veringolie
De veringolie in de achterbouwdemper en de vork
irriteert de luchtwegen, leidt tot mutaties in
kiemcellen en tot steriliteit, veroorzaakt kanker en
is toxisch bij huidcontact.
Probeer nooit de achterbouwdemper of
geveerde vork uit elkaar te halen.
Vermijd huidcontact.
2.3 Eisen aan de berijder
De lichamelijke, motorische en geestelijke
vermogens van de berijder dienen voldoende te
zijn voor deelname aan het verkeer.
2.4 Kwetsbare groepen
Wanneer de fiets door minderjarigen wordt
gebruikt, moet een opvoeder kinderen grondig
instrueren.
2.5 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Draag ter bescherming een geschikte fietshelm,
stevige schoenen en lange, nauwsluitende
kleding.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 9
Veiligheid
2.6 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen
Op de typeplaat van de fiets bevinden zich
onderstaande veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen:
2.7 Gedrag in noodgevallen
2.7.1 Gevaarlijke situaties in het
wegverkeer
Rem bij alle gevaren in het wegverkeer de fiets
met de rem af tot stilstand.
2.7.2 Vrijgekomen remvloeistof
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften af.
Breng slachtoffers uit de gevarenzone en in de
frisse lucht.
Laat slachtoffers nooit zonder toezicht.
Verwijder onmiddellijk met remvloeistof
verontreinigde kleding.
Adem de dampen niet in. Zorg voor voldoende
ventilatie.
Draag ter bescherming handschoenen en een
veiligheidsbril.
Houd onbeschermde personen op afstand.
Houd rekening met gevaar door uitglijden door
vrijgekomen remvloeistof.
Houd vrijgekomen remvloeistof verwijderd
open vuur, hete oppervlakken en
ontstekingsbronnen.
Vermijd contact met huid en ogen.
Na inademen
Zorg voor ventilatie. Neem bij klachten
onmiddellijk contact op met een arts.
Na huidcontact
Was de betroffen huid met water en zeep en
spoel deze goed af. Verwijder verontreinigde
kleding. Neem bij klachten onmiddellijk contact
op met een arts.
Na oogcontact
Spoel de ogen ten minste 10 minuten met
geopende oogleden uit onder stromend water,
ook onder de oogleden. Neem bij oogcontact of
klachten onmiddellijk contact op met een arts.
Na inslikken
Spoel de mond uit met water. Wek nooit braken
op. Verstikkingsgevaar!
Leg een persoon die begint te braken en op de
rug ligt, in de stabiele zijligging. Neem
onmiddellijk contact op met een arts.
Milieubeschermingsmaatregelen
Laat remvloeistof nooit in het riool, waterlopen
of het grondwater terechtkomen.
Meld indringing in de bodem, verontreiniging
van waterlopen of het riool bij de
verantwoordelijke autoriteiten.
Neem bij klachten veroorzaakt door
verbrandingsgassen of vrijkomende vloeistoffen
onmiddellijk contact op met een arts.
Picto-
gram Toelichting
Algemene waarschuwing
Neem de gebruikshandleiding in acht
Tabel 3: Betekenis veiligheidsmarkeringen
Picto-
gram Toelichting
Gebruiksaanwijzing lezen
Recyclebaar materiaal
Tabel 4: Veiligheidsaanwijzingen

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 10
Veiligheid
2.7.3 Vrijgekomen smeermiddelen en olie
uit de vork
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit de
vork veilig voor het milieu en conform de wettelijke
voorschriften af.
Neem contact op met de dealer.
2.7.4 Vrijgekomen smeermiddelen en olie
uit de achterbouwdemper
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper veilig voor het milieu en
conform de wettelijke voorschriften af.
Neem contact op met de dealer.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 11
Overzicht
3Overzicht
Afbeelding 2: Fiets van rechts gezien, voorbeeld
1 Voorwiel
2Vork
3 Voorspatbord
4 Koplamp
5Stuur
6 Voorbouw
7Frame
8 Zadelpen
9 Zadel
10 Bagagedrager
11 Achterwiel
12 Achterlicht
13 Achterspatbord
14 Zijstandaard
15 Ketting
16 Kettingbeschermer
17 Pedaal
12345678910111213
14 15 16 17

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 12
Overzicht
3.1 Beschrijving
3.1.1 Wiel
Afbeelding 3: Zichtbare componenten van het wiel
1 Band
2Velg
3 Spaak
4 Spaaknippel
5 Naaf
6Ventiel
Het wiel bestaat uit een wiel, een binnenband met
ventiel en een buitenband.
3.1.1.1 Ventiel
Elk wiel heeft een ventiel. Het dient om de band te
vullen met lucht. Elk ventiel is voorzien van een
ventieldop. De aangebrachte ventieldop houdt het
ventiel vrij van stof en vuil.
De fiets is voorzien van een klassiek Blitzventiel,
een Frans ventiel of een autoventiel.
3.1.2 Vering
Deze modelserie maakt gebruik van zowel starre als
verende voorvorken.
3.1.2.1 Starre vork
Starre vorken hebben geen vering. Ze dragen de
uitgeoefende spier- en motorkracht optimaal over op
de weg. Bij steile wegen is bij fietsen met een starre
vork het energieverbruik minder en het bereik groter
dan bij fietsen met vering.
3.1.2.2 Verende voorvork
Een verende voorvork veert door middel van een
stalen veer of een luchtveer.
Een verende voorvork verbetert het contact met de
ondergrond en het comfort door middel van twee
functies: de vering en de demping. Bij een fiets met
vering wordt een schok, bv. door een op de weg
liggende steen, niet via de vork rechtstreeks naar het
lichaam van de berijder geleid, maar door het
veersysteem opgevangen. De verende voorvork
wordt daarbij samengedrukt.
Afbeelding 4: zonder vering (1) en met vering (2)
Na het samendrukken keert de verende voorvork
terug naar de oorspronkelijke stand. Wanneer een
demper aanwezig is, remt deze de beweging af en
voorkomt zo, dat het veersysteem
ongecontroleerd terugveert en de vork op en neer
blijft schommelen. Dempers, die
samendrukbewegingen dempen, dus een
belasting op druk, worden drukdempers of
compressiedempers genoemd.
Dempers, die uittrekbewegingen dempen, dus
een belasting op trek, worden trekdempers of
rebounddempers genoemd.
Bij elke verende voorvork kan het samendrukken
worden geblokkeerd. Hierdoor gedraagt de verende
voorvork zich als een starre vork.
1
2
3
6
5
4
12

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 13
Overzicht
Negatieve veerweg
De negatieve veerweg (sag) is het percentage van
de totale veerweg dat door het gewicht van de
berijder inclusief uitrusting (bv. een rugzak), de
zitpositie en de framegeometrie wordt ingedrukt.
De sag treedt niet op door het rijden.
Bij een optimale afstelling veert de fiets met
gecontroleerde snelheid uit. Het wiel blijft bij
oneffenheden in contact met de ondergrond
(blauwe lijn).
De kop van de voorvork, het stuur en de berijder
volgen bij het rijden over oneffenheden ongeveer
de ondergrond (groene lijn). De beweging van de
vering is voorspelbaar en gecontroleerd.
Afbeelding 5: Optimaal rijgedrag van de vork
Bij een optimale afstelling werkt de vork in
heuvelachtig terrein het inveren tegen, blijft deze
hoger in de veerweg en ondersteunt deze de
berijder om zijn snelheid bij het rijden in
heuvelachtige delen van het terrein vast te
houden.
Afbeelding 6: Optimaal rijgedrag van de vork in heuvelachtig terrein
Bij een optimale afstelling veert de vork bij het
raken van oneffenheden snel en ongehinderd in
en vangt deze de oneffenheid op. De tractie blijft
in stand (blauwe lijn).
De vork reageert snel op de schok. De kop van het
stuur en het stuur zelf gaan bij het opvangen van
de oneffenheid iets omhoog (groene lijn).
Afbeelding 7: Optimaal rijgedrag van de vork bij oneffenheden

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 14
Overzicht
Voorvork met stalen veer
De voorbouw en het stuur zijn bevestigd op de
vorkschacht. Het wiel is bevestigd op de as.
Afbeelding 8: Voorbeeld Suntour voorvork met stalen veer
Voorvork met luchtvering
De voorvork met luchtvering is voorzien van een
luchtveersamenstel (oranje), een drukdempersa-
menstel (blauw) en deels van een trekdempersa-
menstel (rood).
Afbeelding 9: Voorbeeld RockShox Lyrik Select vork
1 Vorkschacht
2 Afstelwiel sag
3 Kroon
4 Vuilafstrijker
5Q-loc
6As
7 Uitvaleinde van de vork
8 Standbuis
9 Drukdemperafsteller
1
1
2
3
4
5
6
8
9
7
1 Luchtventiel
2 Klepje van het luchtventiel
3 Vorkschacht
4 Afstelwiel sag
5 Trekdemperafsteller
6 Standbuis
1
2
3
4
5
6

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 15
Overzicht
3.1.2.3 Achterbouwdemper
Bij een optimale afstelling veert de
achterbouwdemper met gecontroleerde snelheid
uit. Het achterwiel stuitert niet van de oneffenheid
of de ondergrond op, maar behoudt het contact
met de ondergrond (blauwe lijn).
Het zadel wordt iets opgetild wanneer de
oneffenheid wordt opgevangen en zakt iets
omlaag wanneer de vering inveert als het wiel na
de oneffenheid weer contact maakt met de
ondergrond. De achterbouwdemper veert
gecontroleerd uit zodat de berijder horizontaal
blijft terwijl de volgende oneffenheid wordt
opgevangen. De beweging van de vering is
voorspelbaar en gecontroleerd en de berijder
wordt niet omhoog of naar voren geworpen
(groene lijn).
Afbeelding 10: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper
Bij een optimale afstelling werkt de
achterbouwdemper het inveren tegen, blijft deze
hoger in de veerweg en ondersteunt deze de
berijder om zijn snelheid bij het rijden in
heuvelachtige delen van het terrein vast te
houden.
Afbeelding 11: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper in heuvelachtig terrein
Bij een optimale afstelling veert de
achterbouwdemper bij het raken van
oneffenheden snel en ongehinderd in en vangt
deze de oneffenheid op. De tractie blijft in stand
(blauwe lijn).
Het zadel gaat bij het opvangen van de
oneffenheid iets omhoog (groene lijn).
Afbeelding 12: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper bij oneffenheden

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 16
Overzicht
3.1.2.4 Suntour achterbouwdemper
De achterbouwdemper is voorzien van een
luchtveer, een drukdemper en een trekdemper.
Afbeelding 13: Voorbeeld achterbouwdemper I
3.1.2.5 RockShox achterbouwdemper
De achterbouwdemper van de fiets is voorzien van
zowel een luchtveer als een drukdemper en een
trekdemper.
.
Afbeelding 14: Voorbeeld Monarch RL
1Luchtkamer
2 Reboundhendel (trekdemperafstelling)
3 Luchtventiel
4 Lockout-hendel
5 Totale lengte van de demper
6 Negatieve veerweg van de achterbouwdemper
7 Dempereenheid
8O-ring
3
1
7
2
4
8
5
6
1 Hendel van de drempel
2 Trekdemperafsteller
3 Luchtventiel
4O-ring
5 Schaalverdeling
6 Luchtkamer
1
2
3
45

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 17
Overzicht
3.1.3 Remsysteem
Elke fiets is voorzien van een hydraulisch
remsysteem. In een gesloten slangenstelsel
bevindt zich remvloeistof. Wanneer de berijder
aan de remhendel trekt, wordt via de remvloeistof
de rem op het wiel geactiveerd.
De fiets is voorzien van ofwel:
• een velgrem op voorwiel en achterwiel,
• een schijfrem op voorwiel en achterwiel, of
• een velgrem op voorwiel en achterwiel en
aanvullend een terugtraprem.
De mechanische remmen dienen als
noodstopvoorziening en leiden tot een snelle en
veilige stop in noodgevallen.
3.1.3.1 Velgrem
Afbeelding 15: Remsysteem met velgrem in detail,
voorbeeld Magura HS22
1 Velgrem achterwiel
2 Brake-booster
3 Remblokken
4Stuur met remhendel
5 Velgrem voorwiel
Afbeelding 16: Vergrendelingshendel van de velgrem,
gesloten (1) en geopend (2)
De velgrem stopt de beweging van het wiel
doordat, wanneer de berijder in de remhendel
knijpt, twee tegenover elkaar gelegen remblokken
tegen de velg worden gedrukt. De hydraulische
velgrem is voorzien van een
vergrendelingshendel. De vergrendelingshendel
van de velgrem heeft geen opschrift. De
vergrendelingshendel van de velgrem mag
uitsluitend door een dealer worden afgesteld.
3.1.3.2 Schijfrem
Afbeelding 17: Remsysteem met schijfrem, voorbeeld
1 Remschijf
2 Remzadel met remvoeringen
3Stuur met remhendel
4 Remschijf voorwiel
5 Remschijf achterwiel
Bij een fiets met schijfrem is de remschijf vast
verbonden met de naaf van het wiel.
Door te trekken aan de remhendel wordt de
remdruk opgebouwd. Door middel van de
remvloeistof wordt de druk via de remleidingen
naar de cilinders op het remzadel geleid. De
remkracht wordt door middel van een
overbrenging versterkt en op de remvoeringen
overgebracht. Deze remmen de remschijf
mechanisch af. Wanneer de remhendel wordt
ingeknepen, worden de remvoeringen tegen de
remschijf gedrukt en wordt de beweging van het
wiel afgeremd tot stilstand.
1
2
3
4
5
21
1
2
3
4
5

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 18
Overzicht
3.1.3.3 Terugtraprem
Afbeelding 18: Remsysteem met terugtraprem, voorbeeld
1 Velgrem achterwiel
2Stuur met remhendel
3 Velgrem voorwiel
4Pedaal
5 Terugtraprem
De terugtraprem stopt de beweging van het
achterwiel wanneer de berijder tegen de
rijbeweging in op de pedalen trapt.
3.1.4 Aandrijfsysteem
De fiets wordt aangedreven met spierkracht door
middel van de kettingaandrijving. De kracht, die
door het trappen op de pedalen in de rijrichting
wordt uitgeoefend, drijft het voorste kettingwiel
aan. Via de ketting wordt de kracht overgedragen
op het achterste kettingwiel en vervolgens op het
achterwiel.
Afbeelding 19: Schema mechanisch aandrijfsysteem
1 Rijrichting
2 Ketting
3 Achterste kettingwiel
4 Voorste kettingwiel
5 Pedaal
5
2
3
4
1
1
2
543

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 11
Overzicht
3.2 Bedoeld gebruik
De fiets mag uitsluitend in correcte functionele
toestand worden gebruikt. Er kunnen van de
seriefabricage afwijkende voorschriften aan
fietsen worden gesteld. Voor deelname aan het
verkeer gelden deels bijzondere voorschriften met
betrekking tot de rijverlichting, de reflectoren en
andere onderdelen.
De algemene wetgeving en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en ter bescherming
van het milieu van het betreffende gebruiksland
moeten in acht worden genomen. Alle instructies
en checklists in deze gebruikshandleiding moeten
worden aangehouden. Montage van
goedgekeurde accessoires door een vakman is
toegestaan.
Aan elke fiets is een bepaald fietstype toegekend
waaruit het bedoelde gebruik, de functie en het
toepassingsgebied volgt.
Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn bedoeld voor
dagelijks, comfortabel
gebruik. Ze zijn
geschikt voor deel-
name aan het open-
bare verkeer.
Deze gebruikshand-
leiding moet voor
ingebruikname door
de opvoeder van de
minderjarige berijder
worden gelezen en
begrepen.
De inhoud van deze
gebruikshandleiding
moet, op een bij zijn
leeftijd passende
wijze, aan de berijder
worden overgedra-
gen.
Kinder- en jeugdfiet-
sen zijn geschikt voor
deelname aan het
verkeer. Om orthope-
dische redenen moet
de grootte van de
fiets regelmatig wor-
den gecontroleerd.
Ten minste elke drie
maanden moet wor-
den gecontroleerd of
nog aan het de toege-
stane totaalgewicht is
voldaan.
Mountainbikes zijn
bedoeld voor sportief
gebruik. Construc-
tieve kenmerken zijn
een korte wielbasis,
een naar voren ver-
schoven zitpositie en
remmen met geringe
bedienkracht.
De mountainbike is
sportuitrusting, die
naast lichamelijke fit-
heid een gewen-
ningsfase vereist. Het
gebruik moet getraind
worden; in het bijzon-
der moet worden
geoefend in het
maken van bochten
en het remmen.
De belasting op de
berijder, in het bijzon-
der op handen en pol-
sen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Een ongeoe-
fende berijder neigt
gemakkelijk tot te
hard remmen, wat
leidt tot verlies van
controle.
De racefiets is
bedoeld voor snel rij-
den op wegen met
een goed, onbescha-
digd wegoppervlak.
De racefiets is spor-
tuitrusting en geen
verkeersmiddel. De
racefiets onder-
scheidt zich door zijn
lichte uitvoering en
door minder voor het
fietsen benodigde
onderdelen.
De framegeometrie
en de positie van de
bedieningselemen-
ten zijn bedoeld om
met hoge snelheden
te kunnen rijden.
Door de framecon-
structie is oefening
vereist voor het veilig
op- en afstappen, het
langzaam rijden en
het remmen.
De zitpositie is spor-
tief. De belasting op
de berijder, in het bij-
zonder op handen en
polsen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Deze zitpositie
vereist lichamelijke
fitheid.
De transportfiets is
geschikt voor het
dagelijks transporte-
ren van lasten in het
openbare wegver-
keer.
Het transporteren van
lasten vereist handig-
heid en lichamelijke
fitheid om het extra
gewicht in balans te
houden. De wisse-
lende beladingstoe-
standen en
gewichtsverdelingen
vereisen oefening en
handigheid bij het
remmen en het rijden
door bochten.
De lengte en breedte
en de draaicirkel ver-
eisen een relatief
lange gewennings-
fase. Het besturen
van een transport-
fiets vereist anticipe-
rend rijden. Dat geldt
voor het wegverkeer
en voor de toestand
van de weg.
De vouwfiets is
geschikt voor deel-
name aan het open-
bare verkeer.
De vouwfiets kan
worden samengevou-
wen en daarmee
geschikt voor ruimte-
besparend transport,
bijvoorbeeld in het
openbaar vervoer of
een personenauto.
De vouwbaarheid van
de vouwfiets vereist
het gebruik van kleine
wielen en lange rem-
leidingen en bowden-
kabels. Onder
verhoogde belasting
moet daarom reke-
ning worden gehou-
den met een
verminderde rijstabili-
teit en remwerking,
verminderd comfort
en verminderde han-
teerbaarheid.
Tabel 5: Bedoeld gebruik voor elk fietstype

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 12
Overzicht
3.3 Niet-bedoeld gebruik
Niet in acht nemen van het bedoelde gebruik leidt
tot gevaar voor persoonlijk letsel en materiële
schade. Dit gebruik is voor de fiets verboden:
• rijden met een beschadigde of incomplete fiets,
• rijden op trappen,
• meenemen van andere personen,
• rijden met overmatige bagage,
• rijden met losse handen,
• rijden op ijs en sneeuw zonder winteruitrusting,
• ondeskundig onderhoud,
• ondeskundige reparatie,
• zware gebruiksomstandigheden zoals
beroepsmatig gebruik, en
• stunts en sprongen.
Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn geen sportfiet-
sen. Bij sportief
gebruik moet reke-
ning worden gehou-
den met verminderde
rijstabiliteit en vermin-
derd comfort.
Kinder- en jeugdfiet-
sen zijn geen speel-
goed.
Mountainbikes
moeten voor deel-
name aan het
verkeer overeen-
komstig de nationale
wet- en regelgeving
alsnog worden voor-
zien van verlichting,
een bel, enz.
Racefietsen moeten
voor deelname aan
het verkeer overeen-
komstig de nationale
wet- en regelgeving
alsnog worden voor-
zien van verlichting,
een bel, enz.
De transportfiets is
geen toer- of sport-
fiets.
De vouwfiets is geen
sportfiets.
Tabel 6: Aanwijzingen met betrekking tot niet-bedoeld gebruik

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 13
Overzicht
3.4 Technische gegevens
3.4.1 Fiets
3.4.2 Aanhaalmoment
*voor zover op het onderdeel geen andere gegevens staan
vermeld
3.5 Beschrijving van besturing en
weergaven
3.5.1 Stuur
Afbeelding 8: Detailaanzicht fiets vanuit berijderpositie
gezien
1 Remhendel achter
2 Koplamp
3Bel
4 Remhendel voor
5 Schakelhendel
6 Schakelhendel
Transporttemperatuur -10 °C - 50 °C
Optimale transporttemperatuur 22 °C - 26 °C
Opslagtemperatuur -10 °C - 50 °C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Bedrijfstemperatuur 0°C - 30°C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Tabel 7: Technische gegevens fiets
Aanhaalmoment asmoer 35 Nm - 40 Nm
Maximaal aanhaalmoment
klemschroeven stuur*
5Nm - 7Nm
Tabel 8: Aanhaalmomenten
1
2
5
3
4
6

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 14
Overzicht
3.6 Omgevingseisen
De fiets mag worden gebruikt binnen een
temperatuurbereik van 0 °C - 30 °C.
Temperaturen onder -10 °C en boven +35 °C
moeten worden vermeden.
Bij temperaturen onder 0 °C moet de fiets naar
wintergebruik worden omgebouwd.
Onderstaande temperaturen moete worden
aangehouden.
Op de typeplaat bevinden zich pictogrammen voor
het toepassingsgebied van de fiets. Voor het
eerste gebruik moet worden gecontroleerd op
welke wegen veilig met de fiets kan worden
gereden.
Optimale temperatuur gebruik 22 °C - 26 °C Transporttemperatuur -10 °C - 50 °C
Opslagtemperatuur -10 °C - 50 °C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Tabel 9: Technische gegevens fiets
Toepassings-
gebied Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en goed
verharde steenslag-
wegen, voor wat lan-
gere routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en goed
verharde steenslag-
wegen, voor wat lan-
gere routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot veelei-
sende terreinrou-
tes, voor routes
met een matige stij-
ging en voor spron-
gen tot 61 cm.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en goed
verharde steenslag-
wegen, voor wat lan-
gere routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot veelei-
sende terreinrou-
tes, voor beperkt
downhill-gebruik en
voor sprongen tot
122 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot zeer
zware terreinrou-
tes, voor onbe-
perkt downhill-
gebruik en voor
sprongen tot wille-
keurige hoogte.
Tabel 10: Toepassingsgebied

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 15
Overzicht
De fiets is niet geschikt voor de volgende toepassingsgebieden:
Toepassings-
gebied Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en voer
nooit sprongen uit.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en voer
nooit sprongen uit.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en voer
nooit sprongen uit
van meer dan 15 cm.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en voer
nooit sprongen uit
van meer dan 15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit
sprongen uit van
meer dan 15 cm.
Rijd nooit buiten ver-
harde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit downhill
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 61 cm.
Rijd nooit over zeer
zware terrein-
routes en voer
nooit sprongen uit
van meer dan
122 cm.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 24
Transport en opslag
4 Transport en opslag
4.1 Verzending
Voor verzending van de fiets wordt aanbevolen
de dealer opdracht te geven de fiets op de
juiste manier te verpakken.
4.2 Transport
Neem bij transport het gewicht van de rijklare
fiets in acht.
Transporteer de fiets op een droge, schone en
tegen invallend zonlicht beschermde plek.
4.2.1 Transportbeveiliging rem gebruiken
Geldt uitsluitend voor fietsen met schijfremmen
Steek de transportbeveiligingen tussen de
remvoeringen.
De transportbeveiliging klemt tussen de beide
remvoeringen en voorkomt onbedoeld continu
remmen waardoor de remvloeistof kan
vrijkomen.
Afbeelding 21: Transportbeveiliging bevestigen
4.3 Opslag
Sla de fiets droog, schoon en beschermd tegen
invallend zonlicht op. Sla deze, om de
levensduur te verlengen, niet buitenshuis op.
Temperaturen onder -10 °C en boven +50 °C
moeten worden vermeden. Opslag bij een
temperatuur van ca. 20 °C is gunstig voor een
lange levensduur.
Olieverlies bij ontbrekende transportbeveiliging
De transportbeveiliging van de rem voorkomt dat
de rem tijdens transport/ verzending onbedoeld
wordt bediend. Hierdoor kan onherstelbare
schade aan het remsysteem optreden of
olieverlies, wat tot milieuschade kan leiden.
Trek nooit aan de remhendel bij een
gedemonteerd wiel.
Gebruik bij transport/ verzending altijd de
transportbeveiliging.
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 25
Montage
5 Montage
Voer montagewerkzaamheden aan de fiets uit in
een schone en droge omgeving.
De temperatuur op de werkplek moet
15 °C - 25 °C bedragen.
De gebruikte montagestandaard moet zijn
goedgekeurd voor een gewicht van 30 kg.
5.1 Vereist gereedschap
Om de fiets op te bouwen is dit gereedschap
vereist:
5.2 Uitpakken
Het verpakkingsmateriaal bestaat hoofdzakelijk
uit karton en kunststof folie.
Voer de verpakking af conform de lokale
voorschriften.
5.2.1 Levering
De fiets is voor testdoeleinden in de fabriek eerst
volledig gemonteerd en vervolgens voor het
transport weer gedeeltelijk gedemonteerd.
De fiets is voor 95– 98% voorgemonteerd. Tot de
levering behoort:
• de voorgemonteerde fiets,
• het voorwiel,
• de pedalen,
• de snelspanners (optioneel),
• de oplader, en
•de gebruikshandleiding.
5.3 In gebruik nemen
Omdat de eerste ingebruikname van de fiets
speciaal gereedschap en bijzondere vakkennis
vereist, mag deze uitsluitend worden uitgevoerd
door opgeleid personeel.
In de praktijk wordt een onverkochte fiets vaak
spontaan voor een proefrit aan klanten
meegegeven zodra deze er rijklaar uitziet.
Daarom is het zinvol elke fiets na opbouw
direct in de volledig gebruiksklare toestand te
brengen.
In het montageprotocol (zie paragraaf 11.2)
staan alle voor de veiligheid relevante
inspecties, testen en
onderhoudswerkzaamheden beschreven. Om
de fiets rijklaar te maken, moeten alle
montagewerkzaamheden worden uitgevoerd.
Vul ter kwaliteitsborging een montageprotocol
in.
Gevaar voor oogletsel
Wanneer afstellingen van onderdelen niet correct
worden uitgevoerd, kunnen er problemen
optreden die onder bepaalde omstandigheden tot
ernstig letsel kunnen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril ter
bescherming van uw ogen bij de montage.
•mes,
• inbussleutels (2,5 mm, 3 mm 4 mm, 5 mm, 6 mm
en 8 mm),
• momentsleutel met een werkbereik van
5 tot 40 Nm,
• Torx-sleutel T25,
• ringsleutels (8 mm, 9 mm, 10 mm) 13 mm,
14 mm en 15 mm), en
• kruiskop- en sleufschroevendraaiers.
WAARSCHUWING
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 26
Montage
5.3.1 Wiel monteren in Suntour-vork
5.3.1.1 Schroefas (15 mm)
Geldt uitsluitend voor Suntour-vorken met de uitrusting
schroefas 15 mm
1Steek de as volledig in vanaf de aandrijfzijde.
Afbeelding 22: As volledig insteken
2Zet de as vast met 8-10 Nm met een 5 mm
inbussleutel.
Afbeelding 23: As vastzetten
3Breng de vergrendelschroef aan aan de
tegenoverliggende zijde.
Afbeelding 24: Snelspanhendel in as schuiven
4Zet de vergrendelschroef vast met 5-6 Nm met
een 5 mm inbussleutel.
De hendel is gemonteerd.
Afbeelding 25: Vergrendelschroef vastdraaien
5.3.1.2 Schroefas (20 mm)
Geldt uitsluitend voor Suntour-vorken met de uitrusting
schroefas 20 mm
1Steek de as volledig in vanaf de aandrijfzijde.
Afbeelding 26: Aangebrachte as vastdraaien
2Zet de vergrendelklem vast met 7 Nm met een
4 mm inbussleutel.
Afbeelding 27: Vergrendelklem vastdraaien

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 27
Montage
5.3.1.3 Opsteekas
Geldt uitsluitend voor Suntour-vorken met de uitrusting
schroefas
1Stek de opsteekas vanaf de aandrijfzijde in de
naaf.
Afbeelding 28: As in de naaf schuiven
2Zet de as vast met de rode hendel.
Afbeelding 29: As vastzetten
3Schuif de snelspanhendel in de as.
Afbeelding 30: Snelspanhendel in as schuiven
4Haal de snelspanhendel om.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 31: Hendel borgen
Vallen door losgeraakte opsteekas
Een defecte of onjuist gemonteerde opsteekas
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer nooit een defecte opsteekas.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
opsteekas
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de opsteekas kunnen
hierdoor schade oplopen. De opsteekas kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De opsteekas en de remschijf moeten aan
tegenover elkaar liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
opsteekas
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of de
opsteekas kunnen breken. Een val met letsel is
het gevolg.
Bevestig een opsteekas nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 28
Montage
5Controleer de stand en spankracht van de
snelspanhendel. De snelspanhendel moet vlak
tegen de onderste behuizing aanliggen. Bij het
omhalen van de snelspanhendel moet een
lichte afdruk op de handpalm te zien zijn.
Afbeelding 32: Perfecte stand van de spanhendel
6Stel zo nodig de spankracht van de
spanhendel af met een 4 mm inbussleutel.
7Controleer daarna opnieuw de stand en
spankracht van de snelspanhendel.
Afbeelding 33: Spankracht van de snelspanner afstellen
5.3.1.4 Snelspanner
Geldt uitsluitend voor Suntour-vorken met de uitrusting
snelspanner
1Controleer voor montage dat de flens van de
snelspanner is uitgeschoven. Open de hendel
volledig.
Afbeelding 34: Gesloten en geopende flens
Vallen door losgeraakte snelspanner
Een defecte of onjuist gemonteerde snelspanner
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer nooit een defecte snelspanner.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
snelspanner
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de snelspanner kunnen
hierdoor schade oplopen. De snelspanner kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De snelspanhendel van het voorwiel en de
remschijf moeten aan tegenover elkaar
liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of de
snelspanner kunnen breken. Een val met letsel is
het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 29
Montage
2Schuif de snelspanner naar binnen tot u een
klik hoort. Controleer dat de flens is
uitgeschoven.
Afbeelding 35: Snelspanner inschuiven
3Stel de spanning af met halfgeopende
spanhendel tot de flens aan het uitvaleinde
aanligt.
Afbeelding 36: Spanning afstellen
4Sluit de snelspanner volledig. Controleer dat
de snelspanner goed vast zit en stel deze zo
nodig bij op de flens.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 37: Snelspanner sluiten
5.3.2 Wiel monteren in FOX-vork
5.3.2.1 Snelspanner (15 mm)
Geldt uitsluitend voor FOX-vorken met de uitrusting schroefas
15 mm
De montageprocedure is hetzelfde voor de
15 × 100 mm als voor de 15 × 110 mm
snelspanner.
1Breng het voorwiel aan in de uitvaleinden van
de vork. Schuif de as door het uitvaleinde en
de naaf vanaf de niet-aandrijfzijde.
Afbeelding 38: Snelspanner inschuiven
2Open de ashendel.
3Draai de as 5 tot 6 volle slagen rechtsom in de
asmoer.
4Sluit de snelspanhendel. De hendel moet
voldoende spanning hebben, om een afdruk op
uw hand achter te laten.
5De hendel moet zich in gesloten stand
1 tot 20 mm voor de vorkpoot bevinden.
Afbeelding 39: Afstand hendel tot vorkpoot
Wanneer de hendel niet genoeg of juist teveel
spanning heeft, als hij in de aanbevolen stand
is gesloten (1 tot 20 mm voor de vork), moet de
snelspanner worden afgesteld.
1-20 mm

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 30
Montage
Snelspanner afstellen
Afbeelding 40: Opbouw snelspanner van achteren met (1)
asmoerborging en (5) asmoer
1Noteer de afstelwaarde (4) van de as, die door
de aanwijspijl (3) wordt aangegeven.
2Draai met een 2,5 mm inbussleutel de asmoer-
vergrendelschroef (2) ca. 4 slagen los, zonder
de schroef volledig te verwijderen.
3Draai de snelspanhendel in de open stand en
draai de as ca. 4 slagen los.
4Druk de as vanaf de zijde van de open hendel
naar binnen. Daardoor wordt de asmoer-
vergrendelschroef eruit geschoven zodat u
deze opzij kunt draaien.
5Schuif de as verder door en draai de asmoer
rechtsom om de hendelspanning te verhogen,
of draai de as linksom om de hendelspanning
te verlagen.
6Breng de asmoerborging weer aan en draai de
schroef met 0,9 Nm vast.
7Herhaal de stappen voor montage van de as
om de juiste montage en correcte afstelling te
controleren.
5.3.2.2 Kabolt-as
Geldt uitsluitend voor FOX-vorken met de uitrusting Kabolt-as
De montageprocedure is hetzelfde voor de
15 × 100 mm als voor de 15 × 110 mm Kabolt-as.
1Breng het voorwiel aan in de uitvaleinden van
de vork. Schuif de Kabolt-as door het
uitvaleinde en de naaf vanaf de niet-
aandrijfzijde.
Afbeelding 41: Kabolt-as inschuiven
2Draai de schroef van de Kabolt-as vast met
een 6 mm inbussleutel met 17 Nm.
5.3.3 Voorbouw en stuur controleren
5.3.3.1 Verbindingen controleren
1Ga voor de fiets staan om te controleren of
stuur, voorbouw en vorkschacht stevig met
elkaar zijn verbonden. Klem het voorwiel
tussen uw benen. Pak de handvatten van het
stuur vast.
2Probeer het stuur ten opzichte van het voorwiel
te verdraaien.
De voorbouw mag niet verschuiven of
verdraaien.
1
2
3
45

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 31
Montage
5.3.3.2 Goede bevestiging
1Steun, met gesloten snelspanhendel, met uw
volledige lichaamsgewicht op het stuur om te
controleren of de voorbouw goed vast zit.
De stuurschacht mag niet omlaag schuiven in
de vorkschacht.
2Wanneer de stuurschacht ten opzichte van de
vorkschacht kan bewegen, moet de
hendelspanning van de snelspanner worden
verhoogd. Draai daarvoor de kartelmoer met
geopende snelspanhendel iets rechtsom.
3Sluit de hendel en controleer opnieuw de
bevestiging van de voorbouw.
5.3.3.3 Lagerspeling controleren
1Sluit de snelspanhendel van de voorbouw om
de lagerspeling van het stuurlager te
controleren.
2Leg de vingers van één hand om de bovenste
stuurlagerschaal. Knijp met de andere hand de
voorwielrem in en probeer de fiets naar voren
en achteren te duwen.
3De beide schaalhelften van het lager mogen
hierbij niet ten opzichte van elkaar
verschuiven. Houd er hierbij rekening mee, dat
bij een verende voorvork met schijfrem een
eventueel merkbare speling ook kan komen
door uitgesleten lagerbussen of speling in de
remvoering.
4Wanneer sprake is van speling in het
stuurlager, moet dit zo snel mogelijk worden
afgesteld omdat anders het lager schade kan
oplopen. Deze afstelling moet worden
uitgevoerd conform het handboek van de
voorbouw.
5.4 Verkoop van de fiets
Vul de fietspas in op de omslag van de
gebruikshandleiding.
Pas de fiets aan aan de berijder, zie
paragraaf 6.5.
Stel zo nodig de standaard en de schakelhendel
af.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 19
Gebruik
6Gebruik
6.1 Gevaren en risico's
Letsel of de dood door andere weggebruikers
Andere weggebruikers, zoals bussen,
vrachtwagens, personenauto's en voetgangers
onderschatten vaak de snelheid van fietsen. Ook
worden fietsen in het wegverkeer vaak over het
hoofd gezien. Een ongeval met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Draag opvallende, reflecterende kleding en
een fietshelm.
Rijd altijd defensief.
Let op de dode hoek van afslaande
voertuigen. Minder uit voorzorg vaart bij
rechtsafslaand verkeer.
Vallen door materiaalmoeheid
Door intensief gebruik kan materiaalmoeheid
optreden. Bij materiaalmoeheid kan een
onderdeel plotseling falen. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Stel de fiets onmiddellijk buiten gebruik bij
tekenen van materiaalmoeheid. Laat de dealer
de kwestie controleren.
Laat regelmatig de dealer een inspectie
uitvoeren. Door warmtestraling (bv. een
radiator) in de directe omgeving kan carbon
breekbaar worden. Falen van het carbon
onderdeel en een val met letsel kan het gevolg
zijn.
Stel carbon onderdelen van de fiets nooit bloot
aan sterke warmtebronnen.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Vallen door een slechte toestand van de weg
Losse voorwerpen, bijvoorbeeld takken, kunnen
verstrikt raken in de wielen en een val met letsel
veroorzaken.
Neem de toestand van de weg in acht.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Op natte straten kunnen de banden slippen.
Onder natte omstandigheden moet tevens
rekening worden gehouden met een langere
remweg. Dan kan het remmen ook anders
aanvoelen dan normaal. Dit kan leiden tot verlies
van controle of tot een val met letsel.
Rijd bij regen langzaam en rem tijdig.
Vallen door loszittende kleding
De spaken van de wielen en de kettingaandrijving
kunnen schoenveters, sjaals en andere
loszittende kleding intrekken. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Draag stevige schoenen en nauwsluitende
kleding.
Vallen door onopgemerkte schade
Na een val, ongeval of omvallen van de fiets kan
er sprake zijn van moeilijk herkenbare schade,
bv. aan het remsysteem, de snelspanners of het
frame. Een val met letsel kan het gevolg zijn.
Neem de fiets buiten gebruik en laat deze door
een dealer controleren.
Vallen door vuil
Sterke vervuiling kan de werking van de fiets
verstoren, bijvoorbeeld van de remmen. Een val
met letsel kan het gevolg zijn.
Verwijder voor het rijden sterke vervuiling.
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 20
Gebruik
6.2 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Het wordt aanbevolen een geschikte fietshelm,
lange, sportieve, nauwsluitende en reflecterende
fietskleding en stevige schoenen te dragen.
Aanwijzing
Door hitte of invallend zonlicht kan de
bandenspanning toenemen tot boven de
toegestane maximale druk. Hierdoor kan de band
falen.
Parkeer de fiets nooit in de zon.
Controleer op warme dagen regelmatig de
bandenspanning en corrigeer deze zo nodig.
Door de open uitvoering kan binnendringend
vocht bij temperaturen onder nul bepaalde
functies verstoren.
Houd de fiets altijd droog en vorstvrij.
Wanneer de fiets wordt gebruikt bij
temperaturen onder 3 °C, moet de dealer
vooraf een inspectie uitvoeren en het gebruik
in de winter voorbereiden.
Terreinrijden belast de armgewrichten. Neem
afhankelijk van de toestand van de weg en uw
lichamelijke fitheid elke 30 tot 90 minuten pauze.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 34
Gebruik
6.3 Instructie en klantenservice
De klantenservice wordt uitgevoerd door de
uitleverende dealer. Zijn contactgegevens staan
op de fietspas in deze gebruikshandleiding.
Uiterlijk bij de overdracht van de fiets krijgt u
persoonlijk uitleg van de dealer over de functies
van de fiets. Deze gebruikshandleiding wordt u bij
elke fiets als naslagwerk overhandigd.
Of het nu gaat om onderhoud, ombouw of
reparatie – uw dealer zal ook in de toekomst voor
u klaar staan.
6.4 Fiets aanpassen
Uitsluitend een correct aangepaste fiets biedt het
gewenste rijcomfort en garandeert een
gezondheidsbevorderende activiteit. Stem
daarom voor het eerste gebruik het zadel, het
stuur en de vering af op uw lichaam en de door u
gewenste rijstijl.
6.4.1 Zadel afstellen
6.4.1.1 Zadelhoek afstellen
Voor een optimale zit moet de zadelhoek worden
aangepast aan de zithoogte en moeten de zadel-
en stuurstand worden aangepast aan de
zadelvorm. Hiermee kan zo nodig de zitpositie
worden geoptimaliseerd. Stel eerst het stuur af en
daarna het zadel.
Zet het zadel horizontaal.
Afbeelding 42: Horizontale zadelhoek
6.4.1.2 Zithoogte bepalen
Om veilig de juiste zadelhoogte te bepalen
• of het voertuig bij een muur zetten zodat de
berijder zich kan afsteunen
• of een tweede persoon vragen om de fiets vast te
houden.
1Ga op het voertuig zitten.
2Plaats uw hiel op het pedaal en strek uw been
volledig door zodat het pedaal op het laagste
punt staat van de omwenteling.
Bij de optimale zithoogte zit de berijder recht
op het zadel. Stel anders de lengte van de
zadelpen af op de juiste hoogte.
Afbeelding 43: Optimale zadelhoogte
Vallen door verkeerd afgestelde
aanhaalmomenten
Wanneer een schroef te strak wordt
vastgedraaid, kan deze breken. Wanneer een
schroef te los wordt vastgedraaid, kan deze
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
Neem altijd de op de schroef resp. in de
gebruikshandleiding vermelde
aanhaalmomenten in acht.
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 35
Gebruik
6.4.1.3 Zithoogte met snelspanner afstellen
1Open de snelspanner van de zadelpen (1) om
de zithoogte te wijzigen. Trek hiervoor de
spanhendel weg van de zadelpen (3).
Afbeelding 44: Snelspanner van de zadelpen openen
2Stel de zadelpen af op de gewenste hoogte.
Afbeelding 45: Detailaanzicht zadelpen, voorbeelden van
de markering van de minimale insteekdiepte
3Sluit de spanhendel van de zadelpen door deze
helemaal tegen de zadelpen aan te
drukken (2).
4Controleer de spankracht van de snelspanner.
6.4.1.4 Zitpositie afstellen
Het zadel kan op het zadelonderstel worden
verschoven. De juiste horizontale positie zorgt
voor een optimale hefboomstand van de benen.
Dat voorkomt knieklachten en een pijnlijke
bekkenscheefstand. Wanneer u het zadel meer
dan 10 mm hebt verschoven, moet u vervolgens
de zadelhoogte nogmaals afstellen omdat beide
afstellingen elkaar beïnvloeden.
Om veilig de juiste zitpositie af te stellen, zet u de
fiets bij een muur, zodat u zich kunt afsteunen, of
vraagt u een tweede persoon om de fiets vast te
houden.
1Ga op het voertuig zitten.
2Zet de pedalen met de voet in horizontale
stand.
De berijder zit in de optimale zitpositie, wanneer
de loodlijn vanaf de knieschijf exact door de
pedaalas loopt.
3.1Wanneer de loodlijn achter het pedaal valt,
moet het zadel verder naar voren worden
afgesteld.
3.2Wanneer de loodlijn voor het pedaal valt, moet
het zadel verder naar achteren worden
afgesteld.
4Verstel het zadel uitsluitend binnen het
toegestane verstelbereik van het zadel
(markering op de staande achtervork).
Afbeelding 46: Loodlijn vanaf de knieschijf
Vallen door een te hoog afgestelde zadelpen
Een te hoog afgestelde zadelpen leidt tot breuk
van de zadelpen of het frame. Een val met letsel is
het gevolg.
Trek de zadelpen slechts tot de markering van
de minimale insteekdiepte uit het frame.
3
4
5
1
2
3
VOORZICHTIG
!
3
4
2
1
Het afstelling van het stuur mag uitsluitend in
stilstand worden uitgevoerd.
Maak de voorziene schroefverbindingen los,
stel het stuur af en zet de klemschroeven van
het stuur weer met het maximale
aanhaalmoment vast.
90°

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 36
Gebruik
6.4.2 Stuur afstellen
6.4.3 Voorbouw afstellen
6.4.3.1 Stuurhoogte afstellen
1Open de voorbouwspanhendel.
Afbeelding 47: Gesloten (1) en geopende (2)
voorbouwspanhendel, voorbeeld All Up
Afbeelding 48: Vergrendelhendel omhoog trekken,
voorbeeld All Up
2Trek het stuur uit naar de gewenste hoogte.
Neem de minimale insteekdiepte in acht.
3Sluit de voorbouwspanhendel.
6.4.3.2 Spankracht snelspanners afstellen
Wanneer de spanhendel van het stuur voor zijn
eindstand stopt, moet de kartelmoer worden
uitgedraaid.
Wanneer de spankracht van de spanhendel van
de zadelpen onvoldoende is, moet de
kartelmoer worden ingedraaid.
Wanneer de spankracht niet kan worden
afgesteld, moet de dealer de snelspanner
controleren.
6.4.4 Rem afstellen
De grijpafstand van de remhendel kan worden
aangepast zodat deze beter bereikbaar is. Tevens
kan het drukpunt aan de voorkeur van de berijder
worden aangepast.
Ontbreekt hier een beschrijving van uw type rem,
neem dan contact op met uw dealer.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. Hierdoor kunnen onderdelen
breken. Een val met letsel is het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
Vallen door losgeraakte voorbouw
Onder belasting kunnen onjuist vastgedraaide
schroeven losraken. Hierdoor kan de voorbouw
los komen te zitten. Een val met letsel is het
gevolg.
Controleer na de eerste twee uren rijden dat
het stuur en het snelspansysteem goed vast
zitten.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
1
2

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 37
Gebruik
6.4.5 Remvoeringen inrijden
Voor schijfremmen geldt een inremtijd. De remkracht
neemt toe met het verstrijken van de inremtijd.
Gedurende de inremtijd moet u zich er daarom van
bewust zijn, dat de remkracht kan toenemen.
Hetzelfde verschijnsel treedt op na het vervangen
van de remvoeringen of de remschijf.
1Versnel de fiets naar ca. 25 km/h.
2Rem de fiets af tot stilstand.
3Herhaal dit 30 tot 50 keer.
De schijfrem is ingereden en biedt de optimale
remwerking.
6.4.5.1 Grijpafstand Magura HS33 remhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
U kunt de positie (de grijpafstand) van de
remhendel aan uw wensen aanpassen. De
aanpassing heeft geen effect op de stand van de
remblokken of het drukpunt.
De grijpafstand wordt afgesteld met de
stelschroef (1) met een T25 TORX®-sleutel.
Afbeelding 49: Grijpafstand remhendel Magura HS33
afstellen
Draai de stelschroef linksom in de min-
richting (–) uit.
De remhendel gaat dichter naar het handvat
toe.
Draai de stelschroef rechtsom in de plus-
richting (+) in.
De remhendel gaat verder van het handvat af.
6.4.5.2 Grijpafstand Magura HS22 remhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
U kunt de positie (de grijpafstand) van de
remhendel aan uw wensen aanpassen.
De grijpafstand wordt afgesteld met de
stelschroef (1) met een T25 TORX®-sleutel.
Afbeelding 50: Grijpafstand remhendel Magura HS22
afstellen
Houd de remhendel licht aangetrokken.
Zet de schuif (2) naar buiten (–) in de stand II
of III.
De remhendel gaat dichter naar het stuur toe.
De remblokken gaan dichter naar de velg toe.
Het drukpunt wordt eerder bereikt.
Zet de schuif naar binnen (+) in de stand II of I.
De remhendel gaat verder van het stuur af.
De remblokken gaan verder van de velg af.
Het drukpunt wordt later bereikt.
1
2
Vallen door verkeerde afstelling van de
grijpafstand
Bij een verkeerd afgestelde of verkeerd
gemonteerde rem kan de remwerking op elk
moment volledig verloren gaan. Een val met
ernstig letsel kan het gevolg zijn.
Controleer, nadat de grijpafstand is afgesteld,
de stand van de remcilinder. Corrigeer deze zo
nodig.
WAARSCHUWING
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 40
Gebruik
6.4.6.2 Suntour-vork met luchtvering afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Het luchtventiel bevindt zich onder het klepje
van het luchtventiel op de kroon. Verwijder het
klepje van het luchtventiel.
Afbeelding 54: Schroefafdekkingen in verschillende
uitvoeringen
1Breng een hogedruk-demperpomp aan op het
luchtventiel.
2Pomp de voorvork met luchtvering op naar de
gewenste druk. Houd u aan de waarden in de
Suntour vuldruktabel. Overschrijd nooit de
aanbevolen maximale luchtdruk.
3Verwijder de hogedruk-demperpomp.
4Meet de afstand tussen de kroon en de
vuilafstrijker. Deze afstand is de totale veerweg
van de vork.
5Schuif een tijdelijk aangebrachte kabelbinder
aan de onderzijde tegen de vuilafstrijker.
6Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage.
7Ga in uw normale rijstand op de fiets zitten en
steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
8Stap van de fiets af zonder deze te laten
inveren.
9Meet de afstand tussen de vuilafstrijker en de
kabelbinder.
Deze maat is de sag. De aanbevolen-waarde
ligt tussen 15% (hard) en 30% (zacht) van de
totale veerweg van de vork.
10 Verhoog of verlaag de luchtdruk tot de
gewenste sag is bereikt.
11 Wanneer de sag correct is, draait u het klepje
van het luchtventiel weer rechtsom vast.
12 Wanneer de gewenste sag niet kan worden
bereikt, moet er mogelijk een interne afstelling
worden aangepast. Neem contact op met de
dealer.
Gewicht van de
berijder AION, NEX XCR 32, XCR 34
< 55 kg 35 - 50 psi 40 - 55 psi
55 - 65 kg 50 - 60 psi 55 - 65 psi
65 - 75 g 60 - 70 psi 65 - 75 psi
75 - 85 kg 70 - 85 psi 75 - 85 psi
85 - 95 kg 85 - 100 psi 85 - 95 psi
> 100 kg + 105 psi + 100 psi
maximale luchtdruk 150 psi 180 psi
Tabel 11: Suntour vuldruktabel voor luchtvorken

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 41
Gebruik
6.4.6.3 Suntour achterbouwdemper
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Controleer dat bij het afstellen van de sag de
drukdemperafsteller zich in de geopende stand
bevindt, d.w.z. dat de lockout-hendel zich in de
stand OPEN bevindt.
1Verwijder de ventieldop van het luchtventiel.
Breng een hogedruk-demperpomp aan. Stel de
luchtdruk in de achterbouwdemper af op het
gewicht van de berijder. Verwijder de
hogedruk-demperpomp.
2Meet de afstand tussen de luchtkameraf-
dichting en het uiteinde van de achterbouw-
demper. Deze afstand is de totale veerweg van
de achterbouwdemper.
3Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage. Ga in uw normale rijstand op de fiets
zitten en steun u af (bv. tegen de muur of een
boom).
4Schuif de O-ring aan de onderzijde tegen de
luchtkamerafdichting.
5Stap van de fiets af zonder dat de vork inveert.
Meet de afstand tussen de luchtkameraf-
dichting en de O-ring. Deze maat is de sag.
De aanbevolen-waarde ligt tussen 25% (hard)
en 30% (zacht) van de totale veerweg van de
achterbouwdemper.
6Verhoog of verlaag de luchtdruk tot de
gewenste sag is bereikt.
Wanneer de sag correct is, bevestigt u de
ventieldop weer op het ventiel.
6.4.6.4 RockShox-vork met stalen vering
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
De externe afstelling van de veervoorspanning
drukt de veer meer of minder samen zonder de
veerweg af te leggen.
Afbeelding 55: Voorspanningsafstelring in- en uitdraaien
Draai het afstelwiel sag rechtsom om de
voorspanning te verhogen en de sag te
verlagen.
Draai het afstelwiel sag linksom om de
voorspanning te verlagen en de sag te
verhogen.
De veervoorspanning kan worden gebruikt voor
fijnafstelling van de sag, maar wijzigt niet de
veerhardheid en is geen geschikt alternatief voor
het juiste schroefveergewicht.
Aanwijzing
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen.
Overschrijd nooit de maximale luchtdruk van
300 psi (20 bar).

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 42
Gebruik
6.4.6.5 RockShox-vork met luchtvering
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Controleer dat bij het afstellen van de sag alle
dempers zich in de geopende stand bevinden,
d.w.z. helemaal linksom zijn gedraaid.
De druk moet worden gemeten bij een
omgevingstemperatuur van 21 tot 24 °C.
1Het luchtventiel bevindt zich onder een
afdekking op de kop van de vorkpoot.
Verwijder het klepje van het luchtventiel door
het linksom te draaien.
Afbeelding 56: Afdekking (1) van luchtventiel (2)
verwijderen
2Breng een hogedrukpomp aan op het ventiel.
3Pomp de verende voorvork op naar de
gewenste druk. Houd u aan de gegevens in de
vuldruktabel.
4De aanbevolen luchtdruk voor de
voorwielvering staat ook vermeld op de
achterzijde van de vork en kan worden
opgezocht onder
https://trailhead.rockshox.com/en.
5Verwijder de hogedrukpomp.
6Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage. Vraag een helper om de fiets vast te
houden. Ga met fietskleding op de pedalen
staan. Laat de dempers drie keer inveren. Ga
in de normale rijpositie op de fiets zitten.
7Vraag de helper om de O-ring omlaag te
schuiven tot op de afdichting van de
vuilafstrijker.
Afbeelding 57: O-ring op de verende voorvork verschuiven
8Stap van de fiets af zonder deze te laten
inveren. Meet de afstand tussen de
vuilafstrijker en de O-ring of kabelbinder. Deze
maat is de sag. De aanbevolen sag ligt tussen
10% tot 20% (hard) en 20% tot 30% (zacht).
Afbeelding 58: Voorgeschreven sagbereik (groen) en
verboden sagbereik
9Verhoog of verlaag de luchtdruk tot de
gewenste sag is bereikt. Breng het klepje van
het luchtventiel weer aan wanneer de sag
correct is.
10 Wanneer de gewenste sag niet kan worden
bereikt, moeten mogelijk interne afstellingen
worden gewijzigd. Neem contact op met de
dealer.
Gewicht van de
berijder RockShox Lyrik Select
< 55 kg < 55 psi < 3,8 bar
55 - 63 kg 55 - 65 psi 3,8 - 4,5 bar
63 - 72 kg 65 - 75 psi 4,5 - 5,2 bar
72 - 81 kg 75 - 85 psi 5,2 - 5,9 bar
81 - 90 kg 85 - 95 psi 5,9 - 6,6 bar
90 - 99 kg 95 - 105 psi 6,6 - 6,8 bar
>99 kg 105+ psi 6,8+ bar
max. druk 163 psi 11,2 bar
Tabel 12: Vuldruktabel RockShox Lyrik Select luchtvork
1
2

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 43
Gebruik
6.4.6.6 RockShox achterbouwdemper
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Controleer dat bij het afstellen van de sag alle
dempers zich in de geopende stand bevinden,
d.w.z. helemaal linksom zijn gedraaid.
Afbeelding 59: Trek- (1) en drukdemper (2) openen
1Laat alle lucht af uit de achterbouwdemper.
2Breng de luchtveerkamer met een hogedruk-
demperpomp op een druk van 100 psi
(6,9 bar).
3Verwijder de hogedruk-demperpomp.
4Laat de vering niet inveren.
5Laat de achterbouwdemper vijf keer volledig
inveren om de luchtdruk over de positieve en
negatieve luchtveren te verdelen.
6Breng de achterbouwdemper met de
hogedruk-demperpomp op de druk die
overeenkomt met het totaalgewicht van de
berijder inclusief kleding.
Voorbeeld: 160 lbs (73 kg) = 160 psi (11 bar).
7Veer de achterbouwdemper in om de luchtdruk
te verdelen
8Vraag een helper om de fiets vast te houden.
Ga met fietskleding op de pedalen staan. Laat
de achterbouwdemper 2 à 3 keer licht
doorveren.
9Vraag de helper om de O-ring tegen de
afdichting van de vuilafstrijker te schuiven.
Afbeelding 60: O-ring op de achterbouwdemper
verschuiven
10 Lees de sagwaarde af op de schaalverdeling.
Het optimale percentage sag bedraagt 25%.
De sagwaarde kan met ±5% worden
aangepast (20% tot 30%) aan de voorkeur van
de berijder.
11 Wanneer de sagwaarde niet kan worden
bereikt, moet de luchtdruk worden aangepast.
• Verhoog de luchtdruk om de sag te verlagen.
• Verlaag de luchtdruk om de sag te verhogen.
Aanwijzing
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen. De gegevens staan vermeld op
de achterbouwdemper.
1
2

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 44
Gebruik
6.4.7 Trekdemping afstellen
De trekdemping van de verende voorvork en de
achterbouwdemper bepaalt de snelheid waarmee
de demper na de belasting uitveert. De
trekdemping stuurt de uitschuif- en
uitveersnelheid van de verende voorvork, wat op
zijn beurt de tractie en controle beïnvloedt.
De trekdemping kan worden aangepast aan het
gewicht van de berijder, de veerhardheid en de
veerweg en aan het terrein en de voorkeuren van
de berijder.
Wanneer de luchtdruk of veerhardheid toenemen,
neemt ook de uitschuif- en uitveersnelheid toe.
Om de optimale afstelling te bereiken, moet
mogelijk ook de trekdemping worden verhoogd,
wanneer de luchtdruk of de veerhardheid worden
verhoogd.
Bij een optimale afstelling van de vork veert de
demper met gecontroleerde snelheid uit. Het wiel
blijft bij oneffenheden in contact met de
ondergrond (blauwe lijn).
De kop van de voorvork, het stuur en de berijder
volgen bij het rijden over oneffenheden ongeveer
de ondergrond (groene lijn). De beweging van de
vering is voorspelbaar en gecontroleerd.
Afbeelding 61: Optimaal rijgedrag van de vork
Bij een optimale afstelling veert de
achterbouwdemper met gecontroleerde snelheid
uit. Het achterwiel stuitert niet van de oneffenheid
of de ondergrond op, maar behoudt het contact
met de ondergrond (blauwe lijn).
Het zadel wordt iets opgetild wanneer de
oneffenheid wordt opgevangen en zakt iets
omlaag wanneer de vering inveert als het wiel na
de oneffenheid weer contact maakt met de
ondergrond. De achterbouwdemper veert
gecontroleerd uit zodat de berijder horizontaal
blijft terwijl de volgende oneffenheid wordt
opgevangen. De beweging van de vering is
voorspelbaar en gecontroleerd en de berijder
wordt niet omhoog of naar voren geworpen
(groene lijn).
Afbeelding 62: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 45
Gebruik
6.4.7.1 Suntour voorvork met luchtvering
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
1Draai de Suntour trekdemperschroef
helemaal rechtsom naar de gesloten stand.
Afbeelding 63: Suntour trekdemperschroef (2), vork (1)
2Draai de Suntour trekdemperschroef iets
linksom.
3Stel de trekdemper zo af, dat de vork snel
uitveert zonder naar boven door te slaan. Bij
doorslaan veert de vork te snel uit en komt
deze abrupt tot stilstand wanneer deze de
volledige uitveerweg bereikt. Daarbij is een
lichte tik hoor- en voelbaar.
6.4.7.2 Suntour achterbouwdemper
afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Afbeelding 64: Wiel (1) van de Suntour
trekdemperafsteller op de achterbouwdemper
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
– richting om het uitveren te vergroten.
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
+ richting om de inveerbeweging te
verminderen.
1
2
1

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 46
Gebruik
6.4.7.3 RockShox verende voorvork afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Afbeelding 65: RockShox trekdemper afstellen
Draai de trekdemperafsteller in de richting van
de schildpad om de uitveersnelheid te verlagen
(langzamere terugkeer).
Draai de trekdemperafsteller in de richting van
de haas om de uitveersnelheid te verhogen
(snellere terugkeer).
6.4.7.4 RockShox achterbouwdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper na de belasting uitveert. De
afstelling van de trekdemper is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere sag vereist een
lagere trekdemping.
De sag is afgesteld.
1Draai de trekdemperafsteller rechtsom in de
richting van de schildpad om de
uitveersnelheid te verlagen (langzamere
terugkeer).
Afbeelding 66: Uitveersnelheid verlagen
2Draai de trekdemperafsteller linksom in de
richting van de haas om de uitveersnelheid te
verhogen (snellere terugkeer).
Afbeelding 67: Uitveersnelheid verhogen
3Maak een rit met de fiets en stel zo nodig de
trekdemper opnieuw af.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 48
Gebruik
6.4.8.1 Drukdemper Suntour
achterbouwdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Afbeelding 70: Suntour drukdemperafsteller op de
achterbouwdemper
Draai de drukdemperafsteller in de – richting
om het uitveren te vergroten.
Draai de drukdemperafsteller in de + richting
om de inveerbeweging te verlagen.
6.4.8.2 RockShox drukdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
1Zet de drukdemperafstellers in de middelste
stand.
2Rijd met de fiets over een kleine hindernis.
Draai de drukdemperafsteller rechtsom om de
efficiency in heuvelachtig en vlak terrein te
verbeteren, de demping en hardheid van de
drukdemper te verhogen en de snelheid van de
inveerslag te verlagen.
Afbeelding 71: Drukdemperafsteller harder afstellen
Draai de drukdemperafsteller linksom om de
gevoeligheid voor kleine oneffenheden te
verhogen, de demping en hardheid van de
drukdemper te verlagen, de snelheid van de
inveerslag te verhogen.
Afbeelding 72: Drukdemperafsteller zachter afstellen
3De optimale afstelling van de trekdemper is
bereikt, wanneer de terugveerbeweging van
het achterwiel vergelijkbaar aanvoelt als van
het voorwiel.
1

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 49
Gebruik
6.5 Accessoires
Voor fietsen zonder zijstandaard wordt een
fietsstandaard aanbevolen waar of het voorwiel of
het achterwiel veilig in kan worden gezet.
Onderstaande accessoires worden aanbevolen:
6.5.1 Kinderzitje
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij uw kind en bij de fiets passend
kinderzitsysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een kinderzitje door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een kinderzitje let de dealer
erop, dat het zitje en de bevestiging van het zitje
bij de fiets passen, dat alle onderdelen worden
gemonteerd en stevig worden bevestigd, dat
schakelkabels, remkabels, hydraulische en
elektrische leidingen zo nodig worden aangepast,
dat de bewegingsvrijheid van de berijder optimaal
is en het hoogste toegestane totaalgewicht van de
fiets wordt aangehouden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
fiets en het kinderzitje.
Beschrijving Artikelnummer
Beschermende hoes voor
elektrische onderdelen 080-41000 ff
Fietstassen,
systeemcomponent* 080-40946
Bagagedragermand,
systeemcomponent* 051-20603
Bagagedragerbox,
systeemcomponent* 080-40947
Fietsstandaard,
universele standaard XX-TWO14B
Tabel 13: Accessoires
Vallen door een verkeerd kinderzitje
De bagagedrager en de framebuis zijn niet
geschikt voor kinderzitjes en kunnen breken. Dit
kan leiden tot een val met ernstig letsel voor de
berijder en het kind.
Bevestig nooit een kinderzitje aan het zadel,
het stuur of de framebuis.
Vallen door onjuist gebruik
Het gebruik van een kinderzitje is van grote
invloed op de rijeigenschappen en de stabiliteit
van de fiets. Dit kan leiden tot verlies van de
controle en een val met letsel.
Oefen een veilig gebruik met het kinderzitje
voordat de fiets op de openbare weg wordt
gebruikt.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Beknellingsgevaar door open veren
Het kind kan met de vingers bekneld raken tussen
de open veren of het open mechanisme van het
zadel en/of de zadelpen.
Monteer nooit een zadel met open veren
wanneer een kinderzitje wordt gebruikt.
Monteer nooit een verende zadelpen met open
mechanisme en/of open veren wanneer een
kinderzitje wordt gebruikt.
Aanwijzing
Neem de wettelijke bepalingen voor het
gebruik van kinderzitjes in acht.
Neem de bedienings- en
veiligheidsaanwijzingen voor het kinderzitje in
acht.
Overschrijd nooit het hoogste toegestane
totaalgewicht.
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 50
Gebruik
6.5.2 Aanhanger
Een fiets die is vrijgegeven voor gebruik van een
aanhanger, is voorzien van een overeenkomstige
waarschuwingssticker. Er mogen uitsluitend
aanhangers worden gebruikt, waarvan de
verticale belasting en gewicht de toegestane
waarden niet overstijgen.
Afbeelding 73: Waarschuwingssticker aanhanger
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij de fiets passend aanhangersysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet daarom de
eerste montage van een aanhanger door de
dealer worden uitgevoerd.
6.5.2.1 Vrijgegeven aanhangers voor de
enviolo versnellingsnaaf
Uitsluitend compatibele fietsaanhangers voor
enviolo versnellingsnaven zijn vrijgegeven.
KETTLER
KETTLER Quadriga kinderaanhanger
Burley
Croozer
Thule
Vallen door falen van de remmen
Bij een hoge aanhangerbelading kan de remweg
langer zijn. De lange remweg kan leiden tot een
val of ongeval met letsel.
Overschrijd nooit de vermelde maximale
aanhangerbelading.
Aanwijzing
De bedienings- en veiligheidsaanwijzingen
voor het aanhangersysteem moeten in acht
worden genomen.
De wettelijke bepalingen voor het gebruik van
fietsaanhangers moeten in acht worden
genomen.
Gebruik uitsluitend koppelingssystemen met
typegoedkeuring.
VOORZICHTIG
!
Trailer Adapter
Minnow Bee
art.nr. 960038
Honey Bee
Encore
Solo
Cub
D'Lite
Nomad
Flatbed
Tail Wagon
Trailer Adapter
Croozer Kid
art.nr. 122003516,
XL: +10 mm art.nr. 122003716
art.nr. 12200715
Croozer asmoeradapter met Thule
koppeling
Croozer Kid Plus
Croozer Cargo
Croozer Dog
Trailer Adapter
Thule Chariot Lite
art.nr. 20100798*
Thule Chariot Cab
Thule Chariot Cross
Thule Chariot Sport
Thule Coaster XT

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 26
Gebruik
6.6 Voor het rijden
Controleer de fiets elke keer voor het rijden.
Neem de fiets buiten gebruik bij afwijkingen.
Controleer de fiets op volledigheid.
Controleer o.a. verlichting, reflectoren en remmen op
sterke vervuiling.
Controleer spatborden, bagagedrager en
kettingbeschermer op deugdelijke montage.
Controleer voor- en achterwiel op een rechte loop. Dat is
met name van belang wanneer de fiets getransporteerd is
geweest of met een slot vastgezet is geweest.
Controleer de ventielen en de bandenspanning. Corrigeer
deze zo nodig voor het rijden.
Controleer bij een hydraulische velgrem of de
vergrendelingshendels zich volledig gesloten in hun
eindstand bevinden.
Controleer de voor- en achterwielrem op hun goede
werking. Druk daarvoor de remhendels in om te controleren
of deze in de gebruikelijke stand tegendruk geven. De rem
mag geen remvloeistof verliezen.
Controleer de rijverlichting op een goede werking.
Controleer op ongewone geluiden, trillingen, geuren,
verkleuringen, vervormingen, scheuren, groeven,
schuurplekken en slijtage. Dit duidt op materiaalmoeheid.
Controleer het veersysteem op scheuren, deuken, butsen,
aanlopende delen en vrijgekomen olie. Kijk ook naar delen
aan de onderzijde van de fiets die niet in het zicht liggen.
Druk het veersysteem samen met uw lichaamsgewicht.
Stel de optimale "sag" in wanneer dit te zacht aanvoelt.
Controleer dat alle snelspanners, voor zover deze gebruikt
worden, zich volledig gesloten in hun eindstand bevinden.
Verzeker u ervan dat alle bevestigingsschroeven van
steekassystemen, voor zover deze worden gebruikt, met
het juiste aanhaalmoment zijn vastgedraaid.
Let op een ongewoon gevoel bij het remmen, trappen of
sturen.

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 27
Gebruik
6.7 Zijstandaard omhoog klappen
Klap de zijstandaard voor het rijden met de
voet volledig omhoog.
6.8 Bagagedrager gebruiken
Verdeel de bagage zo evenredig mogelijk over
de linker- en rechterzijde.
Het gebruik van fietstassen of bagagemanden
wordt aanbevolen.
Op de bagagedrager staat het maximale
draagvermogen vermeld.
Overschrijd nooit het hoogste toegestane
totaalgewicht bij het beladen.
Overschrijd nooit het maximale
draagvermogen van de bagagedrager.
Breng nooit wijzigingen aan aan de
bagagedrager.
6.9 Zadel gebruiken
Draag geen spijkerbroek omdat anders de
bekleding van het zadel kan beschadigen.
Draag bij de eerste ritten donkere kleding
omdat een nieuw lederen zadel kan afgeven.
Vallen door beladen bagagedrager
Een beladen bagagedrager heeft invloed op het
rijgedrag van de fiets, in het bijzonder bij het
sturen en remmen. Dat kan leiden tot verlies van
de controle. Een val met letsel kan het gevolg
zijn.
Oefen een veilig gebruik met beladen
bagagedrager voordat de fiets op de openbare
weg wordt gebruikt.
Beknelling van de vingers door veerklem
De veerklem van de bagagedrager heeft een hoge
spankracht. De vingers kunnen bekneld raken.
Laat de veerklem nooit ongecontroleerd
dichtklappen.
Let bij het sluiten van de veerklem op de
positie van de vingers.
Vallen door niet vastgezette bagage
Losse of niet vastgezette voorwerpen op de
bagagedrager, bv. riemen, kunnen in het
achterwiel verstrikt raken. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
kunnen de reflectoren of de rijverlichting afdekken.
De fiets kan daardoor in het wegverkeer over het
hoofd worden gezien. Een val met letsel kan het
gevolg zijn.
Zet op de bagagedrager geplaatste
voorwerpen voldoende vast.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
mogen nooit de reflectoren, de koplamp of het
achterlicht afdekken.
VOORZICHTIG
!

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 55
Gebruik
6.11 Vering en demping
6.11.1 Drukdemper van de verende voorvork
Met de drukdemper kan snel het veergedrag van
de vork worden aangepast bij veranderingen van
het terrein. Deze is bedoeld voor afstellingen
tijdens het rijden. De drukdemper stuurt de
snelheid waarmee de vork bij langzame stoten
inveert. De drukdemper beïnvloedt het opvangen
van oneffenheden en de efficiency daarvan
wanneer de berijder zijn gewicht verplaatst, bij
overgangen, in bochten, bij gelijkmatige stoten
door oneffenheden en bij het remmen.
Bij een optimale afstelling werkt de vork in
heuvelachtig terrein het inveren tegen, blijft deze
hoger in de veerweg en ondersteunt deze de
berijder om zijn snelheid bij het rijden in
heuvelachtige delen van het terrein vast te
houden. Bij het raken van oneffenheden veert de
vork snel en ongehinderd in en vangt deze de
oneffenheid op. De tractie blijft in stand
(blauwe lijn).
Afbeelding 75: Optimaal rijgedrag in heuvelachtig terrein
Hard afgestelde drukdemper
• Zorgt dat de verende voorvork hoger in de
veerweg beweegt. Dat maakt het de berijder
makkelijker om bij het rijden over gelijkmatig
heuvelachtig terrein en door bochten de
efficiency te verbeteren en de cadans vast te
houden.
• Het inveren kan bij hobbelig terrein wat harder
aanvoelen.
Zacht afgestelde drukdemper
• Zorgt dat de vork snel en probleemloos inveert.
Dat maakt het de berijder makkelijker om bij het
rijden over hobbelig terrein cadans en snelheid
vast te houden.
• Het inveren kan bij hobbelig terrein wat minder
hard aanvoelen.
Afbeelding 76: Optimaal rijgedrag bij oneffenheden
Bij een optimale afstelling veert de vork bij het
raken van oneffenheden snel en ongehinderd in
en vangt deze de oneffenheid op. De tractie blijft
in stand (blauwe lijn). De vork reageert snel op de
schok. De kop van het stuur en het stuur zelf gaan
bij het opvangen van de oneffenheid iets omhoog
(groene lijn).

MY21H03 - 36_1.0_18.12.2020 56
Gebruik
Drempel
De dempingdrempel voorkomt het inveren tot er
een middelgrote opwaartse of neerwaartse kracht
optreedt. De drempelstand verhoogt de efficiency
van de aandrijving in vlak terrein.
De drempelafstelling kan worden gebruikt om de
trapefficiency op vlak, heuvelachtig of licht
hobbelig terrein te verbeteren. In de drempelstand
leiden hogere snelheden van de fiets bij het raken
van een oneffenheid tot hogere stootkrachten,
waardoor de vork inveert en de oneffenheid wordt
opgevangen.
Drempel van de vork
• Wanneer de drukdemper zich in de open stand
(helemaal linksom gedraaid) bevindt, veert de
vork snel en ongehinderd over de volledige
veerweg in wanneer een opwaartse of
neerwaartse kracht optreedt.
• Wanneer de drukdemper zich in de drempelstand
bevindt, werkt de verende voorvork het inveren
tegen tot een middelgrote opwaartse of
neerwaartse kracht optreedt.
• Wanneer de drukdemper zich in de geblokkeerde
stand (helemaal rechtsom gedraaid) bevindt,
werkt de verende voorvork het inveren over de
veerweg tegen tot een grote opwaartse of
neerwaartse kracht optreedt.
Drempel van de achterbouwdemper
• Wanneer de drukdemper zich in de open stand
bevindt, veert de achterbouwdemper snel en
ongehinderd over de volledige veerweg in.
• Wanneer de drukdemper zich in de drempelstand
bevindt, werkt de achterbouwdemper het inveren
tegen tot een middelgrote opwaartse of
neerwaartse kracht optreedt.
• Wanneer de afsteller zich in de geblokkeerde
stand bevindt, werkt de achterbouwdemper het
inveren over de veerweg tegen tot een grote
opwaartse of neerwaartse kracht optreedt.
6.11.1.1 Suntour drukdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor fietsen met deze uitrusting
Afbeelding 77: Suntour drukdemper in open (1) en
gesloten (2) stand
In de stand OPEN is de drukdemper geopend.
In de stand LOCK is de drukdemper
geblokkeerd.
De standen tussen OPEN en LOCK zijn voor
fijnafstemming van de demping. Het wordt
aanbevolen de drukdemperafsteller in eerste
instantie in de stand OPEN te zetten.
1
2
Produktspecifikationer
Varumärke: | Hercules |
Kategori: | Cykel E-cykel |
Modell: | 2021 |
Färg på produkten: | Geel |
Vikt: | 387 g |
Sladdlängd: | 10 m |
Förpackningens vikt: | 406 g |
Förpackningens bredd: | 255 mm |
Djuppackning: | 330 mm |
Förpackningshöjd: | 26 mm |
Certifiering: | ETL, CE, REACH |
Hållbarhetscertifikat: | RoHS |
Plug and play: | Ja |
Antal per paket: | 1 stuk(s) |
Kabelteknik: | 10/100/1000Base-T(X) |
Frekvens: | 650 MHz |
Ethernet-gränssnittstyp: | Gigabit Ethernet |
Power over Ethernet (PoE): | Ja |
Kontaktledarmaterial: | Goud |
(Ytter) huvudpaketets höjd: | 275 mm |
(Ytter) huvudförpackningens bredd: | 370 mm |
(Ytre) huvudpaketets längd: | 415 mm |
Kvantitet per (yttre) huvudkartong: | 30 stuk(s) |
Överföringshastighet: | 1000 Mbit/s |
Harmoniserad systemkod (HS): | 84733080 |
AWG trådmätare: | 24 |
Anslutning 1: | RJ-45 |
Anslutning 2: | RJ-45 |
Anslutning 1 typ: | Mannelijk |
Anslutning 2 typ: | Mannelijk |
Ledarmaterial: | Koper |
Yttre mantelmaterial: | Polyvinyl chloride (PVC) |
Kabelstandard: | Cat6 |
Kabelskärmning: | U/UTP (UTP) |
Konstruktion av konduktören(erna): | Samengeslagen |
Kabelklassificering: | CMG (CM) |
Gjuten klämma skydd (snagless): | Ja |
Behöver du hjälp?
Om du behöver hjälp med Hercules 2021 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig
Cykel E-cykel Hercules Manualer
10 September 2024
7 September 2024
3 September 2024
30 Augusti 2024
28 Augusti 2024
27 Augusti 2024
23 Augusti 2024
22 Augusti 2024
21 Augusti 2024
20 Augusti 2024
Cykel E-cykel Manualer
- TDR
- E-Drive
- Ansmann
- Loekie
- Guardo
- Wheeler
- SR SUNTOUR
- Emmaljunga
- Sensa
- Ghost Bikes
- BESV
- Sram
- Saxxx
- Babboe
- Ebike20
Nyaste Cykel E-cykel Manualer
9 April 2025
9 April 2025
9 April 2025
9 April 2025
8 April 2025
8 April 2025
8 April 2025
8 April 2025
8 April 2025
7 April 2025