NetworX NX-10 - V2 Bruksanvisning

NetworX Säkerhet NX-10 - V2

Läs gratis den bruksanvisning för NetworX NX-10 - V2 (38 sidor) i kategorin Säkerhet. Guiden har ansetts hjälpsam av 6 personer och har ett genomsnittsbetyg på 5.0 stjärnor baserat på 3.5 recensioner. Har du en fråga om NetworX NX-10 - V2 eller vill du ställa frågor till andra användare av produkten? Ställ en fråga

Sida 1/38
GE
Security
NX-10
Gebruikershandleiding NX-10-alarmsysteem
GE imagination at work
De Europese richtlijn 2002/96/EG "Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur" (AEEA) is er op gericht om de impact van het afval van elektrische en elektronische
apparatuur op het milieu en de gezondheid van de mens te minimaliseren. Om aan deze richtlijn te voldoen, mag elektrische apparatuur die met dit symbool is gemarkeerd, niet
worden verwerkt in Europese openbare afvalsystemen.
Europese gebruikers van elektrische apparatuur dienen nu apparatuur aan het einde van de levensduur aan te bieden voor verwerking.
Meer informatie vindt u op de volgende website: www.recyclethis.info.
98/482/EG-kennisgeving
(voor producten met CE-certificering)
Deze apparatuur voldoet aan beschikking 98/482/EG van de Europese Raad inzake Pan-Europese voorschriften voor de koppelingseisen voor de aansluiting op openbare
telefoonnetten (PSTN's) van eindapparatuur. Echter, vanwege verschillen tussen de afzonderlijke PSTN's in de verschillende landen betekent dit niet dat u hiermee
onvoorwaardelijke garantie hebt dat deze apparatuur correct werkt op alle PSTN-eindapparatuur.
www.gesecurity.com
Copyright(c) 2009 GE Security B.V.. Alle rechten voorbehouden. GE Security B.V. verleent het recht voor herdruk van deze handleiding slechts voor intern gebruik. GE Security B.V.
behoudt zich het recht voor de informatie in deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
NX-10-gebruikershandleiding 3
Menustructuur ............................................................................................4
LCD codeklavier .........................................................................................6
Codeklaviertoetsen ..................................................................................7
LCD-pictogrammen .................................................................................8
De NX-10 menu's gebruiken ................................................................9
Uw systeem voorbereiden ....................................................................10
Systeem zonder partities in- en uitschakelen .............................11
In- en uitschakelen met een multipartitieklavier .......................12
Het systeem uitschakelen na een alarm .......................................13
Terugzetten van branddetectoren ...................................................14
Gebruik van de paniektoetsen ............................................................15
De zonestatus weergeven ....................................................................16
Eén of meerdere zones blokkeren ....................................................17
Uw gebruikerscode en gebruikersnaam wijzigen .....................18
De
gebruikerscode
en
-naam
van
een
andere
persoon
wijzigen 19
Code-autorisaties wijzigen ...................................................................20
De systeemdatum en systeemtijd instellen ..................................21
Instellingen van het codeklavier ........................................................22
Instellingen LCD-display aanpassen ...............................................23
Het logboek lezen .....................................................................................24
Telefoonnummers wijzigen ..................................................................25
X-10 domotica modules instellen .....................................................26
X-10 domotica modules activeren ...................................................27
Gegevens up-/downloaden .................................................................28
Uw systeem testen ..................................................................................29
Kaarten/badges toevoegen en verwijderen ................................30
Servicemeldingen .....................................................................................31
Woordenlijst ................................................................................................34
Batterijen vervangen .............................................................................36
Opmerkingen ..............................................................................................37
Inhoud
NX-10-gebruikershandleiding 4
Menustructuur
Zone Blokkeren
Gebruikers
Groepsblokkage
Logboek
Alarmgeheugen
Check Service
Gebruikers 1-10
Gebruikers 11-20
Gebruikers 21-30...
Autorisaties
Partities
Taal
Naam
Uitgangen Uitgang 1
Uitgang 2
Uitgang 3 ...
Uitg. Gebruikt?
In na sluiting?
Enkel inschak.?
In/Uitsch.?
Hoofdcode
Zone Blokkeren
In/Ui rapport?
Zone 1-8
Zone 9-16
Zone 17-24
Zone 25-32
Zone 33-40
Zone 41-48
Code instellen
Code wissen
Gebruikersmenu (1) Zone 1
(2) Zone 2
(3) Zone 3...
NX-17xx Lezer* Kaart toevoegen
Kaarten toevoegen
Kaart activeren
Kaart desactiveren
Kaart verwijderen
*alleen beschikbaar indien geïnstalleerd
NX-10-gebruikershandleiding 5
Menustructuur
Looptest
Volume zoemer
Contrast LCD
Helderheid LCD
LCD & Man. Test
Multipart. Mode
Stille uitgangstijd
Reset Brand
Verlichting altijd aan
Datum/tijd
Telefoonnummers
X-10 Modules
Zone Blokkeren
Module 1
Module 2
Module 3 ...
Gebruikersmenu
Telefoonnr. 1
Telefoonnr. 2
Telefoonnr. 3
Gebruikersmenu
(Quick User menu)
Groepsblokkage
Alarmgeheugen
Check Service
X-10 Modules
Reset Brand
Deurbel
Beantwoord U/D
Start U/D
Modulenummer
X-10 Huiscode
Up/Download
Up/Download Beantwoord U/D
Start U/D
Zone 1-8
Zone 9-16
Zone 17-24
Zone 25-32
Zone 33-40
Zone 41-48
(1) Zone 1
(2) Zone 2
(3) Zone 3...
Vervang batterijen
NX-10-gebruikershandleiding 6
LCD codeklavier
Status LED (Aan, Uit, Gereed, Niet Gereed)
Statuspictogrammen (icons), zie pagina 8.
Vier vooraf ingestelde functietoetsen: In/
Afwezig, In/Aanwezig, Uitschakelen,
Blokkage, zie pagina 7.
NO [NEE]: Toets om data invoer te annuleren en
om in het systeemmenu te navigeren.
OK*: Toets om data invoer te bevestigen en om in
het systeemmenu te navigeren.
LCD -display: Hier wordt informatie over de status
van het systeem, menuopties en andere
informatie die wordt ingevoerd, weergegeven.
F1, F2, F7, F8: Programmeerbare toetsen die
door de installateur worden ingesteld.
F1:
F2:
F7:
F8:
: Pijltjestoetsen waarmee u kunt
navigeren en bewerken.
#: Met deze toets activeert u de functie van de
volgende toets waarop u drukt en kunt u service
meldingen opvragen.
: Met deze toets kunt u de deurbel-functie
in- en uitschakelen.
Alfanumerieke display
NX-10-gebruikershandleiding 7
In/Afwezig
Druk op deze toets om het systeem in de AFWEZIG mode in te
schakelen.
In/Aanwezig
Druk op deze toets om het systeem in de AANWEZIG mode in te
schakelen. Druk als het menu is geopend op deze toets om de cursor naar links
te verplaatsen.
Uitschakelen
Druk op deze toets om de geselecteerde partitie uit te schakelen. Deze
toets functioneert alleen in multi-partitie weergave. Druk als het menu
is geopend op deze toets om de cursor naar rechts te verplaatsen.
Blokkeren
Druk op deze toets om een te blokkeren zone te selecteren (of te
herstellen).
In/Nachtmode
Druk op deze toets om het systeem in de NACHT-mode in te
schakelen.
Deurbel
Druk op deze toets om de deurbelfunctie in of uit te schakelen.
F1, F2, F7, F8
De installateur kan deze toetsen programmeren om bepaalde functies uit te
voeren.
Gebruik de navigatietoetsen om door het menu en de opties te bladeren. Ga als
volgt te werk als het systeem zich in multi-partitie weergave bevindt of als er
geen menu is geopend:
•Druk op om geblokkeerde zones weer te geven.
•Druk op om verstoorde zones weer te geven.
Ga tijdens het bewerken van tekst en telefoonnummers als volgt te werk:
•Druk op om tekst te overschrijven of in te voegen.
•Druk op om tekst te verwijderen.
NO [NEE]
•Druk op NO [NEE] om de wijziging van een menuselectie te annuleren of
om naar een bovenliggend niveau in de menustructuur te gaan of
om een reeks ingevoerde numerieke gegevens te annuleren.
OK*
•Druk op OK om het menu te activeren of
om gewijzigde selecties te bevestigen of
om naar een onderliggend niveau in de menustructuur te gaan of
om een reeks ingevoerde numerieke gegevens af te sluiten.
#
Ga tijdens het bewerken van tekst en telefoonnummers als volgt te werk:
•Druk op # om naar het eerste teken of cijfer te gaan.
•Druk op # om naar het laatste teken of cijfer te gaan.
•Druk op # om de tekens vanaf de huidige positie tot aan het einde te
verwijderen.
Codeklaviertoetsen
NX-10-gebruikershandleiding 8
Voeding Als de netspanning is ingeschakeld, wordt
het linker pictogram weergegeven. Als de
netspanning is weggevallen, wordt het
rechter pictogram weergegeven.
Blokkeren Als het klavier zich in multi-partitie
weergave bevindt, wordt het linker
pictogram weergegeven als EEN zone in
de partitie wordt geblokkeerd. Als het
klavier zich niet in multi-partitieweergave
bevindt, wordt het rechter pictogram
weergegeven zodra EEN zone wordt
geblokkeerd.
Volledig/
Gedeeltelijk
ingeschakeld
Als het klavier zich in de multipartitiestand
bevindt, wordt het VOLLEDIG IN-
pictogram (links) alleen weergegeven
zodra ALLE partities zijn INGESCHAKELD,
terwijl het GEDEELTELIJK IN-pictogram
(rechts) wordt weergegeven als NIET ALLE
partities zijn INGESCHAKELD.
Aanwezig/
Nacht-mode
Het pictogram Aanwezig (links) wordt
weergegeven indien het systeem
ingeschakeld wordt in Aanwezig mode en
wordt het pictogram Nacht weergegeven
indien ingeschakeld wordt in Nacht-
mode.
Afwezig Wanneer het syteem ingeschakeld wordt
in de Afwezig mode verschijnt het rechter
pictogram indien geen zone geblokkeerd
is en het linker pictogram zodra EEN zone
is geblokkeerd.
Deurbel Dit pictogram wordt weergegeven indien
de deurbel-functie ingeschakeld is.
Brand/Storing
Brand
Dit pictogram verschijnt bij brandalarm.
Dit pictogram knippert bij een
brandmelder storing.
Dit pictogram geeft de veldsterkte van het
draadloos (RF) signaal weer (uiterst links:
buiten bereik, uiterst rechts: ideaal bereik).
Batterij laag Als de batterij van het codeklavier bijna
leeg is, gaat dit pictogram knipperen.
Alarm Als er een alarmsituatie is ontstaan, gaat
dit pictogram knipperen.
Storing Dit pictogram geeft aan dat er een storing
in het systeem is opgetreden (vb. dagzone
verstoord, RF sensor zoek).
Service Dit pictogram licht op indien zich een
systeemfout voordoet. Als u op de #-toets
drukt, wordt de serviceboodschap
weergegeven.
Systeem
gereed
Als het systeem kan worden ingeschakeld,
wordt het V-pictogram weergegeven. Als
het systeem NIET kan worden
ingeschakeld, verdwijnt het V-pictogram.
Als een zone die geforceerd kan worden
ingeschakeld, open is, knippert het
pictogram.
LCD-pictogrammen (icons)
NX-10-gebruikershandleiding 9
Gebruikersmenu (Quick User menu)
Het gebruikersmenu (Quick User menu) bevat een aantal menuopties die u kunt
gebruiken zonder een gebruikerscode in te voeren. Druk op OK en vervolgens
op de -toetsen om het gebruikersmenu (Quick User menu) te openen en
er doorheen te bladeren.
De taal van het codeklavier wijzigen
Zodra de talen door de installateur in het codeklavier werden ingesteld, kan u
de weergegeven taal wijzigen door meerdere keren op OK te drukken. Zie
pagina 22 voor meer informatie.
Gebruikersmenu
Met behulp van uw gebruikerscode kunt u bepaalde functies in het
gebruikersmenu uitvoeren. Met behulp van een hoofdgebruikerscode (master
code) kunt u ALLE functies uitvoeren. De hoofdgebruiker is de enige persoon die
gebruikersinformatie en -autorisaties in het systeem mag wijzigen. Als u het
gebruikersmenu wilt openen, drukt u in het standaardscherm op OK en voert u
uw gebruikerscode in. Daarna worden alleen de menuopties weergegeven
waarvoor u toegangsrechten hebt. Druk op om door het gebruikersmenu
te navigeren.
Opmerking:
De manier waarop uw codeklavier werkt kan enigszins afwijken afhankelijk van
hoe uw installateur het codeklavier heeft ingesteld.
Navigeren in de menu's
Druk op deze navigatietoetsen om tussen de verschillende menuopties
te bladeren. Het Quick User menu en het uitgebreid gebruikersmenu bevatten
verschillende opties, zoals gebruikers en zones blokkeren.
Druk op # om naar dezelfde menuoptie voor het vorige item in de lijst te
navigeren. Als de gebruikerscode voor gebruiker 2 bijvoorbeeld is
weergegeven, drukt u # om de gebruikerscode voor gebruiker 1 weer te
geven.
Druk op # om naar dezelfde menuoptie voor het volgende item in de lijst te
navigeren. Als de gebruikerscode voor gebruiker 2 bijvoorbeeld is
weergegeven, drukt u # om de gebruikerscode voor gebruiker 3 weer te
geven.
Het menu afsluiten
•Druk op ## om de prompt OK voor einde (als u gegevens bewerkt, drukt u
eerst op NO [NEE]).
•Druk vervolgens op OK om het menusysteem af te sluiten.
Opmerking: Het codeklavier keert na een bepaalde tijd automatisch terug
naar het standaardscherm.
Opmerking: Druk op de NO toets om een verkeerde toetsaanslag of verkeerde
code-ingave te annuleren.
Opmerking: Na het verlaten van het installateursmenu of na het verlaten van
de batterijspaarstand verifieert het draadloos bediendeel de systeemstatus
gedurende 3 seconden. De meest recente systeemstatus wordt dus na 3
seconden weergegeven.
De NX-10 menu's gebruiken
NX-10-gebruikershandleiding 11
Systeem zonder partities in- en uitschakelen
2. Het codeklavier begint te piepen en het systeem schakelt in.
3. Verlaat het gebouw. Het codeklavier piept sneller tijdens de laatste 10 seconden
van de uitgangstijd.
4. Wanneer de uitgangstijd is verstreken, is uw systeem ingeschakeld en hoort u
op het codeklavier gedurende 2 seconden een ononderbroken toon.
Het systeem uitschakelen
1. Wanneer u de deur van de beveiligde ruimte opent, wordt de inlooptijd gestart
en produceert het codeklavier een ononderbroken toon.
2. Voer uw gebruikerscode in.
3. Uw systeem wordt uitgeschakeld en de klavierzoemer stopt.
Opmerking: Druk op de NO toets om een verkeerde toetsaanslag of verkeerde
code-ingave te annuleren.
1. Om in te schakelen, druk op de NO [NEE] toets en geef uw gebruikerscode in.
Indien ingesteld, kan u ook inschakelen a.d.h.v. de Snelinschakeltoetsen.
U kunt een codeklavier programmeren als een partitieklavier (voor enkele partitie) of als een multipartitieklavier. Met een partitieklavier (weergave van één
enkele partitie) kunt u maar één partitie inschakelen, terwijl u met één multipartitieklavier één of meer partities kunt inschakelen. In beide gevallen kunt u
zones blokkeren in de partitie(s) die u inschakelt. Zie pagina 17 voor meer informatie over het blokkeren van zones.
........
........
........
........
........
........
........
........
Systeem gereed
Aan? Geef code
Systeem aan
Verlaat pand
Systeem aan
Alle zones OK
Systeem gereed
Aan? Geef code
Tik code
voor uitschakelen
NX-10-gebruikershandleiding 12
In- en uitschakelen met een multipartitieklavier
2. De huidige status van de in het systeem ingestelde partities wordt weergegeven.
9 De partitie is gereed om in te schakelen. De partitie is gedeeltelijk
ingeschakeld. De partitie is volledig ingeschakeld.
3. Selecteer het nummer van de partitie(s) die u wenst in of uit te schakelen. Druk
op 0 om all partities te selecteren.
4. De geselecteerde partities zijn met ‘? gemarkeerd. In het voorbeeld zijn de
partities 1 en 4 geselecteerd.
Druk om de partitie(s) in de Afwezig mode in the schakelen, Druk
om de partitie(s) in de Aanwezig mode in te schakelen of druk om de
partities in de Nacht mode in te schakelen.
Wanneer de uitgangstijd is verstreken, zijn de geselecteerde partities
ingeschakeld en hoort u op het codeklavier gedurende 2 seconden een
ononderbroken toon.
Selecteer de partities en druk tijdens de uitgangstijd op om het
inschakelen van de geselecteerde partities te annuleren.
Opmerking: Wanneer u de deur naar de beveiligde partitie opent, wordt de
ingangstijd gestart, vervolgens wordt het bericht Tik code voor uitschakelen en
produceert het codeklavier een ononderbroken toon.
1. Om in the schakelen, druk op de NO [NEE] toets en geef uw gebruikerscode in.
\ \
Met een multipartitieklavier kunt u één of meer partities inschakelen. Met de toets In/Afwezig kunt u het hele systeem (uitgezonderd geblokkeerde zones)
inschakelen. Met de toets In/Aanwezig kunt u het systeem (uitgezonderd interne en geblokkeerde zones) gedeeltelijk inschakelen wanneer u wilt toestaan
dat mensen in het gebouw aanwezig blijven. Zie pagina 17 voor meer info m.b.t het blokkeren van zones.
Systeem gereed
Aan? Geef code
1 2 3 4
9
9
9
1 2 3 4
? 9 ?
1 2 3 4
9
1 2 3 4
9
9
9
9
........
........
........
........
........
........
........
........
NX-10-gebruikershandleiding 13
Het systeem uitschakelen na een alarm
2. De sirene wordt gestopt, het codeklavier stopt met piepen en het
alarmgeheugen wordt weergegeven.
3. Het alarmgeheugen geeft de zone(s) weer waar het alarm zich heeft
voorgedaan. In het voorbeeld heeft zich een inbraakalarm voorgedaan in zone 8.
4. Druk op de toetsen om de verschillende zones die in het alarmgeheugen
zijn vermeld weer te geven.
5. Druk op OK. Het systeem is gereed om te worden ingeschakeld.
Opmerking: U kunt het alarmgeheugen op elk ogenblik via het gebruikersmenu of
het Quick User menu weergeven. Open het Quick User menu door achtereenvolgens
op de toetsen OK en te drukken, Alarmgeheugen te selecteren en op OK te
drukken.
1. Voer uw gebruikerscode in om het systeem uit te schakelen.
Er zijn verschillende alarmtypes. Een inbraak- en sabotagealarm worden d.m.v. een ononderbroken sirenetoon gesignaleerd. Een brandalarm wordt d.m.v.
een pulserende sirenetoon gesignaleerd. Bij alle alarmmeldingen gaat het codeklavier snel piepen. Zie pagina 14 voor informatie over hoe te reageren bij
een brandalarm.
........
........
........
........
........
8 Alarm Memo
Zone 8
OK
Systeem gereed
Aan? Geef code
NX-10-gebruikershandleiding 14
Terugzetten van branddetectoren (reset)
2. Het alarmgeheugen geeft de zone(s) weer waar het brandalarm zich heeft
voorgedaan.
3. Druk de toetsen om door de verschillende zones die in het alarmgeheugen
zijn vermeld, te bladeren. Druk OK om het alarmgeheugen te verlaten.
4. Druk OK in het standaardscherm.
5. Ga met de toetsen naar Reset Brand en druk op OK.
6. De brandmelders worden opnieuw ingesteld, het brandalarmpictogram
verdwijnt en het systeem is gereed om te worden ingeschakeld.
1. Voer uw gebruikerscode in om het alarm te stoppen. De sirene wordt gestopt en
het codeklavier stopt met piepen. Het brandalarmpictogram wordt nog steeds
weergegeven.
Er kan zich een brandalarm voordoen wanneer uw systeem is in- of uitgeschakeld. Bij een brandalarm wordt een pulserende sirene in werking gesteld en gaat
het codeklavier piepen. Het brandalarmpictogram wordt weergegeven. Als u het brandalarm wilt stoppen, voert u uw gebruikerscode in. Na een brandalarm
moet u de brandmelders ook opnieuw instellen. Daarbij voert u dezelfde stappen uit ongeacht of het brandalarm automatisch of handmatig is geactiveerd.
6 Alarm Memo
Zone 6
OK
OK
Gebruikersmenu
Reset Brand
Systeem gereed
Aan? Geef code
........
........
........
........
........
........
NX-10-gebruikershandleiding 15
Gebruik van de paniektoetsen
Druk op de functietoets voor het brandalarm. Er treedt een pulserende sirene in
werking, het codeklavier begint te piepen en er wordt een melding naar de
alarmcentrale verzonden.
Medisch alarm
Druk op de functietoets voor het medisch alarm. Er wordt een melding naar de
alarmcentrale verzonden.
Overval
Druk op de functietoets voor het overvalalarm. Er treedt een ononderbroken sirene in
werking, het codeklavier begint snel te piepen en er wordt een melding naar de
alarmcentrale verzonden.
Opmerking: Als de installateur het overvalalarm als een stil alarm heeft ingesteld,
wordt wel een melding naar de alarmcentrale verzonden, maar produceren de sirene
en het codeklavier geen geluid.
Brand
®
Elk codeklavier is uitgerust met drie paniektoetsen. Met deze paniektoetsen kunt u een brandalarm, medisch alarm en overvalalarm (paniek) handmatig in
werking stellen. De paniektoetsen moeten door de installateur worden geprogrammeerd.
........
........
........
NX-10-gebruikershandleiding 16
De zonestatus weergeven
2. Alle open of gesaboteerde zones worden weergegeven.
3. Druk op OK of NO [NEE] om naar het standaardscherm terug te keren.
4. Druk om alle geblokkeerde zones weer te geven.
5. Alle geblokkeerde zones worden weergegeven.
6. Druk op OK of NO [NEE] om naar het standaardscherm terug te keren.
Opmerking: Wanneer u de open zones bekijkt, kunt u deze indien gewenst
onmiddellijk blokkeren met de blokkagetoets op het codeklavier.
De open zone wordt geblokkeerd en op het codeklavier wordt naast het zonenummer
een ster weergegeven.
1. Druk op om alle probleemzones weer te geven.
U kunt alle open en geblokkeerde zones opvragen. Zones die niet in de lijst van open of in de lijst van geblokkeerde zones zijn vermeld, zijn gesloten en werken
normaal. Als u de geblokkeerde zones en open zones wilt bekijken, drukt u OK.
nnn Open
<beschrijving>
Systeem gereed
Aan? Geef code
nnn Blokkage
<beschrijving>
Systeem gereed
Aan? Geef code
........
........
........
........
........
........
*1 Open
Zone 1
NX-10-gebruikershandleiding 18
Uw gebruikerscode en gebruikersnaam wijzigen
2. Ga met de toetsen naar Code instellen en druk op OK. Uw code wordt als
een rij getallen of een rij streepjes weergegeven.
3. Druk op de cijfertoetsen om een nieuwe gebruikerscode van vier of zes cijfers in
te voeren.
4. De nieuwe nummers overschrijven de bestaande code. Als uw code als streepjes
wordt weergegeven, veranderen de streepjes in sterretjes. Druk op OK.
5. Als uw code als een rij sterretjes wordt weergegeven, voert u uw code opnieuw
in om te bevestigen dat uw code correct is. Druk op OK.
6. Ga met de toetsen naar Naam en druk op OK. Uw gebruikersnaam wordt
weergegeven.
7. Druk op om tekst te overschrijven of in te voegen. Druk op om tekst te
verwijderen.
8. Druk op de lettertoetsen om een nieuwe naam van maximaal 15 tekens in te
voeren en druk OK.
1. Ga met de toetsen naar Gebruikers, selecteer een gebruikersgroep, een
gebruikersnummer en druk op OK.
Als u uw eigen gebruikerscode of gebruikersnaam wilt wijzigen, drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Hiervoor hebt u hoofdgebruikersrechten nodig.
De normale gebruiker heeft geen rechten om zijn/haar eigen gebruikersnaam of gebruikerscode te wijzigen. De standaard hoofdgebruiker in een nieuw
systeem is Gebruiker 1 en de standaard hoofdgebruikerscode is 1234. Uit veiligheidsoverwegingen moet u deze zodra u het systeem gaat gebruiken wijzigen
in uw eigen persoonlijke code.
Gebruikers
+Codes 1 - 10
OK
OK
Code instellen
*____
Bevestig code
****
OK
Naam
Jan Willem
........
........
........
........
........
........
........
........
NX-10-gebruikershandleiding 19
De gebruikerscode en -naam van een andere persoon wijzigen
2. Selecteer de gebruikersgroep. Ga met de toetsen naar het relevante
gebruikersnummer en druk op OK.
3. Ga naar Code instellen en druk op OK. De gebruikerscode wordt als een rij
getallen of een rij streepjes weergegeven.
4. Gebruik de cijfertoetsen om een nieuwe gebruikerscode in te voeren. Daarbij
worden de nieuwe cijfers weergegeven of veranderen de streepjes in sterretjes.
Druk op OK
5. Als de code als een rij sterretjes wordt weergegeven, voert u de code opnieuw in
om te bevestigen dat ze correct is. Druk op OK.
6. Indien u een code wenst te verwijderen, ga naar Code wissen en druk op OK. De
gebruikerscode wordt uit het systeem verwijderd.
7. Indien u een naam wenst te wijzigen, ga naar Naam en druk op OK. De
gebruikersnaam wordt weergegeven.
8. Druk op om karakters te overschrijven of in te voegen. Druk op om
karakters te verwijderen. Voer een nieuwe naam van maximaal 15 tekens in en
druk OK.
1. Er wordt een lijst met alle gebruikers codes weergegeven. De gebruikerscodes
worden in groepen van 10 weergegeven.
Als u de gebruikerscode en gebruikersnaam van een andere gebruiker wilt wijzigen, voert u OK gevolgd door een hoofdgebruikerscode in. Ga met de toetsen
naar Gebruikers en druk op OK.
........
........
........
........
........
........
........
........
Codes 1 - 10
+(1) Jaap Maalders
OK
Code instellen
- - - -
OK
OK
Bevestig code
****
Naam
Anna Loesberg
OK
NX-10-gebruikershandleiding 20
Code-autorisaties wijzigen
2. Selecteer de gebruikersgroep. Ga met de toetsen naar het relevante
gebruikersnummer en druk op OK.
De functies selecteren die een gebruiker kan uitvoeren
Ga met de toetsen naar Autorisaties en druk op OK. Er wordt een lijst met
code-autorisaties weergegeven. Zie de woordenlijst voor meer informatie.
Blader door de lijst met code-autorisaties en druk OK om code-autorisaties aan
de geselecteerde gebruiker toe te wijzen. Selecteer NO [Nee] om terug te keren.
De partities selecteren waartoe een gebruiker toegang heeft
•Ga met de toetsen naar Partities en druk op OK. De partities waartoe de
gebruiker toegang heeft, worden weergegeven.
Druk op een partitienummer om het aan de geselecteerde gebruiker toe te
wijzen. Druk het nummer opnieuw om de toewijzing van de partitie te annuleren.
Druk op OK.
1. Er wordt een lijst met alle gebruikers weergegeven. De gebruikers worden in
groepen van 10 weergegeven.
U kunt de code-autorisaties van een gebruiker zodanig instellen dat hij/zij kan inschakelen, uitschakelen, uitgangen kan activeren, meldingen kan verzenden en
zones kan blokkeren. U kunt een gebruikerscode ook instellen als hoofdcode en opgeven tot welke partities de gebruiker toegang heeft. Hiertoe drukt u OK en
voert u een hoofdgebruikerscode in. In een nieuw systeem is Gebruiker 1 standaard de hoofdgebruiker. Ga met de toetsen naar Gebruikers en druk op OK.
Codes 1 - 10
+(1) Jaap Maalders
OK
OK
NO
OK
Partities
1 _ 3 4
........
........
........
........
........
........
Belangrijk: Wanneer de rechten Uitg. Gebruikt? voor de gebruiker zijn geselecteerd,
verliest deze gebruiker zijn/haar hoofdgebruikersrechten en kan hij/zij geen
gebruikersinformatie meer bewerken! Onthoud dat u deze rechten enkel toekent aan
standaard gebruikerscodes!
NX-10-gebruikershandleiding 21
De systeemdatum en systeemtijd instellen
2. De huidige tijd wordt weergegeven met de dag van de week, het uur en de
minuten. Afhankelijk van de door de installateur ingestelde configuratie wordt
de klok in 12-uurs of 24-uurs weergave weergegeven. De huidige datum wordt
in het formaat dd.mm.jjjj weergegeven.
3. Druk op de toets om het uur te verhogen of op de toets om het uur te
verlagen. U kunt ook onmiddellijk cijfers invoeren.
4. Druk OK om de wijziging te bevestigen en verder te gaan. Druk op NO [NEE] om
de wijziging te annuleren.
1. Ga naar Datum/tijd en druk op OK.
As u de systeemdatum en -tijd wilt instellen, drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Ga met de toetsen naar Datum/tijd en druk op OK.
OK
NO
Vri 11:56
27 Jun 2008
........
........
........
........
OK


Produktspecifikationer

Varumärke: NetworX
Kategori: Säkerhet
Modell: NX-10 - V2

Behöver du hjälp?

Om du behöver hjälp med NetworX NX-10 - V2 ställ en fråga nedan och andra användare kommer att svara dig